16 VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919 met drie straten, waarvan het eigendomsrecht aan de ge meente is overgedragen, zal begonnen worden. De heer Valkenburg: Juist Mijnheer de Voorzitter, zoo is het De heer K. van WelyMijnheer de Voorziter! Ik zou al leen maar eens willen vragen, waar'om de Commissie geen rekening gehouden heeft met de oudste straat? De oudste Straat is de Badhuisstraat', en wanneer gesproken wordt over slechte straten, dan geloof ik, dat dit absoluut de allerslecht ste straat is, waar het niet mogelijk is met' droge voeten doorheen te komen. Er kan toch wel werk van gemaakt worden, dat het eigendomrleeht van die straat afgekocht wordt. In de Damstraat liggen van weerskanten! trottoirs en in de Badhuisstraat ligt absoluut niets. Daar kan niemand van het begin tot' het eind, één drogen voetstap zetten. Dat is de oudste straat der gemeente, die het, meeste onderhoud noodig heeft, ,en die wordt het allerlaatst genoemd. De Voorzitter;: Daar kan ik mij niet in verdiepen. De heer K. van Wely: Dat kunt U zwart op wit krijgen. Die straat is ouder dan de Damstraat. Ik wil er dit nog bij voegen; dat ik het volkomen eens ben met den heer Stey- aard, dat eerst die straten verbeterd moeten worden, vóór er iets aan de trottoirs gebeurt. Dat is mee.r noodzakelijk dan trottoirs te verbeteren. De Voorzitter: De Commissie: heeft voorgesteld tot verbe tering over te gaan van de Damstraat, Willemstraat en: For tuinstraat. Laten we ons nu daaraan houden ,enl die straten het eerst eene beurt geven. Bij de begrooting kan dan weer over andere straten! gesproken worden. Ieder brengt zijn wenscheni naar voren:, maar om deze allemaal ineens te ver helpen, gaat toch niet. De Commissie uit Uw midden be noemd doet een voorstel, en nu komt heel de vergadering weer met' nieuwe voorstellen; De heer Verheijen: Gelukkig niet heel de vergadering. De Voorzitter: Ik zeg dat bij wijze van spreken. De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb in deze vergadering tientallen) keeren, zou ik zeggen, eene lans ge broken voor de verbetering van straten. Ik heb steeds als mijne meening te kennen gegeven, dat die straten, waar in het geheel nog geen verharding is, het eerst in orde gebracht moeten worden, dus dat, wanneer er gelden voor zijn, eerst die straten verbeterd dienen te worden, waar nog niets is. Daarom verwondert het mij, dat de Commissie hier eerst de Damstraat heeft genomen. Ik had liever gezien, dat de, Com missie daarvoor eene, andere: straat had genomen; maar nu zij dat voorstel doet, kan ik er mede meegaan. Ik zou even wel eene uitzondering willen maken voor de Molenstraat, Waar de trottoirs ellendig slecht zijn. Dat werk behoeft daar niet op te wachten:, die straat kunnen wij wel in orde maken. Verder zou ik in overweging willen geven eerst die straten, waar nog geen middenbestrating of nog geen tottoir is, in orde te maken:. Ik had dan ook liever gezien, dat de Com missie de Badhuisstraat had genomen in plaats van de Dam straat. Ik wil echter in deze het voorstel van de Commissie steunen. De Voorzitter: Ik zal het voorstel van de Commissie eerst in behandeling brengen. Verlangt iemand stemming over dit voorstel? De heer Steyaard: Ja. Voorzitter. Dei Voorzitter: De Commissie stelt voor de. Damstraat, Willemstraat enl Fofuinstraat te verharden. Dat voorstel zal ik in stemming brengen. In stemming gebracht wordt het voorstel met 11 tegén 3 stemmen aangenomen1. Vóór stemden de heeren: Braat, Raats, A. F. Vos, Ver heijen, Van Dorst, Valkenburg, Van Gastel, De Biuyn, Jac. Vos, Voeten: :en Jongeneelen. Tegen stemden de heeren: Geerssen. K. van Wely en Steyaard. De heer Van Dorst verlaat de vergaderzaal. VI. Voorstel betreffende de werkverschaffing met ad vies yan de Commissie van Openbare Werken. Op verzoek van den: Voorzitter geeft de Secretaris voor lezing van het advies der Commissie van Openbare Werken. Na die voorlezing zegt De Voorzitter: Naar aanleiding van de ongesteldheid van den Voorzitter' der Commissie van Openbare Werken, heeft hij mij verzocht den Raad het voorstel te doen om in be ginsel te besluiten heide ondeir Nispen aan te koopem voor werkverschaffing en Burgemeester en Wethouders daartoe machtiging te geven, omdat de Commissie den prijs, die, ge vraagd wordt, te hoog vindt. De heer jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Is die grond geschikt voor ontginning, is daar poolshoogte van genomen? De heer K. van Wely verlaat de vergaderzaal. De Voorzitter: Ik geloof, dat de Voorzitter van de Com missie zich persoonlijk heeft