VERGADERING VAN 28 DECEMBER 1920.
Behandeling van de gemeente-begrooting 1921. Subeidiën aan de vereenigingen «Vlijt en Volharding", „Unie" en „Orpheus".
De VOORZITTER: Vijf maal vijftig.
De heer VALKENBURG: dat zij dan allesbe
halve kundige muziek zouden geven. Ik zou zeggen voor
dit eerste jaar, waar deze vereeniging nog in haar begin
stadium is, de subsidie te verleenen zonder eenige voor
waarde.
De VOORZITTER: Verlangt omtrent dit voorstel een
der leden stemming?
De heer VERHEIJEN: Mijnheer de Voorzitter. Ik
moet er bezwaar tegen maken. Wanneer wij het volgende
jaar „Orpheus" weer gaan subsidieeren, krijgen wij pre
cies dezelfde voorwaarden, laten wij even zeggen drie
concerten, dan krijgen wij tien concerten van de „Vlijt",
vijf van de „Unie" en drie van Orpheus", dat is samen
achttien concerten- Aangezien die concerten voor een groot
deel op de zomeravonden zullen worden gegeven, geloof
ik dat wij een overstrooming van volksconcerten zullen
krijgen, terwijl die concerten niet behoorlijk verzorgd zul
len kunnen worden- Ik geloof dat wij niet al te rigoureus
moeten vasthouden aan het genoemde cijfer; ik geloof ook.
dat die verschillende vereenigingen het algemeen belang
voldoende dienen, wanneer zij zich blijven ontwikkelen
in den vorm, zooals zij dat tot op 'toogenblik gedaan heb
ben. Ik geloof. Mijnheer de Voorzitter, dat wij gerust de sub
sidie kunnen geven zonder daarbij voorwaarden te stellen.
De heer VALKENBURG: Mijnheer de Voorzitter- Ik
kan de bezwaren door den heer Verheijen naar voren ge
bracht in het geheel niet deelen. De heer Verheijen zegt,
dat de meeste van die concerten zullen worden gegeven
in den zomer. Ik geloof wel, dat dit eenigsizins bezijden
de waarheid is- Wanneer wij nagaan dat de .,Unie" eene
symphonie-vereeniging is en ook „Orpheus", dan zou
ik zoo zeggen, dat die twee zich bijzonder leenen tot het
geven van concerten in den winter en de ..Vlijt" kan wor
den aangewezen om uitsluitend in den zomer volksconcer
ten te geven- Wanneer wij nagaan in totaal 18 concerten
over twaalf maanden en in den zomer twee concerten in
de maand, dan is dat heusch niet overdreven te noemen,
en is naar mijne meening 18 concerten niet zoo reusachtig
hoog. En gezien de voorwaarde der subsidie bindende
kracht heeft en zeer goed genoemd mag worden, zou ik
in overweging willen geven bij het voorstel te blijven en
de subsidie alleen op die voorwaarde te verleenen.
De VOORZITTER: Er is verschil van meening om de
subsidie al of niet onder gelijke voorwaarden te geven, ik
zal dus eerst in stemming brengen of er subsidie zal ver
leend worden.
De heer VERHEIJEN: Mijnheer de Voorzitter. De lei
ding der vergadering behoort natuurlijk niet tot mijne
competentie, maar ik meen. dat U beter doet wanneer U
allereerst over het amendement laat stemmen en dan over
het voorstel. Zooals het voorstel luidt, tot verleening van
subsidie, daaraan willen enkele heeren voorwaarden ver
binden- Dus eerst over de voorwaarden stemmen en dan
over het voorstel-
De VOORZITTER: Dan wordt voorgesteld, dat de
Vlijt" zal verplicht worden tien volksconcerten te geven.
De heer BRAATDat wil zeggen op de Markt?
De VOORZITTER: Nu al weer op de Markt? Ja, ik
kan mij best voorstellen, dat de Markt voor U eene at
tractie heeft.
De heer VAN WELYJuist, het zou absoluut geene
verplichting moeten zijn. dat, wanneer vier keer achter
elkaar volksconcerten geannonceerd worden, deze vier
keer op de Markt zouden moeten zijn, het zou ook boven
op de zaal moeten kunnen zijn.
Ik wil de heeren nog mededeelen, dat het absoluut on
mogelijk is om iedere veertien dagen volksconcert te ge
ven, zonder met dezelfde muziek voor den dag te komen.
Dan zouden zij verplicht zijn iedere week viermaal repe
titie te houden. Ik vind juist het voorstel, zooals de heer
Verheijen het gedaan heeft, zeer geschikt.
De VOORZITTER: Dan stemt U tegen- Degenen, die er
niet voor zijn de Vlijt'' die verplichting op te leggen,
stemmen tegen.
Het voorstel zal dus in stemming gebracht worden om
de subsidie te verleenen onder de gewone voorwaarden,
n.1- dat aan de „Vlijt" wordt opgelegd de verplichting tot
het geven van tien volksconcerten.
