10.
Spreker doet een beroep op den Voorzitter van den Raad,
nadat deze bij de behandeling van het voorstel betreffende het
salaris van den Commissaris van politie heeft getoond bereid
te zijn tot samenwerking,om zijne houding,wanneer het plan van
uitbreiding in beginsel zal worden aangenomen,nader te willen
bepalen opdat niet langer schade worde toegebracht aan de be
langen der ingezetenen>maar vooral opdat niet verder schade
worde toegebracht aan het gezag van den Voorzitter,wiens auto
riteit door een behoorlijke samenwerking slechts kan winnen.
Op hetgeen de heer Jongenelen heeft naar voren gebracht,
wil spreker herhalen hetgeen hij reeds meermalen heeft gezegd,
n.l.dat deze spreekt over zaken,waarvan hij geen verstand heeft.
Spreker acht den heer Jongenelen volstrekt onbekwaam om de on
derwerpen, die hij naar voren brengt,te behandelen. Wat het be
roep van den heer Jongenelen op de Christelijke beginselen aan
ga-at zegt spreker,dat deze niet de aangewezen man is om hierop
te wij zen,waarvoor de R.K.partij betere en eigen voorlichters
heeft.Spreker zegt niet in te zien wat nat het kan hebben onze
gemeente te vergelijken met de grcote stad Amsterdam; wat belang
er mee gemoeid is om de algemeene landspolitiek te bespreken en
uit te wijden over leger en vloot,waar toch geen enkele post der
begrooting daartoe aanleiding geeft.
De heer VOS is inmiddekd ter vergadering gekomen.
De heer R0MB0UTS zegt hetgeen de heer Valkenburg heeft
voorgelezen a-1 lang te kennen;datwanneer hij de leuzen nagaat,
waarmede bij de verkiezingen werd geschermd,hij,wanneer hij
niet vreesde tot de orde te worden geroepen,zou spreken van een
stelletje bedriegers;dat hij niet zal spreken over het fatsoen
van den heer Valkenburg,omdat &ij niet weet,dat hij het ooit
heeft bezeten.
De VOORZITTER roept sprekej? tot de orde en zegt zulke
persoonlijkheden niet te kunnen Reelaten.
De heer R0MB0UTS vraagt,wat de heer Valkenburg heeft ge
daan bij den kerkbouw,waar alleen R.K.georganiseerde arbeiders
mocbten medewerken,in de commissie voor overleg,hetwelk door
hem werd gesaboteerd;of het is,dat de heer Valkenburg zich zoo
verheugt over het voorstel van Burgemeester en Wethouders om
trent ^de werkverschaffing,omdat de arbeiders er een honger-
loontje kunnen verdienen,dat het voor den Voorzitter moeilikk
xs met^deze Wethouders sa/men te werken,die slechts stroopop-
pen zijn van de R.K.fractie en dat een der .-.Wethouders als raads
lid tegen zijn eigen voorstel stemde.
Raar aanleiding van het gesprokene door den heer Verdien
merkt spreker op,dat de heer Jongenelen met zijn beroep op de
gemeente Amsterdam heeft willen doen uitkomen,dat de S.D.A.P.. ;doon
wanneer zij de meerderheid heeft,wel in staat is iets tot stand
te brengen.
Spreker zegt uit de rede' van den heer Valkenburg te
hebben gehoord,dat maatregelen nullen worden getroffen tegen
het liggen langs wegen ter voorkoming van onzedelijkheid.Beter
er'2al meJ 5et °°s hier°P zijn,over te gaan tot Set
stichting van eene bad-en z weminrichting,hoewel het advies
van Burgemeester en Wethouders daaromtrent niet erg rooskleurig
.■i,(aE>e heef VALKENBURG zegt niet te willen ingaan op de lie-
V»? ^ÏJÏÏ?Vh0£te manl?r'waarop hij is aangevallen en dat
hij met dergelijke heeren niet meer wenscht te spreken
debatte£eh?®eLTEUNS Z®St V°?r' d® ®erste maal de ^egroótings-
debatteb bij te wonen en mooie en minder mooie woorden te hebben
wÏSaS de menschen z°u willen uitnoodigen bi i hen te
icomen,omdat zij voor hen werken,dat de R.K.Raadsfractie alle
macht m handen heeft,een zeker'deel der Soïdt voor-
dafde !Ya Ud®11Jltheld1f1 °Prechtheid in den fiLd ontjêken,
partiinoi?;f;£'vh£J°ï H1®? Z"' ®n de heer ^Ikenburg suiireJ
parpijpoxitiek voert;dar de heer Valkenburg sorak nvp?> v.Pf d
v^kVdie Wel S^heT*»-"
R.K.leden steeds het woord "God1' op de linnen heb
ben,doch dat het beter was dit woord niet te (jphbniirsn L a
lapt
11.
lapt
Met betrekking tot de drankbestrijding zegt spreker,dat
hij hoopt,dat hiervoor subsidie zal worden verleend.
