VERGADERING VAN 28 OCTOBER 1920
Verdeeling grond voor de Bouwvereenigingen. Verzoek van de Woningbouwvereeniging „Ons Ideaal" om aankoop
grond voor 100 arbeiderswoningen.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling verordening ter instelling van duurtecommissiën.
doen zijn aan die bouwwerken- Ik vind dat een zeer eigen
aardig en bekrompen standpunt en ik zou gaarne zien, dat
de Gemeenteraad zich hier anders over uitsprak. Het is
mij bekend, dat er enkele gemeenten zijn ook in Brabant
en Zeeland, die reeds zoover met den woningbouw gevor
derd zijn, dat er geen woningnood meer in hunne gemeen
ten is en die werklieden, die daar gewerkt hebben, die vak
lieden, mogen dus niet komen werken in de gemeente Roo
sendaal, want de bepaling wordt gemaakt: het moeten zijn
werklieden van de gemeente Roosendaal, tenzij Burge
meester en Wethouders hiervan ontheffing verleenen. Ik
vind nu, wanneer men daarvoor moet komen bij Burge
meester en Wethouders, dit toch alles te boven gaat- Ik
zou wel eens willen weten op grond waarvan Burgemees
ter en Wethouders die bepaling hebben opgenomen- Die
bepaling is er m.i, eene, die de belemmering van den wo
ningbouw zal bevorderen. Ik zou dan ook willen voorstel
len die bepaling uit dit artikel te willen schrappen.
De heer HEERMA VAN VOSS: Mijnheer de Voorzit
ter. Wanneer er werkieden staat is dat zeker eene vergis
sing, want dat hebben wij besproken en ook wij hebben
gezien dat dit niet gaat- Dat kan niet, omdat voor alle
bouwwerken werklieden naar hier moeten komen. Bouw
kundigen kunnen er in worden opgenomen, niet werklie
den.
De VOORZITTER: Ik meen, dat bij deze regeling heeft
voorgezeten, dat, wanneer werklieden in onze gemeente
tegen gelijk loon kunnen worden verkregen, aan de inge
zetenen, die hier in de bouwvakken werkzaam zijn, de
voorkeur moet worden gegeven- Alleen wanneer er stag
natie zou komen, wanneer de werklieden van Roosendaal
zouden zeggen, wij werken niet tegen dat loon, dan zeg
gen Burgemeester en Wethouders, wij nemen eene andere
beslissing- Zoo meen ik, dat geheel correct door den Secre
taris is weergegeven hetgeen in onze vergadering is be
sloten.
De heer Steyaard heeft gezegd, dat hij niet tevreden is
met de verdeeling. Ik kan daar alleen op antwoorden, dat
door Burgemeester en Wethouders de verdeeling is ge
schied naar billijkheid, zooals de Raad heeft voorgeschre
ven, in verband met het aantal leden der vereeniging. >,St.
Benedictus" heeft nu 97 woningen gekregen, juist omdat
zij er reeds 66 heeft gezet en Burgemeester en Wethou
ders hebben gemeend aan >,St -Joseph" een grooter aantal
te moeten toewijzen, een aantal, dat ook rekening houdt
met de grootte van de perceelen. Burgemeester en
Wethouders hebben niet aan alle vereenigingen die wonin
gen kunnen geven, die zij wenschen, „Ons Ideaal" kreeg
er dan nog 40 woningen bij en de andere 100. Daarin ligt
dus opgesloten, dat wij hebben gewoekerd met de gronden,
die beschikbaar zijn en de billijkheid hebben betracht in
verband met het aantal leden die er in de respectievelijke
vereenigingen zijn-
Wanneer het voorstel van den heer Steyaard voldoen
de ondersteund wordt om de tweede bepaling te doen ver
vallen, zal ik dat eerst in stemming brengen- Is er iemand
die het voorstel van den heer Steyaard ondersteunt?
De heer STEYAARD: Voorzitter
De VOORZITTER: Ik heb de leiding en die behoud ik.
Ik vraag wie dit voorstel ondersteunt?
De heer Geerssen ondersteunt het voorstel.
