k. Hij vraagt of het niet gewenscht is de rioleering door te trek ken naar die in de Brugstraat. De heer VERHEIJEN vraagt of het nu wel vast staat,dat de gemeente het recht heeft het water uit de rioleering van de Spoorstraat in den spoorsloot te deponeeren. De heer VAN NASSAU zegt,dat wanneer deze zaak beter was voorbereid geweest en in de commissie voor openbare werken wad behandelddeze moeilijkheden niet zouden zijn gerezen. Hij zegt niet te begrijpen waarom deze zaak zoo dringend is en stelt voor ze te renvoteeren naar Burgemeester er Wethouders em de commissie voor openbare werken gelegenheid te geven haar onder het oog te zien. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. 7. VERZOEK VAF M. MAAS OM VERGOED 3FG VAF KOSTEN VAT SCHOOL BEZOEK IN EEFE ANDERE GEMEENTE. Prae -advies no.779) Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt,zonder hoofdelijke stemming,op het verzoek eene afwijzende beschikking genomen. (Dossier 2I4.0/8 8. VERZOEK VAN TH. P. TIEBACKX OM VERKOOP VAN EEN STROOK GE MEENTEGROND. (Prae-advies No. 780) De VOORZITTER zegt,dat bij de totstandkoming van de Brug straat is besloten,dat iedere eigenaar de gemeen te gronden, die vóór zijn perceol waren gelegen,kon aankoopen voor f6,- per M2 onbe bouwd en voor f 20,- bebouwd. Spreker zegt,dat destijds eigenaar van den grond,ten behoeve waarvan thans aankoop van gemeentegrond wordt gevraagd,was de heer B^rnard Schoonheijt,die echter van zijn recht tot aankoop geen gebruik heeft gemaakt. De heer J.BROOS vraagt te mogen weten waar de bedoelde grond juist is gelegen. Als het het stukje grond is tegenover het politiebureau,waar vroeger een urinoir stond,dan zou spreker er voor zijn dit niet te verkoopen,doch er een mooi plantsoentje aan te leggen. De heer VERHEIJEN zegt,dat hij de quaestie van verkoop van gronden langs de Brugstraat van nabij heeft gevolgd. Hij is het niet eens met de interpretatie die gegeven wordt aan het raadsbesluitwaarbij den eigenaren van gronden langs de Brug straat het recht van aankoop van gemeente-grond wordt gegeven. Spreker meentdatwanneer er sprake is van achterliggende grond, bedoeld wordt de grond die In eene lijn,rechthoekig op de Brug straat achter gemeentegrond is gele genomdatwanneer zulks niet het geval zou zijn,een eigenaar van gronden van de straat zou kunnen worden afgesneden. Spreker zegt,dat vroeger de prijs van dezen grond is be paald op f 6,-, doch,waar de toenmalige eigenaar van zijn recht geen gebruik heeft gemaakt en de grondprijzen sindsdien be duidend zijn gestegen het toch noodig zal zijn minstens de rente hierbij te berekenen,waardoor de koopprijs f 12,- a f 15,- per M2 zou worden. Nog heeft spreker er bezwaar tegen,dat,niettegenstaande reeds meer dan een jaar geleden een andere eigenaar ook heeft ge vraagd om in het bezit van bedoelden grond te mogen komen,dit verzoek niet wordt ter tafel gebracht. Spreker vreest,dat uit dit voorstel conflicten tengevolge van servituten kunnen voortspruiten,waarom hij aanbeveelt te trachten beide aanvragers tot overeenstemming te brengen. De VOORZITTER zegt,dat het zeker is,dat de achterliggende eigenaar het recht van aankoop heeft en dat de gemeente het verzoek zal moeten inwilligen. De heer KONINGS zegt,dat beide eigenaren den waterloop ter plaatse in erfpacht wenschen te ontvangen en dat hij hun" heeft geadviseerd te trachten hieromtrent met elkander tot over eenstemming te komen. De heer J.BROOS kan zich niet met het voorstel tot ver koop vereenigenomdat andere eigenaren daardoor op kosten zouden