VERGADERING VAN 19 APRIL 1921.
De VOORZITTERIk heb in mijne not.it.ie's staan
21000
De heer HEERMA VAN VOSS: Dat is het totaal,
Mijnheer de Voorzitter,
De heer VERHEIJEN: Dat klopt niet, 16 plus 7 is 23.
De heer HEERMA VAN VOSS: Ongeveer dan- U hebt
van den Voorzitter gehoord, dat Burgemeester en Wet
houders U geen vast plan voorstellen, hoe zij dat wen-
schen, maar mij dunkt, dat het het beste zou zijn, dat een
van de twee plannen door den Raad werd aangenomen-
Er is kolossaal veel behoefte aan middenstandswoningen-
Den gewonen ambtenaar kan men toch niet verplichten
om te gaan bouwen. Dat is allemaal heel aardig, wanneer
de menschen vast in Roosendaal gezeten zijn; die kunnen
gaan bouwen, maar men kan alle ambtenaren en vooral de
kleine ambtenaren daartoe niet verplichten- Daarom meen
ik, dat wij ook voor de ambtenaren woningen moeten
bouwen- Dat is evengoed onze plicht, dunkt mij- Maar
juist om de groote kosten, het groote tekort, dat zij
medebrengen, zou ik voor mij bij voorkeur de helft willen
zetten en die bij voorkeur aan den Boulevard willen
plaatsen.
De heer VERHEIJEN: Ik kan er mij niet mede ver
eenigen dat aan dertig speciaal uitgekozen menschen eem
subsidie uit de gemeentekas zal worden gegeven van
250dat de menschen, die toevallig in die woningen
zitten, eene subsidie krijgen van f 250.
De heer HEERMA VAN VOSSDat kunt U evengoed
van de werkmanswoningen zeggen.
De heer VERHEIJEN: Dat bedrag is niet zoo groot.
Wanneer ik op 300 werkmanswoningen een tekort heb
van f 16000 per jaar, dan is dat een bedrag van 50 per
gezin- Ik help daarmede 300 gezinnen, terwijl het hier een
bedrag wordt van f 250 per gezin- Wanneer het over een
kleinigheidje ging, dan was het wat anders, maar ik vind,
dat in dit geval de gemeente geen verder risico op zich mag
nemen dan de laatste voorschriften van het Departement
van Arbeid voorschrijven, dat die, vereeniging dus op
onze medewerking kan rekenen, zonder dat wij dat te
kort, wat U taxeert op onze jaarlijksche begrooting krij
gen. Ik acht het niet gemotiveerd aan een dergelijk klein
getal gezinnen een dergelijk bedrag uit te geven
De heer HEERMA VAN VOSS: U ziet één ding
over het hoofd, U wilt dus de menschen zelf laten bou
wen; U wilt dus ieder ambienaar verplichten een eigen
huis te bouwen.
De heer VERHEIJENDa1 kan mij niet schelen Wan
neer die menschen lid willen worden van eene vereeniging,
die voor hen bouwt, uitstekend- Maar U zult zien, wanneer
hier eene vereeniging opgericht wordt, waarvoor eene
kleine contributie betaald moet worden, dan is het afge-
loopen, al is het dat zij dan nog zoo'n mooi huis krijgen-
Wat ik er van gehoord heb, maakt de zaak voor mij zoo
problematisch in de toekomst, dat ik vrees- dat wij er
mede zullen blijven zitten. U zult zien, dat de woningen,
die „Si Benedictus" gebouwd heeft, vóór wij vijf jaar
ouder zijn, leeg zullen staan, omdat de huren te hoog zijn-
Dan zitten wij niet met leen tekort van 250maar
zitten wij met het heele tekort te kijken-
De heer JAC. VOS: Mijnheer de Voorzitter. Ik ben
het eens met den heer Verheijen- Zooals ik van terzijde
vernomen heb, zijn er verschillende aanvragen in deze ge
meente om te bouwen- Het Rijk geeft eene mooie bijdrage
voor diegenen, die eene middenstandswoning tot stand
brengen- Mij dunkt, dat wij in deze het eigen initiatief
niet moeten dooden. Dat zij, wanneer er zoo'n behoefte aan
middelstands woningen bestaat, e*m vereeniging tot stand bren
gen, die opgericht wordt door belanghebbencleu en gesteund
wordt door enkele financieele menschen.
De VOORZITTER: Wanneer dus niemand een voor
stel doet
De heer VERHEIJEN: Ik heb voorgesteld om die men
schen te steunen zoover de voorschriften van het Minis
terie van Arbeid gaan-
De heer HEERMA VAN VOSS: Dan wil ik het voor
stel doen cm aan den Boulevard die serie te bouwen-
De VOORZITTER: De heer lieerma van Voss stelt
voor overeenkomstig het verzoek van de bouwvereeniging
„Eigen Haard" te steunen de aanvrage voor de helft van
19 en 16 woningen en deze te bouwen aan den Boulevard-
Is er iemand, die het voorstel van den heer Heerma van
Voss ondersteunt?
