18 VERGADERING VAN 28 OCTOBER 1921 termen zal vallen om eene centrale slachtplaats te hebben, maar alvorens wij met de werkzaamheden willen beginnen, hebben wij gemeend eene_ Commissie van voorbereiding te moeten benoemen, die ons in deze zal bijstaan, omdat het zoo'n gewichtig en zwaar werk zal zijn voor onze gemeen te, temeer nog omdat de Minister aandringt op spoed om trent het inzenden van verordeningen en dergelijke. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou, waar de Minister aandringt op spoed, op voorbeeld van verschil lende complexen van gemeenten in Noordbrabant, aan Zijne Excellentie willen verzoeken om uitstel te verleenen. Wij zitten voor zulke zware lasten! Voor eene gemeente als de onze, die voor grootsteedsch wil doorgaan, maar in werke lijkheid niets anders is dan een groot geworden dorp, is het van belang om een beetje schoorvoetend op te volgen wat de Minister tegenwoordig voorschrijft. Daarom zou ik op het voorbeeld van verschillende gemeenten aan den Minis ter uitstel willen verzoeken voor de invoering van die Vleeschkeuringswet voor onze gemeente. De heer P. Konings: Mijnheer de Voorzitter. Ik kan mii best vereenigen met het voorstel van den heer Jac. Vos. Wanneer wij nog een jaar of vijf uitstel kunnen verkrijgen, kunnen wij intusschen zien als het nog moet gebeuren hoe het zaakje in te richten. Als wij vijf jaar uitstel kunnen krijgen is dit vooral goed met het oog op de financiën. Wan neer wij noodgedwongen eene aflossing moeten doen van 7% van f 100.000.dan dunkt mij, dat wij dit zaakje wel een beetje kunnen uitstellen. De heer Van Wely: Mijnheer de Voorzitter- Ik ben van hetzelfde gevoelen als de vorige sprekers, n.1. dat, wanneer er uitgesteld kan worden, wij niet meer hooi op onzen vork nemen dan noodig is- De heer Valkenburg: Mijnheer de Voorzitter. Ik ondersteun graag het voorstel van den heer Jac. Vos. maar toch zal het wel aanbeveling verdienen, dat wij van te voren, hetzij dan in eene Commissie of anderszins, de noodige plannen over wegen, want wanneer de Minister eventueel afwijzend op ons request zou beschikken, dan moet er weer van voren af mede worden begonnen, dan is de zaak te veel op den achtergrond geschoven en krijgen wij door dat uitstel vanzelf weer moeilijkheden. De Voorzitter: Ik zou de heeren willen antwoorden, dat de kwestie van vijf jaar uitstel waarschijnlijk verkeerd wordt begrepen- Vijf jaar uitstel wordt alleen gegeven om de slachterijen in te richten naar de voorschriften van de wet, d.w.z. slachterijen, die vóór 1919 zijn opgericht, heb ben vijf jaar tijd om zich in te richten naar de voorschriften van de wet en die voorschriften zijn lang niet malsch. Dat zal voor menigeen een struikelblok zijn om die naar de eischen der wet in te richten. De slachterijen, die na 1919 zijn opgericht, moeten 1 Februari in orde zijn. Dat is de be doeling. Vijf jaar uitstel wil niet zeggen, dat de wet uitge steld wordt, want het keuren vóór en na de slachting ge beurt allemaal volgens de wet, maar de bedoeling is zooals ik U zoo juist heb aangegeven. Nu is het wel teekenend, dat de slachters hier in de ge meente voor het grootste gedeelte voorstanders zijn van de oprichting van eene centrale slachtplaats en ik kan heel ge makkelijk begrijpen, dat de buitenmenschen daar kolossaal op tegen zijn De heer Jac. Vos: Alle menschen, die zelf een varken slachten, daar behooren ook burgers bij en ook arbeiders behooren er onder. De Voorzitter: Maar er is een middeltje op om dat be zwaar te ondervangen en dat is dit: Er zijn volgens de wet drie systemen. Nu zegt systeem A, zoo wordt dat ge noemd, dat alle vee, varkens enz-, alles wat geslacht wordt, naar de centrale slachtplaats gevoerd wordt om daar geslacht en gekeurd te worden. Nu stelt de Minister voor, dat onder Roosendaal zal behooren de gemeente Wouw en de vijf verschillende kerkgemeenten van Rucphen, maar er is ook een systeem B en systeem B staat toe. dat huisslachtingen aan huis zullen gebeuren, maar dan moeten de heeren niet vergeten, dat