VERGADERING" VAN 13 NOVEMBER 1919. Besluit tot wijziging der begrooting 1918. Mededeeling proces-verbaal van kaiopname bij den gemeente-ontvanger. Aanbieding van de rekening 1918 en der begrooting 1920 en benoeming van commissies van onderzoek. Mededeeling van ingekomen stukken. De heier Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! De heer Eibers was in het bezit eener landbouwakte en in het dorp Nispen bestaat veel animo voor deru landbouwcursus. Ik zou U wil len vragen om, wanneer zulks mogelijk was, bij de oproeping van sollicitanten voor de vacante betrekking de voorkeur! te geven aan een onderwijzer in het bezit eener landbouwakte. De landbouwcursus, welke dit najaar geopend zou worden, is in verband met de1 benoeming van den heer Eibers tot he den niet geopierd, en wanneer in de vacature op die wijzei kon worden voorzien, zou die cursus ten behoeve van de land bouwersjongens in Nispien nog geopend kunnen,1 worden. De Voorzitter: U weet wel, dat ik U in deze gaarne ter wille zou zijn; zelfs in de verordening staat een desbetref fende bepaling, maar, of ik ditmaal zal slagen, betwijfel ik ten zeerste. Het schijnt, dat wij een lijdensweg doormaken met de aanstelling van onderwijzen^ personeel aan de school te Nispen. Herhaalde oproepingen hebben wij ïie'eds gedaan en helaas moet ik U mededeelen, dat wij maar een sollicitant hebben, en die is niet in het bezit eener landbouwakte. Het hoofd der school' wordt' ook eenigszins wanhopig. Wij heb ben maar een sollicitant en daar doen; wij al een half jaar over. Wij kunnen echter toch ook een onderwijzer van Roosendaal verzoeken dien cursus te geven! De heer Jac. Vos: Die zijn beiden, zoo bezet, dat zij het niet kunnen doen. Ik heb al getracht dat zaakje aan den gang te krijgen. XlVb. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de begrooting 1918. De Voorzitter: Ik stel voor om het wijzigingsbesluit, dat voor U ter visie heeft gelegen en dat louter van administra tieven aard is, aan te nemen ienl ter goedkeuring aan Gede puteerde Staten in te zenden. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. XIVc. Mededeeling proces-verbaal van kasopname by den Gemeente-Ontvanger. De Voorzitter: Ik heb de vergadering medie- tie deel en, dat de controleur van gemeentefinantiën in opdracht van Burgemeester en Wethouders op 14 October kasopname ten kantore van den gemeente-ontvanger; heeft gedaan. Volgens proces-verbaal van kasopname bedroegen de ontvangsten tot en met 14 October409.046.64* de uitgaven 281.779.77» alzoo het voordeelig saldof 127.266.87 Op de administratie van den gemeente-ontvanger zijn geen aanmerkingen gemaakt. Ik stel voor dit voor kennisgeving aan te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De Voorzitter: Ik zie hier, dat op de aan de convocatie toegevoegde nota staat de zinsnede, die in mijn aan den Raad gericht schrijven betreffende de salarisherziening voor het politie-personeel was uitgevallen. Ik mag beschouwen!, dat de vergadering daarmede reke ning heeft gehouden, en ik dus gemachtigd ben het politie bureau geheel onder te brengen, zooals op die nota is ge zegd geworden. Wanneer iemand daar bezwaar tegen heleft, geef ik hem alsnog gelegenheid om dit kenbaar te maken. Geen der leden heeft hiertegen bezwaar. XV. Aanbieding van de rekening 1918 der gemeente en gemeente-instellingen met voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming eener commissie van on derzoek. De Voorzitter: Namens 'Burgemeester en Wethouders heb ik aan de vergadering voor te stellen, zoowel de rekening als de begrooting, die ik U heb aan te biedenl, in handen te stellen van Commissiën en de benoeming van de leden dier Commissiën aan den Voorzitter van deze vergadering over te laten, zooals de laatste jaren gebruikelijk is geweest. Wan neer de Raad zich daarmede vereenigt, zou ik het verzoek willen doen om beidei compitabiliteitstukkera, de rekening en zeer zeker ook de begrooting, tenl spoedigse in behandeling te nemen, opdat deze in de eerste hielfti van de, volgende maand in de vergadering zullen kunneni worden gebracht- Aan de Commissie voor de begrooting worden dezelfde be voegdheden toegekend als aan de afdeelingem is toegekend bij het reglement van orde; daarom is het natuurlijk gewich tig dit besluit te nemen. Dus de voorstellen; die dei Commissie doet, worden in behandeling gebracht en geen andere, tenzij- dC'ze overeenkomstig het reglement van orde worden in- gedjehdi Kan de vergadering zich vereenigen met de voorstellen;, die ik namens Burgemeester en Wethouders omtrent punt XV eni XVI heb gedaan? Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen. De Voorzitter: Ingevolge de bepalingen van artikel 219 der gemeentewet leggen wij hieibij de rekening over, onder mededeeling, dat Burgemeester en Wethouders ter hunner verantwoording niets hebben mede te deelen. Wij bieden U hierbij tevens aan het besluit tot voorioopige vaststelling van de rekening. in ontvangst op936.389.43» in uitgaaf op759.486 13& Alzoo met een vermoedelijk batig saldo van f 176 803.30 Mijne Hoeren! Ingevolge Uw© beschikkng heb ik de eer tot leden van de Commissie belast met het nazien der ge- m'eenterekening en verdere rekeningen te benoemen als Voor zitter de heer J. A. C. van Gastel ©ni als leden! de hoeren Jongeneelen en Raats. XVI. Aanbieding van de begrooting 1920 der gemeente en gemeente-instellingen en voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming eener comm ssie van on derzoek. Da Voorzitter: De vergadering heb ik mede te deelen, dat de door Burgemeester en Wethouders opgemaakte begroo ting bedraagt in ontvangst iem uitgaaf f 893.934.53. In de Commissie heb ik de eer te benoemen als Voorzitter de heer Verheijen, als leden de heer,en, De Br'uyn, Voeten, Steyaard en/ Valkenburg. XVII. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter: Ik heb de eer de vergadering mede te dee len, dat zijn ingekomen!: 1. Dankbetuiging van de gemeente-vroedvrouw d.d. 3 Oc tober 1919 voor de verhooging har'er belooning. 27 VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919. Mededeeling van ingekomen stukken. 2. Besluit van Gedeputeerde Staten dezer Provincie d.d. 1 October 1919, G nr. 224, Ille Afdeeling tot goedkeuring van het op 22 September j.1. vastgestelde Raadsbesluit tot wijzi ging der begrooting 1919 voor den bouw van noodwoningen. Beide brieven worden vooii kennisgeving aangenomen. 3. Request van den! R. K. Gildenbond, alhier, d.d. 11 Octo ber 1919 met verzoek om eene subsidie van f 500.voor het dienstjaar 1920. Ik stel voor dit adies bij de begrooting te behandelen. Inmiddels is er een voorstel van Burgemeester en Wethou ders op de begrooting te vinden. Aldus wordt besloten. 4. Dankbetuiging van het Bestuur van de R. K. Landbouw- winter'school alhier, d.d. 15 October 1919, voor dc verleende subsidie. De Secretaris geeft hiervan voorlezing. 5. Schrijven van Gedeputeerde Staten, d.d. 15 October 1919, G. nr. 295, IIIe Afdeeling, ten geleide den bij Koninklijk besluit van 25 September j.1. nr. 39, goedgekeurde verorde ning op de heffing van opcenten op de dividend- en tantième belasting. 6. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noordbmbant, d.d. 15 October 1919, G. nr. 104, tot goedkeuring van het Raads- sluit d.d. 29 September 1919 tot wijziging deri begrooting 1918 in gewone; ontvangsten en uitgaven. 7. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant d.d. 15 October 1919, G. nr. 105, tot goedkeuring van het Raads besluit d.d. 29 September 1919 tot het doen van de gewone af- en overschrijvingen op de begrooting 1918. De brieveri sub 4, 5, 6 eni 7 wouden voor kennisgeving aan genomen. i8. Circulaire van den Ned. Bond van Gemeenteambtenaren d.d. 27 October 1919, waarin wordt aangedrongen op het van gemeentewege doen bouwen van ambtenaarswoningem. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten deze cir culaire ter visie te leggen voor de leden. 9. Circulaire van het Hoofdbestuur der Ned. Zuid-Afrikaan- schie Vereeniging d.d. October 1919, waarin hunne bemidde ling wordt aangeboden om de Afrikaansche bevolking dank te betuigen voor de geschonken milies (maïs). De Secretaris geeft hiervan voorlezing. Na voorlezing zegt: De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitten! Onze gemeente heeft ook van die maïs gekregen. De Voorzitter: Ik stiel voor deze circulaire voor kennisge ving aan te nemen. Da heer Verheijen: De Nederlandsche gemeenten moeten dank betuigen, doo.r; bemiddeling van de Nederlandsch-Zuid- Afrikaansche: Vereeniging aan de Zuid-Afrikaansche Republiek De Voorzitter: Ik geloof, dat U zich vergist. De heer Verheijeni: Neem Mijnheer de Voorzitter, de Nediex- landsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging biedt hare bemidde ling aan om de Afrikaansche bevolking dank to betuigen. Daarom zou ik willeni voorstellen' het Zuid-Afrikaansche volk dank te betuigen! voor het geschenk en de aangeboden bemiddeling te aanvaarden. