VERGADERING VAN 30 JANUARI 1920.
ringen niet meer kunnen worden vastgesteld, omdat zij
nog niet in druk zijn verschenen. Door het vlugger verschij
nen van een verkort verslag, zullen de leden er een meer
nuttig gebruik van kunnen maken; bovendien worden er
belangrijke kosten mede gespaard, iets wat dringend noo-
dig is; er moet getracht worden te bezuinigen, waar dit
mogelijk is.
De heer Jac. Vos kan zich met het voorstel best ver
eenigen, alleen wanneer het belangrijke punten betreft zou
hij het verslag iets uitvoeriger gegeven willen zien.
De heer Steyaard verlangt stemming over het voorstel.
Met 10 tegen 2 stemmen wordt het aangenomen.
Vóór stemden de heeren De Bruyn, Jongeneelen, A. Vos,
Voeten, Heerma van Voss, Jac. Vos, Raats, Valkenburg,
Braat en van Gastel.
Tegen stemden de heeren Steyaard en Geerssen.
III. Verzoek van de bouwvereeniging „St. Bene
dictus" alhier om een voorschot voor den bouw van
zes en zestig arbeiderswoningen.
De Voorzitter zegt, dat dit punt herhaalde malen van
de agenda is moeten worden afgevoerd, doch dat Burge
meester en Wethouders meenen, dat thans aan de voor
stellen, die ter visie hebben gelegen niets ontbreekt; zij
stellen daarom voor het concept besluit ongewijzigd vast
te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel
aangenomen en is het volgende besluit vastgesteld:
De Raad der Gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien het adres d.d. 3 December 1919 van het Bestuur
van de Roomsch-Katholieke Bouwvereeniging „St. Bene
dictus", gevestigd te Roosendaal, goedgekeurd bij Konink
lijk besluit van 12 September 1919, N°. 15, bij Koninklijk-
besluit van 27 November 191:9, N". 83, toegelaten als in
stelling, uitsluitend in het belang van verbetering der volks
huisvesting werkzaam, houdende verzoek om een voor
schot uit de gemeentekas van ten hoogste 402.200,— voor
den bouw van zes en zestig arbeiderswoningen op de ter
reinen, gelegen aan de Emmastraat en de Wilhelminastraat,
kadastraal bekend gemeente Roosendaal en Nispen, sectie
C, Nos. 2907, 2909, 2875 en 2683 geheel en N°. 2788 gedeel
telijk, te zamen groot 1 H.A., 69 c.A., alsmede om eene
jaar lij ksche bijdrage in de betaling van de annuïteit;
Gelet op het advies van de Gezondheidscommissie, ge
zeteld te Roosendaal, d.d. 20 December 1919, N°. 1458;
Overwegende, dat aan woningen, als genoemde instel
ling zich voorstelt te bouwen, in de gemeente inderdaad
groote behoefte bestaat en dat binnen afzienbaren tijd
niet is te verwachten, dat van particuliere zijde in deze
behoefte zal worden voorzien;
Overwegende, dat tengevolge van de in deze gemeente
geldende huurprijzen en van de hoogere kosten van de te
bouwen betere woningen de uitgaven niet dadelijk door de
inkomsten uit de huursommen zullen worden gedekt;
HEEFT BESLOTEN:
I. na ontvangst van den door de gemeente van het Rijk
te vragen geldelijken steun of, indien op eenigerlei wijze
zekerheid kan worden verkregen, dat geldelijke steun van
het Rijk zal worden verkregen, ook vóór de ontvangst van
dien steun:
i°. aan bovenvermelde instelling voor den door haar
voorgenomen bouw van zes en zestig arbeiderswoningen
het gevraagde voorschot van ten hoogste 402.200,—
of zooveel minder als in verband met de uitvoering der
bouwplannen noodig zal blijken, uit de gemeentekas te
verstrekken, onder de volgende voorwaarden:
a. de rente en aflossing zullen worden voldaan in even
veel annuïteiten als voor het van het Rijk te verkrijgen
voorschot voor de gemeente zullen worden vastgesteld;
b. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der
instelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder het
voorschot is verleend, niet worden nageleefd, wordt het
voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan terstond op-
vorderbaar;
c. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goe
deren der instelling zonder goedkeuring van Burgemeester
en Wethouders of anders van Gedeputeerde Staten, zal
het Bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van
twintig duizend gulden, waarvoor de leden van het be
stuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen
zijn; onverminderd het recht der gemeente om, zoo daartoe
termen zijn, in plaats van geldboete schadevergoeding te
eischen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig
te erkennen;
d. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel
is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
of, bij weigering, met Koninklijke goedkeuring, het recht
hebben alle bezittingen, met het voorschot verkregen, met
de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schul
den der instelling, voor zoover die ten behoeve van die
bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen
betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goed
gekeurd, of, bij weigering, door de Koningin vast te stellen,
met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of
instandhouding van die bezittingen aangewende deel van
het eigen vermogen van de instelling slechts eene billijke
vergoeding voor noodzakelijke met den eigendomsovergang
verband houdende kosten wordt uitgekeerd;
e. de bouw der woningen zal geschieden overeenkomstig
de door Burgemeester en Wethouders goed te keuren plannen
en op de door dat College goed te keuren wijze;
de wijze van verhuring der woningen, alsmede de
huurprijzen zijn aan de goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders onderworpen
g. de instelling is verplicht de daarvoor vatbare bezit
tingen tegen brandschade te verzekeren voor eene waarde
en bij eene maatschappij, door Burgemeester en Wethouders
goed te keuren, waarbij het beding moet worden gemaakt,
dat de gemeente op de assurantiepenningen voorrang zal
hebben
h. Burgemeester en Wethouders zullen te allen tijde
het recht hebben den toestand der woningen te doen opne
men en de uitvoering van onderhoudswerken te gelasten,
aan welke lastgeving door de instelling moet worden vol
daan;
i. de verharding van de straten, waaraan de woningen
zullen worden gebouwd, zal door of van wege de gemeente
op kosten der instelling worden aangebracht, zullende het
daarvoor benoodigde bedrag door de instelling op uitnoo-
diging van Burgemeester en Wethouders onmiddellijk ten
kantore van den gemeente-ontvanger moeten worden gestort
VERGADERING VAN 30 JANUARI 1920.
k. de akte van overeenkomst tot verstrekking en aan
vaarding van het voorschot zal worden verleden ten overstaan
van een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen
notaris, waarvan de kosten komen ten laste van de instelling;
2°. aan die instelling eene bijdrage uit de gemeentekas
te verstrekken van het vier derde gedeelte der toe te kennen
rijksbijdrage als hierna onder II bedoeld, onder de volgende
voorwaarden
a. indien het voorschot of het onafgeloste 'gedeelte
daarvan wordt opgevorderd krachtens art. 15, letter b, van
het Koninklijk besluit van 28 Juli f902, (Staatsblad N°.'i6o),
zullen de termijnen, tot welker betaling de gemeente zich
nog in de toekomst verbonden had, niet meer zijn verschul
digd;
b. de door de gemeente verleende bijdrage zal in min
dering strekken van de annuïteiten, die de instelling aan
de gemeente heeft te betalen; wanneer de bijdrage van
het Rijk wordt ingetrokken, op grond, dat de behoefte
aan eene bijdrage mag geacht worden te zijn verminderd
of vervallen, zal de bijdrage van de gemeente met het vier
derde gedeelte van het bedrag der vermindering van de
rijksbijdrage worden verminderd, of, bij intrekking der
rijksbijdrage, worden ingetrokken;
II. Uit s Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden
een gelijk bedrag aan voorschot en voor zoolang de ge
meente bedoelde bijdrage aan meergemelde instelling zal
betalen een zoo hoog mogelijke jaar lij ksche bijdrage
in de betaling van de annuïteit.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 3osten Januari 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
herziening van de jaarwedden en belooningen van
de gemeente-ambtenaren, -beambten en -werklieden.
De Voorzitter verzoekt den leden aan dit voorstel twee
wijzigingen toe te voegen,
ie. voor den directeur der gemeentebedrijven wordt de
verhooging door Burgemeester en Wethouders voor
gesteld op acht gelijke verhoogingen van 100, in
plaats van vier twee jaarlij ksche van 200.— en
2e. voor woningtoelage en kindertoelage van den waag-
meester, te bepalen op respectievelijk 10 en 5
der wedde, in plaats van op respectievelijk 3 en
Verder deelt spreker mede, 'dat het rapport van de commissie
belast met het onderzoek van de gemeentebegrooting en het
antwoord van Burgemeester en Wethouders aanleiding zijn
geweest tot het doen van deze voorstellen. Bij brief van 24 Ja
nuari j.1. heeft dit College zijne voorstellen nader toegelicht;
Jfteent dus deze voorstellen niet verder in deze vergadering
te behoeven toe te lichten.
De heer Jac. Vos kan zich met de voorgestelde verhoogin
gen met vereenigen. De belastingschroef is in onze gemeente
vrij sterk aangedraaid. Een groot gedeelte der belastingbeta
lers zooals de gewone middenstand en de boerenstand, die
tot heden gewillig de belasting betaalden, zullen bij eene zeker
e vei wachten inzinking, waarbij zal blijken, dat met zwoegen
en werken geen cent te verdienen is, moeilijk in staat zijn de
belasting te blijven betalen.
