10 VERGADERING VAN 14 AUGUSTUS 1919. tel en E. van Wely, en van die Commissie is het volgende schrijven ingekomen!: „De Commissie in Uwe vergadering van 20 Mei jl. be noemd tot het schatten van den verkoopprijs van het door J. B. Baeke te Roosendaal in koop gevraagd en aan de ge meente Roosendaal in eigendom toebehoorend perceel grond, gelegen langs den weg van Roosendaal naa,r Zundert heeft de eer Uwen Raad te rapporteeren, dat dit perceel door haar is geschat en dat naar haar oordeel de verkoopprijs dient te worden berekend naar f 0.14 per c.A." Naa aanleiding van het voorstel van die Commissie, waar mede Burgemeester en Wethouders accoord gaan, stel' ik voor het besluit te nemen, waarvan ik voorlezing zal doen geven. Na voorlezing zegt De Voorzitter: Verlangt omtrent dit concept-raadsbesluit een der leden het woord? De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben. in die Commissie geweest, wij hebben dien man gevraagd wat is U die grond waard en toen heeft hij gezegd, die is mij 200.waard. De heer K. van Wely: Baeke heeft gezegd, het is mij f 2.— pe,r roede waard, dat komt uit tegen f 200.per H.A. De heer E. van Wely: De hoofdsom hangt mij meer in het hoofd. Een lid van de Commissie heeft nog gezegd, dat is toch veel te veel, maar wanneer hij toch zelf zegt, wat het hem waard is, zou ik toch niet meer gaan schatten. De Voorzitter: Heeft' U bezwaar overeenkomstig het be sluit der Commissie te besluiten? De heer E. van Wely: Ik weet de grootte niet juist. De Voorzitter: De oppervlakte wordt bij kadastrale meting opgenomen. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Zou ik de Com missie mogen vragen, welke soort grond het is? De heer K. van Wely: Het is heidegrond. De heer Jac. Vos: Nog al eene aanmerkelijke ligging, eene gelijke ligging? De' heer K. van Wely: Het stuk is erg ongelijk gelegen, vol bulten en gaten. Dei heer Van Gastel: Het is goed geschat. Ik vraag niet wat het waard is, daar ben ik zelf wel toe in staat. De heer E. van Wely: Wanneer wij vragen wat is het waard, en hij zegt het is f 200.waard? De heeir K. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Mag ik zoo vrij zijn als lid der Commissie, U daaromtrent even in te lichten'? Wij zijn bij Baeke gekomen en wij vonden het wel goed hem er eerst zelf over te spreken, ik heb hem toen ge vraagd, wat zou het waard zijn? Toen heeft hij gezegd on geveer 2.per roede. De: heer E. van Wely: Neen, f 200.heeft hij ineens ge antwoord. De heer K. van Wely: f 2.— per roede komt uit op f 200. per H.A. Het is doodeenvoudig niets dan slechte heidegrond, Del heer E. van Wely: Maar die man stelde het toch zelf voor en dan kunnen wij het toch niet minder schatten. Als hij nu zelf zegt, het is f 200.waard. De Voorzitter: Dan had ik hem maar laten teekenen ook! Maar laat ons toch over zoo'n kleine zaak niet zoo ver uit weiden. Mij dunkt, dat Burgemeester en Wethouders heel correct zijn door het voorstel van de Commissie over te nemen. Ik zit er niet over in, dat het kadaster een andere dan de' werkelijke grootte zal opgeven. Dei heer E. van Wely: Wij zullen onderhand nog een se cretaris moeten medenemen! De Voorzitter: Verlangt nu nog iemand stemming over het U voorgelezen concept-besluit? Niemand? Dan is het aan genomen. Het volgende besluit is dus vastgesteld: De R-ad der gemeente Roosendaal en Nispen. Beschikkende op het verzoek van J. B. Baeke te Roo sendaal tol aankoop van 'een perceel gemeentegrond ge legen langs den weg van Roosendaal naar Zundert, zulks ter uitbreiding van de daarnaast gelegen aan adressant in eigendom toebehoorende peroeelen, kadastraal bekend in sectie C. nummers 2588 en 2589; Overwegende, dat geen gemeentebelang zich tegen deze eigendomsoverdracht verzet; Gezien het rapport van de Commissie uit den Raad tot schatting van den verkoopsprijs van heit in koop ge vraagde perceel; HEEFT BESLOTEN: aan J. B. Baeke voornoemd in Jkbop :af te staan het perceel gemeentegrond kadastraal bekend gemeente Roosendaal en Nispen, Sectie C Nb. 2520, gelegen langs Hen weg van Roosendaal naar Zundert, .tegen een prijs be rekend naar f 14.— per Are,, en ter.kgrootte als later bij kadastrale opmeting zal blijken, zulks onder voorwaarden, dat alle kosten van overschrijving voor rekening van den kooper komen, en deze verplicht is langs de straatzijde oen sloot, te doen graven van 1.50 M. bovenbreedte. Gedaan tier openbare vergadering van iden Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, van den ldden Augus tus 1919. t. De Secretaris, De Voorzitter. A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. X. Brief van de Levensverzekeringmaatschappij „Ant- verpia, alhier, omtrent het tarief voor baden van on- en minvermogenden met voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter: Mijne Heeren! Namens Burgemeester en Wethouders heb ik de eer aan de vergadering voor te stel len naar aanleiding van het nader ingekomen verzoek der Levensverzekering Mij. „Antverpia" betreffende het ver strekken van kostelooze baden aan min- en onvermogen,den, aan de Maatschappij te doen weten, dat de gemeente bereid is haar te verleenen voor vier maanden tijds, ingaande 15 Mei en eindigende 15 September, eene som van f 60.