8
VERGADERING VAN 19 APRIL 1921.
d. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel
is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of,
bij weigering, met Koninklijke goedkeuring, het recht heb
ben alle bezittingen, met het voorschot verkregen, met de
daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden
der instelling, voor zoover die ten behoeve van die be
zittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen
betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten
goedgekeurd of, bij weigering, door de Koningin vast
te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de
verwerving en instandhouding van die bezittingen aan
gewende deel van het eigen vermogen van de instelling
slechts eene billijke vergoeding voor noodzakelijke met
den eigendomsovergang verband houdende kosten wordt
uitgekeerd;
e. de bouw der woningen zal geschieden overeenkom
stig de door Burgemeester en Wethouders goed te keu
ren plannen en op de door dat College goed te keuren
wijze;
f. de wijze van verhuring der woningen, alsmede dc
huurprijzen zijn aan de goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders onderworpen;
S. de instelling is verplicht de woningen behoorlijk
te onderhouden en de daarvoor vatbare bezit
tingen tegen brandschade te verzekeren voor een waarde
en bij eene maatschappij, door Burgemeester en Wet
houders goed te keuren, waarbij het beding moet worden
gemaakt, dat de gemeente op de assurantiepenningen
voorrang zal hehben;
h. Burgemeester en Wethouders zullen te allen tijde
het recht hebben den toestand der woningen te doen op
nemen en de uitvoering van onderhoudswerken te gelas
ten, aan welke lastgeving door de instelling moet worden
voldaan;
i. de verharding van de straten, waaraan de woningen
zullen worden gebouwd, zal door of van wege de gemeen
te voor vijf en zeventig procent op kosten der instelling
worden gebracht, zullende het daarvoor benoodigde be
drag door de instelling op uitnoodiging van Burgemeester
en Wethouders onmiddellijk ten kantore van den ge
meente-ontvanger moeten worden gestort.
k. de woningen mogen eerst in de1 laatste plaats worden
verhuurd aan personen, die de hun in eigendom toebe.
hoorende woning vrijwillig hebben verkocht en dan al
leen indien zij een huur betalen, welke den kostprijs der
woning dekt;
l. de akte van overeenkomst tot verstrekking en aan
vaarding van het voorschot zal worden verleden ten over
staan van een door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen notaris, waarvan de kosten komen ten laste van
de instelling;
m, de instelling zal, indien Burgemeester en Wethou
ders het verlangen daartoe te kennen geven, minstens
vijf woningen ter beschikking van die; gemeente stellen.
2o. aan die instelling eene bijdrage uit de gemeentekas
te verstrekken van het vier derde gedeelte der toe le
kennen rijksbijdrage als hierna onder II bedoeld, onder
de volgende voorwaarden:
a. indien het voorschot of het onafgeloste gedeelte
daarvan wordt opgevorderd krachtens art. 15, letter 6.
van het Koninklijk besluit van 28 Juli 1902 (Staatsblad
No. 160), zullen de termijnen, tot welker betaling de ge
meente zich nog in de toekomst verbonden had, niet meer
zijn verschuldigd;
b. de door de gemeente verleende bijdrage zal in min
dering strekken van de annuiteiten, die de instelling aan
de gemeente heeft te betalen; wanneer de bijdrage van
het Rijk wordt ingetrokken, op grond, dat de behoefte aan
eene bijdrage mag geacht worden te zijn verminderd of
vervallen, zal de bijdrage van de gemeente met het vier
derde gedeelte van het bedrag der vermindering van de
(rijksbijdrage worden verminderd of bij intrekking der
rijksbijdrage, worden ingetrokken;
II. Uit 's Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden een
gelijk bedrag aan voorschot en voor zoolang de gemeen
te bedoelde bijdrage aan meergemelde instelling zal be
talen een zoo hoog mogelijke jaarlijksche bijdrage in
de betaling van de annuiteit.
