VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919.
XII. Verzoek Tan de Vereeniging „Ons Middelbaar
Onderwijs in Noord-Brabant" om eene subsid e in de
onderhoudskosten der afdeeling handelsschool van het
St. Norberius-lyceuin met yoorstel van Burgemeester en
Wethouders.
Op verzoek van dem Voorzitter geelt de Secretaris voor
lezing van het verzoek.
Na voorlezing zegt
De Voorzitter: Mijne Hieereni! Namens Burgemeester en
Wethouders heb ik naar aanleiding van het verzoek van het
St. Norbertus-Lyceum om eene jaarlijksche subsidie van
7000.uit de gemeentekas, het voorstel te doen, die sub
sidie te verkenen tot een bedrag van f 3000.—Burgemees
ter en Wethouders hebben gemeen^ dit voorstel te moeten
doen, omdat de vereeniging in haar adres aan de Provin
ciale Staten van Noord-Brabant heeft fe kennen gegeven, dat
zij rekende een bedrag van 3000.— van de gemeente Roo
sendaal te zullen ontvangen. Nu meenen wij, waar die ver
eeniging zelf dat bedrag heeft aangegeven in haar adres aan
de Staten der Provincie, geen hoogere subsidie te moeten
voorstellen. Wij volgen hierin dezelfde gedragslijn als Bur
gemeester ,en Wethouders hebben gevolgd, toen zij U een
voorstel deden betreffende toekenning van subsidie aan de
Landbouwwinterschool alhier. De Raad heeft toen echter
niet overeenkomstig ons voorstel beslist. Wij hebben ge
meend, waar door de vereeniging is gezegd geworden, dat
op 3000.— van de gemeente gerekend wordt', zooals ik in
mijn toelichting heb doen uitkomen, geen vrijheid te vinden
een hoogeir bedrag aan U voor1 te stelten'.
Burgemeester en Wethouders stellen dus voor om in de
oprichtingskosten en de exploitatiekosten over het tijdvak
van 1 October tot en met 31 December van heit kopende jaar
een subsidie van f 3000.toe te kenniem, ien eenzelfde be
drag in de exploitatiekosten over 1920.
De heer Braaf: Het is U bekend, Mijnheer de Voorzitter,
dat omtrent deze zaak verschil van meening is in helt Da-
gelijksch Bestuur. Men zou de vraag kunnen stellen, of in
onze gemeente eene Handelsschool op zijn plaats is, .en het
antwoord zou dan bevestigend moeiten luiden. Daar nu het
23
VERGADERING VAN
particulier initiatief in deze van het Genootschap „Ons
Middelbaar Onderwijs in Noord-Brabant" de gemeente
eene eerste klasse handelsschool heeff geschonken, zonder
voor de gemeente eenige kosten, daar is het naar mijn be
scheiden meening plicht van den Raad der gemeente zulk
een instelling, indien zij een beroep doet op de gemeentekas,
te helpen, en aan het aangevraagde bedrag niet te tornen,
in de overweging, dat men met hoogstaande mannen te doen
heeft, enj dus mag vertrouwen, dat men niet meer zal vragen,
dan hoogst noodig is.
Ingeval de gemeente zelf eene handelsschool had moeten
oprichten, waartoe zij toch zeer zeker zou verplicht ge
worden zijn, wil zij tenminste niet achterblijven bij hare zus-
tergemeenten, die minden zielieni tellen! dan Roosendaal, n.1.
Bergen-op-Zoom, Helmond en! Eindhoven, dan zouden de
financieele lasten heel wat grooter geweest zijn. Daar nu de
instelling voor iedereen openstaat, kan ook van bevoordee
ling van eene zekere partij geen sprake zijn -en kunnen alk
partijen medewerken om deze instelling moreel en financieel
t'e steunen.
Het is dan naar mijne bescheiden meening niet te ver
wachten, dat de Raad van eene andere meening zal zijn,
overtuigd als hij is, dat onderwijs het beste is, wat men. de
Gemeenschap geven kan.
Een woord van dank aan he't Genootschap „Ons Brabant"
en in de eerste plaats aan den heer: Verheijien, die in deze
zeer zeker de groote stuwkracht is geweest, is hier zeker
op zijn plaats. Moge de instelling groeien en bloeien tot heil
van Roosiendaal's ingezeitenen en de Raad er steeds op kun
nen wijzen ook een groot aandeel te hebben gehad in het op
bouwend werk, dat deze insteling ongetwijfeld zal tot
stand brengen.
Ik heb de eer voor te stellen1, het gevraagde subsidie ad
7000.— voor dit jaar te verkenen en 3000.— voor 1920
onder voorbehoud, dat, indien mocht blijken', niettegenstaan
de subsidie van Rijk en Provincie, de subsidie van 3000.—
der gemeente niet voldoende is, en na alk mogelijke
pogingen aangewend tie: hebben om in het' te kort te1 voor
zien, het al of niet bestaan van het Instituut niet mag af
hangen van enkele honderden guldens subsidie uit de ge
meentekas.
