24
VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919.
deze redenten' Mijnheer de Voorzitter, meen ik aan de ver
gadering te moetien voorstellen volledig te voldoen aan het
verzoek, en af te wijken van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders en van het voorstel van den' heer Braat, hoe
zeer ik beider tegemoetkomende houding, zoowel van U als
van Wethouder Braat, op zeer hoogen prijs stel.
Mijnheer de Voorzitter! Ik wil' thans nog een enkel woord
wijden aan de opmerking van den! heer Steyaard, die hij
naar aanleiding van het verzoek in het midden heeft gebracht
De heer Steyaary bestrijdt de subsidie op grond van het
religieuse standpunt, waarop de vereeniging staat. Het blijft
natuurlijk zijne vrijheid om het verzoek te bestrijden; ik eer
biedig die. Wanneer hij meent niet te mogen' medewerken tot
subsidieering eener Katholieke: school, dan heb ik mij daarbij
neer te leggen; trouwens niemand denkt er ook aan zich
daartegen te verzetten. Ik mag er echter wel op wijzen, dat
hij vrijwel alleen staat op dat standpunt, daar zoowel de hooge
Regeiering, gesteund door de volksvertegenwoordiging, als de
Provincie dat bezwaar niet deelen en zoowel door de Tweede
Kamer als door Provinciale Staten herhaalde malen subsidiën
zijn gevoteerd voor het bijzonder onderwijs uit de openbare
kas, waarbij dus wordt toegegeven', dat voor het standpunt
dat hij inneemt, misschien wel iets te zeggen kan zijn, maar
in ieder geval door de groote meerderheid van het Neder-
landsche volk dit standpunt niet wordt gedeeld.
De Voorzitter: De he-er Verheijen doet het voorstel om het
verzoek volledig in te willigen, dus om eene subsidie toe te
kennen over 1919 en! 1920 ten bedrage van f 7000.—. Dit
staat naast het voorstel van Burgemeester en, Wethouders,
dus ik heb het' voorstel van Burgemeester en Wethouders al
lereerst in omvraag te brengen. De heer Verheijen' doet het
voorstel om het bedrag van 3000.— te verhoogen tot f 7000
De heer Verheijen: Ik wil de cijfers van Uw voorstel wij
zigen.
De Voorzitter: In de voorwaarden, waarbij de subsidie
wordt gegeven!, wordt dus ge'en wijziging gebracht?
De heer Verheijen: Blijkt, dat de subsidie niet noodig zal
zijn, dan wordt zij eenvoudig niet uitgekeerd.
De Voorzitter: Het voorstel van den heer Verheijen tot
uitkeering van 7000.— over het exploitatiejaar 1919 en eene
gelijke bijdrage over het exploitatiejaar 1920 is van de verste
strekking.
Is er iemand, die het voorstel van den heer Verheijen on-
der steunt?
De heeren Raats en Valkenburg ondersteunen het voorstel.
De Voorzitter: Verlangt omtrent dit voorstel een der le
den het woord?
De heer Valkenburg: Mijnheer de Voorzitter- Het behoeft
natuurlijk geen betoog, dat ik volkomen kan adstrueeren, het
geen de heer Verheijen omtrent dit voorstel naar vor-enl heeft
gebracht. Ik wil daarnaast nog bij noemen een kleine reden,
ik zou het haast noemen eene utiliteitsreden:, die voor de
Raadsleden van belang kan zijn bij het beoo-rdeelen van dit
verzoek.
Wanneer de beide Lycea in Roosendaal tot volle ontwik
keling zijn gekomen, zullen bij de Lycea noodig zijn een veer
tigtal leeraren. Het inkomen van die veertig leeraren, zal een
dusdanig bedrag uitmaken, dat hetgeen van die menschen
aan belasting en anderszins zal inkomen, zooveel bedraagt,
als wij nu betalen aan subsidie. Dat meende ik nog even naar
vorien te moeten brtengen.
De Voorzitter: Dan zullen ze toch royaal gesalarieerd moe
ten worden.
De heer Verheijen heeft het voorstel gedaan om over 1919
voor het exploitatietijdvak 1 September 1919—31 December
1919 eene bijdrage te verleenen van 7000.—
De heer Braat heeft voorgesteld om voor 1920 een sub
sidie te verleenen! van f 3000.—. Dat voorstel werd door den
heer Verheijen geamendeerd om ook voor het volgende jaar
7000.— toe te kennen. Ik zal de voorstellen van den heer
Verheijen in twee tempo's in stemming brengen.
Het voorstel om voor 1919 eene bijdrage van f 7000.— te
verkenen wordt met 9 tegen 3 stemmen aangenomen.
Vóór stemden de hee'ren Valkenburg, De Bruyn, Jac. Vos,
Voeten, Jongeneelen, Braat, Raats, A. F. Vos en, Verheijen,
Tegen stemden de heeren: Van Gastel, Steyaard en
Ge-erss-en.
Het voorstel om over het exploitatiejaar 1920 een subsidie
te verleenen van f 7000.wordt met 8 tegen 4 stemmen
aangenomen.
