VERGADERING VAN 20 MAART 1920.
De heer Steyaard vindt toch, waar slechts eene subsidie
van 50. wordt gevraagd, het bedrag van 100. te hoog.
De Voorzitter zegt, dat alleen voor het geval een cursus
te Roosendaal zal worden gehouden, de subsidie tot 100.—
per jaar zal worden verhoogd. Hij acht dit van zoo'n groot
voordeel voor de gemeente, dat daardoor verhooging der
subsidie met 50. zeer goed wordt gemotiveerd.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
thans zonder hoofdelijke stemming aangenomen door vaststel
ling van het concept-besluit, dat voor de leden ter visie heeft
gelegen.
Het vastgestelde besluit luidt als volgt:
De Raad der Gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
BESLUIT
aan den Algemeenen Nederlandschen Politiebond ten be
hoeve van de door de Commissie van Vakonderwijs op te
richten politiecursussen eene bijdrage te verleenen van
VIJFTIG GULDEN per jaar, welke bijdrage evenwel tot
HONDERD GULDEN per jaar zal verhoogd worden, indien
een dier cursussen te Roosendaal mocht gevestigd worden.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosen
daal en Nispen, in zijne vergadering van den 20sten Maart
1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
IX. Voorstel tot toekenning van eene rijwieltoelage
aan den opzichter der Gemeente-plantsoenen.
De heer Heerma van Voss, wethouder van Openbare
Werken, deelt mede, dat de Verfraaiïngscommissie heeft
voorgesteld om met ingang van het jaar 1919 aan den op
zichter der gemeente-plantsoenen een toelage toe te kennen
voor het gebruik van een eigen rijwiel in gemeentedienst van
50.— 'sjaars. Burgemeester en Wethouders hebben met
het oog op de uitgestrektheid van het terrein, waar de opzich
ter toezicht moet houden, het voorstel dier commissie in zoo
verre overgenomen, dat zij voorstellen de toelage te geven te
beginnen met het jaar 1920.
De heer Steyaard is van meening, dat aan den opzichter
niet eene rijwieltoelage, doch een geheel vrij rijwiel behoort
te worden toegekend. Wanneer de raad hiertoe kan besluiten,
ligt het tevens op zijn weg dit voorrecht en ook vrij kleeding
toe te kennen aan alle werklieden in gemeentedienst.
De Voorzitter merkt op, dat de heer Steyaard buiten de
orde gaat en dat voorstellen, zooals hij ze thans doet, bij de
begrooting ter tafel dienen te worden gebracht.
De heer Steyaard stelt nu voor aan den opzichter der plant
soenen een vrij rijwiel toe te kennen in plaats van eene rijwiel
toelage.
Daar dit voorstel alleen door den heer Geerssen wordt on
dersteund, kan het niet in behandeling komen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het vol
gende besluit, dat in concept voor de leden ter visie heeft
gelegen, is zoodoende vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
BESLUIT
te bepalen, dat aan den opzichter der gemeente-plantsoenen,
te beginnen met het jaar 1920 eene toelage zal worden ver
leend van VIJFTIG GULDEN per jaar voor het gebruik van
een eigen rijwiel in gemeentedienst.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosendaal
en Nispen, in zijne vergadering van den 20sten Maart 1920.
De Secretaris,. De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
X. Verzoek van den Heer J. A. Schellekens, alhier,
om eervol ontslag als hoofd der school te Nispen en als
leeraar aan de burgeravondschool.
De Voorzitter zegt, dat hij bij dit punt een voorstel moet
doen, waartoe hij liever niet verplicht zou zijn. Aan de school
te Nispen zijn reeds twee vacatures, waarvan eene reeds een
jaar bestaat en ondanks herhaalde pogingen van Burgemees
ter en Wethouders nog niet aangevuld is kunnen worden.
Nu ook het hoofd der school nog ontslag vraagt, zal de toe
stand natuurlijk nog minder rooskleurig worden voor het
onderwijs te Nispen. Bereids hebben Burgemeester en Wet
houders eene oproeping gedaan voor hoofd der school, waar
op zich vier sollicitanten hebben aangemeld. Daar echter voor
de betrekking van onderwijzer zich geen gegadigden aanmel
den, konden Burgemeester en Wethouders niet direct beslui
ten aan den raad voor te stellen het verzoek van den heer
Schellekens in te willigen. Alleen om den heer Schellekens
een blijk te geven van buitengewone tevredenheid over zijn
optreden te Nispen en van waardeering zijner verdiensten
voor het onderwijs, stellen Burgemeester en Wethouders
voor zijn verzoek in te willigen. Spreker acht het echter zijn
plicht den leden ook te wijzen op de bezwaren, die daaraan
verbonden zijn. De heer Schellekens dient echter in alle op
zichten gesteund te worden in zijn streven tot verbetering
zijner positie.
