18 VERGADERING VAN 13 AUGUSTUS 1921. C. Aan de begrooting toe te voegen de vol gende posten van ontvangst: Hoofdstuk II, art. lb: .,Huur van noodwo ningen" 3900. Hoofdstuk II, art. lc: „Huur van het huis te Nispen" 189. Hoofdstuk II, art. ld: „Huur van het pand Markt no- 49" 250. Hoofdstuk III. afd. II, art. 8: „Teruggaaf van voorschotten door de gemeentebedrijven" 100000.— Hoofdstuk VII, art 13e: „Rijksbijdrage in de kosten van werkverschaffing" 5000. D. Te verhoogen den volgenden post van ontvangst: Hoofdstuk VII, art. 3: „Opbrengst van geld- leeningen voor buitengewone uitgaven" met ,- 5000. E. Te verminderen den post onder: Hoofdstuk XV, art. 2 der onvoorziene uitga ven met 111. Totaal: 114450. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 13den Au gustus 1921. De Secretaris, A- A. RADEMAKERS. De Voorzitter, AUG. COENEN. XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om mach tiging tot het vaststellen van een gereduceerden prijs van gas, electriciteit en drinkwater voor groot-ver- bruikers. De Voorzitter: Een voorstel van den directeur der ge meentebedrijven is aanleiding geweest voor Burgemeester en Wethouders om dit punt alsnog aan de agenda toe te voegen. Zooals U bekend is, bestaat er in onze gemeente eene verordening, waarin de tarieven voor het gebruik van water, gas en electriciteit door den Raad zijn vastge steld. Nu wordt het wenschelijk geoordeeld in sommige gevallen de vrije hand te krijgen en te verkrijgen, dat voor groot-verbruikers van die tarieven kan worden afgeweken. De Commissie der Bedrijven heeft geoordeeld het desbe treffend voorstel van den Directeur in handen te moeten stellen van Burgemeester en Wethouders, met het advies, aan den Raad te vragen hen te machtigen om met groot verbruikers te onderhandelen omtrent de levering van water, gas of electriciteit tegen tagere tarieven, dan bij verordening zijn vastgesteld. Die gereduceerde prijs zal echter nooit lager mogen z!ijn dan den kostprijs; ik wensch hier bij zonder de aandacht op te vestigen. Mijns inziens zal het niet aangaan, dat Burgemeester en Wethouders, de Commis sie der Bedrijven en den Directeur gehoord, met iemand een contract zouden kunnen afsluiten, waarbij een prijs, nog be neden den kostprijs wordt bedongen. Voor dergelijke contrac ten zal naar mijn meening de Raad moeten beslissen, immers dat is een principe en dat principe moeten wij niet loslaten, want wanneer wij beneden den kostprijs gaan verkoopen, beschouw ik zoo'n contract als een soort subsidie-verleening. Ik veronderstel, dat er nog een marge ligt, tusschen den prijs, die in de verordening is genoemd en den kostprijs en dat wij in zoo'n contract met groot-verbruikers kunnen over eenkomen tegen een Iageren prijs, maar in geen geval tegen een prijs, beneden den kostprijs. Mocht ik mij in deze minder juist hebben uitgedrukt, dan verzoek ik den wethouder voor de bedrijven wel eene nadere toelichting te geven. De heer P. Konings: Mijnheer de Voorzitter. Wanneer ik U goed begrepen heb, dan ligt het in Uwe bedoeling om den directeur te machtigen in overleg met de Commissie der Bedrijven te handelen. De Voorzitter: Neen neen, de directeur doet het voor stel, de Commissie adviseert en Burgemeester en Wethou ders beslissen, want de Commissie der bedrijven is eene Commissie van bijstand van Burgemeester en Wethouders, en alle voorstellen die van die Commissie uitgaan kunnen niet anders dan door Burgemeester en Wethouders hier ter tafel komen. De heer P. Konings: Dus dat ligt niet in de bedoeling, maar is het dan de bedoeling geval voor geval vast te stellen? De Voorzitter: Ja, maar met dien verstande, dat ik van oordeel ben, dat, wanneer X is behandeld volgens dat tarief, IJ hetzelfde recht heeft om onder dezelfde bepalingen een contract af te sluiten. De heer P. Konings: Was het misschien