De heer Voeten ondersteunt het voorstel-
De VOORZITTER: Het voorstel kan, daar het niet vol
doende worlt ondersteund, geen punt van verdere be
handeling uitmaken.
IK. Voorstel tot liet inrichten van den dienst der ar
beidsbemiddeling als afzonderlijke administratie en tot
het aanstellen van een afzonderlijk ambtenaar als cor
respondent.
De VOORZITTER 'Naar aanleiding eenier circulaire
van den Minister van Arbeid inzake de correspondenten
van de arbeidsbemiddeling hebben Burgemeester en Wet
houders hieromtrent het oordeel gevraagd van de com
missie van Openbare Werken en van de Commissie van
Toezicht op de correspondentschappen- Beide commissiën
adviseeren tot instelling over te gaan van eene afzonder
lijke administratie en tot aanstelling van een afzonderlijk
ambtenaar tot correspondent- Overeenkomstig dat advies
stel ik U namens Burgemeester en Wethouders voor te
bepalen:
lo. dat het correspondentschap der arbeidsbemiddeling
een afzonderlijken tak van gemeente-administratie zal
uitmaken en daaraan tevens zullen worden opgedragen
de administratie van en controle over de werkloosheids
verzekering;
2o- dat aan het hoofd van dien tak van dienst zal wor
den gesteld een afzonderlijk door Burgemeester en Wet
houders te benoemen ambtenaar, wiens jaarwedde zal wor
den gelijkgesteld met die van een adjunct-commies ter
secretarie;
3o. dat de instructie van dien ambtenaar en de noodige
bepalingen tot het inrichten van zijn dienst door Burge
meester en Wethouders zullen worden vastgesteld en
4o. dat deze besluiten zullen ingaan op een door Bur
gemeester en Wethouders in verband met de benoeming
van meerbedoelden ambtenaar te bepalen dag-
13
VERGADERING VAN 19 April 1921.
Verlangt een der leden hieromtrent het woord?
De heer VALKENBURG: Mijnheer de Voorzitter- Het
is ontegenzeggelijk waar, dat het de laatste jaren met het
correspondentschap der arbeidsbemiddeling in onze ge
meente niet zoo bijzonder florissant toegaat- Ik wil hier
geen verwijt uitspreken aan den ambtenaar, die tot dusverre
het correspondentschap heeft waargenomen, die man was
te veel belast om het naar belmoren waar te nemen, maar
dat neemt niet weg, dat het feit, dat op het oogenblik
hier groote werkloosheid heerscht voor een deel het ge
volg is van de slechte behartiging van het correspondent"
schap. Was er aan het hoofd van het correspondentschap
iemand geweest, die dag in dag uit had kunnen zorgen
voor de arbeidsbemiddeling, het is mijne vaste overtuiging
dan zou het met de werkloosheid die vaart niet geloopen
hebben. Daarnaast staat, dat de controle op de werk
loosheidsverzekering tot dusver gewoo* een doodc letter
is geweest. Nu moge het waar zijn, dat liet onze dure
plicht is te zorgen, dat de werkloosheid tot een minimum
wordt beperkt, het is voorzeker voor ons een even groote
plicht te zorgen, dat van de werkloosheidsverzekering geen
'darrieatuur wordt gemaakt door menschen, die er niet tegen
iQpzien, de werkloosheidsgelden van verschillende vakver-i
eenigingen en de gelden, die daaraan door Rijk en gemeentó
worden bijgepast, op eene schromelijke manier te misbrui
ken, door, wanneer er werkgelegenheid is, daar geen ge
bruik van te maken en dus te blijven doorteren op hetgeen
'zjoo'n werkloosheidskas het Rijk en de gemeente aan sub
sidie geeft. Dat is verkeerd, en omdat tot dusverre controlp.
(ontbrak, is in Roosendaal dat euvel nooit op voldoende,
wijze kunnen gekeerd worden.
Ik meen, dat het door ieder lid van den Raad ten zeerste
te apprecieeren valt, dat Burgemeester en Wethouders heb
ben gemeend met een afgerond voorstel in deze kwestie
te moeten komen. Het is een voorstel uit den boezem van
de werkliedenorganisaties. Op aandrang van den Gildenbond
prijkt nu dit punt op de agenda. Daarom, nu van weerszijden,
van de belanghebbenden en van de overheid een gunstig
bordeel is uitgesproken, hoop ik, dat ook de Raad er zijne
goedkeuring niet aan zal onthouden.