Vóór stemden, de heeren: Valkenburg, De Bruyn, Jac. Vos,.
Voeten, Jongeneelen, Raats, A. F. Vos en Verheijen,
Tegen, stemden de heeüen!: Van Gastel, Steyaard, Geersseri
,en. Braat.
Het volgende besluit is dus vastgesteld:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen,
Gezien het adres van het bestuur van de v'e'reeniging „Ons
Middelbaar Onderwijs in Noor'dbrabant", houdende verzoek
om eene subsidie in de onderhoudskosten, deri afdeeling Han
delsschool van het St. Norbertus-Lyceum te Roosendaal,
HEEFT BESLOTEN:
aan genoemde vereeniging. in de onderhoudskosten der af
deeling Handelsschool van het St. Norbertus-Lyceum aldaar
over 1919 voor het exploitatietijdvak 1 September—31 De
cember eene bijdrage van zevenduizend gulden (ƒ7000.—)
ien, voor het expl'oitatiejaar 1920 evenieiens eene bijdrage van
zevenduizend gulden f 7000.—) te verleenen onder de vol
gende voorwaarden:
lo. dat vóór of op 15 Mei 1920 :en vóór of op 15 Mei 1921
aan Burgemeester ien, Wethouders zal worden; ingezonden
eene rekening en verantwoording over de exploitatie respec
tievelijk gedurlende de jaren 1919 en! 1920;
2o. dat terzelfder tijd zal worden, ingezonden:
a. een beredeneerd verslag over den gang van het onder
wijs gedurende het afgeloopeu jaar,
b. eene opgave van het in dat jaar aan de inrichting ver
bonden geweest zijnde personeel met aanduiding van ieders,
qualiteit en bevoegdheid, ;en,
c. eene naamlijst van de leerlingen met vermelding van
hun leeftijd, woonplaats, gedrag, vlijt en vorderingen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den; 13 November 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
XIII. Voorstel tot aankoop van een gedeelte van het
perceel gelegen op den lioek van de Dwarskade en de
Badhuisstraat.
De Voorzitter: Mijne Heeren! Wij worden in de gelegen
heid gesteld om de Badhuisstraat bij haar ingang eenigszins
25
VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919.
te verbr'eeden; ,en die straat te doen brengen op eene breedte
van 11 Meter gemeten uit het ijzerlen hek van de Staats
spoor. De heerien, die de stukken hebben ingezien, zullen, ge
meend hebben, dat de termijn voor den koop voorbij is. Dat
is niet zoo; diiei termijn is verlengd tot en met heden. De Raad
kan dus zich hieromtrent uitspreken,. Voori dat stukje grond,
dat in eigendom kan worden verkregen, ter breedte van de
straat wordt gevraagd een koopprijs van f 10.000.—
Burgemeester en Wethouders hebben getracht dien prijs te
reduceeren tot f 6000.,en dan zou de afscheiding van de
nieuwe straat, zal ik het noemen, voor rekening van den
veikooper moeten komen en niet voor rekening van de
koopster. Op deze; bepaling wordt absoluut niet ingegaan.
Het voorstel' behoeft niet geamendeerd te worden in deze
vergadering. Wij hebben te kiezen of deelen. De Raad heeft
alleen te beslissen, of hij het gemeentebelang dient rniet het
aankoopen van een stuk terlrein ter breedte van de straat,
zooals op de te'ekening is aangegeven' en; waarvan de totale
oppervlakte bedraagt 100 M2. Dus wij hebben nu alleen
bij stemming te beslissen, of de verbreeding van de Badhuis
straat, waartoe de gemeente tot' ien; met vandaag de gelegen
heid wordt geboden, de som van f 10.000.— waard is. 100
M oppeivlante kosten J 10.000.De verkoopier wlenscht
geen lager bod te zien, van. de gemeente. Burgemeester en
Wethouders adviseeren om tegen, den prijs van 10.000.—
niet tot aankoop over te gaan. Wij hebben een bod gedaan
van 6000.— niet van 10 mille;. Zooals het hier ligt, moet ik
nog eens adviseeren,' op het aanbod, dat door Notaris Van
Litbugen namens zijn cliënt wordt gedaan, niet in te gaan.
De heer Steyaard: Voorzitter! Nu het advies van het Da-
gelijksch Bestuur is om dat pand niet te koopen, zal dus die
straat niet verbeterd worden, hetgeen natuurlijk voor de be
woners dier straat en' ook voor het vervoer zeer; lastig zal
zijn. Hebben Burgemeester en Wethouders niet overwogen,
of op eene andere- wijze kan worden verkregen;, dat die straat
daar zal verbreed kunnen worden, wanj- het gaat toch ook
moeilijk aan om dis straat te laten, zooals zij thans is.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebben, maar
twee middelen!. Burgemeester, en Wethouders vinden den prijs
te hoog en hebben dus een bod gedaan van zes mille. Wij
meenden in dat bedrag een voldoenden! prijs te zien. Er
wordt echter niet gemarchandeerd op den! prijs.
