12 VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 1921. Mededeeling van ingekomen stukken. Besluit tot aanvaarden hypothecaire credietf n uit 's Bijles kas voor particulieren woningbouw en tot machtiging van Buigemeester en Wethouders tot verleenen dier credieten. Vaststelling kohier hoofdelijken omslag, dienst 19201921. Bouwvereeniging ,,St. Joseph'' om een voorschot van ten hoogste 823.926,voor den bouw van 133 arbeiders woningen. 12. Schrijven van het Bestuur der Bouwvereeniging „St. Joseph" d.d. 21 Februari 1921. met toelichting om- trenj; berekening prijs van den grond en bestratingskosten in verband met woningbouw. De VOORZITTER. Ik stel voor deze stukken om ad vies in handen te stellen van de Gezondheidscommissie. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De VOORZITTER: Mijne Heeren. Nu heb ik een mach tiging aan den Raad te vragen om nog een punt aan de agenda toe te voegen, wat door den Wethouder van openbare werken is verzocht en waartoe gisteren in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is besloten. Zooals de vergadering weet bestaat de mogelijkheid, dat ook particulieren met Rijkssteun thans arbeiders- en middenstandswoningen kunnen bouwen. Zij krij gen daarbij hypothecair verband en zij krijgen eene premie in den bouw. Burgemeester en Wethouders wenschen den Raad in de gelegenheid te stellen om te besluiten in deze vergadering, ten laste van de gemeente te aanvaarden de hypothecaire credieten uit 's Rijks kas ten behoeve van den bouw van arbeiders, en bescheiden middenstandswoningen, te yer" leenen voor den bouw dier woningen in deze gemeente en Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het ver" leenen van die credieten overeenkomstig de regelen, door den Minister van Arbeid gesteld, ingevolge het Koninklijk Besluit van 8 November 1920. No. 29. Dus, Mijne Heeren. Wij vragen eene algemeene mach tiging om de behulpzame hand te bieden aan eenieder, die in onze gemeente eigenbouw wenscht te doen geschieden. Dan behoeven wij dus niet telkens aan te kloppen, wan neer er een verzoek inkomt, om machtiging van den Raad, Dat is dan vermeden door dit algemeen besluit. Wanneer de vergadering kan besluiten hiervoor aan Burgemeester en Wethouders algemeene machtiging te geven, dan kunnen Burgemeester en Wethouders aan die eigenbou wers het hypothecair crediej; uit 's Rijks kas verleenen. Kan de vergadering zich vereenigen met dit punt aan de orde te stellen? Wenscht omtrent hetgeen ik gezegd heb iemand nog nadere toelichtingen? Niemand? Dan stel ik U voor het volende besluit te nemen: Na voorlezing van het concept-besluit zegt De VOORZITTER: Verlangt iemand stemming over dit besluit? Zonder hoofdelijke stemming wordt het volgende be sluit vastgesteld: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; BESLUIT 1, ten laste van de gemeente te aanvaarden de hypo thecaire credieten uit 's Rijks kas ten behoeve van den bouw van arbeiders, of bescheiden middenstandswonin gen te verleenen voor den bouw dier woningen in deze gmeente; II. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het verleenen van die credieten overeenkomstig de regelen door den Minister van Arbeid gesteld, ingevolge het Ko ninklijk Besluit van 8 November 1920, No. 29. Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 25sten Februari 1921. De Secretaris. A. A. RADEMAKERS. De Voorzitter, AUG. COENEN, XIII. Vaststelling van liet kohier van den hoofdelij ken, omslag, dienst 1920/1921. De VOORZITTER: Evenals het vorige jaar stel ik U voor het kohier zooals het door Burgemeester en Wethou ders is opgemaakt, ongewijzigd vast te stellen. U weet, dat de aanslagen die Burgemeester en Wethouders op het kohier hebben gebracht, overeenkomstig de aanslagen zijn in de rijksinkomstenbelasting en alleen die aanslagen welke nog niet zijn vastgesteld, niet door Burgemeester en Wethouders op het kohier zijn gebracht. Ik geloof dus, dat. wanneer wij juist doen gelijk het vorige jaar, wij dan gelijk kunnen overgaan tot vaststelling van het kohier van den hoofdelijken omslag, zonder nadere bespreking van de aanslagen, die op het kohier voorkomen. Is er geen bezwaar bij de vergadering om evenals het vorige jaar tot vaststelling over te gaan, dan zal ik U nadere gegevens geven omtrent het kohier zelf. Bestaat hiertegen geen bezwaar? Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten evenals het vorige jaar tot vaststelling over te gaan zonder be handeling der aanslagen. De VOORZITTER: Dan heb ik de eer Uwe vergadering de volgende gegevens mede te deelen omtrent het U door Burgemeester en Wethouders aangeboden kohier: Het aantal aanslagen bedraagt 4917. Het totaal van het belastbaar inkomen bedraagt ƒ6.285.600.-. Bij een vermenigvuldigingsfactor 1 zou overeenkomstig het tarief in de verordening op de heffing van den hoof delijken omslag de opbrengst ƒ182.392.10 bedragen. Over het belastingjaar 1919/1920 is geheven op het voorjaarskohier 345.473 76 1ste suppl kohier 26.709.78 2de 30,327.98 Totaal 402.511 52 Voor afschrijvingen, oninbaarverklaring enz is te rekenen op 40.000.— Voor den dienst 1919 werd afgeschreven 200.000 Totaal f 240.000.