niet beter een vast tarief te stellen voor al die groot-verbruikers, een apart tarief, door bv. te bepalen, dat, wanneer men boven die of die hoeveelheid verbruikt, die of die reductie wordt ge geven. De Voorzitter: Er is een aanvrage ingekomen ter ver krijging van water tegen zeven cent, het tarief is twaalf cent. De directeur schrijft, dat hij absoluut vasthoudt aan den prijs van twaalf cent, dat de kostprijs is zeven cents plus tien. Nu kan de Commissie wel voorstellen het water toch maar tegen een Iageren prijs te geven, maar dan noem ik dat het geven van een verkapte subsidie. De heer Braat: De hoofdbedoeling van het voorstel is om eventueel' buiten het tarief contracten te kunnen doen afsluiten, zonder dat de Raad daar eene beslissing in neemt, dus aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid te geven om dergelijke contracten, beneden het gewone ta rief, met groot-verbruikers af te sluiten. De Voorzitter: Maar niet beneden den kostprijs. De heer Braat: Dat is eene stilzwijgende conditie, dat men daaronder niet moet verkoopen. De Voorzitter: De gemeente verkoopt de electriciteit heel wat onder den kostprijs, en niet sinds eene maand maar al sinds jaren. De heer G. Konings: Dat is ook iets extra-ordinairs in Roosendaal. De Voorzitter: De aanvraag luidt, water te krijgen voor zeven cent en nu heb ik hier den brief van den directeur, waarin staat, dat de kostprijs van het water is zeven cents per kub. Meter, welke prijs verhoogd moet worden met 10 cents voor rente en aflossing. De Directeur schrijft Ver-» der: „Naar aanleiding hiervan, kan ik er niet toe besluiten „van mijn vorig voorstel af te wijken en zou ik U in over weging willen geven niet van den reglementairen prijs „af te wijken en dus bij een gegarandeerd verbruik van 19 VERGADERING VAN 13 AUGUSTUS 1921. „1000 kub. Meter per maand 12 cent per kub. Meter te „laten betalen". Ik ben het met dit schrijven eens. De heer Van Wely: Het is een bijzonder geval. De Voorzitter: Het is een gewoon geval. De heer Van Wely: De zaak waar het over gaat is een heel bijzonder geval. De Voorzitter: Ik ben van meening, dat, wanneer ik b.v. evenveel water verbruik als U, ik het even goedkoop moet kunnen krijgen als U. De heer Van Wely: Het gaat hier over eene inrichting De Voorzitter: U moet mij niet kwalijk nemen, maar als ik evenveel water verbruik als een ander, dan moet ik ook dezelfde reductie kunnen krijgen. De heer P. Konings: Men kan in dit geval natuurlijk ge ven en nemen. Door hier water tegen minderen prijs te geven zou toch nog voordeel voor de gemeente kunnen worden verkregen. In dit geval zou een uitzondering kunnen gemaakt worden en zou het voor minder kunnen gegeven worden. De Voorzitter: Ik kan het niet anders zeggen dan ik reeds zooeven heb gedaan. De heer Valkenburg: Als ik het goed begrepen heb, dan is door U zoo juist voorgelezen, dat de kostprijs van het water zou zijn zeven plus tien cents en dat de verkoop prijs bedraagt 12 cents, maar als dat zoo is, dan is het al regel ,dat beneden den kostprijs gegaan wordt en dan heeft het geen zin meer, dat er bij uitzondering beneden den kostprijs gegaan wordt. De heer Braat: Dat is niet zoo. Wanneer de directeur dat schrijft, dan geeft hij het heel slecht weer. Wanneer hij zegt, de kostprijs is zeven plus tien cent, dan wil hij daarmede zeggen, dat in rekening moet worden gebracht rente en aflossing van kapitaal. Als het oppompen van water 7 cents kost en men zou 10.000 kub. Meter meer water oppompen, dan heeft dat met rente en aflossing niets te maken. U merkt terecht op, dat, wanneer het water zeven cents zou kosten, het regel was het beneden den kostprijs te verkoopen, wanneer de verkoopprijs 12 cents bedraagt. Zoo is het echter niet. Die tien cents zijn alleen gerekend voor rente en aflossing en die blijven het