De heer VALKENBURG: Nu wordt de subsidie dus ca
deau gedaan. Dat is een logisch uitvloeisel ervan-
De heer GEERSSEN: Nu zullen zij volksconcerten ge
ven wanneer zij zin hebben-
De VOORZITTER: Mijne Heeren. Om tot eene oplos
te komen zal ik gewoon in omvraag brengen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders. Wat staat daarvan in
de Memorie van toelichting?
De SECRETARIS: Voorgesteld wordt de N. K. Harmo
nie „Vlijt en Volharding" eene subsidie te verleenen van
1000(het vorige jaar bedroeg de gewone subsidie
1000.terwijl f 750werd toegestaan voor den aan
koop van instrumenten).
Verder wordt voorgesteld de subsidie voor de Vereeni
ging tot voortzetting van de Koninklijke Harmonie „Unie"
naar aanleiding van het door die vereeniging ingediende
verzoek te verhoogen van f 200.tot f 500.evenwel
onder voorwaarde, dat genoemde vereeniging voor het ge
bruik harer zalen voor gemeentelijke doeleinden geen hoo-
ger tarief zal berekenen of doen berekenen dan tot heden
het geval was, n.1- f 5per dag.
De VOORZITTER: Verlangt een der leden er stemming
over, dat overeenkomstig de memorie van toelichting aan
de N. K. Harmonie Vlijt en Volharding" eene subsidie
zal worden gegeven van f 1000en aan de „Unie" eene
van 500.en dat aan .Orpheus" eene subsidie zal wor
den verleend van 250
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan
genomen.
De VOORZITTER: Hiermede is Hoofdstuk VIII afge
handeld. Verlangt nog een der leden een voorstel te doen?
Hoofdstuk VIII wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De VOORZITTER: Mijne Heeren. Er zijn wel geen
voorstellen meer te doen, maar ik heb U daar straks ge
zegd, dat ik U enkele mededeelingen zou doen, die bij
Hoofdstuk VIII van pas komen. Ik zal daaraan thans
gevolg geven-
In de vorige vergadering heb ik U de toezegging ge
daan. dat ik U bij de behandeling van de begrooting
21
VERGADERING VAN 28 DEBEMBER 1920.
Behandeling van de gemeente-begrooting 1921. Mededeelingen van den Voorzitter omtrent overname
openbare lagere scholen en aanbieding bureaux aan den Baad van Arbeid.
eenige mededeelingen zou doen, die van invloed kunnen
zijn op in de toekomst door ons te nemen beslissingen-
Ik had gehoopt, wanneer de begrooting in afdeelingen was
behandeld, in elke afdeeling daarvan mededeeling te doen,
omdat deze afdeelingsvergaderingen zich beter daartoe
leenen. Nu dit niet het geval is geweest, zal ik mij zoo
voorzichtig mogelijk uitdrukken, maar U toch de mede
deelingen doen, die, naar ik meen, nuttig kunnen zijn.
Officieus en ook ietwat officieel zijn verzoeken ingeko
men tot overgave van de school aan de Hoogstraat en van
de school aan de Burgerhoutsche straat. Men wenscht ook
eene school op te richten aan de Kade. Waneer dit ge
beurt, dan is het natuurlijk de bedoeling, dat confessionele
scholen zullen worden ondergebracht in de bestaande en
ook in de nieuw te bouwen school. Nu is ertegen over
name of vestiging dier scholen geen wettelijk bezwaar, al
leen dienen de gemeente en de besturen, die het zullen
vragen of gevraagd hebben, tot overeenstemming te ko
men- Wanneer dit dus gebeurt, volgt daaruit, dat de open
bare scholen grootendeels zullen leegloopen, althans dat
is de verwachting der aanvragers- Zij kunnen zich daarin
vergissen en ook wij kunnen ons erin vergissen, maar wan
neer de aanvragers, die meenen de gezindheid van Roo-
sendaal's ingezetenen te kennen, zich niet vergissen, dan
staat onomstootelijk vast, dat bet leerlingental van de open
bare scholen aanzienlijk zal inkrimpen. Nu hebben Bur
gemeester en Wethouders overwogen: Wat staat ons in de
naaste toekomst te doen? en zij hebben geoordeeld en
dat oordeel wordt door het Rijksschooltoezicht ook ge
deeld dat het op hun weg zal liggen, het voorstel aan
den Gemeenteraad te doen om te besluiten, dat er ééne
school, ééne openbare school in de gemeente zal zijn. Wan
neer ik zeg in de gemeente, dan bedoel ik daarmede Roo
sendaal; de school in Nispen blijft buiten beschouwing.