Wat de levering van gas en water betreft,mehkt spreker
op,dat het niet toelaatbaar is,dat alleen de bewoners der kom
gas en water ontvangen,omdat ook de buitenbewoners belasting
betalers zijn,wien moet "worden gegeven wat hun toekomt.
Aangaande de rioleering stelt spreker de vraag of het
toelaatbaar zou zijn op de Markt on in de Moè&nstraat de riool-
patten met zand dicht "te gooien en zegtdatwanneer zulks niet
mag men ze ook niet buiten de kom der gemeente moet dempen,
zooals op Vijfhuizenberg is geschied,waar de gelegenheid tot
lozing van vuil den rnenschen Is ontnomen,waaruit ziekten kun
nen voortkomen.
Spreker vraagt verbetering van de regeling omtrent het
ruimender beerputten en*vestigt de aandacht op het beschik
baar zijn van terreinen voor industrie en,waaraan bekendheid
moet worden gegeven.
Verder vraagt spreker invoering van eene regeling be
treffende de inning van belastinggelden en medewerking van den
Raad niet in woorden maar in daden.
De heer ROMBOUTS zegt op de laatste opmerking van den
heer Valkenburg niet te zullen ingaan.
De heer JONGENELEN zegt,dat de heer Verhei jen steeds
heeft getracht de socialisten in den Raad te verdrukken door
te zeggen,dat zij spraken over zaken,waarvan zij geen vei?stand
hebben. De heer Verhijen,zegt spreker kan goed van buiten
leeren,maar de ondervinding heeft geleerd,dat hij zelf over
zaken spreektwaarvan hij geen verstand heeft en'dat hij beter
deed les te halen bij Nolens en Van ¥£1 jnbergen
Sa eenige discusie tusschen de heeren .Jongenelen,Ver-
heijen,Rombouts en Valkenburg met betrekking totf-gestie van
den Volkenbond en de wereldvrede schorst de Voorzitter de ver
gadering tot des namiddags te drie uur.
De VOORZITTER heropent des namiddags te drie uur de ver
gadering.
Aanwezig met den Voorzitter de heeren J.M.VERMEULEN en
J.RIDDERS jethouders en de heeren J.VERHEI JEN,A .HEERMA VfiN VOSS,
J.A.VOETEN,C o J.JONGENELEN.H.ROMBOUTS,J.GTEUNS,G.P.VAN NASSAU,
C.A.VALKENBURG,CG.DAMEN,A.W.SMOOR en A.CWALRAVENS,leden
Secretaris de heer A.A.RADEMAKERS.
Aan de orde is:
8. VASTSTELLING VAN DE BEGROOTING DER GEMEENTE EN
GEMEENTE-INSTELLINGEN
De VOORZITTER zegt,nadat de heeren Wethouders van de
hun geboden gelegenheid om het woord te voeren geen gebruik
is gemaakt,dat bij de besprekingen is gewezen op het niet
bestaan van eene goede samenwerking tusschen de leden van het
Dagelijksch Bestuur. Spreker ^egt,dat hij prijs stelt op eene
goede samenwerking en herhaalt overigens wat ook het vorig
jaar door Burgemeester en Wethouders is gezegd,n.1.dat de
onderlinge verstandhouding tusschen de .leden van het Dagelijksch
Bestuur Iets is,wat niet aan het oordeel van den Raad is on
derworpen.
Spreker zegt verder er zich over te verbazen,dat de
heer Verheijen heeft gesproken over een conflict tusschen
spreker en den Raad en memoreertdat door hem bij de vaststel
ling van het besluit waarbij toestemming werd verleend tot het
doen bouwen van landhuisjes door den heer Schalken,alleen is
gezegd,dat hij als Voorzitter er voor heeft te waken,dat geene
besluiten worden genomen,die in strijd zijn met de wet of het
algemeen belang. Spreker verklaartdat door hem geen vernieti
ging van dat besluit Is gevraagddoch dat door hen alleen mede-
deeling Is gedaan van de feiten.
Vervolgens ste]t spreker voor over te gaan tot de ar
tikelsgewiize behandeling der begrooting en van die punten,
we lke