zelfde, of er één millioen of twee millioen kub. water wordt opgepompt. De heer Valkenburg: Zou ik dan aan den wethouder van bedrijven mogen vragen wat dan wel de kostprijs is van het water? De heer Braat: De kostprijs van het water is zeven cents. De tien cents zijn extrakosten van het water. De Voorzitter: De directeur schrijft er bij: „welke prijs moet verhoogd worden met tien cents voor rente en af lossing". De heer Van Wely: Mijnheer de Voorzitter. Het nooit beneden den kostprijs gaan kan zich verder uitstrekken. Ik veronderstel, dat, wanneer de gasfabriek 500 kub. Meter gas produceert en zij zou 100 kub. Meter gas meer moe ten produceeren, die laatste honderd kub. Meter bijna niets kosten. De heer Valkenburg: Dat geldt nog meer voor water dan voor gas; voor gas heeft U tenminste nog grondstoffen in rekening te brengen, voor water niet. De Voorzitter: De heeren, die het er niet mede eens zijn, stemmen het eenvoudig af. U geeft machtiging aan Burgemeester en Wethouders als U dat verkiest. De heer P. Konings: Misschien is het prudent de macht aan den Raad te houden, dan kunnen wij ook hooren hoe het in elkaar zit. De heer Valkenburg: Omdat in het voorstel niet gefor muleerd is, dat, wanneer beneden den kostprijs zou wor den verkocht, daarvoor toestemming noodig is van den Raad, ben ik het eens met de zienswijze van den heer Konings en zou ik het beter vinden, dat de competentie aan den Raad bleef. (De Voorzitter: Mijne Heeren. Ik zal het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aan hen verleenen van machtiging voor het sluiten van contracten met groot verbruikers tegen een verlaagd tarief, dat niet beneden den kostprijs mag gaan, in omvraag brengen. Met twaalf stemmen tegen één stem, n.1. die van den heer P. Konings wordt hierop het navolgende besluit ge nomen: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; HEEFT BESLOTEN Burgemeester en Wethouders dier gemeente te piachti,- gen in afwijking van de voor de levering van gas, elec triciteit en drinkwater vastgestelde tarieven met groot verbruikers eene overeenkomst van levering af te sluiten tegen gereduceerden, evenwel niet beneden den kostprijs gaanden prijs, indien Burgemeester en Wethouders zulks in het belang van de betrokken exploitatie voorkomt. Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 13den Augustus 1921. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. De Voorzitter: Ik heb U zooeven met een enkel woord gezegd, dat bij Burgemeester en Wethouders een schrijven was ingekomen, dat ik gisterenavond heb ontvangen. Ik heb nog een ander schrijven ontvangen. Dat schrijven is van aangenamen inhoud voor hen, die het zullen hooren en die willen toegeven aan een verlangen, in eene vorige ver- radering uitgedrukt, n.I. om tot verlaging van den gasprijj te kunnen komen. Op een wenk van den wethouder van bedrijven stel ik voor om van deze zaak alleen mededeeling te doen in deze vergadering, omdat de prijsverlaging eerst de volgende maand ingaat. Ik kan U dan mededeelen, dat de directeur bij nader schrijven aan de Commissie voorstelt om met ingang van 1 September den gasprijs te verlagen tot zestien cent per kub. Meter. Dat voorstel zal ik de vol gende vergadering aan de orde stellen. XIII. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter: Ik deel aan de vergadering mede, dat zijn ingekomen: 1- Verzoek van den Secretaris-Penningmeester der Zwemclub „Oude Waterleiding" d.d. 27 Juni 1921, om ver harding van een der wegen naar de oude Waterleiding. Wijziging gemeentebegroting 1921. Afleveren gas, electriciteit en wateT aan groot-verbruikers tegen gereduceerden prijs. Afleveren van gas, electriciteit en water aan groot-verbruikers tegen gereduceerden prijs. Mededeeling van ingekomen stukken.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1921 | | pagina 47