6.
7.
12. BESLISSING OMTRENT DE INVOERING EENER PNEUMATISCHE
REINIGING VAN BEERPUTTEN. (Prae-advies no.208).
De heer VERHEIJEN zegt zich met het voorstel van Burge
meester en Wethouders te kunnen vereenigen. Hij wil echter een
vingerwijzing aan Burgemeester en Wethouders geven,n.1. deze,
dat hy wel is voor het
geven van eene concessie in den vorm van een monopolie aan den
aanvrager,den heer Hendriks,doch dat hy den ingezetenen niet^de
verplichting wenscht te zien opgelegd van dezen dienst gebruik
te maken.
De heer JONGENEEEN zegt het te betreuren,dat de Commissie
voor Openbare Werken geene voldoende gegegens heeft verstrekt
en dat hy daarom deze zal geven.
Spreker verklaart zich in deze voor overheidsbemoeiing
boven gebruikmaking van het particuliere initiatief.
Verder zegt spreker:
dat by de door den heer Hendriks ingediende raming ver
schillende zaken zyn vergeten;
dat,tengevolge van het verwaarloozen van den dienst
door den particulieren ondernemerde gemeente groote verliezen
kan lyden;
dat de particulier niet werkt voor het algemeen,doch
voor het eigen belang;
dat de reiniging daarom van overheidswege moet geschied
den binnen een te trekken kring;
dat de begrooting van de Commissie voor Openbare Werken
als vogelverschrikker moet dienst doen en
dat de instelling van een gemeente lyk_bedryf het minst
kostbaar zal blyken voor de gemeente-financiën en het best
voor de ingezetenen.
Be heer RIDDERS ontkent,dat niet voldoende inlichtingen
zouden zyn gegeven en zegt,dat Burgemeester en "ethouders juist
voor een door de gemeente te halen strop waarschuwen.
De heer BASTIAANSEN vraagt of de bedoeling van het ge-
Vraagde beginselbesluit is,dat in elk geval een gemeentelyke
faecaliëndienst zal worden opgerichtook dan wanneer geene overw
eenstemming met den heer Hendriks kan worden gekregen.
De heer RIDDERS zegt,datwanneer geene overeenkomst kan
worden afgesloten,de Raad nog nader zal kunnen besluiten of
van gemeentewege pneumatische reiniging van beerputten zal wor
den ingevoerd.
De heer ÖASTIAANSEN zegt,dat het geval ondenkbaar is,dat
het particuliere initiatief tot groote verliezen zou üaJden waar
de gemeente winst zou maken.
De heer JONGENELEN is niet bevredigd met de gegeven in
lichtingen en zegt,dat,wanneer een referendum hieromtrent zou
worden gehouden,zou blyken,dat het grootste gedeelte der ingeze
tenen voor een gemeentelyken dienst zou zyn.
Spreker stelt voor in principe uit te maken of al dan
niet pneumatische reiniging zal worden ingevoerd.
De heer VERHEYEN verklaart zich tegen de behandeling van
dit voorstel in deze vergadering.
Met IJ tegen 3 steramen wordt het voorstel van den heer
Jongenelen verworpen.
Vóór hebben gestemd de heeren Mastenbroek,Jongenelen en
Teuns;tegen de heeren Vos.Vermeulen,Verheyen,Smoor,Valkenburg,
Konings, 'alravens,Voeten,Daraen,Bastiaansen,Van Nassau,Van Over-
veld en Ridders.
De heer Heerma van Voss heeft intusschen de vergadering
verlaten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te
machtigen onderhandelingen met den heer Hendriks alhier te voe
ren en naar aanleiding daarvan nadere voorstellen te doen wordt
vervolgens zonder hoofdelyke stemming aangenomen.
13. AANBIEDING DER BEGROOTING VAN DE GEMEENTE EN DER
GEMEENTE-INSTELLINGEN VOOR HET DIENSTJAAR 1926.
De
De VOORZITTER biedt de door Burgemeester en Wethouders
ontworpen begrooting aan en zegt het gevoelen van den Raad te
willen kennen omtrent de wyze van behandeling der begrooting.