De VOORZITTER: Alleen de heer Geerssen? Dan kan
het verder geen punt van behandeling uitmaken.
Ik zal derhalve nu in omvraag brengen het besluit door
Burgemeester en Wethouders gemaakt, zooals het voor de
leden heeft ter visie gelegen, betreffende de verdeeling van
het aantal woningen zooals op de teekening is aangegeven.
Verlangt een der leden hieromtrent nog het woord? Ver
langt een der leden stemming over het ontwerp-besluit?
Dan is het besluit aangenomen en vastgesteld-
Het besluit luidt:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
HEEFT BESLOTEN
lo. den door de gemeente van de Roosendaalsche Maat
schappij tot exploitatie van onroerende goederen voor wo-
dingbouw aangekochten grond onder de drie alhier be
staande woningbouwvereenigingen St. Benedictus", „St.
Joseph" en „Ons Ideaal" te verdeelen, zooals op de hier
bij behoorende kaart is aangegeven, zullende evenwel voor
den bouw van middenstandswoningen worden gebruikt de
eveneens daartoe op die kaart aangegeven grond en aan
de woningbouwvereeniging „Ons Ideaal" bovendien worden
toegewezen de door de gemeente van de Onderlinge Bouw-
vereeniging aangekochte grond aan de Spoorstraat, Wa
terstraat en Groenstraat
2o. te bepalen, dat de op den toegewezen grond te
verrichten bouwwerken zullen worden uitgevoerd door
bouwkundigen en werklieden, ingezetenen der gemeente
Roosendaal en Nispen, tenzij daaromtrent door Burgemeester
en Wethouders in verband met de geregelde voortzetting
der werkzaamheden eene andere beslissing mocht worden
genomen.
Aldus gedaan door den Raad der gemeente Roosendaal
en Nispen, in zijne vergadering van den 28sten October 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
XXXII. Verzoek van de Woningbouwvereeniging
„Ons Ideaal" om aankoop van grond voor den bouw
van 100 arbeiderswoningen.
De VOORZITTER:.In verband met de bij de behande
ling van het vorige punt genomen beslissing stel ik voor
dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
XXXIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling eener verordening ter instelling van
duurtecommissiën.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wethouders ont
vingen van de Levensmiddelencommissie een voorstel tot
instelling van Duurtecommissiën- Zij hebben gemeend aan
dat verzoek te moeten voldoen en stellen U voor tot instel
ling van dergelijke commissiën te besluiten en daartoe
vast te stellen de verordening, waarvan een exemplaar
den leden is toegezonden-
29
VERGADERING VAN 28 OCTOBER 1920.
Vaststelling van eene verordening ter instelling van duurtecommissiën.
Verlangt omtrent dit punt aan de orde een der leden
het woord?
Ik stel allereerst voor, dat de Raad zal besluiten tot het
instellen van duurtecommissiën zooals in het schrijven der
Levensmiddelencommissie is bedoeld. Eerst moeten wij
daartoe besluiten, anders behoeven wij geen verordening
samen te stellen.
Mijneheeren, ik wensch hierbij te vragen, omdat wij
nu weer eene nieuwe duurtewet krijgen, of wij dit punt
niet zullen aanhouden? De Minister heeft in de Kamer ge
zegd, dat weer eene nieuwe duurtewet in behandeling zal
worden gebracht. Zou het daarom niet gewenscht zijn dit
voorstel aan te houden om te zien wat de nieuwe duurte
wet ons geeft?
De heer VALKENBURG: Mijnheer de Voorzitter- Ik
kan mij moeilijk met Uw voorstel vereenigen, omdat wij
niet weten hoelang het zal duren, eer die nieuwe duurte
wet in werking zal treden. Intusschen vind ik het toch noo-
dig, dat eene duurtewet in onze gemeente wordt ingesteld.
Het zal gemakkelijker zijn eene duurtecommissie weer van
de baan te doen dan ze in het leven te roepen- Daarom
zou ik willen voorstellen hetgeen nu bij punt 33 is voorge
steld in behandeling te nemen-
De VOORZITTER: Ik zal de vergadering eerst uit
spraak laten doen omtrent het al- of niet-instellen van
duurtecommissiën en breng het voorstel van Burgemeester
en Wethouders om tot instelling over te gaan, ter tafel.
