VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919. De, heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Nog slechts kort geleden, ik meen in de vergadering van 14 Augustus, is eene algemeene regeling vastgesteld voor de salarissen der ambtenaren, beambten eni werklieden in dienst der ge meente. Nu kan ik mij niet vereenigen mei heit voorstel van Burgemeester en Wethouders om nu voor een deel, een zekere categorie, de salarissen te gaan herzien. Immers bij de regeling van 14 Augustus zijn zij met elkaar in verband gebracht. Nu wordt een deel gewijzigd, waardoor dat ver band verbroken wordt. Wanneer Burgemeester en Wethou ders vinden, dat dat salaris niet voldoende is, dat zij dan komen met een© algemeene herziening. Ik vind echter, dat eene herziening twee, of drie maanden na de vorige: op 't oogenblik niet noodig is. Ik zou liever zien, dat de salarissen over de geheeld lijn zoo behouden bleven. De Voorzitter: Ik zal trachten d© sprekers zoo goed mo gelijk te beantwoorden. Het eerst is het woord gevoerd door den heer Valkenburg. Deze heeft te kennen gegeven, dat hij liever zag, dat: de slot- zinsnede uit mijn brief, waarin voorstellen zijn gedaan voor de boden en bevolkingsagenten, zal vervallen tot eene algemeene herziening der jaarwedden voor' alle oveirig per soneel in gemeentedienst. In gelijken zin heeft de heer De Bruyn zich uitgelaten; Echter wenscht de heer De Bruyn zijn© medeweking niet te verleenen aan de verbetering der salarisregeling der politie, voor er eene algemene salaris herziening komt. Gezien echter de circulaire van Gedepu- tetde Staten vesrbaast het mij, dat de heer De Bruyn zich verwondert, dat Burgemeest:erj en Wlethouders in deze vergadering met een voorstel komen tot salarisverbe tering voor het politiepersoneel. Ik heb het motief hiervoor duidelijk uiteengezet, in mijn brief aan den Raad. Wij zijn thans verplicht tot die herziening ten1 eerste wegens de uit breiding, die het politiecorps ondergaat, eini verder in. ver band met het schrijven van Gedeputeerd© Staten Het voor stel gaat pas in met 1 Januari e.k., zoodat de herziening eerst invloed heeft op de volgende, begrooting. Het doet mij ge noegen, dat wat betreft de bedragen alleen gezegd is ge worden, dat zij te laag zijn, en dat door de leden geen aan vechting heeft plaats gehad op de hoegrootheid van de be dragen. Ik had eerder oppositie verwacht' tiegen de opvoering bedlragen. Ik behoef mij omtrent dit punt niet verder te verantwoorden. De, heer Steyaard heeft zijn voorstel verdedigd. Wanneer het voldoende ondersteund wordt, zal ik het in omvraag brengen. Den heer Valkenburg kan ik antwoorden, dal met opzet de door hem gewraakte clausule aan mijn brief-toegevoegd. om dat hier de salarissen voor' die betrokken ambtenaren, de bo den en- bevolkingsagenten, steeds tegelijk met die der politie zijn geregeld geworden en dat verband ook steeds behouden is gebleven. Nu meenden Burgemeester en Wethouders van dien eenmaal aangenomen regel niet af te moeten wijken en de voorstellen voor dei politie te doen overgaan op de bo den en bevolkingsagenten. Wanneer U de notulen er op na slaat, zult U zien, dat ik juist heb geoordeeld. Wanneer U echter het voorstel meient te moeten doen om die clausule te schrappen, zal ik dat voorstel in omvraag brengen. De; beier Steyaard heeft zich weer op een punt vergist. Hij moet niet verwachten, dat in eene partieele wijziging al les wordt ondervangen. Hij heeft te kennen gegeven, dat voor de laatste categorie van ambtenaren, de agenten tweede klasse, het salaris ware op te voeren van f 1400.— tot f 2000.omdat hij meent, dat. wanneer er geen vacature komt, geen bevordering mogelijk is. Ik meen, dat bij de stuk ken, die ter visiei hebben gelegen, de besaande salarisregeling aanwezig was, en daarin is de bepaling opgenomen, dat de Burgemeester de bevoegdheid bezit om elk ambtenaar en beambte van politie tot een hoogeren rang te bevorderen onder de voorwaarden, die daar zijn aangegeven. Dus dat bezwaar is ondervangen. Wie van de leden ondersteunt de voorstellen1 van den heer Steyaard tot verhooging van de. jaarwedden, zooals door» hem is aangegeven; n.1. voor den hoofdinspecteur van 3600.— tot 4000.voor den inspecteur van f 3000.tot 3500.voor den adjunct-inspecteur van 2400.