VERGADERING VAN 9 SEPTEMBER 1919.
Benoeming van een Wethouder. Opmerking van den heer P. Eaats over den woningnood.
De heer Heerma van Voss, van wien wij denken, dat hij
niet zoo conservatief zal zijn als de heer Braat met zijn R. K.
fractie, van den heer Heerma van Voss verwachten wij
meer! Wij hopen dan ook, dat aan de verschillende voor
stellen, die van Burgemeester en Wethouders mogen uitgaan,
de heer Heerma van Voss en ook de Burgemeester wel de
noodige medewerking zullen verleenen, opdat verschillende
sociale hervormingen ook in de gemeente Roosendaal zullen
worden tot stand gebracht. Hiermede heb ik gezegd.
De heer Raats: Mijnheer de Voorzitter! De laatste dagen
zijn er eenige arbeidersgezinnen uit hunne woning gezet en
tot heden hebben die menschen, voor zoover ik weet, één
huisgezin tenminste, den nacht onder den blooten hemel moe
ten doorbrengenj. Nu zou ik gaarne van hje-t Dagelijksch Be
stuur vernemen^ of er geen pogingen in het werk kunnen wor
den gesteld, om de betreffende menschen een onderdak te
verschaffen. Tevens wilde ik het Dagelijksch Bestuur nog
mededeelen, dat in den loop van deze week of binnen eenige
dagen wederom eene uitzetting zal volgenL Het is juist daar
om Mijnheer de Voorzitter, dat ik het Dagelijksch Bestuur
in overweging geef om spoedig maatregelen te beramen, op
dat die menschen een onderdak zullen hebben.
De Voorzitter: Ik zal hetgeen door de beide heeren en ook
door den heer Van Dorst is besproken, in de eerste verga
dering van het Dagelijksch Bestuur ter tafel brengen. Hier
mede sluit ik de vergadering.
Ter voldoening aan artikel twaalf van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van
den Raad zijn vorenstaande notulen na de goedkeuring door den Gemeenteraad in zijne vergadering van den
negentienhonderd en negentien door ons onderteekend.
De Secretaris, De Voorzitter,
11
li'