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van den heer Verheijen aangenomen. 10. Circulaire d.d. 6 November 1919 van de Commissie ter bevordering van ©ene spoedige afwikkeling van de salarisre geling voor het personeel aan de vakscholen zoowel voor jongens als voor meisjes te Amsterdam, houdende verzoek om de subsidie voor hiet loopende jaar aan de vakscholen te verhoogen. Da Voorzitter: Waar in deze gemeente nog geéne vak scholen bestaan, stel ik U voor deze circulaire voor kennis geving aan te nemeni. 11. Schrijven d.d. 11 November 1919, no-, 14563, Afdeeling V, van den minister van Arbeid, betreffende bijdrage bouw noodwoningen en ten geleide van het Koninklijk besluit d.d. 30 October 1919, no. 80, houdend© goedkeuring van de aanvrage voor het bouwen van noodwoningen en opgave van bepalingen, daarbij in acht te nemen; benevens de vast stelling van de bijdrage voot dien bouw. Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen; De Voorzitter: Ik kan verder mededeeling doen, dat Bur gemeester en Wethouders bepaald besloten zijn om de twintig noodwoningen! in deze gemeente te gaan bouwen. Dei ge- heele Rijkssubsidie wordt verleend. Ik heb dit nog niet kun nen mededeelen aan den heer Braat, hief is pas gisteren ingekomen. Verden is nog ingekomen eene prachtpoirtefeuilte met foto grafieën en een verslag, dat ik ook pas gisteren avond heb gekregen, waarbij de Commisie op het Middelbaar Onder wijs rappout uitbrengt van hare bevindingen omtrent de op richting van eiene ambachtsschool in onze gemeente. Ik heb geen gelegenheid gehad om dat rapport van 16 bladzijden groot, waarin het werk en! de zorgen van de leden zijn ver vat, in studie te kunnen nemen. Ik zal alleen ter bespoediging d©r afdoening voorstellen! voorloopig onzen dank uit te spreken voori het werk, dat de Commissie heeft verricht, en die stukken vanaf morgen voor de leden ter visie te leggen. De fotografieën zijn van de scholen, welke de Commissie meent, dat als type of model zouden kunnen dienen voor eene op te richten ambachtsschool. Aldus wo;!dt zonder hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter: In de vorig© vergadering heb ik den heer Steyaard gezegd, dat, wanneer hij antwoord weinschte te heb ben: op de vragen, die hij heeft te stellen, hij deze schriftelijk aan ons moest mededeelen. De heer Steyaard heeft daar aan voldaan en ik ben bereid de vragen te beantwoorden, maat ik wen'sch vooraf mede te deelen, dat Burgemeester en Wethouders niet gehouden zijn op elke tot hen gerichte vraag antwoord te geven. Wenscht men1 dat tie. hebben, dan moet de vraag vooraf bij Burgemeester en Wethouders in gediend worden. Nu moet men ook wel weten, dat noch over gestelde vragen; noch over het antwoord eienige; discussie verder worden toegelaten. Wanneer de steller van de1 vragen meent geen voldoend antwoord van Burgemeester en Wethouders te hebber,; gekre gen, dan kan hij eene nieuwe vraag ter' beantwoording in eene volgende vergadering indienen. Ik open daarover geene dis cussies. Wenscht dc heen Steyaard de vragen en het antwoord in het openbaar bc-handeld te, zien? De heer Steyaard: Hoe meer openbaarheid hoe liever;! De Secretaris geeft voorlezing van de volgende wagen; waarop de Voorzitter de volgende antwoorden geeft. De Secretaris: Gaarne zou ik in de eerstvolgende raads vergadering de 'navolgende vragen beantwoord zien: le. of het waarheij bevat, dat personeel in lossen dienst bij de gemeente op 29 September 1919 het werk werd op gezegd, indien zij ongehuwd waren, terwijl zij nog geen an der werk hadden gevonden, waardoor deze memschen aan den honger werden prijs gegeven (o.a. los arbeiden A. Broos)?

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 72