Dus voor Roosendaal ééne school. Die school zal dan ook
moeten zijn een tip-tip school. - dat is de wensch van het Da-
gelijksch Bestuur - en die school zal dus moeten bestaan
uit minstens 7 klassen voor het lager onderwijs. Met het oog
op het aantal leerlingen in de beginklassen zal het echter
wellicht wenschelijk zijn te zorgen, dat voor de laagste klas
sen parallelklassen worden gemaakt en die paralelklassen
hebben dan tot gevolg, dat de zevenklassige school eene
acht- of negenklassige school zal moeten worden- Dan
moet daar nog aan worden verbonden eene U- L. O.-school
of z.g. kopklasse. Nu is er momenteel niet één schoolge
bouw in onze gemeente, dat zich voor eene dergelijke
school leent- De school aan de Vughtstraat is er absoluut
niet voor geschikt. De school aan de Burgerhoutsche straat
komt in aanmerking voor overname en de school aan de
Hoogstraat eveneens. Er komt dus alleen in aanmerking
de school aan de Nieuwstraat- Het schoolgebouw aan de
Nieuwstraat bevat thans zes klassen, vier beneden en twee
boven, plus de burgeravondschool met teekenschool. Nu
is het waar en het valt door niemand te ontkennen
dat de burgeravondschool met teekenschool te klein is,
zeer tot mijn genoegen. Dat is een teeken, dat de nuttig
heid van dat onderwijs zeer goed wordt ingezien en waar
dit zoo is,rust op de gemeente de verplichting om te zor
gen, dat de burgeravondschool of wordt uitgebreid of dat
zij wordt opgenomen in de nijverheidsschool. Hierop doel
de ik, toen ik in de vorige vergadering zeide, dat het voor
uitzicht bestaat, dat de Raad ertoe zal kunnen besluiten
de oprichting eener nijverheidsschool te steunen- Alleen
dan is het mogelijk van de school aan de Nieuwstraat te
maken de school, die Burgemeester en Wethouders en het
Schooltoezicht zich voorstellen en die voor het onderwijs
in Roosendaal door hen noodzakelijk wordt geacht. Aan
de school in de Nieuwstraat zullen zoowel boven als be
neden voldoende localiteiten moeten worden bijgebouwd,
de lokalen, die thans voor burgeravondschool dienen, kun
nen worden ingenomen voor het U. L- O. onderwijs. Dat
gebouw, liggende in het centrum der gemeente, komt naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders het best in
in alle opzichten het meest in aanmerking om te worden
gemetamorphoseerd tot de eenige openbare school, die
volgens de wet in Roosendaal zal moeten zijn. Wanneer
de Raad dat idéé later zal kunnen deelen, dat kan hij
vandaag niet doen dan volgt daaruit, dat wij moeten
beginnen met de burgeravondschool elders onder te bren
gen, doch laat ons dat liever niet doen; laat ons liever de
behulpzame hand bieden aan hen, die het initiatief geno
men hebben tot oprichting eener nijverheidsschool, eenvou
dig omdat de nijverheidsschool meer beantwoordt aan het
ten behoeve van den voor den handwerksman beoogde
doel en meer geeft dan eene burgeravondschool daarvoor
kan geven- Daarom heb ik in de vorige vergadering ge
zegd, dat ik hoopte, dat zich de plannen van de oprichting
der nijverheidsschool zouden verwezenlijken.
Ik heb nu mijn genoegen uiteengezet. De bestaande
school aan de Vughtstraat wordt dan overcompleet, wan
neer althans het idéé van Burgemeester en Wehouders bij
den Raad ingang vindt. Zij wordt echter niet overcompleet,
wanneer de Raad besluiten zou om standenscholen te be
houden, want voor dat geval zou een deel der schoolkin
deren moeten ondergebracht worden in de school aan de
Vughtstraat en het overige in de school aan de Nieuw
straat en dan zouden de leerlingen zoowel van de Vught
straat als van de Nieuwstraat de kopklasse in laatstge
noemde school kunnen volgen- Maar ik vraag mij af, zou
het in de toekomst wenschelijk zijn dien weg op te gaan?
Vrage ieder lid van den Raad zich dat voor de eerstvol
gende vergadering ook af, dan kunnen wij hierover dan
beslissen. zult dus voor de vraag komen te staan, is ééne
school gewenscht of zijn twee scholen gewenscht. In ééne
school kunnen de leerlingen worden ondergebracht, in
twee natuurlijk voordeeliger- Ook in het laatste geval moet
echter de school aan de Nieuwstraat inwendig verbouwd
worden.
Waneer de school aan de Vughtstraat vrijkomt, denken
Burgemeester en Wethouders, en zij hopen dat de Raad
hierin geheel aan hunne zijde zal staan dat gebouw in-
en uitwendig te verbouwen en in orde te brengen om het
dan voor bureaux aan den Raad van Arbeid aan te bieden.
Zooals het gebouw nu is, is het daarvoor niet geschikt.
Dat is nog een voorstel en ik druk daarop, omdat ik
weet, daar behoeven wij geen geheime zittingen voor
te houden dat in eene zustergemeente nog steeds alle
mogelijke middelen worden aangewend door ingezetenen,
die eigen belang dienen en dan zeg ik niet te veel
om te trachten hunne panden kwijt te raken voor de dub-