8
VERGADERING VAN 29 MEI 19^?
Intrekking van den aan gepensioneerde gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen toegekenden duurtetoeslag.
Besluit tot het indienen van een verzoek aan H. M. de Koningin tot belooning van het onderwijs
buiten de gewone schooluren.
Ie, dat bij de inwerkingtreding van bovenaangehaalde
verordening de bij zijn besluit van 15 Mei 1918 vastge
stelde verordening tot het toekennen van een duurtetoe
slag aan in dienst der gemeente zijnde ambtenaren, be
ambten en werklieden en gewezen ambtenaren, beambten
en werklieden en hunne weduwen en weezen, voor zoo
ver deze verordening thans nog geldende is, zal worden
geacht te zijn vervallen en buiten werking gesteld met
ingang van 1 Januari 1920, en
2e. dat het overeenkomstig de verordening d.d. 15 Mei
1918 tot het toekennen van een duurtetoeslag door de
gepensionneerde ambtenaren en de weduwen en weezen
van gemeente-ambtenaren genotene in mindering zal
worden gebracht van hetgeen zij volgens de verordening
d.d. heden op de verhooging der pensioenen over dat
jaar zullen genieten.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen, van 29 Mei 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
IV. Voorstel ran Burgemeester en Wethouders tot
het indienen van een verzoek aan H. M. de Koningin,
tot belooning van het Onderwijs buiten de gewone
schooluren.
Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van het concept-adres. Na voorlezing deelt
De VOORZITTER mede, dat Burgemeester en Wet
houders dit voorstel hebben gedaan naar aanleiding van
een daartoe strekkend adres van de onderwijzeressen bij
het openbaar lager onderwijs in deze gemeente en van het
Bestuur van de vereeniging tot Bevordering van Her
vormd schoolonderwijs in de provincie Noordbrabant en
Limburg, en geeft daarna het woord aan den heer Heerma
van Voss.
De heer HEERMA VAN VOSS, Wethouder van Onder
wijs, geeft de volgende toelichting op het voorstel. Vóór
de inwerkingtreding der nieuwe wet op het lager onder
wijs genoot het onderwijzend personeel voor het geven
van les in een der vakken nuttige handwerken, talen,
handelskennis ƒ200.per jaar. Thans ontvangen zij
voor het bezit van elk dier akten 50.'s jaars. Voor
het les geven in een dier vakken buiten de gewone school
uren wordt geen vergoeding toegekend. Wanneer een
onderwijzer dus ter vervanging van een collega, die af
wezig of ongesteld is, in een der genoemde vakken les
geeft, ontvangt hij daarvoor geene belooning, terwijl
daarvoor krachtens de vroegere gemeentelijke verorde
ning eene belooning werd toegekend, gelijk aan die, welke
voor het verplicht bezit eener akte was toegekend. Bur
gemeester en Wethouders stellen voor te verzoeken de
belooning daarvoor te bepalen op 2.per uur.
Burgemeester en Wethouders, zoo zegt spreker, beoo
gen dus niets anders dan het betrachten der billijkheid.
Aanneming van het voorstel zal voor de gemeente geen
kosten met zich brengen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Het volgende request zal alzoo aan H. M. de Koningin
worden verzonden:
AAN
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN
DER
NEDERLANDEN.
Geeft eerbiedig te kennen,
de Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
dat sedert de inwerkingtreding der Wet van 14 Juli
1919, Staatsblad 493, tot wijziging van de Wet tot rege
ling van het Lager Ónderwijs hem meer en meer de wen-
schelijkheid is gebleken om voor deze gemeente toepas
sing van het tweede lid van artikel 26 novies dier wet te
bevorderen,
dat deze wenschelijkheid allereerst haren grond vindt
in de ongelijke verhouding, welke ontstaan is tusschen de
vergoeding, welke de onderwijzeressen der openbare
scholen alhier krachtens de wet voor het geven van on
derwijs in de nuttige handwerken ontvangen, en die,
welke door de vakonderwijzeressen, die gedurende de
zelfde uren onderwijs geven, krachtens gemeentelijke
verordening wordt genoten,
dat toch de belooning van laatstgenoemden 200.
's jaars bedraagt, aldus gelijk staat met vier maal de 'be
zoldiging toegekend ingevolge de wet,
dat het hier bedoeld onderwijs in het leerplan der
scholen is opgenomen, doch buiten de gewone schooluren
wordt gegeven, zoodat toepassing van het tweede lid van
artikel 26 novies mogelijk ware,
dat voorts in het min of meer geregeld ontstaan van
vacatures in het onderwijzend personeel der verschillen
de scholen een tweede reden gelegen is, waarom toepas
sing van het aangehaalde artikel voor deze gemeente te
wenschen zoude zijn,
dat het immers zoowel bij het bijzonder als bij het
openbaar onderwijs bij vacature herhaaldelijk voorkomt,
dat voor den goeden gang van het onderwijs een der aan
wezige leerkrachten tijdelijk voor het geven van onder
wijs in een bepaald vak moet worden aangewezen, welk
onderwijs dan steeds buiten de gewone schooluren gege
ven wordt,
dat bovendien de onderwijzers van bijstand der open
bare scholen aan wie voorheen bij eene vacature het ge
ven van onderwijs in een vak werd opgedragen, uit kracht
van de vroeger dienaangaande geldende verordening voor
den duur der waarneming eene verhooging op hunne jaar
wedde genoten, gelijk aan die, welke voor het verplicht
bezit eener akte voor dat vak was vastgesteld, terwijl
door de onderwijzeressen eene vergoeding van 150.
