3- 2. opreker zou het toen door hem gezegde gaarne in dien geest zien aangevuld. Met algemeene stemmen worden de notulen der vorige vergadering hierna,met inbegrip van de door den heer Valken burg aangegeven aanvulling,vastgesteld. 2. NOTA VAN AANMERKINGEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN OP DE GE. :EENTE-BEGROOTING VOOR 1950 MET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT INTREKKING VAN DE STEUNREGELING VOORWERK- LOOZEN. Prae-adviegen nos.620 en 627) De heer VERHEI JEN zegt,dat het hern voorkomt,dat op de provinciale griffie veel tijd beschikbaar is tot het maken van onbenullige opmerkingen. Spreker meent,dat dit wel eens gezega mag worden,en dat het tijd wordt,dat de Raad of wel ae leden van de provinciale staten in den Raad zich hierom trent eens laten hooren Spreker vraagt of door Gedeputeerde Staten toestem- mmg is gegeven tot het doen van uitgaven op den post voor steunverleening,aangezien anders zou blijken,dat de door Burgemeester en vi/et houders vermelde uitgaven van f 6000 - voor steunverleening onwettig zou zijn. Spreker is van oordeel,dat geheel wordt gehandeld in de lijn van het door Gedeputeerde Staten aangehaalde Konink lijk besluit,wanneer de Raad besluit tot intrekking van de steunregeling voor werkloozenomdat de werkloosheid een ver schijnsel is inhaerent aan Roosendaals bevolking. De heer JONGENELEN kan zich met hei voorstel tot in trekking der steunverleening niet vereenigen,wij1 naar zijne meening de Armenwet zich niet verzet tegen het verleenen van steun op de wijze,als hier geschiedt. Hij verwijst hiertoe naar art.29 der Armenwet Spreker wil,dat de Raad niet aan het voorstel van Ge deputeerde Staten zal voldoen en zal vasthouden aan den uit getrokken post van f 21000,-- voor sèeunverleening De heer VALKENBURG zegt het volkomen eens te zijn met het prae-adviesafgezien van gevoeIsbewwaren,die bestaan tegen verwijzing van werkloozen naar het armbestuur. Spreker is echter van meening,dat. practisch weinig aan de bestaande re- geling zal behoeven te worden veranderd en dat Burgemeester en wethouders wel eer.e regeling zullen weten te ontwerpendie practisch zal voldoen. De VOORZITTER deelt mede,zulks in antwoord op de door den heer^Verhei jen gestelde vraag,dat Gedeputeerde Staten toestemming hebben verleend tot het doen van uitgaven op de ontwerp-begrooting 1930. Spreker deelt v.eüder mede,dat Gedeputeerde Staten bij 'run besluit tot vaststelling van de gemeente-rekening over I920 het bedrag van het batig slot met ruim f 20000,-- heb ben verhoogd, tengevolge waarvan de beginpost, van de begroot ing lypG met een g<=>lij'k bedrag kan worden verhoogd en het bedrag van de gemeentelijke inkomstenbelasting verlaagawelke wijzi gingen spreker voorstelt In de begrooting aan te brengen. ^De heer R0MS0M vraagt aan Burgemeester en Wethouders om,indien het voorstel tot intrekking der steunverleening voor werkloozen zou worden aangenomen,bij het doen van uitkeeringen aan werkloozen niet te karig te zijn. De heer JONGENELEN zegt tegen het voorstel te zullen stemmen,wijl door intrekking der steunregeling in strijd met de Armenwet zal worden gehandeld. voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrek king van de steunregeling voor werkloozendat tot wijziging van de begrooting voor 1930,gedaan bij prae-advies no.620 en het hierboven vermelde voorstel van den Voorzitter worden met 13 tegen 3 stemmen aangenomen. Voor hebben gestemd de heeren Verheijen, Vermünt, Van Overveld, Smoor, Ridders, Valkenburg, Van NassauF.Broos