VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919.
Mededeeling van ingekomen stukken. Kondvraag.
De Voorzitter:
Aan niemand van het personeel,' in lossen dienst tier
gemeente, werd op 29 September j.1. het werk opgelegd.
Wel werd op 4 Ootobar j.1. de workverschaffing opgehe
ven voor ongehuwden, niet-kostwinners van gezinnen,
nadat hun dit vooraf op 27 September jjl. was aangezegd.
De Secretaris: Wielke regeling er getroffen is bij bet gelei
delijk ontslaan van personeel, m.a.w. wordt' los personeel
ontslagen naar anciënniteit, of wel naar willekeur van den
hoofdopzichter van Hees (los arbeider' Broos (ert van Speijk).
De Voorzitter:
Bij de geleidelijke; opheffing van de werkverschaffing
werd de regel gevolgd,' datf deze bet eerst werd opgeheven
voor ie ongehuwden- niet kostwinners van gezinnen,
daarna '.'oor de gehuwden zander kinderen en ten slotte
voor le nog overigen.
De Secretaris: wordt aan los personeel, wanneer zij bij
particulieren werk kunnen krijgen, het werk opgezegd, wan
neer zij weigeren; bij die particulieren' in denst te gaan, om
dat de loonen te laag zijn?
De Voorzitter:
Voor arbeiders? aan wie van gemeentewege werk werd
verschaft? weird de gelegenheid tot werken opgelieve'n,
wanneer zij bij particulieren werk konden verkrijgen tegen
een loon? minstens gelijk aan dat, hetwelk de gemeente
als loon bij werk verschaffing uitkeert.
De Secretaris: bestaat er ook eenig verband tusschen het
ontslag van dem Inspecteur; van Politie, ontslag personeel
gasfabriek en het doen eindigen van de overeenkomst met
de exploitatie maaschappij?
De Voorzitter:
Tusschen het vierleenen van eervol ontslag op eigen
verzoek aan den Inspecteur van politie Walter, het
verleienen van eervol ontslag aan het personeel van het
gasbedrijf en het doen eindigen van de overeenkomst met
de cxploitante der waterleiding bestaat geen enkel verband.
De motieven, die tot het verloenen van eervol ontslag
aan het personeel van het gasbedrijf leidden? zijn vervat
in liet Raadsbesluit van 30 Augustus j.1.? opgenomen in de
notuilen dier vergadering.
De Secretaris: op grond waarvan is die overeenkomst' met
die exploitatie maatschappij opgezegd?
De Voorzitter:
De opzegging van de overeenkomst met de exploitante
den waterleiding geschiedde eveneens op grond van dat
Raadsbesl uit.
De Secretaris: Naar .aanleiding van het feit, dat 10 16%
van het geproduceerde gas pro 1918 door gasverlies is verloren
gegaan, zijnde bijna 60.000 M3, verzoek ik in de eerstvolgen
de raadsvergadering te' mogeijl vernemen, welke maatregelen
zijn genomen om aan dit hooger verlies een einde te maken.
De Voorzitter:
Het bo.oge gasverlies over 1918 werd volgens rapport
van den adviseur in hoofdzaak veroorzaakt door den ge
ringen gasdruk, waardoor de meters niet of niiet voldoende
aanwezen en door de vele lekken in het! buizennet. Door
het verhoogen van den gasdruk werd bereids in het begin
dezes ja ars het; eerstgenoemde euvel weggenomenmet
het, oog op de vele lakken m het buizennet (werden deze
op verschillende plaatsen nagezien en hersteld.
Tot een stelselmatig nagaan van heit buizennet werd
naar (aanleiding van het rapport van dan adviseur opdracht
verstrekt; in hoeverre- hieraan uitvoering werd gegeven?
zal uit het verslag van het bedrijfsjaar 1919 blijken.
De. Secretaris: Volgens het verslag van den; toestand en de
exploitatie over het bedrijfsjaar 191,8 der gemeente gasfabriek
van Roosendaal en Nispen1 is een bedrag van 365.75 niet
geïnd, doordat het oninbaar was; derhalve werden deze vor
deringen; gesteld in handen van Burgemeester; en Wethouders
Onder deze oninbare vorderingen komt een bedrag vou
ten name van J. van Poll-Suykerbuyk, verhoogd tarief Maart
1918 336.60.
Daar mij niet bekend is, of dit laatstgenoemd bedrag reeds
geïnd is, verzoek ik in de eerstvolgende raadsvergadering,
van U bericht, of het bedrag van f 336.60 reeds geïnd is, ,en
in het ontkennend geval, wat door Burgemeester ,en, Wet
houders gedaan zal worden, om dit bedrag alsnog geïnd te
krijgen.
De heer Steyaard: Van Poll-Suykerbuyk noteer in uwe
courant'!
De: Voorzitter:
Het hier bedoelde bedrag ajd 336,60 staat ten onrechte
als (nog tc innen in het verslag der gemeente-gasfabriek
vermeld. De consument mocht oven de maand Maart
1918 voor zijn motor 100 verbruiken van zijn verbruik
over November 1916? en niet 30 °/o, waarop de berekening
der gasfabriek is gegrond..