willen, overtuigen van dei ge steldheid van den grond, ook in verband met de duurte van den grond. Hij heeft juist dit prudente voorstel gedaan, om dat hem, toen hij daarvoor Dinsdag naar Nispen wilde rij den, de gelegenheid daartoe is ontnomen wegens ongesteld heid. Wat den aard van den grond betreft, wanneer de Voor ziter van de Commissie, die in deze uit den aard van zijn beroep toch wel deskundige mag heeten, aan Burgemeester en Wethouders voorstelt tot aankoop over; te gaan, dan ben ik op dat punt gerust. Over den prijs heeft de Raad later te oordeelen. De heer Jac. Vos: Ik heb op het plan natuurlijk niets tegen, maar ik zou willen vragen, hoe het staat met de verbetering van de buitenwegen. Zijn die, al voltooid, of zijn er nog we gen, die noodzakelijk verbetering behoeven? De Voorzitter: Er zijn zeker nog buitenwegen, die nood zakelijk verbetering behoeven. De heer Steyaard heeft zoo even een tafereel opgehangen, van kinderen, die naar school moeten, die koude voeten hebbenl en dan gevaar loopen tuberculose te krijgen, maar wanneer de heer Steyaai'd de buitenwegen beschouwt, zijn er zeker nog wel wegen, die slechter moeten genoemd worden dan verschillende straten hiè,r in de kom. Wij kunnen al die verbeteringen niet aan brengen, want dan zouden wij Roosendaal herscheppen in eene modelstad en dat gaat in eens niet. Sedert jaren is door het Dagelijksch Bestuur getracht om een weg, die naar Nispen leidt, en een bepaald gedeelte van de gemeente, veirbreed en eenigszins verbeterd te krijgen, juist voor rij- en voertuigen en schoolgaande kinderen, maar wat ondervindt men dan? Men ondervindt dan tegenwerking van een of twee personen en heel het zaakje valt in duigen! Zoo is het gegaan met een der voornaamste wegen, die van het Everland naar Nispen loopt. Wij meenden endelijk tot een- oplossing gekomen te zijn, maar neen, zei toen een van de eigenaars, ik geef geen stukje1 grond ter grootte van een 17 VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919. meter af. Nu moet die Everlandsche straat we,er blijven: lig gen,. Die weg moest natuurlijk reeds lang verbeterd zijn; in het Everland wonen veel menlschen en wij moéten zorgen,, dat de wegen in oude zijn. Ik hoop, dat hetgeen ik hier ge- zegd heb, den persoon moge bereiken, wien het aangaat ein dat deze Burgemeester cif Wethouders alsnog «fa behulpzame hand zal bieden en een stukje grond ter waarde van het luttele bedrag van 5 6 gulden, alsnog af zal staan. Men krijgt niet overal de medewerking, die men wenlscht. Ook in de kom der gemeente hebben Burgemeester ,en Wethouders niet de medewerking, die men zich voorstelt'. Ik heb in geen enkel opzicht willen influenceeren op de beslissing van de leden van den Raad; ik wil dit eerst zeggen, nu de beslissing gévallen is. Burgemeester enl Wethouders hebben, het altijd bij Jan Publiek maar gedaan, maar zij zouden wel eens een boekje kunnen openslaan, waar de leden van zouden ver schrikken, als zij wisten hoe de medewerking in deze: is van verschillende ingezetenen. Wat betreft de buitenwegen kan ik alleen zeggen, daj. deze allen in goeden staat' van onderhoud verkeeren, behalve twee of drie, waarmede wij door den onwil van eenige, belendende eigenaren niet verder kunnen. Wij hebben alles geprobeerd om die wegen in orde te brengen, maar wij zien er geen kans voor. Ik wensch nu den heer Raats te antwoorden. De heer Raats heeft blijkbaar niet al het genotuleerde onder zijn be reik gehad omtrent den: weg naar Nispen, want dan zou hij gezien hebben, dat is toegezegd een voorstel omtrent' de totale verbetering van den weg naar' Nispen. Die vernieu wing kost de gemeente ongeveer drie ton. Wij zullen ver zoeken om dien weg te herstraten met geheel nieuw mate riaal, mits wij van het Rijk en de Provincie subsidie krijgen; krijgen! wij die niet, dan zullen wij verzoeken den! weg oveir te kunnen geven aan de Provincie. Wij zullen daaromtrent bij de bagrooting eene beslissing doen nemen. De kosten zul len bedragen drie ton; het zal misschien een weinig meer of minder zijn. In den oorlogstijd hebben wij aan den weg niets mogen doen vanwege he,t militair gezag. Ik zal nu doen beslissen, of de Raad in beginsel kan be sluiten Burgemeester en Wethouders te machtigen tot aan koop van de heide, gelegen onder Nispien, als middel tot werkverschaffing. Den prijs vinden Burgemeester en Wet houders te hoog. Heeft iemand hiertegen bezwaar? Niemand? Dan is het aangenomen. VII. Voorstel tot wijziging van het tarief voor de levering van electriciteit met advies van de Commissie voor de bedreven. De heen Braat: Mijnheer de Voorzitter! Enkele verbrui kers, die stroom peir' met'er koopen, hebben, gevraagd de voorwaarde van oen minimum verbruik van /90.