genoten werd voor het bezit der akte nuttige handwerken,
dat hij op deze gronden voor deze gemeente bepaald
zou willen zien,
9
VERGADERING VAN 29 MEI IdfM
Besluit tot verhoogmg der aan het Bestuur der R. K. Landbouwschool, alhier, toegekende subsidie. Besluit tot toekenning
van subsidie aan J. B. Limbergen voor de bad- en zweminrichting.
dat voor het geven van onderwijs buiten de gewone
scnooluren aan de scholen voor Lager Onderwijs, voor
zoover eenig vak in het leerplan der school is opgenomen,
de jaarwedde van den als vast aan eene school verbon
den onderwijzer of onderwijzeres verhoogd wordt met een
bedrag berekend:
le. voor de nuttige handwerken naar 150. 's jaars,
2e. voor de Fransche, Duitsche of Engelsche taal, wis
kunde of Handelskennis, op den zelfden voet als in arti
kel 27 der Wet tot regeling van het Lager Onderwijs de
belooning voor het geven van Herhalingsonderwijs is ge
regeld, een en ander zoo mogelijk in te gaan 1 Januari
1919,
Redenen waarom de Raad voornoemd Uwe Majesteit
met eerbied verzoekt, overeenkomstig vorenstaande re
geling de jaarwedden van het onderwijzend personeel bij
het Lager Onderwijs in deze gemeente op een hooger be
drag te willen bepalen.
't Welk doende,
De Raad voornoemd,
AUG. COENEN, Voorzitter.
A. A. RADEMAKERS, Secretaris.
Roosendaal, 29 Mei 1920.
Request Tan liet Bestuur van de R. K. Landbouw
school, alhier, houdende verzoek om yerhooging der
toegekende subsidie.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en
Wethouders voorstellen goedgunstig op het request te
beschikken en de subsidie met ingang van 1 Juli 1920 te
verhoogen tot 4000.— 's jaars onder dezelfde voor
waarden, als in het besluit van 29 September 1919 zijn
opgenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen en is het vol
gende besluit vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Gezien een adres d.d. 14 Mei 1920 van het Bestuur der
Stichting tot bevordering van het R.K. Landbouwonder
wijs in het Bisdom Breda, gevestigd te Roosendaal, om
verhooging van de bij dezerzijdsch besluit vaïi 29 Septem
ber 1919 toegekende subsidie over het jaar 1920, alsmede
om toekenning over 1921 van eene subsidie in de exploi
tatiekosten ad 4000.
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
HEEFT BESLOTEN:
met wijziging in zooverre van zijn besluit van 29 Sep
tember 1919 aan voornoemde stichting in de kosten der
door haar geëxploiteerde landbouwwinterschool een sub
sidie te verleenen van 4000.— "s jaars, en wel met in
gang van 1 Juli 1920 en onder dezelfde voorwaarden en
bepalingen als zijn opgenomen in het aangehaald besluit
van 29 September 1919.
Gedaan door den Raad der gemeente Roosendaal en
Nispen, in zijne openbare vergadering van den 29sten
Mei 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
VI. Request van J. B, v. Limbergen, wonende alhier,
houdende verzoek om verhooging van de subsidie voor
de bad- en zweminrichting.
fe-
De VOORZITTER stelt namens Burgemeester en Wet
houders voor aan J, B, van Limbergen, voorloopig alleen
voor het loopende jaar, dezelfde subsidie toe te kennen
als het vorige jaar aan „Antverpia" is toegekend, n.1.
60.per maand over het tijdvak van 15 Mei tot 15
September, en wel onder voorwaarde, dat door adressant
aan alle on- en minvermogenden gelegenheid zal worden
gegeven kosteloos de baden te gebruiken gedurende twee
namiddagen in de week, waaronder Woensdagmiddag,
telkens van 1 tot 8 uur.
De heer RAATS is van meening, dat door de on- en
minvermogenden zeer weinig gebruik van de kostelooze
baden wordt gemaakt en stelt daarom voor de subsidie te
weigeren.
De VOORZITTER herhaalt, dat wordt voorgesteld
voorloopig alleen voor het loopende jaar subsidie te ver
leenen, Burgemeester en Wethouders zijn van meening,
dat de nieuwe exploitant, die de inrichting heeft laten
herstellen en verbeteren, evenals de vorige eigenaars dient
te worden gesteund en dat de subsidie niet mag worden
geweigerd, omdat de vorige exploitanten hunne verplich
tingen misschien niet goed zijn nagekomen. Spreker hoopt
dat er veelvuldig gebruik zal worden gemaakt van de
kostelooze baden. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan
zullen Burgemeester en Wethouders ook geen voorstel
doen voor de volgende jaren subsidie te verleenen.
De heer RAATS kan zich na deze toelichting met het
voorstel van het Dagelijksch Bestuur vereenigen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zoodat het
volgende besluit is vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Beschikkende op het verzoek van J. B. van Limbergen,
wonende Boulevard Antverpia 1 alhier, om subsidie in dé
kosten der door hem geëxploiteerde bad- en zweminrich
ting evenals ten vorige jare aan de toenmalige eigena
resse, de Levensverzekering Maatschappij „Antverpia",
alhier werd toegekend, evenwel tot een hooger bedrag,
Overwegende, dat het belang van openstelling der bad
inrichting op bepaalde tijden voor on- en minvermogenden
subsidie van gemeentewege alleszins billijkt,
aat evenwel met is gebleken, dat het ten vorige jare