Spreker stelt namens Burgemeester en Wethouders voor
aan den heer Schellekens overeenkomstig zijn verzoek met in
gang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te verleenen uit zijne be
trekking van hoofd der school te Nispen en van leeraar aan de
Burgeravondschool, alhier.
De stemming over dit voorstel geschiedt bij gesloten, niet
onderteekende briefjes. De uitslag der stemming is, dat wer
den uitgebracht dertien geldige stemmen, waarvan 12 waren
uitgebracht vóór het voorstel van Burgemeester en Wet
houders en een tegen dat voorstel.
De volgende twee besluiten zijn alzoo vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Beschikkende op het verzoek dd. 29 Februari 1920 van J. A.
Schellekens om ontslag uit zijn betrekking van hoofd der
openbare school voor uitgebreid lager onderwijs te Nispen,
wegens zijn benoeming tot hoofd der bijzondere Roomsch-
Katholieke school voor meer uitgebreid lager onderwijs te
Boxtel, en wel met ingang van 1 Mei 1920
VERGADERING VAN 20 MAART 1920.
HEEFT BESLOTEN:
aan J. A. Schellekens voornoemd overeenkomstig zijn verzoek
met ingang van 1 Mei 1920 eervol ontslag te verleenen uit
zijne betrekking van hoofd der school voor uitgebreid lager
onderwijs te Nispen.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen den 20 sten Maart 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Beschikkende op het verzoek dd. 29 Februari 1920 van
J. A. Schellekens om ontslag uit zijne betrekking van leeraar
aan de Burgeravondschool dezer gemeente, wegens zijn be
noeming tot hoofd der bijzondere Roomsch-Katholieke school
voor meer uitgebreid lager onderwijs te Boxtel, en wel met
ingang van 1 Mei 1920
HEEFT BESLOTEN:
aan J. A. Schellekens voornoemd overeenkomstig zijn ver
zoek met ingang van 1 Mei 1920 eervol ontslag te verleenen
uit zijne betrekking van leeraar aan de Burgeravondschool
dezer gemeente.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen, den 20sten Maart 1920.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
XI. Voorstel tot wijziging van de verordening op de
heffing van hoofdelijken omslag.
De Voorzitter recapituleert, dat er drie voorstellen zijn
om het bedrag, dat voor noodzakelijk levensonderhoud van
het inkomen wordt afgetrokken en dat thans 650. bedraagt
te wijzigen, en wel, le in 700.— voor allen, 2e. in 700.—
voor gehuwden en 400. voor ongehuwden, en 3e in 800.
voor allen. Bovendien is er nog een voorstel om de bepaling,
waardoor samenwonenden een kleineren aftrek krijgen, te doen
vervallen.
Naar de meening van spreker is het 2e voorstel van de ver
ste strekking voor de gemeente-financiën en wel omdat voor
de ongehuwden dan het bedrag voor noodzakelijk levenson
derhoud met 250. zal worden verminderd en voor de ge
huwden met 50. zal worden verhoogd en er niet vijf maal
zooveel gehuwden zijn aangeslagen als ongehuwden. Daarna
volgt het voorstel om het bedrag voor noodzakelijk levenson
derhoud te bepalen op 800. Wanneer deze beide voor
stellen worden verworpen, zal spreker het derde voorstel
in stemming brengen. Zoo ook dit niet wordt aangenomen,
blijft het bedrag 650. -
Spreker zal nu dus het voorstel van den heer Braat om den
aftrek te bepalen op 700.— en 400.— in stemming bren
gen.
De heer Braat wijzigt naar aanleiding van de stemmen, die
m de vergadering zijn opgegaan, de bedragen van zijn voor
stel in 800.— voor gehuwden en 500.— voor ongehuwden.