Verlangt iemand omtrent dit voorstel stemming? Dan is
het voorstel aangenomen en derhalve tot instelling van
duurtecommissiën besloten.
De VOORZITTER: Mijne heeren. Ik geef nu ter behan
deling de concept-verordening, die de leden hebben ont
vangen- Verlangt over deze verordening in haar geheel
een der leden het woord? Verlangt een der leden artikels-
gewijze behandeling? Verlangt iemand stemming? Nie
mand? Dan hebben Burgemeester en Wethouders het
succes, dat de verordening is aangenomen.
De heer STEYAARD: En dan gaan de prijzen nog niet
omlaag. Het ware beter, dat de gemeente prijsregelend
optrad.
De VOORZITTER: Dan moet U hiertoe maar eens voor
stellen doen. Komt U dan maar eens met eene mooie ver
ordening hier aan en met voorstellen, die U daarvoor nut
tig acht, en zie daarvoor dan eene meerderheid te verkrij
gen zooals Burgemeester en Wethouders dat ook hebben
te doen, dan zijn wij gered-
De heer STEYAARD: Dat baat toch niet, Voorzitter-
De VOORZITTER: Als het toch niet zal baten, is het
ook niet noodig dergelijke opmerkingen hier te maken.
De heer STEYAARD: Het mag toch wel eens gehoord
worden, Voorzitter.
De volgende verordening is vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen
HEEFT BESLOTEN:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de samenstelling
en werkkring van commissiën van advies voor
het tegengaan van de prijsopdrijving van ver-
bruiksartikelen.
Artikel 1.
Ingeval van klachten over, of twijfel aan de redelijk
heid van den prijs van eenig verbruiksartikel wordt door
Burgemeester en Wethouders, zoo naar hun oordeel
daartoe termen bestaan, overgegaan tot instelling eener
commissie, welker samenstelling, taak en werkwijze in de
volgende artikelen zijn omschreven.
Artikel 2,
De Commissie tvoert den titel van „Duurtecommissie
voor (het artikel, waarvan de prijsopdrij
ving zal getracht worden tegen te gaan).
Artikel 3.
Zij bestaat uit vijf leden, waarvan er twee tot de pro
ducenten en twee tot de consumenten van het verbruiks
artikel moeten behooren-
De Voorzitter, tevens lid, en de overige leden worden
door Burgemeester en Wethouders aangewezen-
Bij afwezigheid of ontstentenis van den Voorzitter wordt
deze vervangen door een der andere leden der Commissie,
door deze daartoe aangewezen-
Artikel 4.
De leden kunnen op hun schriftelijk verzoek door Bur
gemeester en Wethouders worden ontslagen.
Een op deze of eene andere wijze in de Commissie
opengevallen plaats wordt binnen eene maand door Bur
gemeester en Wethouders aangevuld.
Artikel 5.
De Commissie vergadert zoo dikwijls zulks door den
Voorzitter of minstens twee leden wordt noodig geoor
deeld.
Haar vergaderingen worden belegd door den Voorzitter
die zorgt, dat ieder lid in den re.gel minstens twee maal
vier en twintig uur vóór het houden der vergadering schrif
telijk wordt opgeroepen.
Artikel 6.
De Commissie mag niet beraadslagen of besluiten, zoo
niet ten minste drie leden tegenwoordig zijn.
De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van
stemmen genomen-
Bij staking van stemmen beslist die van den Voorzitter-
Artikel 7.
De Commissie stelt een nauwgezet onderzoek in naar
de gegrondheid der ingediende klacht of den kenbaar
gemaakten twijfel en adviseert den Raad zoo noodig om
trent de te nemen maatregelen, inzonderheid omtrent het
vaststellen van een maximum prijs, waarbij steeds afdoen
de waarborg dient te worden geboden voor een redelijk
winstcijfer.
Bij het advies wordt gevoegd een verslag van het on
derzoek, Dit verslag zal ook aan den Raad worden over
gelegd, zoo de Commissie geen maatregelen noodig oor
deelt.