7E VERGADERING 1 VERGADERING VAN 9 SEPTEMBER 1919. Benoeming van een Wethouder. Opmerking van den heer van Dorst over den toestand van den Nispenschen weg. Vergadering van Dinsdag, 9 September 1919. Bijeenroepingsuur uur des voormiddags. Eenig punt ter behandeling: Benoeming van een Wethouder. Voorzitter: de Burgemeester, de heer A. L. G. H. M. Coenen. Aanwezig met den Voorzitter: de heef A. W. Braat, wet houder, en de heeren: A. Heerma van Voss, G. A. van Dorst, A. _A. Jongeneelen, J. A. Voeten, P. J. Raats, C. A. Valken burg, J. Verheijen, A. B. K. Steyaard, F. Geerssen, E. H. M. van Wely, A. J. M. de Bruyn, K. F. W. M. van Wely, P. C. M. Konings, A. F. Vos en J. A. C. van Gastel, leden. Afwezig de heer Jac. Vos. Secretaris de heer A. A. Rademakers. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ik verklaar deze vergadering voor geopend. Allereerst verzoek ik den Secretaris voorle zing te willen geven van het schrijven van den heer Jac. Vos, dat aan den Gemeenteraad is gericht, en waarbij hij verklaart zijne benoeming tot wethouder niet aan te nemen. De Secretaris geeft hiervan voorlezing. Na voorlezing zegt De Voorzitter: Dit schrijven is oorzaak, dat ik de vergade ring van heden heb moeten oproepen, teneinde tot de be noeming van een tweeden, wethouder over te gaan. De heer Jac. Vos heeft mij medegedeeld, dat hij wegens uit- stedigheid verhinderd is, deze vergadering te kunnen bij wonen. Ik benoem tot stemopnemers de heeren Braat en Van Dorst. Na afloop der gehouden stemming zegt De Voorzitter: Zestien leden hebben de presentielijst ge- teekend; zestien stembriefjes werden in de bus bevonden. Hiervan zijn van onwaarde geene. Uitgebracht werden derhalve zestien geldige stemmen. Hiervan hebben verkregen de heer Verheijen zeven stem men, de heer Heerma van Voss acht stemmen en de heer Van Gastel één stem. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt tot eene nieuwe vrije stemming overgegaan. Na afloop daarvan zegt De Voorzitter: In de bus werden bevonden zestien stem briefjes. Hiervan zijn van onwaarde geene. Uitgebracht werden derhalve zestien geldige stemmen. Hiervan hebben verkregen de heer Heerma van Voss acht stemmeni, de heer Verheijen zeveni stemmen! eni die heer Van Gastel één stem. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, moet herstemming plaats hebben tusschen de heeren Heerma van Voss en Verheijen. Beide heeren blijven daarbij buiten stemming. Hierna gaat de Raad tot herstemming over. Na afloop daarvan zegt De Voorzitter: Zestien leden hebben de presentielijst ge- teekend. Bij de herstemming mogen twee leden niet mede stemmen. In de bus werden bevonden veertien stembriefjes. Hiervan is van onwaarde: een stembriefje, daar het blanco is ingeleverd. Uitgebracht werden derhalve dertien geldige stemmen. Hiervan hebben verkregen de heer Heerma van Voss ze ven stemmen en de heer Verheijen zes stemmen, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen is gekozen en mitsdien tot wethouder benoemd de heer A. Heerma van Voss. De Voorzitter: Mijnheer Heerma van Voss in deze verga dering tegenwoordig, ik verzoek U te willen verklaren, of U de benoeming wenscht aan te nemen. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik be dank de leden, die hunne stem op mij uitbrachten voor het vertrouwen in mij gesteld. Ik ontveins mij niet, dat de taak, waartoe ik geroepen word, eene zware is, met het oog op alles, wat de nieuwe tijd voor de gemeente medebrengt, maar niettegenstaande dat, neem ik mijne benoeming aan, in het vaste vertrouwen op Uwen steun en op de medewerking van al mijne medeleden. De Voorzitter: Mijne Heeren! Verlangt in deze vergadering nog een der leden het woord? De heer Van Dorst: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou U wil len vragen, óf er niet zou kunnen worden overgegaan tot een© kleine reparatie van den Nispenschen weg; vooral van de Kruisstraat tot Nispen is dit noodig. De Voorzitter: Ik kan den heer Van Dorst antwoorden, dat de keien daarvoor reeds aangekocht zijn. De heer Steyaard: Mijnheer de Voorzitter! Beide wethou ders zijn thans gekozen en in verband met de verklaring door hen afgelegd betreffende het vertrouwen, dat zij in den Raad en ook in de nieuwe leden stellen, zou ik gaarne zien, dat U mij toestaat dat vertrouwen eenigszins toe te lichten. Het is de eerste maal, in de eerste zitting geweest, dat de heer Braat als wethouder werd gekozen. Wij hebben toen blanco gestemd; wij, sociaal democraten stemden blanco, om dat wij niet wisten wat het program was van de R. K. frac tie. In verband daarmede hebben wij gemeend ons van stem ming te moeten onthouden. De heer Braat heeft zijne benoe ming aangenomen en steunde daarbij op de medewerking van de oude leden van den Raad, op de herkozen leden en ook op de nieuwe leden. Nu wil ik den heer Braat even zeggen, dat hij op onzen steun kan rekenen, indien hij verschillende so ciale eischen en hervormingen, die wij voor de arbeidende klasse, voor het proletariaat eischen, zal verwezenlijken.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 43