dan de kosten voor de ge meente grooter worden, omdat er dan meer keurmeesters aangesteld moeten worden. Ik geloof ook, dat voor onze ge meente systeem B het beste systeem zal zijn, want om alle menschen te verplichten naar een centrale slachtplaats te ko men, waarbij menschen zijn, die hier een of twee uur van daan wonen, dat is nog al erg bezwaarlijk. Systeem C is eene regeling, waarbij alle slachtingen, zoowel die bii de slagers, als de huisslachtjngen aan huis zullen kunnen blij ven gebeuren. Wanneer het nu kan gebeuren, dat huisslachtingen toch kunnen plaats hebben, blijft altijd nog voor de gemeente ter overweging, of het niet goed is voor de gemeente eene slacht plaats in te richten. Natuurlijk, het is een financieele kwestie. De zaak is nog niet zoover gevorderd, dat ik met juistheid kan zeggen, wat de centrale slachtplaats zal kosten, maar aan genomen, dat b.v. zoo'n slachtplaats zou vragen een bedrag van 100.000.met annex koelhuis, sterilisator enz. en men stelt dan het slachtgeld op f 10.voor eene koe en vier gulden voor een varken, hebben wij globaal berekend, dat het aan de gemeente niet veel geld zal kosten. Een ^re den te meer, dat systeem B voor de gemeente de voorkeur verdient, is, dat de slachters er erg voor zijn, dat er eene centrale slachtplaats opgericht zal worden. Ik heb dit willen uiteenzetten om U op de hoogte stellen van hetgeen de Vleeschkeuringswet inhoudt. Natuurlijk, wanneer wij eene Commissie hebben te benoemen, zal de Commissie advies hebben uit te brengen aan den Raad, en omdat het zoo'n gewichtige zaak was, meenden wij, dat het noodig was eene dergelijke Commissie te benoemen. Kunnen de heeren er zich mede vereenigen, dat er eene Commissie benoemd wordt? De heer Jac. Vos: Dat de Commissie die zaak in studie neemt en rapport uitbrengt, anders zou ik willen voorstel len aan den Minister een request te zenden om uitstel, in navolging van andere gemeenten in de Provincie- De Voorzitter: Dus U bent er niet tegen, dat die Com missie benoemd wordt? De heer Jac. Vos: Als zij maar langzaam genoeg werkt. De Voorzitter: Veronderstelt, dat wij een adres zenden aan den Minister om uitstel en de Minister geen uitstel geeft, dan hebben wij geen voorbereiding gemaakt, dan zitten wij vast. In elk geval zou de voorbereiding door moe ten gaan, zóó, dat misschien op papier vaststaat, dat wij VERGADERING VAN 28 OOTOBER 1921. niet gaan bouwen, maar dat wij toch gereed zijn wanneer de Minister geen uitstel geeft. De heer Jac. Vos: Het is dan gewenscht, dat de finan cieele bezwaren eens goed onder de oogen worden ge- Zien, i De heer Van Wely: Ik heb cijfers hooren noemen waar men verstelt van staat. De heer Jac. Vos: dat er dan geen rekening wordt ge houden met de belangen van enkele slachters maar met de belangen van allen en ook met de belangen van hen, die buiten wonen en dat bij systeem A ook rekening wordt ge houden met Wouw en Rucphen. Ik denk dat er anders clan destien veel voor den kop zullen worden getikt en dan zal de remedie erger zijn dan de kwaal. De Voorzitter: Wanneer de huisslachtingen thuis kunnen gebeuren, kunnen wij rustig verder zien. Ik stel nu voor over te gaan tot de benoeming van eene Commissie ter voorbereiding van deze zaak- Vinden de heeren goed, dat de leden dezer Commissie door mij worden aangewezen? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit goedgevonden. De Voorzitter: Dan heb ik de eer als leden der Commissie aan te wijzen de heeren Jac. Vos, Jac- Voeten en C. Val kenburg. XIX. Aanbieding der rekening 1920 der gemeente en gemeenteinstellingen en benoeming eener Commis sie van onderzoek. De Voorzitter: Mijne Heeren. Overeenkomstig de bepalin- den der gemeentewet hebben Burgemeester en Wethouders de eer U ter voorloopige vaststelling aan te bieden de re kening van inkomsten en uitgaven dezer gemeente over het dienstjaar 1920. welke rekening beloopt in ontvangsten 2.197.641.17 Vé in uitgaven 1.737.291.09^ en alzoo sluit met een batig saldo van 460-350.08 Ik deel U verder namens