— zoodat van die kohieren voor den dienst 1919 overblijft 162.511 52 13 VERGADERING VAN 25 FEBRUARI 1921. Vaststelling kohier hoofdelijken omslag, dienst 19201921. Rondvraag. Verbreeding Everlandswegje. Verlaging van den gasprijs. Sluiting. Op de begrooting 1920 is voor hoofdelijken omslag aanvankelijk geraamd f 425.500.— en dit bedrag is later verhoogd met 59 400.— Geheven is bereids Te zamen f 484.900.— 162.511.82 zoodat over 1920 blijft te heffen 322.388.18 4 maanden of l/s van het ad ƒ527.310 025 op de begrooting 1921 geraamde bedrag beloopt 175.770.— het kohier 1920/1921 dient derhalve bere kend te worden naar f 498.158.18 Voor afschrijvingen enz. is te rekenen op minstens 5"/# van dat bedrag op f 24.907.90 zoodat het kohier 1920/1921 is te stellen op minstens 523.066.08 Bij een vermenigvuldigingsfactor 1 zou de opbrengst be dragen 182.392.10. De vermenigvuldigingsfactor is der halve te stellen op ig2392 10 2,867 of rond 2"88, Kan de vergadering zich met dat vermenigvuldigings- cijfer vereenigen? Zonder hoofdelijke stemming wordt het vermenigvul- digingscijfer voor den hoofdelijken omslag vastgesteld op 2.88 en het kohier dier belasting vastgesteld overenkom- stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, De VOORZITTER: Nu heb ik nog te benoemen in deze vergadering eene Commissie voor de behandeling der reclames. Bij de vaststelling van het kohier benoemt de Raad eene Commissie van vijf leden. Wenscht de Raad die Commissie zelf te benoemen of wenscht hij die be noeming over te laten aan den Voorzitter der vergadering? De heer VOETEN: Ik zou dat maar aan U over willen laten. Mijnheer de Voorzitter. De VOORZITTER: Heeft daar niemand bezwaar tegen. Dan heb ik 'de eer tot leden van die Commissie te benoemen dezelfde leden van het vo rige jaar, n.1, de heeren Verheijen, Braat, Jac. Vos. Voe ten en Valkenburg. Verlangt in deze zitting nu nog een der leden het woord? De heer KERSTENS: Mijnheer de Voorzitter. Indertijd hebben voor de verbreeding van het Everlandswegje ge landers moeten teekenen; ik zou nu eens willen vragen, of door allen geteekend is en zoo ja, of Burgemeester en Wethouders dan bereid zijn den weg te verbreeden? De VOORZITTER: Na veel gesukkel hebben wij ein delijk verkregen, dat allen afstand geteekend hebben, maar nu het er op aan komt. zijn er nog enkele perso nenmag ik den heer Heerma van Voss verzoeken verder te antwoorden? De heer HEERMA VAN VOSS: Wij hebben die zaak nog niet verder afgehandeld. Eenige personen krabbelden weer terug. Nu heb ik wel getracht om in het voorjaar die zaak geheel te kunnen afwerken en ik zal de personen die primitief geteekend hebben en nu weer zijn terugge krabbeld, nog eens aanpraten en dan zal het werk wel kunnen geschieden. Het is van het grootste belang dat het werk gemaakt wordt, want ik ken bij ondervinding den slechten toestand van het Everlandswegje voor de bewo ners, die naar Nispen moeten en de kinderen die daar ter school gaan. De heer VOETEN: Gisteren heeft er daaromtrent een ingezonden stukje in de courant gestaan; zou er geen gelegenheid zijn om een paar centen van den gasprijs af te doen, nu de kolenprijzen zoo zijn gedaald. Het schijnt wel, dat dit minder goed kan, omdat de cokes zoo goed" koop zijn geworden, maar mij dunkt, dat nu er zulk een daling in de steenkolenprijzen heeft plaats gehad, wel een paar centen van den gasprijs af zou kunnen. De heer BRAAT: Mijnheer de Voorzitter, In antwoord op hetgeen de heer Voeten heeft gezegd, kan ik mede- deelen, die zaak met den Directeur der bedrijven te heb ben besproken en dat deze mij gezegd heeft, dat, niet tegenstaande de kolenprijzen op het oogenblik heel wat lager zijn, het toch noodzakelijk is een tijdje te wachten alvorens tot vermindering van den gasprijs over te gaan, omdat hij op het oogenblik nog kolen heeft te verwerken van hoogeren prijs, doch verder ook omdat wij met onzen gasprijs niet hoog staan. Onze gasprijzen zijn betrekkelijk laag. In groote plaatsen wordt op hst oogenblik verlaagd tot onze prijzen, dus een bewijs, dat wij met onze prijzen niet hoog staan. Wanneer de toestand blijft zooals hij op het oogenblik is en er is b.v. eens een driemaandelijksche balans gemaakt, waaruit wij kunnen zien, dat de winst van dien aard is„ dat de prijzen minder kunnen worden, dan zullen wij dit deen, U zult hiermede echter nog en kele weken of maanden geduld moeten hebben. De VOORZITTER: Nu is de openbare vergadering afgeloopen. Ik dacht geen geheime zitting meer te moeten houden, maar de .Secretaris is zoo welwillend en van die welwillendheid moet ik gebruik maken om mij nog voor te leggen een brief, gericht aan de vergadering van de Commissie, die zoo juist is benoemd, omtrent reclames van den hoofdelijken omslag. Dit schrijven zullen wij dan nog in comité-generaal behandelen. Bestaat hiertegen bij de leden bezwaar? Niemand hiertegen bzwaar hebbende schorst de Voor zitter de openbare zitting. Na heropening der vergadering zegt De VOORZITTER: Verlangt thans nog een der leden in deze vergadering het woord? Niemand? Dan sluit ik deze vergadering. Ter voldoening aan artikel twaalf van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad zijn vorenstaande notulen na de goedkeuring door den Gemeenteraad in zijne vergadering van den /Zi negentienhonderd een en twintig door ons onderteekend. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1921 | | pagina 7