24
VERGADERING VAN 17 DECEMBER 1919.
Besluit tot wijziging van de verordening op de heffing en op de invordering van
eene belasting op openbare vermakelijkheden.
dat op de begrooting is geraamd, anders niet zal worden
verkregen. Kan de gemeenteraad zich vereenigen met de
voorstellen, zooals zij in concept ter visie hebben gelegen?
Heeft daar niemand bezwaar tegen? Niemand? Dan zijn zij
aangenomen en zijn de volgende besluiten vastgesteld:
De Raad der Gemeente Roosendaal en Nispen;
Overwegende, dat in verband met het op de begrooting
voor het dienstjaar 1920 geraamd bedrag wijziging der ver
ordening op de heffing van een belasting op openbare ver
makelijkheden noodig is,
HEEFT BESLOTEN
vast te stellen de navolgende verordening:
VERORDENING tot wijziging der verordening op
de heffing van eene belasting op openbare ver
makelijkheden in de gemeente Roosendaal en
Nispen.
Artikel I.
Artikel 5 van de op 31 Januari 1917 vastgestelde veror
dening op de heffing van eene belasting op openbare ver
makelijkheden in de gemeente Roosendaal en Nispen wordt
gelezen als volgt
Artikel 5.
„De belasting bedraagt
1°. Voor openbare vermakelijkheden, waarvoor toegangs
geld wordt betaald of waarvoor of waarbij krachtens artikel 3,
tweede lid, contributiën van leden van vereenigingen als
toegangsgeld in rekening worden gebracht behoudens de
onder 2° van dit artikel vermelde uitzondering twintig
percent van de bruto of onzuivere opbrengst van de toe
gangsgelden of (en) contributiën;
2°. voor tentoonstellingen, waarvoor het hoogste toe
gangsgeld (waarbij de prijs van doorloopende toegangsbe
wijzen buiten beschouwing wordt gelaten) per persoon ƒ1.—
of daar beneden bedraagt, een vast bedrag van ƒ5.— per
dag of een gedeelte van een dag;
3°. voor muziek en danspartijen in herbergen, tapperijen
of op de aanhoorigheden daarvan, indien geen toegangsgeld
verschuldigd is, en deze niet vallen onder het bepaalde sub
5° een vast bedrag van 2.— voor elke partij
4°. voor het laten of doen bespelen, of het laten of doen
spelen van een muziekinstrument, phonograaf of spreekma
chine in herbergen of tapperijen of op de aanhoorigheden
daarvan een vast bedrag van 10.— per jaar loopende
van 1 Januari tot en met 31 December of gedeelte van
een jaar;
5°. voor openbare vermakelijkheden, waarvoor geen
toegangsgelden geheven wordt, maar gedurende welke of
na afloop waarvan ten behoeve van den ondernemer, of de
ondernemers of de deelnemers van de vermakelijkheid ge
collecteerd wordt met uitzondering van die op de open
bare straat of waarbij consumptie verkregen kan worden
gedurende de vermakelijkheid en voor welke consumptie
meer in rekening gebracht wordt dan het gewone door
Burgemeester en Wethouders goedgekeurd tarief, dat op de
door dezen voorgeschreven wijze ter kennis van de bezoekers
moet worden gebracht, een bedrag van 5.—."
Artikel II.
Deze verordening treedt in werking op den eersten dag
der maand volgende op die, waarin de Koninklijke goed
keuring daarop zal zijn verkregen.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen van den 17en December 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen
HEEFT BESLOTEN:
vast te stellen de navolgende verordening
VERORDENING tot wijziging der verordening op
de invordering der belasting op de openbare
vermakelijkheden in de gemeente Roosendaal en
Nispen.
Artikel I.
Artikel 3, tweede lid, van de op 31 Januari 1917 vastge
stelde verordening op de invordering der belasting op de
openbare vermakelijkheden in de gemeente Roosendaal en
Nispen wordt gelezen als volgt:
„Elk toegangsbewijs moet aanwijzing van het daarvoor
verschuldigde bedrag bevatten, en, indien er verschillende
rangen zijn, van den rang, waarvoor het geldig is, tenzij
het bewijs kosteloos toegang geeft voor leden of donateurs
van vereenigingen, in welk geval dat bewijs eene aanduiding
van het lidmaatschap of donateurschap moet vermelden. Het
model van het toegangsbewijs wordt door Burgemeester en
Wethouders vastgesteld."
Artikel II.
Artikel 9 van bovenvermelde verordening wordt gelezen
als volgt
„Artikel 9.
Ingeval de aangifte, bedoeld in artikel 2, is verzuimd bij
openbare vermakelijkheden, bedoeld in artikel 3, toegangs
bewijzen blijken te zijn afgegeven, die niet van gemeentewege
zijn gestempeld, of waarvoor een hoogeren prijs dan het
daarop vermelde verschuldigde is in rekening gebracht, of
personen zijn toegelaten, die niet ambtshalve toegang hebben,
en die geen gestempeld toegangsbewijs kunnen vertoonen,
of slechts toegangsbewijzen, die voor vroegere vermakelijk
heden geldig waren, of, indien de in artikel 7 bedoelde
betaling niet is geschied, zijn de met de handhaving van de
25
VERGADERING VAN 17 DECEMBER 1919.
Verordening tot wijziging der verordening op de invordering der belasting op openbare vermakelijkheden.