— per jaar te laten vervallen. Da Commissie heeft gemeend aan dit verzoek te kunnen voldoen. De Voorzitter: De Commissie doet hierbij het' voorstel de bepaling te doen vervallen, dat verbruikers volgens meter tarief een minimum verbruik van f 90.moeten waarborgen. De heer Steyaard: Voorzitten'! Wij vindeni het doen ver vallen van die bepaling voor degenen, die een meter heb ben, in zooverre juist, dat voor een deel van de inwoners het tarief verlaagd wordt, maar ik vind ook, dat zij, die een abonnement van b.v. 70 cents per week hebben; daardoor niet bevoordeeld Worden. Wanneer wij den prijs van het electrisch licht verlagen, laat ons het dan voor allen verlagen, maar niet voor een deel van de verbruikers. Ik vind dat voorstel niet juist. VVel Wil ik voorstellen] de, prijzen voor het elec trisch licht in het algemeen te verlagen en de abonnementen b.v. te brengenl op 50 cents per week étil dan ook de, bepaling van de 90 als minimum verbruik te laten vervallen. Maar dat men een deel van de verbruikers een voordeel geeft door die 90.— voor vast geild te laten vervallen, daarmede ga ik niet accoord. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het wil mij voorkomen, dat omtrent het voorstel van de Commissie op de bedrijven een klein misverstand bestaat. Naar mijne mee ning bevat de clausule, of liever het voorstel van de Com missie om die garande van f 90.voor Stroomverbruikers over een meter te, doem vervallen, geen tariefsverlaging. Het tarief voor die aansluitingen blijft uit denl aard der zaak 45 cent per afgenomen K.W.U. De stroom wordt' gemeten en de afgenomen K.W.U. worden betaald tegen het door den Raad vastgestelde tarief van 45 cent. Het eenige; dat op 't oogen- blik gebeurt, is het herstellen van eene' fout, die indertijd ge maakt is. Wanneer eene aansluiting gemaakt wordt, moet de rentabiliteit der aansluiting vaststaan. Nu is het duidelijk, dat de rentabiliteit van een aansluiting van e'en meterverbruikar allang vaststaat, vóórdat men aan ƒ90.verbruik geko men is. Wanneer men aanneemt, dat de, rentabiliteit van een lichtpuntsaansluiting voldoende is om de gemaakte kosten te dekken, erkent men, dat een stroomverbruik van 90.— niet noodzakelijk is. M,eni heeft het abonnementstarief vastge steld, als ik mij niet vei gis op 75 demt per een lichtsaanslui- tmg en per week. Dat is pér jaar 52 X 75 cent, verminderd met de drie zomermaanden, waarin geen tarief wordt be- taald. Men komt dan tot een rentabiliteitsreikeniing van onge veer/ f25.—, zoodat het opnemen van de bepaling in de oorspronkelijke verordening van 90.— voor verbruikers per K.W.U eigenlijk óp een misverstand berust, welk misver stand de Commissie op 't oogenblik wenscht uit den weg te ruimen. De Voorzitter: Ik heb gemeend, dat dit een garantie moest zijn juist voor de groote verbruikers. De heer Verheijen^ Die garantie is te hoog. De: Voorzitter: Ik meien toch, dat die garantie berust op de ber'ekiening, die destijds aan den Raad is voorgelegd. Dan meet U alleen zeggen, dat de Commissie, die daarmede be last is geweest, zich totaal heeft vergist. De heer Verheijen: Neen, het is eene fout. De Voorzitter: Eene vergissing is ook eene fout. Ik kan niet begrijpen, waarom die garantie1 moet worden weggeno men. Ik zou graag zien, dat dit duidelijk wordt gemaakt voor de vergadering. U zegt, het is eene fout; waarin heeft die fout dan bestaan? De heer Verheijen,: De rentabiliteit van een meteraanslui ting moet' precies dezelfde zijn als van een andere aanslui ting. Len aansluiting kost een bepaald bddrag; eene aanslui ting voor de verbinding van het net' met het huis moet in eene bepaalde conditie; een bepaald bedrag opbrengen: Aan gezien eenmaal aangenomen is, dat bij tariefaansluitingen clie garantie voldoende betaald is met f25.— peir jaar, heeft het geen zin voor rneiteraansluitingeii een hooger bedrag te handhaven. De Voorzitter: De meeste personen, die aan het net aan gesloten zijn, hebben geen meters. Nu heeft mem alleen me- i Besluit tot verbetering der Damstraat, Willemstraat en Fortuinstraat. Voorstel der commissie van Openbare Werken tot aankoop van heide in verband met de werkverschaffing. Machtiging tot aankoop van heide voor werkverschaffing. - Wijziging tarief voor de levering van electriciteit (vervallen der garautie van een mimmum verbruik van f90.— voor meteraansluitingen).

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 67