De heer Steyaard: Voorzitter- VolgerJs de statuten en, ook
volgens de memorie van toelichting staat de Vereeniging
„Ons Middelbaar Onderwijs in Noord-Brabant" op religieus
standpunt. Op grond daarvan gaat het o.i. niet aan om uit de
openbare kas subsidie voor eene dergelijke! vereeniging te
verstrekken. Wij zijn er dan ook tegen' om eene subsidie aan
de Vereeniging „Ons Middelbaar Onderwijs in Noord-Bra
bant" te verkenen.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb op de
eerste plaats mijn dank uit te spreken! aan het Dagelijksch
Bestuur, dat zich principieel niet wenscht te verzetten tegen
het verkenen van subsidie aan de Vereeniging „Ons Middel
baar Onderwijs in Noord-Brabant" tot steun in de onder
houdskosten der in Roosendaal opgerichte handelsschool als
afdeeling van het St. Norbertus-Lyceum.
Eenl speciaal woord van dank breng ik aan den heer Braat,
die de Vereeniging „Ons Middelbaar Onderwijs" hulde brengt
voor het in Roosendaal genomieni initiatief en mij in die hulde
doet deeleni.
Wanneer ik beide voorstellen zie, Mijnheer de Voorzitter,
moet ik, zooals ik indertijd gezegd heb bij de subsidie, die
voorgesteld werd voor de Landbouwwinterschool in Roo-
13 NOVEMBER 1919.
sendaal, zeggen: ik ben dankbaar maar niet voldaan. Ik ben
niet voldaan door de voorstellen: van Burgemeester en Wet
houders, ook niet voldaan door het verder gaand voorstel
van Wethouden Braat, die zeer zeker een groot gedeelte van
de bezwaren ondervangt, maar ook niet geheel voldoet aan
de viaag, die tot den Gemeenteraad is gericht.
Wanneer de Vereeniging „Ons Middelbaar Onderwijs"
eene subsidie vraagt van f 7000.—, Mijnheer de Voorzitter,
dan heb ik de overtuiging, dat die f 7000.op de eerste
plaats zeer zeke.r nuttig zullen worden besteed en op de
tweede plaats noodzakelijk zijn om voldoenden steun te
kunnen verkenen aan eene vereeniging, die1 deze school in
Roosendaal heeft opgericht.
i.. wei.sch Uwe opmerking even te weerleggen, waarbij
het standpunt door Burgemeester en Wethouders ingenomen
steunt op het verzoek in de maand April tot de Staten van
Noord-Brabant gericht om subsidie voor de school. Het zal
U niet onbekend kunnen zijn, dat in April niet te voorzien
was, op welke wijze onze school hier zou worden geopend.
Toen had men gedacht, dat begonnen, zou worden met een
Lyceum voor jongens, terwijl de resultaten zijn geweest, dat
nieib alleen een jongens-, maar ook een meisjesschool werd
opgericht. Het belang eener dergelijke inrichting behoef ik
niet naden uiteen te zetten, wanneer ik U zeg, dat in Roosen
daal de oprichting van eene Rijks Hoogere Burgerschool
bijna zeker uitgesloten was, en waar dus middelbaar; en hoo-
ger onderwijs niet kon worden gegeven, zuip U moeten er
kennen, dat dit alken mogelijk was door oprichting van eepe
Katholieke hoogere burgerschool ofwel door oprichting van
eene hoogere burgerschool voor rekening der gemeen
tekas. Wanneer wij eene keuze hebben te doen tusschen deze
mogelijkheden, dan zal ieder mij toegeven, dat de oplossing in
Roosendaal verkregen, zelfs bij een steun van f 7000.—voor
onze gemeente het voordeeligst is geweest. De vereeniging
„Ons Middelbaar Onderwijs" heeft de gemeente ontlast van
een finantieele zorg, welke anders zeer zeker op hare schou
ders zou hebben gedrukt. Maar> bovendien', Mijnheer de Voor
zitter, meen ik, dat het bedrag van f 7000.zeer zeker ge
motiveerd is doop den buitengewonen toeloop van leerlingen
tot onze school, en1 het is alleen te wijten! aan het feit, dat
eene wettelijke regeling voor de Lycea nog niet tot stand is
gekomen, dat wij alken subsidie kunnen vragen voor het in
richten van de handelsschool van het jongenslyceum.
Bovendien wil het mij voorkomen Mijnheer de Voorzittei,
dat het bedrag zeer zeker in overeenstemming is met' het be
drag, dat indertijd ook gegeven', is voor de landbouwwinter
school. De landbouwwinterschool heeft toch gekregen voor
een wintercursus van 6 maanden f 2500.— voor ééne school.
Wanneer wij de Lycea, al is het ook eenigszins in anderen
vorm, op denzdfden maatstaf zouden subsidieeren, dan zou
voor eene dubbele school met vol leerjaar gevraagd kunnen
worden een bedrag van 10.000.maar dat meenj-, men niet
noodig te hebben', omdat er zoodanige bijdragen uit de omge
ving worden verwacht, dat men met het bedrag van f 7000.—
in de kosten van exploitatie toe zal komen.