Romsom Romsom, Konings, Braakhuis, Damen en Voeten; tegen de heeren J.Broos, Jongenelen en Ignatius. De V00PZITETER stelt hierna aan de orde prae-ad vies no.627 en zegt,dat zulks geschiedt ten einde nog bij deze behandeling van de begrooting de benoodigde gelden voor de uitvoering eener verkeersregeling te kunnen uittrek ken en tevens om den Raad de gelegenheid te geven zich uit te spreken of hij zich met het één-richtiügsverkeer kan vereenigen. Spreker zegt,dat Burgemeester en Wethouders,niet verder aan hun voornemen kunnen uitvoering geven vóór hun door den Raad machtiging is verleend om de benoodigde waar schuwingsborden aan te schaffen. Indien door den Raad hieromtrent geen nader voorstel wordt gedaan zullen Burgemeester en Wethouders aannemen,dat de Raad zich er mede kan vereenigen en zullen Burgemeester en Wethouders nog nader overwegen of zij het ontwerp nog zullen wijzigen of handhaven. De heer VOETEN betreurt het dat aan den Raad het ontwerp niet is overgelegd. De heer BRAAKHUIS zegt,dat de Raad voor eene moei lijkheid wordt^geplaatst. Hij twijfelt er niet aan of de Raad zal voor eenrichtingsverkeer zijn,omdat er verschil lende zeer gevaarlijke punten zijn. Spreker is het niet eens met de wijze,waarop Burgemeester en Wethouders uit voering geven aan de hun doorL de Algemeene Politieveror- e Raad dening opgelegde taakomdat/voor een fait accompli wordt j of gesteld,waarom hij de vraag/stelt Burgemeester en Wet houders niet verstandiger zouden hebben gedaan,wanneer zij den Raad hadden in kennis gesteld met de wijze waarop zij zich voorstellen de verkeersregeling vast te stellen. Bovendien had het plan kunnen worden gepubliceerd.waardoor de critiek gelegenheid zou hebben gekregen zich te uiten, waarna de Raad zich zou hebben kunnen beradenterwij1 hij thans genoodzaakt wordt eene beslissing te nemen over eene zaak,die hij niet kent. De heer JONGENELEN zegt het plan in zijn vollen om vang te kjuanen accepteeren en ook zijne goedkeuring te hechten aan de wijze van voorbereiding.omdat ieder de be zwaren kent en er reeds lang naar een eenrichtingsverkeer wordt verlangd. Spreker hoopt,dat de Verfraaiing voor het rijwiel- verkeer zal worden afgesloten. De heer VERHEIJEN noemt het een voordeel,dat de Raad de plannen niet kent,omdat daardoor met dit plan te gemakkelijker epn proef kan worden genomen. De heer ROMSOM kan zich met het prae-adviestver eenigen, Spreker meent,dat door invoering van het één richtingsverkeer verkeersongelukken niet zullen kunnen worden voorkomen aan het kruispunt Molenstraat-Hoogstraat, tengevolge waarom er niet mede zal kunnen worden volstaan, dat ter plaatse slechts gedurende enkele uren van den dag een verkeersagent wordt geplaatst. De heer BRAAKHUIS ?,e gtdat uit de besprekingen wel blijkt,dat de Raad voor eenrichtingsverkeer is,wat spreker niet belet zijne bezwaren niet los te laten,ook omdat spreker is geblfeken,dat het ontwerp niet zal gelden voor karren en wagenswaardoor het gevaar niet zal verminderen. Spreker herhaalt,dat de Raad wel op de hoogte had mogen worden gesteld. De heer VAN OVERVELD bestrijdt de meening van den heer Braakhuisomtrent het rijden met karren. Hij wijst er op,dat het gevaar ontstaat door het roekeloos rijden rapt auto's. De heer VALKENBURG zegt,dat hij bereid is zijne medewerking te verleenen aan alle pogingendie worden aan gewend om den chaotischen toestand verbeterd te krijgen. De VOORZITTER zegt,dat ook In het College van Burgemeester

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1930 | | pagina 8