Vaststelling van de belooning van den onderwijzer in Handelskennis aan school B.
bepalingen dezer verordening belaste ambtenaren bevoegd
de uitvoering of voortzetting der vermakelijkheid, desnoods
met behulp van den sterken arm, te beletten, onverminderd
de toepassing van artikel 271 en volgende der gemeentewet."
Artikel III.
Deze verordening treedt in werking op den eersten dag
der maand, volgende op die, waarin opnieuw de Koninklijke
goedkeuring op de verordening op de heffing van een be
lasting op openbare vermakelijkheden in deze gemeente zal
zijn verkregen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den
Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 17den De
cember 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
De VoorzitterIk wensch de vergadering nog mede te
deelen, dat in de gewijzigde verordeningen reeds is rekening
gehouden met verscherpte contröle; ik hoop, dat den leden
die verscherpte contröle niet zal ontgaan zijn. Ik wensch
liever niet te zeggen, waarin de verscherpte contröle bestaat;
de leden zullen gaarne zien, dat den overtreders straf wordt
opgelegd. Er wordt werkelijk misbruik gemaakt van de niet
scherpe maatregelen en schromelijk misbruik, maar ik geloof
dat alleen de bepaling, die nu is opgenomen, voor Burge
meester en Wethouders voldoende kan zijn om daaraan paal
en perk te stellen. Gaat men echter met fraudeeren door,
waar de Commissie terecht op gewezen heeft, dan wil ik U
wel zeggen, dat ik maatregelen zal nemen, ofschoon ik daar
mede eigenlijk het publiek tref, n.1. om geen verlof meer te
geven tot het houden van cinema-voorstellingen, want wan
neer men met ons gaat spelen door het ontduiken van de
belasting, dan vind ik dat de cinema-houders wel getroffen
mogen worden door de voorstellingen op Zondag te ver
bieden. Ik ben daar niet voor, daarom moeten zij zich allen
gewaarschuwd achten, dat ik ernstig overweeg, na de aan
merkingen van de Commissie, om aldus op te treden. Er
wordt gewoonweg gefraudeerd. Men moet niet meenen, dat
men het niet weet. Het schijnt, dat de fraude plaats heeft,
omdat de bepalingen in onze verordening niet scherp genoeg
waren; dat is nu verholpen. Ik hoop, dat hetgeen ik hier
heb gezegd ook door middel van de pers zal teroore komen
van hen, wie het aangaat. Dan zijn zij gewaarschuwd, en
wanneer zij gewaarschuwd zijn, mogen zij wel weten, dat
de straf toegepast zal worden.
Thans ga ik over tot behandeling van punt
XII. Verzoek van de bouwvereeniging „St. Benedictns",
alhier, om een voorschot voor den bouw van zes-
en-zestig arbeiderswoningen.
De Voorzitter: Ik moet de vergadering mededeelen, dat
dit punt van de agenda moet worden afgevoerd, aangezien
het advies der Gezondheids-Commissie, hetwelk hierop be
trekking heeft, nog niet is ingekomen.
XIII. Nota van aanmerkingen van Gedeputeerde Staten
gevallen op de gemeenterekening 1917 met concept-
antwoord van Burgemeester en Wethouders.
XIV. Benoeming van de leden van de Commissiën van
Bijstand voor het jaar 1920.
XV. Benoeming van een lid van het Burgerlijk Arm
bestuur.
Deze punten worden aangehouden.
XVI. Voorstel tot het verleenen van machtiging tot het
houden van openbare verkoopingen en verpach
tingen gedurende het jaar 1920.
De VoorzitterDe Burgemeester vraagt machtiging om
gedurende 1920 publieke verkoopingen en verpachtingen te
kunnen houden. Het jaarlijksch verzoek wordt U wederom
bij dezen gedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de gevraagde mach
tiging verleend.
XVII. Vaststelling van de belooning van den onderwijzer
in handelskennis aan school B.
De Voorzitter Mijne Heeren! Burgemeester en Wethouders
hebben gemeend aan U te moeten voorstellen aan den
onderwijzer belast met het geven van onderwijs in de
handelskennis aan de Mulo-school in de Vughtstraat toe te
kennen dezelfde belooning als voor een onderwijzer voor
het herhalingsonderwijs is vastgesteld. Die belooning was
tot nog toe niet geregeld, omdat het een nieuw vak is, dat
onderwezen wordt door een onderwijzer, die eigenlijk niet
vast werkzaam is aan die school. Wij hebben gemeend hem
daarvoor te moeten beloonen met het bedrag, dat is vast
gesteld voor het herhalingsonderwijs. Dat is 2.— per lesuur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aange
nomen en het volgende besluit vastgesteld
De Raad der Gemeente Roosendaal en Nispen;
HEEFT BESLOTEN
met ingang van 1 November 1919 aan te wijzen tot vak
onderwijzer voor het geven van onderwijs in vak u, genoemd
in artikel 2 der Wet op het Lager Onderwijs, aan de M.U.L.O.-
school B in de Vughtstraat, alhier, den heer
JOHANNES CORNELIS BUYS,
onderwijzer aan de openbare M.U.L.O.-school A aan de
Nieuwstraat, zulks op eene belooning gelijkstaande met die,
welke bij artikel 49 der wet van 14 Juli 1919 (Staatsblad
no. 493) voor de onderwijzers bij het herhalingsonderwijs is
vastgesteld.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen, van den 17den December 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.