Gedaan ter openbare vergadering van dén Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 19den April 1921.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A- RADEMAKERS. AUG. COENEN,
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien het adres, d.d. 7 April 1921, van het Bestuur
der Bouwvereeniging „Ons Ideaal", gevestigd te Roosen
daal, bij Koninklijk besluit van 26 November 1919, No. 59,
toegelaten als instelling uitsluitend in het belang van ver
betering der volkshuisvesting werkzaam, houdende ver
zoek om een voorschot uit de gemeentekas van ten hoog
ste f264.867.voor den bouw van veertig (40) arbei
derswoningen op de terreinen gelegen aan de Spoorstraat
de Groenstraat en de Waterstraat, alsmede om eene jaar
lijksche bijdrage in de betaling van de annuiteit;
Gelet op het advies van de Gezondheidscommissie, ge
zeteld te Roosendaal, d.d. 13 April 1921, No. 1544;
Overwegende, dat aan woningen, als genoemde instel
ling zich voorstelt te bouwen, in de gemeente inderdaad
groote behoefte bestaat en dat binnen afzienbaren tijd
niet is te verwachten, dat van particuliere zijde in deze
behoefte zal worden voorzien;
Overwegende, dat tengevolge van de in deze gemeente
geldende huurprijzen en van de hooge kosten van de te
bouwen woningen de uitgaven niet dadelijk door de inkom
sten uit de huursommen zullen worden gedekt;
HEEFT BESLOTEN:
I. na ontvangst van den door de gemeente van het Rijk
te vragen geldelijken steun of, indien op eenigerlei wijze
zekerheid kan worden verkregen, dat geldelijke steun van
het Rijk zal worden verkregen, ook vóór de ontvangst
van dien steun;
lo. aan bovengenoemde instelling voor den door haar
voorgenomen bouw van veertig arbeiderswoningen het ge
vraagde voorschot van ten hoogste f264.867.— of zooveel
minder als in verband met de uitvoering der bouwplan
nen noodig zal blijken, uit de gemeentekas te verstrekken,
onder de volgende voorwaarden:
9
VERGADERING VAN 19 APRIL 1921.
a. de rente en aflossing zullen worden voldaan in even
veel annuiteiten als voor het van het Rijk te verkrijgen
voorschot voor de gemeente zullen worden vastgesteld;
b. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der
instelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder het
voorschot is verleend, niet worden nageleefd, wordt het
voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan terstond op-
Vorderbaar;
c. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goe
deren der instelling zonder goedkeuring van Burgemeester
en Wethouders of anders van Gedeputeerde Staten, zal
het Bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van
twintig duizend gulden, waarvoor de leden van het Be
stuur hoofdelijk' ieder voor het geheel aansprakelijk zullen
zijn, onverminderd het recht der gemeente om zoo daartoe
termen zijn, in plaats van geldboete schadevergoeding te
eischen en door vervreemding of bezwaring niet als geldig
te erkennen;
d. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel
is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of,
bij weigering, met Koninklijke goedkeuring, het recht heb
ben alle bezittingen, met het voorschot verkregen, met de
daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden
der instelling, voor zoover die ten behoeve van die be
zittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen
betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goed
gekeurd, of bij weigering, door de Koningin vast te stellen,
met dien verstande, dat boven het voor de verwerving
en instandhouding van die bezittingen aangewende deel
v?n.. e9?en vermogen van de instelling slechts eene
billijke vergoeding voor noodzakelijke met den eigendoms
overgang verband houdende kosten wordt uitgekeerd;
e. de bouw der woningen zal geschieden overeenkomstig
de door Burgemeester en Wethouders goed te keuren plan
nen en op de door dat College goed te keuren wijze;
,f. de wijze van verhuring der woningen, alsmede de huur
prijzen zijn aan de goedkeuring van Burgemeester en Wet-
ders onderworpen