Mijnheer de Voorzitter. Ik meen toch en dit is aan
■Burgemeester en Wethouders gericht een verzoek te
mogen stellen. Wanneer Burgemeester eu Wethouders, die
die in dit voorstel de macht krijgen, een ambtenaar te be
noemen, daartoe overgaan, zou ik dit College beleefd in
icVerweging willen geven geen ambtenaar in den normalen
zin van het woord te benoemen, maar, zooals ook in de;
(circulaire van den Minister van Arbeid is aangegeven iemand'
fe nemen, die geen onbekende is in, doch gekweekt is dit
de arbeidersbeweging, die volkomen op de hoogte is met de
Verschillende trucs, die volkomen op de hoogte is van het
,,1-eben en ,,Streben" van de arbeiders en die daarnaast
pok heeft een volkomen kijk op de nooden en bijzondere
Üevensomstandigheden van den werkman. Dan zal beslist
het College van Burgemeester en Wethouders en de ge
meente, die er door wordt vertegenwoordigd, daarmede ge
haat zijn.
De heer VAN WELY: Mijnheer de Voorzitter. Ik wil
alleen maar eens vragen om dien ambtenaar te benoemen
uit het bestaande personeel ter secretarie, want zoo moet'
er nu weer een vaste betrekking bij gecreëerd worden.
Waar moet dat vandaan komen?
De VOORZITTER: Burgemeester cn Wethouders staan
met hunne plannen geheel in den geest van hetgeen de heer
Valkenburg heeft gezegd. Wanneer wij hadden gemeend,
dat het voldoende was een ambtenaar te nemen, die reeds
in dienst der gemeente was, dan zouden wij dit voorstel»
piet gedaan hebben. Wij weten heel goed, dat dit voorstel
van de gemeente vordert een ambtenaar, die gelijk is te
stellen met een adjunct-commies en wij zullen trachten een
man te vinden, die de geschiktheid bezit om die betrekking
te vervullen. De heer Valkenburg heeft zooeven dub
delijk gezegd, dat de tegenwoordige correspondent
werd overbelast en wanneer wij nu daarmede weer
ccn ambtenaar zouden belasten zouden wij weer in
hetzelfde euvel terugvallen. Daarom is het de be
doeling ik zeg daarom nog niet dat de heer Val
kenburg in alle deelen zijn zin zal hebben, want
Burgemeester en Wethouders zijn daarin volkomen vrij
en hiervan zijn Burgemeester en Wethouders volkomen
iqvertuigd, dat zij hebben te benoemen een ambtenaar, die
naar hunne meening daarvoor geschikt is, nog meer' die,
ontrekbaar is, dat is mijne overtuiging. Er zullen altijd
wel middelen zijn, om door de mazen van het net te kruipen,
maar dat zoo iets tot het minimum beperkt moet blijven is'
'zeker.
Het heeft mij heel veel genoegen gedaan, dat de heer
Valkenburg er terecht op heeft gewezen, dat er menschen
'zijn, die zich niet schromen den werklpoze uit te hangen,
ofschoon zij elders werk kunnen vinden; die dus van de
belastingpenningen profiteeren, die hun alleen gegund wor
den, wanneer zij werkelijk werkloos zijn. Het heeft mij
genoegen gedaan, dat dit hier gezegd is, het is mij uit het
nart gegrepen, want dat is ook ons bekend. Ik hoop dati
dit m onze gemeente in de toekomst niet langer meer voor
kpme en dat elk werkman voor zich zal gevoelen, dat he^
zijn plicht is, mede te werken om aan den tegenw'oordigen
moeilijken tijd het hoofd te kunnen bieden en dat kan
alleen wanneer ook de werkman zijn plicht betracht Dien,
plicht betracht hjj niet door ten koste van Rijk, Provincie,
en gemeente zijn werklooshqidsgelden te trekken, wanneer
hij werk kan vinden.
Vindt een der leden van den Raad, dat het bedrag van de
jajarvY edde van dien ambtenaar de jaarwedde van een
aldjunctcommies loopt van f2250 tot f2650 vermeerderd'
;met 5 pet kindertoelage te hoog is, dan kan hij daarom
2jijn stem tegen het voorstel verheffen. Wij hebben gemeend
dat die ambtenaar althans naar de in die categorie behoo-
rende personen moet beloond worden.
De heer VAN WELY: Ik wil alleen maar te kennen
'gjeven of het met mogelijk is een ambtenaar te benoemen
uit het personeel der secretarie. Wij scheppen toch weer
een betrekking, die jaarlijks terugkomt. Die betrekking
f^nnn A'n?'"5 /"et f 2250 maar 0Ver een iaar is heil
t-3000 a t3a00 dat moet toch weer opgebracht worden.
De VOORZITTER: Ik kan U daar alleen op antwoor
den, Burgemeester en Wethouders geen enkel ambtenaar
m dienst der gemeente te veel hebben, anders zouden zi)
(Jaar zeer zeker rekening mede houden. Ik kan U toch niet'
ixegeven, dat Burgemeester en Wethouders verplicht zouden
l11 Per se een ambtenaar van de secretarie weg te nemen;'
'\v ij hebben op de secretarie geen enkel ambtenaar te veel,
Voorstel omtrent het bouwen van middenstandswoningen.
Reorganisatie van den dienst der arbeidsbemiddeling en werkeloosheidsverzekering.
Reorganisatie van den dienst der arbeidsbemiddeling en werkeloosheidsverzekering.