De heer1 Verheijem: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb sinds
de laatste vergaderingen de' ervaring opgedaan, dat van
verschillende zijden regelmatig voorstellen worden gedaan,
die niet voldoende worden ondersteund. Wanneer de Raad
door onvoldoende Steunen die voorstellen de onbelangrijk
heid vaststelt, lijkt het mij onnoodig daarvoor nog een
zeer groote oppervlakte der notulen met de daaraan ver
bonden drukkosten en administratiegelden' te bestemmen'.
Daarom zou ik willen voorstellen, dat de Raad bepaalt, dat
niet in de notulen worden; opgenomen die voorstellen, waar
voor; geen voldoende steun uit die vergadering komt.
De' Voorzitter: Wanneer dit voorstel ondersteund wordt,
zal ik het de volgende vergadering op de1 agenda zetten.
De heeren Braat en De Bruyn ondersteunen het voorstel..
D,e' Voorzitter: U zult het voorstel dan wel in schrift wil
len geven'.
De heer Steyaard tot den heer Ver hei jen;: Daar wilt U
ons mee doocl steken, zand in de oogeni gooien, maar dat zal
niet lukken! i
De Voorzitter: Dat kan een punt van behandeling in de
eerstvolgende vergadering uitmaken .Ik schors thans gedu
rende de behandeling der punten IX en XIII in comité-gene
raal, de openbare zitting.
Na heropening zegt:
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen U
voor om het terrein op Kalsdonk te huren voor een termijn
van drie jaren voort den prijs van 600.— en tegen de ove
rige voorwaarden, die1 in het concept raadsbesluit zijn ver
meld en volgens de mededeelingen van Burgemeester en
Wethouders, die ik U in openbare zitting heb gedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno
men en is het volgende besluit vastgesteld.
29
VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919.
Besluit tot het huren van het sportterrein gelegen op Kalsdonk. Besluit om niet in te gaan op het aanbod tot
aankoop van een gedeelte van het pand om den hoek der Dwarskade en Badhuisstraat.
De Raad der gemeente Roosendaal en1 Nispen,
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
HEEFT BESLOTEN:
met ingang van heden, van het „Institut du Sacré Coehr"
gevestigd te' Roosendaal te huren1 een terrein ter grootte van
4 hectaren, 36 aren, 70 centiaren, uitmakende heit zuidelijk
gedeelte van de aan genoemd Instituut in eigendom toebe-
hoonende bouwterreinen, gelegen op Kalsdonk te Roosendaal
en wel voor de som van zeshonderd gulden 600.—per jaar
en onder de voorwaarden:
le. dat de huur wordt aangegaan voor een termijn van
drie jaar, welke termijn telkens met wederom drie jaar' zal
verlengd geacht worden, indien, niet drie maand;en! voor den
afloop van zoodanigen termijn de huuri door den verhuurder
of de gemeente als huurster wordt opgezegd,
2e. dat de verhuurder zich het rfecht mag voorbehouden,
bij evebtueele plannen tot het stichten van gebouwen, van
het verhuurde terrein dat gedeelte af te nemen), dat hij
voor zijn werken zal noodig achten, zullende de huurprijs als
dan naar evenredigheid worden verminderd, jen
3e. dat over het gehuurde door) den huurder geen rijweg
zal worden' aangelegd.
Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen, van den 13den Novemberi 1919
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
De Voorzitter: Mijne Heeren! Burgemeester ;en Wethou
ders stellen U voor om eene afwijzende beschikking te ne
men op het voorstel tot aankoop van grond aan de Bad
huisstraat' tegen' den prijs, die daarvoor wordt gevraagd,
n.1. 10.000.—.
Ik kan er geien verandering in brengen. Burgemeester en
Wethouders doen het voorstel, hoe gaarne zij die straat ook
zouden verbroeden, afwijzend op het voorstel tel beschikken
Wij doen geen verzoek; Notaris van Liebergen doet na
mens zijn principaal dit aanbod.
Met 8 tegen: 3 stemmen wordt afwijzend op het voorstel
beschikt.
Tegen stemden de heeren: Jac. Vos, Jongeneelen, Braat,
Raats, A. F. Vos, Verheijem, Valkenburg en De Bruyn.
Vóór stemden; de heeren: Voeten, Steyaard en Geerssen.
De Voorzitter: Verlangt in deze openbare zitting nog een
der leden het woord?
De heier Raats: Mijnheier de Voorzitter! Ik zou aan U als
hoofd der politie willen verzoeken om bij de diverse scholen1,
waari herhalingsonderwijs wordt gegeven, 's avonds politie
toezicht te doen uito;ef,en'en bij het uitgaan van die scholen.
Ook was het aanbevelenswaardig, Mijnheer de Voorzitter', dat
meer licht brandde aan die scholen, omdat het voorkomt, wij
hebben dit bij geruchten vernomen, dat het niet in den haak
is met de jongens, die baldadigheid plegen tebz. Wanneer; er
meer licht gemaakt wordt en meer politietoezicht wordt ge
houden, en ik geloof wel, dat het kan, omdat wij meer poli
tieagenten krijgen, zullen voor een groot gedeelte die zaken
worden ondervangen.
De Voorzitter: Ik sluit thans deze vergadering.
Ter voldoening aan artikel twaalf van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van
den Raad zijn vorenstaande notulen na de goedkeuring door den Gemeenteraad in zijne vergadering van den
negentienhonderd en twintig door ons onderteekend.
De Voorzitter,
De Secretaris,
L-7