Wenjscht de gemeente lateri in het bezit te komen, van dat
terrein, dan dient daarvoor te worden gemaakt eene ont
eigeningswet, of een partieel uitbreidingsplan; dat ligt voor
de hand. Bij die uitbreiding worden deskundigen beno-emd, die
de waarde van het perceel zullen schatten. Zoolang er ge-en
plan van uitbreiding bestaat, kunnen wij niet meer in het
bezit van het aangeboden; perceel komen. Er is geen ander
middel om de straat te verbreed-en:, want de' S.S. kunnen wij
niet verschuiven. Op h-e-t oogenblik kunnen; wij echter geen
termen, vinden om aan den Raad te adviseeren op den! ge-
vraagden prjjs in te gaan. V/ij vinden f 10.000.— te hoog
en degene, die afstand wenscht te doen, wil het niet voor
mmder geven!. Dat komt zoo voor hem uit met de plannen
uie hij heeft. Over alle detailplanneti/ hebben1 Burgemeester
en Wethouders met den notaris onderhandeld en gisteren
is nog gezegd, dat de- prijs blijft gehandhaafd.
De heer Verheijen-: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou het zeer
wenschelijk achten, dat de verkeerstoestand in de omgeving
van deri overweg wordt verbeterd, maar wanneer de be
trokkenen met dergelijke eischen komen, wordt het voor mij
eene vraag, of de gewemschte verbetering van het verkeer de
offers waard is, die wij daarvoor zouden! moeten brengen, en
dan wil bet mij voorkom,en, dat het het beste is op het mo
ment niet op bet voorstel in- te gaan. Alfa omstandigheden in
aanmerking genomen, zouden wij ook goud te duur kunnen
betalen. Dus laten wij dat voorstel ni-et aannemen.
De heer Steyaard: Voorzitten! In de te- houden geheime
vergadering wilde ik hieromtrent nog eenige nadere mede-
deielingerJ doen.
De Voorzitter Als U er maar aan denkt, dat dit punt van
daag afgewerkt moet worden. U moet nu ni-et gebruik ma
ken van eene toevallige omstandigheid. Zijn het mededeelin-
gem, die niet voor publiciteit vatbaar zijn?
De heierSteyaard: Het zijn mededeelingen, die be-slist van
belang zijn.
De Voorzitter: Die in het belang zijn van de zaak ,en voor
de totstandkoming van de overeenkomst nuttig kunnen zijn?
De heerSfeyaard: Ja, Voorzitter.
Do Voorzitter: Wanneer er bij de vergadering geen be
zwaar tegen bestaat, zullen wij ook dit in comité-generaal
behandelen.
Aldus wordt besloten.
XI\Nota van bemerkingen van Gedeputeerde Staten
gevallen op de rekening der gemeente 1917, met ont
werp antwoord van Burgemeester en TVethoudors.
De Voorzitter: De- nota van aanmerkingen, ,en het antwoord
van Burgemeester en Wethoudar's hebben voor de leden ter
visie gelegen. Kan de vergadering zich vereenigen mie't het
antwoord, dat Burgemeester ,en Wethouders zich voorstel
len te ge-ven?
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het antwoord
conform de doop Burgemeester ,en Wethouders opgemaakte
concepten aan Gedeputeerde Staten te ge-veri.
XlVa. erzoek van den heer J. H. Eibers om ontslag
als onderwijzer aan de school te Nispen.
De VoorziifcerBij brief van 2 October j.1. verzoekt de
lieer Eibers, onderwijzer te Nispen ontslag uit zijne betrek
king met ingang van 1 Januari 1920. Overeenkomstig de des
betreffende; bepalingen! stel ik namens Burgemeester en Wet
houders voor aan den heer- Eibers, onderwijzer -eni plaatsver
vangend hoofd der school, overeenkomstig zijn verzoek, met
1 Januari 1920 ontslag te verleenen ,en w-el op de meest eer
volle wijze-.
Zonder hoofdiijke stemming wordt liet voorstel van Bur
gemeester eni Wethouders aangenomen; en is het volgeride
besluit vastgesteld:
De Raad der gemeente' Roosendaal ,enl Nispen,
Beschikkende op het verzoek d.d. 2 October 1919, van den
heer J. H. Eibers om eervol ontslag uit zijne betrekking van
onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs
te Nisp,ere met ingang van 1 Januari 1920,
HEEFT BESLOTEN:
aan J. H. Eibers voornoemd, overeenkomstig zijn verzoek
niet ingang van 1 Januari 1920 eeivol ontslag te verleenen
uit zijne betrekking van onderwijzer aan de- school voor uit
gebreid lager onderwijs te Nisp-ea
Ge-daan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en1 Nispen, van den 13den November 1919
a Df ST^ta»r.is' De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
Verzoek om subsidie voor de afdeeling Handelsschool van het St. Norbertus Lyceum.
Aanbod van een gedeelte van het pand op den hoek der Dwarskade en Badhuisstraat.
Nota van bemerkingen op de rekening 1917.
Besluit tot het verleenen van eervol ontslag aan J. H. Eibers, als onderwijzer aan school E.
j