2 VERGADERING VAN 27 AUGUSTUS 1920. Besluit omtrent de verbreeding der brug aan de Kade. Verbooging der belooning van het personeel der Brandweer. Besluit tot aankoop van grond voor woningbouw. De heer HEERMA VAN VOSS doet vervolgens uitko men. dat het hem ten zeerste spijt, dat hij zijn voorstel heelt moeten doen, doch de slechte toestand der gemeen- te-financiën weegt bij hem thans het zwaarst. Zoodra deze het eenigszins toelaat, zal spreker voorstellen het overige gedeelte van het werk te doen uitvoeren. Op de opmerking van den heer Konings omtrent het het kanaal Antwerpen-Moerdijk zegt spreker niet te kun nen beoordeelen, of dit invloed zal hebben op dit werk. De verbreeding der brug is in ieder geval geen noodeloos werk. Op eene vraag van den heer Verheijen, waarvan de ab normale prijsverhooging het gevolg is, antwoordt spreker, dat verhooging der loonen hiervan vooral de oorzaak is, terwijl het werk ook zeer veel gevaar en risico met zich brengt in verband met de wegruiming van een zwaren houten vloer, die indertijd in de haven is gelegd, en waarvan men de constructie niet kent. Zou er tijdens die opruiming een grooten aandrang van water komen, dan kan dit onmogelijk worden opgehouden en zou het werk zoodoende verdrinken. De heer VERHEIJEN brengt naar voren, dat indertijd ook is geklaagd over den toestand der brug zelve, die zoo desolaat zou zijn, dat zij niet meer in staat was het mo derne verkeer te dragen. De heer HEERMA VAN VOSS antwoordt hierop, dat er slechts is geklaagd over het feit, dat de brug te smal is en te gevaarlijk voor de kinderen, die van den Turf- berg komen. Dat de brug te smal is, is nu weer gebleken, daar de leuning weer is stuk gereden. Zonder hoofdelijke stemming wordt nu besloten over eenkomstig het voorstel van de Commissie van Openbare Werken alleen de brug te doen verbreeden. Door den Voorzitter wordt vervolgens aan de orde ge steld Verhooging der belooning van het personeel der Brand weer. De VOORZITTER merkt op, dat de regeling van de belooning van het personeel der brandweer verouderd is en dat die belooning veel te laag is, waardoor begrijpelij- derwijze ontevredenheid wordt gewekt. De heer HEERMA VAN VOSS, wethouder van Open bare Werken, zegt, dat bij den jongsten brand de opper- brandmeester hem heeft te kennen gegeven, dat het niet langer aanging het personeel te beloonen naar een tarief, lager dan het uurloon bij hun gewone werk. Hij heeft dien brandmeester toen toegezegd den Raad te zullen voorstellen de belooning te verhoogen. Door het Bestuur der Brandweer wordt voorgesteld de belooning te ver hoogen als volgt: voor de machinisten en spuitvoerders van 45 tot 75 cent per uur overdag en van 60 tot 85 cent per uur des nachts, en voor het overige personeel van 35 tot 65 cent per uur overdag en van 40 tot 75 cent per uur des nachts. De heer RAATS vindt de belooning van 75 cent per uur des nachts te laag in verhouding tot die van 60 cent per uur overdag- De heer VERHEIJEN zegt, hoewel de dienst bij de brandweer naar zijne meening een burgerplicht is en niet op één lijn kan worden gesteld met de gewone werkzaam heden, er prijs op te stellen, dat voor werk bij avond en nacht eene nadere regeling wordt tot stand gebracht, die ongeveer zal parallel loopen met de regeling voor de be looning van overwerk in de moderne bedrijfsorganisatie, volgens welke voor werk buiten de gewone diensturen een toeslag wordt gegeven van 25% en voor werk des nachts van 50%. Hij geeft in overweging het voorstel nader onder de oogen te zien. De heer HEERMA VAN VOSS stelt naar aanleiding van de opmerkingen der twee vorige sprekers, waarmede hij zich kan vereenigen, voor, het voorstel terug te zenden naar de brandmeesters onder mededeeling van de ken baar gemaakte verlangens en met verzoek een nader voorstel te willen doen. De heer VERHEIJEN acht dit onnoodig. daar blijkt, dat de belooning overdag voldoende wordt geacht. Deze belooning zou voor werk tusschen 5 en 8 uur des mor gens en 6 en 9 uur des avonds met 25% kunnen worden verhoogd en voor werk des nachts met 50%. De heer HEERMA VAN VOSS vindt het correcter de brandmeesters eerst nog te hoeren, waartoe zonder hoof delijke stemming wordt besloten. II Aankoop van grond voor woningbouw. Op voorstel van den Voorzitter wordt vervolgens be- besloten ter behandeling van punt II der agenda in comité generaal over te gaan. Na heropening der openbare vergadering stelt De VOORZITTER namens het Dagelijksch Bestutu- voor van de N.V. Roosendaalsche Maatschappij tot Ex ploitatie van Onroerende goederen, alhier, aan te koopen voor woningbouw de haar toebehoorende terreinen gele gen te Roosendaal in de Knip, tegen 1-70 M2., overeen komstig de voorwaarden, die den leden bekend zijn en die zijn opgenomen in het concept besluit, waarvan de Secretaris voorlezing geeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten, zoodat het volgende besluit is vastgesteld: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, HEEFT BESLOTEN: tot aankoop van de aan de Naamlooze Vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen, gevestigd te Roosendaal, in eigendom toebehoorende per- ceelen bouwterrein, gelegen te Roosendaal, kadaster sec tie C nummers 100, 1363, 99, 98, 1259, 2322 gedeeltelijk, 3 VERGADERING VAN 27 AUGUSTUS 1920. Besluit tot aankoop van grond voor woningbouw. Toekenning vergoeding voor het plaatsen van advertenties in „De Grondwet". Vaststelling van de rooilijn in de Stoopstraat. Rondvraag. 