— tot 2900.en1 voor den schrijver van 1150.tot f 1850. Wie ondersteunt het eerste deel van de voorstellen van den heer Steyaard? De heer Geerssen ondersteunt deze voorstellen. De Voorzitter: Niet voldoende ondersteund zijnde kunnen deze voorstellen geen prnt van behandeling uitmaken. Verder heeft de heer Steyaard voorgesteld om de jaar wedden van de hoofdagenten te doen loopen, van 2000.— 'tot 2600.en van de overige agenten f 1400.tot f 2000. met de bepaling, da;, zes gelijke jaarlijksche verhoogingen zullen worden gegeven. Wie ondersteunt deze voorstellen: van den heer Steyaard? De heer Geerssen ondersteunt de voorstellen. De Voorzitter: Niet voldoende ondersteund zijnde, kunnen ook deze voorstellen, geen onderwerp van behandeling uit maken. Verder' stelde de heer Steyaard voor den kindertoeslag te doen vervallen. Is er een van de leden, die dit voorstel ondersteunt? Nie mand? Dan kan ook dit voorstel geen punt van behandeling uitmaken, daar het niet ondersteund wordt. Nu heeft de heer De Bruyn voorgesteld om de geheele sa- Iar'isregeling, die door mij is voorgesteld, aan te houden tot eene algemeene herziening daar zou zijn. Ik heb U bij de vaststelling van de voorstellen in onze vergadering op 14 Augustus gezegd, ik meen naar aanleiding van een gezegde van den heer E. van Wely, die toen de wenschelijkheid uit sprak, dat voortaan geien voorstellen meer zouden gedaan worden, dat U spoedig nadere voorstellen tot salaris- ziening zoudt ontvangen, wanneer de Staatscommissie haar werk aan de Regeering zou hebben aangeboden. In afwachting daarvan hebben1 Burgemeester: en Wethouders alleen deze partieele herziening ontworpen, omdat Gedeputeerde Staten dienaangaande voorschriften hebben gegeven, die wij heb ben op 'te volgen. U weet verder, dat de voorstellen door Bur gemeester en Wethouders gedaan alleen voorloopige voor stellen: mogeni zijn, en dat het volgend jaar, naar ik hoop en wensch," soortgelijke, voorstellen, als die thans ter tafel komen, nog eens aan de goedkeuring van den Raad zullen worden onderworpen:. Wij zijn gehouden te voldoen aan de voorstellen van Gede puteerde Staten, teneinde onze begrooting goedgekeurd te zien, en waar Gedeputeerd© Staten als minimum eisch he- bem gesteld f 1000.tot f 1400.—, oordeelen wij, dat onze voorstellen niet te hoog zijn, waar wij f 1300.als aan vangssalaris hebben behouden. Ik voor mij meen1, dat, wanneer in het veertigtal gemeen ten van Noordbrabant benedeni de duizend inwoners de agenten een salaris moeten genieten van f 1400.— de sala rissen in Roosendaal werkelijk niet in die mat© zijn opge- 5 VERGADERING VAN 13 NOVEMBER 1919. voerd, dat zij te hoog zijn te noemen. Daarom hebben wij gemeend aan de beginsalarissen der agenten niet te moeten tornen, maar hun die verhoogingen te moeten toekennen, die Gedeputeerde Staten voor elk dienaar van politie in Noord- Brabant wenischem. Wanneer door; den heer De Bruyn dus geen nader voorstel wordt gdaan om dit onderwerp nu niet af te doen, dan breng ik het voorstel van "Burgemeester en Wethouders omtrent de salarissen van het politiepersoneel in omvraag. De heerValkenburg: Mijnheer de Voorzitter! Ik werasch mijn voorstel, zooals ik het in eerste instantie heb gedaan, te handhaven. De Voorzitter: De heer Valkenburg stelt voor om de jaar- wedderegeling van den concierge-bodei eni van de bevolkings agenten van de agenda af te voeren, althans heden! niet te behandelen. Hij meent daarmede te moeten wachten tot eene algemeene heziening der jaarwedden van alle overige amb tenaren) in gemeentedienst. De; heeren Dei Bruyn en Raats ondersteunen het voorstel van den heer Valkenburg. De heer, Valkenburg: Mijnheer dei Voorzitter! Ik geloof, dat U mij daar straks niet goed begrepen hebt. Ik heb niet voor gesteld om de herziening van de' loonen van den concierge- bode eni bevolkingsagenten tot ©ene algeimeene loonsherzie- ning, die vermoedelijk hiet volgend jaar zijn beslag zal krijgen uit te stellen, maar ik heb voorgesteld die zoolang uit te stellen tot Burgemeester en Wethouders komen met een nieuw ontwerp, waarin ook de loonen van het verdere ge- meentepersoneel, n.1. van d© gemeente-ambtenaren en ge meente-werklieden met de verhooging van de loonem, die nu gegeven word eni aan de politieagenten, in overeenstemming worden gebracht. Dus mijn voorstel is, op eene andeire wijze uitgedrukt, dit: dat ik verwacht van Burgemeester en Wet houders, dat zij liefst in de eerstvolgende vergadering zullen komen met een voorstel om de salarissen van de ambtenaren en gemeente-werklieden dermatei te verhoogenl, dat de even redigheid, die momenteel bestaat tusscheni de loonen van het gemeente-personeel