7E VERGADERING. Vergadering van Vrijdag, 27 Augustus 1920. 1 VERGADERING VAN 27 AUGUSTUS 1920. Vaststelling van Notulen der vorige vergadering. Besluit omtrent verbreeding van de brug aan de Kade. Bijeenroepingsuur uur des voormiddags. Onderwerpen ter behandeling 1. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot be handeling in comité-generaal van aankoop grond voor woningbouw. 3- Uitloting van schuldbrieven. VOORZITTER: de heer A. W. BRAAT. Wethouder. Tegenwoordig met den Voorzitter: de heer A. Heer- ma van Voss, Wethouder, en de heeren J. A. Voeten, P. J. Raats, J- Verheijen, A. A, Jongeneelen, C. A. Valken burg, A. B. K. Steyaard, F. Geerssen, P. Konings en G. A, van Dorst, leden. Afwezig: de heeren A- F. Vos, Jac. Vos, K. F. W. M. van Wely en Chr. Kerstens. Twee vacatures. SECRETARIS: de heer A. A. RADEMAKERS. De VOORZITTER opent de vergadering onder mede- deeling, dat hij wegens vacantie van den Burgemeester deze vergadering zal leiden en dat de heeren Jac. Vos en K. van Wely hebben kennisgegeven, dat zij deze ver gadering niet kunnen bijwonen. Hij stelt daarna aan de orde: I. Vaststelling van de Notulen der vorige vergadering. In stemming gebracht, worden de notulen van het ver handelde in de 6e vergadering, gehouden op 30 Juli j-1., zooals zij in druk zijn verschenen en den leden toege zonden, bij hoofdelijke oproeping met algemeene stem men onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. De VOORZITTER vraagt vervolgens, of er, alvorens over te gaan tot behandeling van punt II der agenda, bij de leden bezwaar bestaat om een tweetal onderwerpen aan de agenda toe te voegen, waaromtrent de stukken en adviezen eerst na het opmaken der agenda aan Bur gemeester en Wethouders zijn ingediend, n.1, verbree ding van de brug aan de Kade en verhooging van de be looning van het personeel der Brandweer. Geen der leden heeft hiertegen bezwaar. De Voorzit ter stelt daarom aan de orde: Verbrceding van de brug aan de Kade. De heer HEERMA VAN VOSS, wethouder van Open bare Werken, herinnert eraan, dat op de goedgekeurde begrooting voor het jaar 1920 een bedrag van 10.000.— is uitgetrokken voor verbreeding van de brug aan de ha ven met verbetering van den rijweg naar den Westelijken Havendijk. Bij de inschrijving naar het werk bleek ech ter, dat de laagste inschrijving 13000.bedroeg, ter wijl voor bestrating en rij loon minstens nog moet worden gerekend op een bedrag van 1000zoodat de totale kosten ongeveer 14000.— zullen bedragen, derhalve 4000.meer dan door den Raad is gevoteerd. De Commissie voor Openbare Werken, zoo zegt spre ker, acht het met het oog op den ongunstigen toestand der gemeente-financiën, waarvan den Raad binnenkort meer zal blijken, niet wenschelijk den Raad voor de vol ledige uitvoering van het werk eene verhooging van het crediet te vragen, doch stelt voor alleen het allernoodza kelijkste gedeelte van het werk, n.1, alleen verbreeding van de brug, te doen uitvoeren, hetgeen ongeveer 1500. zal kosten. De brug zal dan vier meter worden verbreed en aan beide zijden worden voorzien van een trottoir, zoodat voor de voetgangers een veilige passage wordt verkregen van den Turfberg naar de Dwarskade, terwijl tenslotte ook de bestrating ter plaatse zal worden verbeterd. De verbetering van den rijweg naar den Turf berg en Westelijken Havendijk zal dan worden tot stand gebracht, zoodra de financiën dit toelaten. De heer VERHEIJEN acht het een verkeerde politiek het werk, waartoe de Raad nu eenmaal eenstemmig heeft besloten, uit te stellen, daar de ervaring heeft geleerd, het uitstellen van dergelijke werken steeds neerkomt op verhocging der kosten, terwijl hij vreest, dat binnen een of twee jaar de toestand der financiën niet gunstiger zal worden, zoodat de kosten dan nog bezwaarlijker voor de gemeentekas zullen zijn dan thans- De heer RAATS zou kunnen medegaan met de mee ning van den heer Verheijen, daar het verkeer over de brug thans vooral ook voor de jeugd gevaarlijk kan zijn, doch daar hij meent, dat met de uitvoering van het werk eene vernauwing der haven ter plaatse zal gepaard gaan, waardoor de waterdoorlaat wordt belemmerd met het ge volg, dat afwatering der landerijen in de Vrouwenmade wordt verslecht en overstroomingen aldaar veelvuldiger zullen worden, zou hij Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven deze quaestie nader te doen on derzoeken. Spreker kan er geen juist oordeel over vellen doch een deskundige op dit gebied heeft hem erop op merkzaam gemaakt. De heer KONINGS verklaart de meerdere kosten van 4000.geen bezwaar te vinden voor de uitvoering van het werk, doch acht de mogelijkheid niet uitgesloten, dat het kanaal Antwerpen-Moerdijk van invloed kan zijn op de plannen. Om die reden gaat spreker mede met het voorstel der Commissie van Openbare Werken.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1920 | | pagina 34