kunnen worden gejaagd. De 5. De heer HAVERKAMP zegtdatwanneer in de overeenkomst wordt gezegd,dat TIebackx het recht heeft van uitweg,deze zaak toch geene bezwaren meer heeft. De heer VERHEIJEN meent,dat het verstandig zal zijn deze zaak aan te houden. De heer ROMSOM noemt dit onderwerp eene zeer moeilijke quaestiewaarom hij met den heer Verheijen voor uitstel is. De VOORZITTER is van oordeel,dat dit niet aangaat. De heer VAF NASSAU zegt,dat door verkoop van het be doelde stukje grond geen enkele eigenaar van de openbare straat wordt afgesloten. De heer VERHEIJEN stelt aanhouding van dit onderwerp voor,waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. 9. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAF DE BEGROOT ING DER GEMEEN TE EN GEMEENTE-HTS TELLINGEN VOOR 1930 en 1931. (Prae-advies no.781 Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders wordt,zonder hoofdelijke stemming,besloten tot wijzi ging van de begrootingen der gemeente en der gemeen te-instel lingen voor de jaren 1930 en 1931- (Dossier 69/29 en 69/30) 10- VOORSTEL TOT HET AANGAAN EEN ER REKEN ING -C OURAF TOVER - EENKOMST. (Prae-advies no.782 Zonder hoofdelijke stemming,wordtovereenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethoudersbes loten voor der tijd van drie maanden met de Nederlandsche Landbouwbank,alhiereene rekening-courantovereenkomst aan te gaan (Dossier 19 9/lij. 11. VOORSTEL INZAKE WIJZIGING VAN HET BESLUIT d.d. 30 MEI 1931 TOT CONVERSIE EENER GELDLEEN ING. (Prae-advies no.783 De VOORZITTER zegt,dat in d;eze aangelegenheid gisteren een nader schrijven van Gedeputeerde Staten is ontvangenwaar - van de Wethouder voor de financiën mededeeling zal doen. De heer KONINGS zegt,dat bij prae-advies no.783 Burge meester en Wethouders den Raad mededeeling deden van het schrijven van Gedeputeerde Staten d.d. 10 Juni 1931,G no.531, waarin deze hunne bezwaren te kennen gaven tegen het in de vergadering van 30 Mei j.1. genomen besluit tot het aangaan der Ij. percents geldleening,groot f ij.65935,~ tegen een koers van 96^,dat Burgemeester en Wethouders tevens te kennen gaven,dat zij bij schrijven van 18 Juni j.1. no.70/39 getracht hadden - aan de hand van de berekening van de contante waarde voor de betalingen,welke de gemeente op de epeenvolgende termijnen aan rente en aflossing zal hebben te voldoen - Gedeputeerde Staten ervan te overtuigendat de ij. percents leening,voor de gemeente de voorkeur verdiende. Mij zegt,dat Burgemeester en Wethouders verder te kennen gaven,dat zij bij de vaststelling van huh prae-advies hierom trent nog geene mededeeling van Gedeputeerde Staten hadden ont vangen. Namens Burgemeester en Wethouders deelt spreker thans mede,dat Gedeputeerde Staten bij hun op gisteren ingekomen schrijven van 2i|. Juni 1931>G no.293> berichtten, d&t zij de bezwaren,in hunne nota van 10 Juni 1931,G no.231,uiteengezet, ten volle handhaven. Naar aanleiding daarvan kunnen Burgemeester en Wethou ders den Raad thans niets anders voorstellendan onder intrek king van zijn besluit van 30 Mei j.1. op heden te besluiten tot het aangaan der Ij. V8 percents geIdleening,groot f j+jj^OO,-- tegen parikoersonder de voorwaarden zooals die in het raads besluit van 30 Mei j.1. waren vermeld,evenwel met de dienover eenkomstig noodige wijzigingen van de aflossingsbedragen £n met de in het prae-advies voorgestelde aanvulling,dat rente en af lossing van de aan te gahe geldleening,zullen worden gevonden Uit

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1931 | | pagina 35