Wanneer de Raad meent, dat de belooningen, die aan het
gemeentepersoneel toegekend zijn, niet voldoende zijn om er
behoorlijk van te kunnen leven, dan zou spreker eene tijdelijke
verhooging willen gevenin het tegenovergestelde geval zou -
hij willen voorstellen om geene verhoogingen toe te kennen.
De heer Steyaard had gaarne gezien, dat de nieuwe loon
regeling tijdiger aan de leden was toegezonden. Nu hadden
de leden slechts ongeveer twee dagen tijd om voorstellen tot
wijziging in te dienen, een tijd, die voor de arbeidersafgevaar
digden, wier heele dagen bezet zijn, te kort is om de loonrege
ling grondig te kunnen bestudeeren.
Desniettegenstaande heeft spreker toch enkele punten uit
de nieuwe loonregeling bekeken. Het bevreemdde hem, dat
de woning- en kindertoelage is omgezet in eene percentsge
wijze toelage, wat tegenvolge heeft, dat de beter gesalariëerden
bij de nieuwe loonregeling meer in hun zak zullen steken dan
de minderbedeelden. Wij staan, zegt spreker, daar tegenover.
Op grond hiervan zou hij wenschen, dat de nieuwe regeling
werd aangehouden tot de volgende vergadering en dat in
plaats daarvan een duurtetoeslag over het eerste kwartaal
i920 werd verleend; de nieuwe regeling zou dan 1 April 1920
kunnen ingaan.
Aangezien de Voorzitter in eene vorige vergadering heeft
gezegd, dat hij niet wenscht te antwoorden op vragen, die
a bout portant gedaan worden, wenschen de sociaaldemocraten
ook niet te komen met voorstellen, waarvoor zoon korten tijd
gegeven wordt.
Spreker stelt voor de loonregeling in kwestie in de volgende
veigadering van den Raad te behandelen en te bepalen, dat
de leden van den Raad binnen twee weken na heden schrifte
lijke voorstellen tot wijziging bij Burgemeester en Wethouders
hebben m te dienen.
De heer Voeten kan zich heel goed met het gesprokene door
den heer Jac. Vos vereenigen. Spreker zegt, dat de belasting
betalers enorm zullen moeten betalen en hij is er sterk tegen
om nu er een heele terugslag zal komen in alle zaken, nog
verhooging van salaris aan het gemeentepersoneel toe te
kennen.
De heer de Bruyn is het in groote lijnen eens met hetgeen de
heer Jac. Vos heeft gezegd. Spreker wil echter nog even met
eenige cijfers illustreeren, hoe de belasting toestand in onze
gemeente is.
Over het afgeloopen dienstjaar 1949 werd ongeveer uit
den hoofdelijken omslag gehaald 325.000. Dat is over een
tijdperk van zestien maanden, wat over twaalf maanden on
geveer eene heffing beteekent van 250.000.
°P f.e, begrooting voor het dienstjaar 1920 moet uit den
hoof delij ken omslag gehaald worden 413-000, hetgeen nog
vermeerderd moet worden met 15.000, die wij geraamd had
den, doch niet zullen krijgen als opbrengst der uitkeering
uit de oorlogswinstbelasting. In den loop van het jaar komt er
gewoonlijk ook nog wat bij, zoodat wij kunnen rekenen, dat
het volgend jaar ongeveer het dubbele der belasting zal moeten
worden betaald van die over het afgeloopen dienstjaar. Uit
gedrukt in percenten bedroeg de belasting over het afgeloopen
dienstjaar 8 van het belastbaar inkomen, het volgend jaar
zal dit dus zijn 16 Van een middelmatig inkomen van 5000
moest over het afgeloopen jaar 7J worden betaald, dat
wordt dus 15 over het volgend jaar.
Wanneer de belasting nog verder wordt opgedreven, kan
daarvan het gevolg wezen, dat inwoners, die van groote in
komens moeten betalen, hunne woonplaats zullen verwisselen
of met plaatsen, die hun bij gelijke belasting meer kunnen
Besluit tot het vervangen van het stenografisch verslag der vergaderingen door een analytisch verslag.
Besluit tot het toekennen van een voorschot en eene bijdrage aan de bouwvereeniging „St. Benedictus" alhier voor den bouw van
zes en zestig arbeiderswoningen.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening van de jaarwedden en belooningen van de gemeente-ambtenaren,
-beambten en -werklieden.
1-25.