Bovendien Mijnheer de Voorzitter, mag ik nog wel deze
opmerking maken,'rdat in de begrooting, die in April aan Ge
deputeerde Staten werd ingediend, nieit voorkomt het bedrag
voor rente en amortisatie, hetgeen zeer zeker op de begroo
ting dient voor te komen om ze sluitend te maken. Een on
derzoek, dat ik heb ingesteld in de notulen der vergadering
der Staten van Noord-Brabant, heeft mij de overtuiging ge
geven, dat die post niet op die begrooting voorkomt. Om al
Vaststelling der verordening op de
Verzoek om subsidie voor de afdeeling Hi
Haar vergad eringen worden belegd door den voorzitter die zorgt
dat ieder lid in den regel tenminste tweemaal vier en twintig uur
vóór het houden eener vergadering schriftelijk wordt opgeroepen,
zooveel mogelijk met vermelding der in die vergadering te behan
delen onderwerpen.
De stukken, op een uitgeschreven vergadering betrekking heb
bende, liggen (zooveel doenlijk) minstens tweemaal vier en twintig
uur voor het tijdstip der vergadering in het gebouw van openbare
werken ter lezing voor de leden.
Artikel 6.
Een der gemeente-ambtenaren., daartoe door Burgemeester en
Wethouders aan te wijzen, zal de betrekking van secretaris der
Commissie vervullen.
Artikel 7.
De Commissie mag niet beraadslagen of besluiten, zoo niet ten
minste twee leden tegenwoordig zijn.
De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen
genomen.
Bij staking van stemmen beslist die van den voorzitter.
Artikel 8,
Zij staat Burgemeester en Wethouders bij in het beheer van
den dienst der openbare werken, zooals deze is omschreven in de
„verordening op den dienst der openbare werken".
Zij prae-adviseert Burgemeester en Wethouders en den Burge
meester omtrent alle aangelegenheden, dien dienst betreffende,
waarover haar oordeel onderscheidenlijk door Burgemeester en Wet
houders of door den Burgemeester wordt verlangd
Zij doet aan Burgemeester en Wethouders alle zoodanige
voorstellen, als zij in het belang van dien dienst nuttig en noodig
zal achten.
Artikel 9.
Zij houdt, onverminderd het toezicht van Burgemeester en Wet
houders, nauwlettend controle op de uitgaven van den dienst der
openbare werken.
Artikel 10.
Zij zorgt, dat de regeling in overleg met den hoofdopzichter van
gemeentewerken door Burgemeester en Wethouders getroffen over
den dienst van de ambtenaren, beambten en de werklieden bij den
dienst der openbare werken wordt nagekomen en houdt toezicht op
de behoorlijke naleving der instructiën door het geheele personeel.
Artikel 11.
Zij ziet toe (voor zooveel haar betreft) op de goede uitvoering
Q6r op den dienst der openbare werken betrekking hebbende veror
deningen.
Artikel 12.
Zij zendt jaarlijks, in den door Burgemeester en Wethouders
aangegeven vorm, aan dezen in
in de maand Maart een verslag betreffende den toestand en de
werking der openbare werken over het afgeloopen jaar
in de maand April haar prae-advies over de rekening van de
inkomsten en uitgaven der openbare werken in het afgeloopen jaar;
in de maand Juli haar prae-advies over de begrooting van dé
inkomsten en uitgaven der openbare werken voor het volgend jaar
De genoemde stukken worden door den hoofdopzichter van ge
meentewerken opgemaakt, en, vóór hun toezending aan Burge
meester en ethouders, in handen der Commissie gesteld.
Artikel 13.
Zij is bevoegd den hoofdopzichter der gemeentewerken, alsmede
de aan den dienst der o ienbare werken verbonden ambtenaren,
beambten en werklieden uit te noodigen baar vergaderingen bij te
wonen en alsdan van hen inlichtingen hun dienst betreffende te
vorderen.
.commissie voor openbare werken",
idelsschool van het St. Norbertus Lyceum.
Artikel 14.
Geen declaratiën, voortspruitende uit contracten van aannemin
gen en gedane leverantiën, den dienst der openbare werken betref
fende, worden betaalbaar gesteld, tenzij de daartoe betrekkelijke
stukken voorzien van de handteekening van den hoofdopzichter van
gemeentewerken, in handen der Commissie zijn gesteld, deze door
haar onderzocht zijn en zij deswege aan Burgemeester en Wethouders
rapport heeft uitgebracht.
In spoedeischende gevallen kan, in de plaats van het in alinea I
van dit artikel bedoeld rapport, treden de verklaring van den voor
zitter der Commissie voor openbare werken, die daarvan in de
eerstvolgende vergadering dier Commissie mededeeling doet.
De weeklijsten voor de uitbetaling aan de werklieden der ge
meente, behoorende tot den dienst der openbare werken, worden door
den voorzitter der Commissie voor openbare werken geteekend.
Artikel 15.
Deze verordening treedt in werking op den dag harer vaststelling.
Aldus vastgesteld door den raad der gemeente Roosendaal en
JNispen, in zijne openbare vergadering van den 13den November 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
Verzoek om subsidie voor de afdeeling E
van het St. Norbertus-Lyceum.