Spreker geeft in overweging,in afwyking van het reglement van
orde,de begrooting in eene vergadering van den Raad,zonder
voorafgaande behandeling in afdeelingen,te dóen behandelen.
Nu de Raad in verschillende fracties is verdeeld bestaat
hiertegen weinig bezwaar. Indien de Raad zich hiermede kan
vereenigen zal spreker in de tweede helft van Januari de be
grooting aan de orde stellen en de behandeling hoofdstuksge-
wyze doen geschieden.
De heer VERHEYEN zegt zich met het voorstel te kunnen
vereenigen.,echter met deze reserve,dat de voorstellen tot wyzi-
ging schriftelyk zullen moeten worden ingezonden en de f 'actie
voorzitters daarmede worden in kennis gesteld.
De heer JONGENELEN zegt,dat op deze manier de behandeling
der begrooting niet tot haar recht zal komen,vooral niet,wanneer,
evenals het vorig jaar,een voorstel tot be*'perking van den
spreektyd zou worden aangenomen. Spreker verklaart zich daarom
voor behandeling der begrooting volgens de bepalingen van het
reglement van orde.
De heer VERHEYEN zegt,dat de heer Jongenelen door zyn
te veel praten in deze vergadering voor 99$ aanleiding is,
dat het voorstel tot behandeling op deze 'wyze^wprdt gedaan.
De iner JONGENELEN zegt,dat ook de heer Vorheyen gewoon
is veel te praten,doch dat hy dit zelf niet schynt te weten.
De heer KONINGS verlaat de vergadering.
De heer VERHEYEN stelt vervolgens voor,in afwyking van
de bepalingen van het reglement van orde,de begrooting dit
jaar niet in afdeelingen van den Raad te behandelen en te be
palen, dat eventueele voorstellen tót wyziging binnen veertien
dagen,nadat de begrooting in het bezit zal zyn der leden,by
Burgemeester en Wethouders schriftelyk moeten worden ingediend.
Het voorstel van den heer Verheyen,wordt na voldoende te
zyn ondersteund,met 12 tegen 3 stemmen aangenomen.
Voor hebben gestemd de heeren VosVermeulen,Verheyen,
Smoor,Valkenburg,WalravensVoeten,Damen,Bastiaansen,Van Nassau,
Van Overveld en Ridderstegen de heeren Mastenbroek,Jongenelen
en Teuns.
ll|.. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT AANKOOP
VAN GROND VAN DEN STAAT.(NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN) (Prae-advies
no.210)
De yoORZITTER zegt,dat,wanneer dit voorstel wordt aange
nomen,'wellicht nog meerderen by de gemeente om betaling van op
het plan van uitbreiding voor stratenaanleg bestemden grond
zullen aankloppen.
Spreker vestigt er de aandacht op,dat door de vaststel
ling van het plan van uitbreiding de in koop te nemen grond
niet mag worden bebouwd en dat hy er daarom verwonderdver is
dat de Commissie voor Openbare Werken den prys van dien ?rond
n.l.fl2.-per M2,uiterst blllyk noemt. Spreker gelooft niet,dat
hier reeds hoogere pryzen voor bouwgrond zyn gegeven en zegt
dat hiermede tevens is uitgemaaktdat ook andere aanvragers op
'anspraak betaling, kunnen doen gelden. Spreker meent,dat de Staatsspoor
wegen op dezelfde wyze moeten worden behandeld als alle andere
grondeigenaren,wier gronden in het uitbreidingsplan vallen.
Met 11 tegen 4 stemmen wordt vervolgens het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot aankoop van den Staat(Staats
spoorwegen) van een gedeelte van het perceel sectie A no.217ó
groot ongeveer 3 aren,tegen den prys van f 12.-per M2,goédge-'
keurd. (Dossier 238/I77) '6
3-5» VOORSTAL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT STICHTING
VAN WONINGEN VAN MINDERE HUURWAARDE TER OPRUIMING VAN ONBEWOON
BAAR VERKLAARDE WONINGEN. (Prae-advies No.211)
De VOORZITTER deelt mede,dat hy van dit plan geen kennis
hoeft