104 gedeeltelijk en 102 gedeeltelijk, zooals op de bij dit besluit behoorende teekening zijn aangegeven, ter grootte als bij kadastrale opmeting zal blijken en verder onder de navolgende bepalingen: lo. De koopprijs bedraagt één gulden en zeventig cent per oppervlakte van een vierkanten meter. De koopprijs zal moeten worden voldaan uiterlijk twee jaar na het verlijden der definitieve koopakte, zullende van het verlijden dier akte af tot op den datum, waarop de betaling van den koopprijs plaats heeft, aan de Maat schappij eene rente moeten worden vergoed, berekend tegen vijf percent 's jaars. De definitieve koopakte zal moeten worden verleden zoo spoedig mogelijk, nadat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op dit besluit zal zijn verkregen. 2o. De palen met draad, op voorgeschreven perceelen aanwezig, zijn niet in den verkoop begrepen, doch wor den door de vennootschap-verkoopster voorbehouden om geruimd te zijn uiterlijk binnen eene maand na kennisge ving door de koopster. 3o. Het is de koopster verboden de navolgende in voorschreven perceelen liggende wegen van ligging of bestemming te veranderen, als: a. een weg, loopende vanaf den Boulevard in Ooste lijke richting, en b- een weg, loopende in Noordelijke richting vanaf de Burgerhoutsche straat tot aan de Voorstraat, Deze wegen, waarop de vennootschap-verkoopster zich voorbehoudt alle rechten, die men op eene openbare straat kan hebben, als zijn rechten van licht en uitzicht, door- en overgang, waterloozing en dergelijke, worden door de vennootschap-verkoopster aan de koopster gratis in eigen dom afgestaan. De boomen op deze wegen staande, alsmede die staande op de andere in het verkochte gelegen wegen, zijn in den verkoop begrepen. 4o. De koopster is verplicht tusschen voorschreven perceelen en de ten oosten daarvan gelegen aan de ven nootschap-verkoopster in eigendom toebehoorende per ceelen eene behoorlijke aansluiting speciaal opzichtens de wegen en de waterlossing tot stand te brengen en is gehouden zich hieromtrent met de Directie der ven- nootschap-verkoopster te verstaan. 5o. De niet verhuurde perceelen worden aanvaard on middellijk na het verlijden der definitieve koopakte. Met betrekking tot 'de aanvaarding der verhuurde perceelen zal door de vennootschap-verkoopster met de huurders eene nadere regeling worden getroffen om die aanvaar ding zoo spoedig mogelijk te kunnen doen plaats hebben. 6o. De verkoop geschiedt vrij van alle lasten en lij dende erfdienstbaarheden; alle navordering wegens on der- of overmaat zal zijn uitgesloten. 7o- De grondbelasting en alle andere lasten, waarmede het verkochte is bezwaard, komen van één Januari negen tienhonderd en één en twintig voor rekening der koopster, 8o. Alle kosten en rechten, vallende op de akte van koop en verkoop en de levering met inbegrip van die van overschrijving in de openbare registers komen ten laste van de koopster. Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 27sten Augus tus 1920. De Secretaris, A. A. RADEMAKERS. De Voorzitter, A. W- BRAAT. De VOORZITTER stelt vervolgens namens het Dage lijksch Bestuur voor aan de directie van het Dagblad „De Grondwet" een bedrag van 300.te doen uitkeeren als vergoeding voor het plaatsen van advertenties in dat blad gedurende het eerste halfjaar 1920. Op verlangen van den heer Steyaard in stemming gebracht wordt het voor stel met 6 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór stemden de heeren Verheijen, Valkenburg, Ko nings, Heerma van Voss. Raats en de Voorzitter. Tegen stemden de heeren Jongeneelen, Steyaard, Geerssen, van Dorst en Voeten. Vervolgens wordt de rooilijn in de Stoopstraat vastge steld. zooals in het volgende besluit is omschreven- De Raad der gemeente Rooendaal en Nispen, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, HEEFT BESLOTEN: de rooilijn in de Stoopstraat vast te stellen overeenkom stig de hieromtrent opgemaakte teekening, en wel zoo. dat die straat eene breedte zal krijgen van tien meter, be houdens bij de aansluiting aan de Kalsdonksche straat, waar die breedte voorlocpig slechts acht meter zal be dragen- Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosen daal en Nispen, van den 27sten Augustus 1920. De Secretaris, A. A. RADEMAKERS. RONDVRAAG. De Voorzitter, A. W. BRAAT, De heer RAATS dringt er bij het Dagelijksch Bestuur op aan maatregelen te nemen, dat de kermisinrichtingen, 'vóór deze worden geopend, aan een nauwkeurig onder zoek worden onderworpen, teneinde ongelukken te voor komen, zooals er in Groningen bij de Kermis een heeft plaats gehad. De VOORZITTER deelt mede, dat dergelijke maatre gelen reeds zijn getroffen- De heer KONINGS zegt, dat hij heeft gehoord, dat de tegels voor de bestrating der trottoirs in de Molenstraat eerstdaags zullen aankomen en dat hij in een brief aan het Dagelijksch Bestuur heeft verzocht den Raad voor te stellen op het besluit omtrent de bestrating der trottoirs in de Molenstraat terug te komen. Naar zijne meening zou de trottoirbestrating bij consequente uitvoe-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1920 | | pagina 35