onderling, behouden' blijft bij de nieuwe verhooging voor het politiecorps. De Voorzitter: Ik kan daarop alleen antwoorden, dat Bur gemeester ©m Wethouders in de volgende vergadering niet met een voorstel kunnen komen in Uwenl geest. Ik heb dui delijk doien uitkomen, dat Burgemeester en Wethouders niet voornemens zijn e'ene algemeene herziening voor' te dragen, tenzij uit den boezem van den Raad een voorstel komt om de salarissen te herzien: nog voor de Staatscommissie haar werk zal hebben ten einde gebracht. Dait' werk zal gereed komen in de maand Januari a.s.; dus in het volgend jaa,r krijgt U daaromtrent' wel voorstellen. Ik voor mij acht het niet ge,wenscht nu nog voorstellen te doen, zoolang de Staats commissie haar rapport niet heeft uitgebracht. De heer Valkenburg: Het is niet mijnei bedoeling, dat er eene algemeene; herziening zal komen van de loonen; alleen zou ik willen zien, dat de loonen van het overige personeel in dienlst: dejr gemeentel, in overeenstemming zullen worden gebracht me'f de loonen, die thans aan de politieagenten wor den gegetveni, dus, dat de verhooging, die het politiepersoneel nu krijgt, ook zal worden toegekend aan de overige ambte naren en, werklieden in gemeentedienst. Alleen een partieele verhooging stel ik dus voor en wel eene dusdanige verhoo ging, als thans wordt toegekend aan het politiepersoneel. De1 Voorzitteri: Bij aanneming dezer voorstellen) worden het politiepersoneel uitsluitend grootere ancienniteits-ver'hoo- gingen verleend en wordt de kindertoelage gewijzigd van een vast bedrag in 5% der jaarwedde. Met Uw voorstel kan de Commissie, die straks benoemd zal worden, voor het nazien der begrooting, rekening houden. Wanneet het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen, is niets anders verkregen dan dat de concierge-bode en bevolkingsagenten, te beginnen met I Ja nuari e.k. dezelfde verhoogingen zullen krijgen. Ik meen hier mede de voorstellen voldoende te hebben: toegelicht. De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb den heer Valkenburg niet begrepen, ofwel hij heeft zich verkeerd uitgedrukt. Na Uwe nadere uitlegging kan ik zijn voorstel niet ondersteunen;. De Voorzitter: Dan kan het voorstel, niet voldoende on dersteund zijnde, geen punt van behandeling uitmaken. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhoo ging der jaarweddien van de dienaren van politie ,den con cierge-bode en de bevolkingsagenten in stemming gebracht wotdt met 11 tegen 4 stemmen aangenomen. Vóór stemden de heeren: Braat, Raats, K. van Wely, A. F. Vos, Verheden, Van Dorst, Valkenburg. E. van Wely, Van Gastel, Jac. Vos en: Jongeneelea Tegen stemden de heeren: De Bruyn, Voeten, Steyaard en Geerssen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders hebbenl ten slotte in hun brief machtiging gevraagd om dei ver ordeningen regelende de jaarwedden van het politiepersoneel, van den concierge-bode en van de bevolkingsagenten na aan neming dezer voorstellen in overeenstemming te brengen met de voorgestelde wijzigingen. Bestaat bij de lieden geen1 bezwaar om de machtiging te verleenen? Bij niemand? Dan is dit aangenomen1. De gewijzigde verordening heeft in concept voor U ter visie gelegen. Daaruit blijkt, dat Burgemeester: en Wethouders voorstellen te bepalen, dat voor alle in functie zijnde ambtenaren en beambten geen langeren diensttijd in aanmerking komt dan zes jaar eni voor de in dienst' komen den geen langeren diensttijd dan drie jaar. Een en ander zal bij wijze van overgangsbepaling in de verordening worden opgenomen. Wanneer; daartegen geen bezwaar bestaat, zullen de veror deningen onder dagteekening van heden opnieuw worden vastgesteld. De gewijzigde verordeningen, zullen in de no tulen van dieze vergadering worden opgenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno men. De verordeningen luiden thans als volgt: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Gelet op artikel 136 der gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, regelende de samenstelling, de titu latuur, de bezoldiging en den voorloopigen pen sioensgrondslag van het personeel der gemeente politie. Artikel 1. Het personeel der gemeente-politie bestaat uit ambtena- Herziening salarisregeling politiepersoneel, concierge-bode en bevolkingsagenten. Herziening salarisregeling politiepersoneel, concierge-bode en bovolkingsagenten (Wijziging der verordening politiepersoneel.)

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 61