Burgemeester en Wethouders mede, dat zij te hunner verantwoording ten aanzien van deze rekening niets hebben te vermelden en leg hierbij te vens over een ontwerp-besluit tot voorloopige vaststelling der rekening. Verder heb ik U namens Burgemeester en Wethouders hierbij aan te bieden de rekeningen 1920 van het Burgerlijk Armbestuur en van den Gasthuis- of Passantarme. Ik stel voor over te gaan tot benoeming van eene Com missie van drie leden tot onderzoek der rekeningen- Na de vervolgens gehouden stemming zegt de Voorzitter: Mijne Heeren. Uitgebracht zijn dertien stemmen, waarvan vijf op den heer C. Valkenburg, drie op den heer G. Konings, twee op den heer Jac. Vos, en een op ieder der heeren Van Wely, Voeten en A. F. Vos. Aangezien iniemand de volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen, zal tot eene tweede vrije stemming dienen te worden overgegaan. Na deze stemming zegt ■de Voorzitter: Uitgebracht zijn dertien stemmen, waar van elf óp den heer Valkenburg, een op den heer P. Ko nings en een op den heer G. Konings. De heer Valkenburg is alzoo tot lid der Commissie benoemd en zal, aangezien hij de eerstbenoemde is, als voorzitter der Commissie fun- geeren. Bij de vervolgens gehouden stemming verkrijgen de hee ren Kerstens en G- Konings ieder zes stemmen en de heer P. Konings één stem. De daarop volgende tweede vrije stemming levert als resultaat op, dat de heer Kerstens verkrijgt zeven stemmen en de heer G. Konings zes stemmen, zoodat de heer Ker stens tot lid der Commissie is benoemd. Bij de stemming voor het 3e lid der Commissie verkrijgt de heer P. Konings zeven stemmen, de heer G. Konings vijf stemmen en de heer Jac. Vos één stem, zoodat de heer P. Konings tot lid der Commissie is benoemd. XX. Aanbieding der begrooting 1922 der gemeente en ge meente-instellingen. De Voorzitter. Namens Burgemeester en Wethouders bied ik U aan de begrooting 1922 der gemeente en der gemeente instellingen. i De gemeentebegrooting voor het jaar 1922 beloopt zoo wel in ontvangst als in uitgaaf een bedrag van 1.887-9li8.23. Voor hoofdelijken omslag is daarop geraamd eene op brengst van f 525.000.een bedrag, overeenkomende met dat van de begrooting 1921. Ik stel thans voor overeenkomstig het reglement van orde over te gaan tot trekking der afdeelingen ter behandeling der begrooting of anders tot benoeming eener Commissie, zooals dit de laatste jaren steeds heeft plaats gehad. De Raad zal zelf hebben te bepalen op welke wijze het onder zoek zal plaats hebben. De heer Voeten: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou liever drie afdeelingen benoemd willen zien; j.k vind dat beter. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof, dat het beter is eene Commissie dan drie afdeelingen, want wat is het geval? Wanneer drie Commissies vergaderen hebben wij soms drie verschillende gezichtspunten, welke tegen elkander worden uitgespeeld. Ik geloof dat, wanneer eene Commissie zich daaraan wijdt, zulks beter is, dan kan in de begrootingsvergadering ieder lid individueel nog opmer kingen maken en ook met voorstellen voor den dag komen. De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter. Ik meen, dat het volgens voorschrift van het reglement van orde noodig is, dat het onderzoek der begrooting in afdeelingen geschiedt- Het is vroeger altijd gebruikelijk geweest. Als ik mij wel herinner, dan is in de zoogenaamde crisisjaren, omdat het zoo buitengewoon laat was dat de begrooting gereed was en er geen tijd was om het onderzoek in afdeelingen te doen plaats hebben, met toestemming van den Raad hiervan af geweken. Wij zijn verplicht het in adfeelingen te doen en ik meen ook, dat dit veel doelmatiger is- Dat er verschillende gezichtspunten worden verkregen omtrent verschillende Uitvoering der Vleeschkeuringswet. Uitvoering der Vleeschkeuringswet. Aanbieding rekening 1920 der gemeente en gemeenteinstellingen. Aanbieding begrooting 1922 der gemeente en gemeenteinstellingen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1921 | | pagina 66