g. de instelling is verplicht de woningen behoorlijk te
onderhouden en de daarvoor vatbare bezittingen tegen
brandschade te verzekeren voor een waarde en bij eene
maatschappij, door Burgemeester en Wethouders goed te
keuren, waarbij het beding moet worden gemaakt, dat
de gemeente op de assurantiepenningen voorrang zal hebben
h. Burgemeester en Wethouders zullen te allen tijde het
recht hebben den toestand der woningen te doen opnemen
en de uitvoering van onderhoudswerken te gelasten, aan
welke lastgeving door de instelling moet worden voldaan;
i. de verharding van de straten, waaraan de woningen
zullen worden gebouwd, zal door of van wege de gemeente
voor vijf en zeventig procent op kosten der instelling wor
den gebracht, zullende het daarvoor benoodigde bedrag
door de instelling op uitnoodiging van Burgemeester en
Wethouders onmiddellijk ten kantore van den gemeente
ontvanger moeten worden gestort;
k. de woningen mogen eerst in de laatste plaats worden
verhuurd aan personen, die de hun in eigendom toebe-
hoorende woning vrijwillig hebben verkocht en dan alleen,
indien zij een huur betalen, welke den kostprijs der woning-
dekt;
1. de akte van overeenkomst tot verstrekking en aan
vaarding van het voorschot zal worden verleden ten over
staan van een door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen notaris, waarvan de kosten komen ten laste van de
instelling;
m. de instelling zal, indien Burgemeester en Wethouders
het verlangen daartoe te kennen geven, minstens vier wo
ningen ter beschikking van de gemeente stellen.
2o. aan die instelling eene bijdrage uit de gemeentekas
te verstrekken van het vier derde gedeelte der toe te ken
nen rijksbijdrage als hierna onder II bedoeld, onder de
volgende voorwaarden
a. indien het voorschot of het onafgeloste gedeelte daar
van wordt opgevorderd krachtens art. 15, letter b, van het
Koninklijk besluit van 28 Juni 1902 (Staatsblad No. 160),
zullen de termijnen, tot welker betaling de gemeente zich
nog in de toekomst verbonden had, niet meer zijn ver
schuldigd;
b. de door de gemeente verleende bijdrage zal in min
dering strekken van de annuiteiten, die ter instelling aan
de gemeente heeft te betalen; wanneer de bijdrage van
het Rijk wordt ingetrokken, op grond, dat de behoefte
aan eene bijdrage mag geacht worden te zijn verminderd
of vervallen, zal de bijdrage van de gemeente met het vier
derde gedeelte van het bedrag der vermindering van de
rijksbijdrage worden verminderd of bij intrekking der rijks
bijdrage, worden ingetrokken.
II. Uit 's Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden een
gelijk bedrag aan voorschot en voor zoolang de ge
meente bedoelde bijdrage aan meergemelde instelling zal
betalen een zoo hoog mogelijke jaarlijksche bijdrage
in de betaling van de annuiteit.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 19den April 1921.
De Secretaris, Dé Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Overwegende, dat in verband met den bouw van
arbeiderswoningen en winkelhuizen op terreinen in „De
Knip" te Roosendaalj, door de woningbouwverenigingen
„St. Benedictus en „Ons Ideaal en door de woning
stichting „St. Joseph" te Roosendaal, voor welken bouw
bij dezerzijdsch besluit van heden uit 's Rijks kas voor
schotten zijn aangevraagd, aanleg van straten en riolee
ring van die straten noodzakelijk is;
Gezien de adviezen der Gezondheidscommissie geze
teld te Roosendaal, d.d. 17 Maart 1921, No 1538 en 13
April 1921, No. 1544.
Gelet op artikel 33 der Woningwet;
BESLUIT
voor den aanleg en de rioleering van bovenbedoelde
straten aan te vragen en te aanvaarden een voorschot uit
s Rijks kas van zeventien duizend twee honderd en ne
gentig gulden 17.290.
Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 19den April 1921.
De Secretaris, De Voorzitter,
A, A- RADEMAKERS. AUG- COENEN-
Verleenen voorschotten en bijdragen voor Bouwvereenigingen voor woningbouw.
Verleenen voorschotten en bijdragen aan bouwvereen'gingen voor woningbouw.
Aanvragen voorschot voor verharding en rioleering wegen in „de Knip".