Deze regeling, zegt spreker, is gebaseerd op belasting naar
draagkracht en deze is alleszins billijk te achten. Bovendien
heeft hij nog een ander motief om de aftrek voor ongehuwden
lager te stellen dan voor de gehuwden. Wanneer voor allen
de aftrek^ wordt bepaald op 800.—, zal het percentage
der belasting enorm worden verhoogd, voor de grootere in
komens zelfs tot 15, 16 a 17 Bij een aftrek van 650.—
zal van een inkomen van 11.200.— 1247.80 belasting moe
ten worden betaald en bij een aftrek van 800.— 1504.80,
of 257.— meer. Het lijdt volgens spreker geen twijfel, of
het gevolg van dit alles zal zijn, dat verschillende ingezetenen
Roosendaal zullen verlaten. Verhooging van den aftrek tot
800. voor allen brengt alleen voordeel mede voor hen, die
een inkomen hebben van 1000.— of minder. Wordt de aftrek
voor ongehuwden van 650.— verminderd tot ƒ500.—dan
weegt dit op tegen de verhooging van den aftrek voor gehuw
den tot ƒ800.
De Voorzitter acht het nadere voorstel van den heer Braat
beter, daar hierbij ten deele rekening is gehouden met de
Rijksinkomstenbelasting.
Hij zal nu eerst bij stemming doen uitmaken, of de verga
dering voor een verschillenden aftrek voor gehuwden en on
gehuwden is. Zoo de heer Braat hierover nog het woord ver
langt, zal hij het hem verleenèn.
De heer Braat deelt als toelichting nog mede, dat belas
ting naar draagkracht, waarop zijn voorstel berust, een onder
deel vormt van het R. K. gemeenteprogram. Bovendien vindt
hij het billijk, dat de ongehuwden een grooter deel van de
uitgaven, welke door hen aan uitgaan en drinken besteed
worden, als belasting in de gemeentekas hebben te storten.
De heer Heerma van Voss is van oordeel, dat de heffing
van den hoofdelijken omslag zooveel mogelijk dient te geschie
den op denzelfden voet als de heffing van Rijksinkomstenbelas
ting. Daarom is hij voor een gelijken aftrek van 800.— voor
allen. In de vigeerende verordening is toch ook, evenals bij de
Rijksinkomstenbelasting, kinderaftrek opgenomen.
De heer Steyaard is het niet eens met de meening van den
heer Braat. Een gehuwde toch blijft na afloop van zijn werk
thuis, doch een ongehuwde heeft er behoefte aan uit te gaan,
hetwelk van zelf uitgaven met zich brengt. Bovendien wordt
door zijn kost juffrouw op een groot gedeelte van zijn ver
diensten beslag gelegd. Het kostgeld bedraagt tegenwoordig
minstens 720.— per jaar, zoodat iemand met een inkomen
van 800. toch zeker geen belasting kan betalen. Boven
dien is spreker niet bevreesd, dat de bezittende klasse de ge
meente om de hooge belasting zal verlaten.
Met 12 tegen 1 stem verklaart de vergadering zich nu tegen
ongelijken aftrek.
Tegen stemden de heeren K. van Wely, J. Vos, Raats,.
Voeten, Valkenburg, Jongeneelen, Steyaard, Geerssen, van
Dorst, A. Vos, Heerma van Voss en van Gastel.
Vóór stemde de heer Braat.
De Voorzitter zal nu het voorstel om den aftrek tot 800.
te verhoogen in stemming brengen. Hij vindt daar alles voor
te zeggen. Toen de aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud
in de Rijksinkomstenbelasting werd bepaald op ƒ650.—,
verhoogde de raad dien aftrek bij den hoofdelijken omslag ook
tot dit bedrag. Nu die aftrek in de Rijksinkomstenbelasting
verhoogd is tot 800.—, vindt hij het rationeel, om de ver
ordening op de heffing van hoofdelijken omslag daarmede in
overeenstemming te brengen.
Na eenige discussie trekt de heer Steyaard zijn voorstel
om het bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud op 700.
te bepalen, in.
De heer van Gastel vraagt, of bij aanneming van het
voorstel van den heer Heerma van Voss, de kinderaftrek
ook zal zijn geregeld als in de Rijksinkomstenbelasting,
Besluit tot het toekennen van subsidie voor de op te richten politiecursussen.
Besluit tot het toekennen van rijwieltoelage aan den opzichter der gemeente-plantsoenen.
Besluit tot het verleenen van eervol ontslag aan den heer J. A. Schellekens, als hoofd der school te Nispen.
Besluit tot het verleenen van eervol ontslag aan den heer J. A. Schellekens, als hoofd der school te Nispen en als leeraar
der Burgeravondschool.
Voorstellen tot wijziging van de verordening op de heffing van hoofdelijken omslag.