— per maand, mits, aan alle on- en minvermogenden, die zich daar toe aanmelden op twee dagen in de week, waaronder een Woensdag dient te vallen, gelegenheid wordt gegeven, om gedurende den heelen dag van de baden en zwemkom ge bruik te maken. De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Is twee dagen in de week niet te veel? De heer Verheijen: U belet een ander van de inrichting ge bruik te maken. Ik zou bepalen twee halve dagen. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders meenen ook, dat de baden tot heden alleen mochten gebruikt worden door personen van 16 a 17 jaar. Wij hebben ons echter voorge- VERGADERING VAN 14 AUGUSTUS 1919. steld, dat ook menschen van rijperen, leeftijd daarvan ge bruik willen maken. Nu kunnen die menschen toch moeilijk 's middags om drie uur, wanneer zij aan hunne werkzaam heden zijn, van die baden gaan gebruik maken. Daarom hebben wij gemeend een heelen vrijen, dag te moeten nemen. Wanneer1 de Raad ar de voorkeur aan geeft eeii heelen dag vrij te geven, kunnen Burgemeester en Wethouders daar mede accoord gaan. Dan zullen wij natuurlijk de categoriën verdeelen. Wij zullen, eerst afwachten, op welke uren door de personen van de verschillende leeftijden het meest ge bruik van de inrichting wordt gemaakt. Het gaat niet aan alleen kinderen beneden den leeftijd van zestien jaar, het zijn dan eigenlijk al geen kinderen meer1, want dan denken ze reeds aan trouwen, de gelegenheid tot baden en zwemmen te geven. De heer E. van Wely: Zaterdagnamiddag, dan behoeft er niet gewerkt te worden. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het lijkt mij bezwaarlijk om voor on- en minvermogenden, aan Antverpia de verplichting op te leggen hare badinrichting gedurende twee volle dagen open te houden. Ik zou daarom in over weging willen geven, het Raadsbesluit zoodanig te wijzigen, dat Antverpia de verplichting wordt opgelegd, juist om on- (en minvermogenden veelmeet gelegenheid te geven, om één heelen voormiddag en één heelen namiddag hare inrich ting beschikbaar te stellen. Dan kan iedereen zijn tijd uit kiezen, zooals hij zelf wil. De Voorzitter: De' schoolkinderen kunnen, er dan geen ge bruik van maken, want die zijn op 't oogenblik alleen 's Woensdags en Zaterdags 's middags vrij. De heer Verheijen: Wanneer U er dan Woensdagmiddag bij opneemt of anders twee heele middagen geeft. De Voorzitter: Wanneer wij twee heele middagen nemen,, kunnen! betalenden die middagen daar geen gebruik van maken. De heer Verheijen: Betalenden kunnen gemakkelijker in dén voormiddag daarvan gebruik maken dan niet betalenden De Voorzitter: Dan zullen wij bepalen dat twee halve da gen beschikbaar moeten, worden: gesteld voor on- en min vermogenden ieder jaar te beginnen met 15 Mei en eindi gende 15 September. Heeft iemand hiertegen bezwaar? Ver langt iemand stemming? Niemand? Dan is de regeling aldus vastgesteld. TT. Stemming over het voorstel van den heer Heerma Ton Voss betreffende den aanleg van straten. De Voorzitter: Ik breng het voorstel, waaromtrent in de, vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt, opnieuw in stemming. Het voorstel komt hierop neer, dat in deze vergadering moet worden beslist omtrent den aanleg van straten, het geen ons de vorige maal zoolang heeft beziggehouden. Daar mag verder niet meer over gepraat worden. Het voorstel van den heer Heerma van Voss wordt met 11 tegen 5 stemmen aangenomen, Vóór stemden de heeren,: Jac. Vos, v. Gastel, K. v. Wely, E. v. Wely, De Bruyn, Van Dorst, Jongeneelen, Heerma van Voss, A. F. Vos, P. Konings en de Voorzitter. Tegen stemden de heeren: G. Konings, Kerstens, Braat, Verheijen en Voeten. De Voorzitter: Mijne Heeren! In de eerste plaats komt thans aan de orde de verbetering van d,e trottoirs in de Molenstraat. Zooals in de vorige vergadering is besloten, zouden, "Burgemeester en, Wethouders inmiddels met de eigenaren of vermeende eigenaren van de stoepen, welke in die straat gelegen zijn, in onderhandeling treden. Mijne Heeren! Het resultaat, dat Burgemeester en Wethouders hebben bereikt, is niet geheel afdoende, maar ik mag toch zeggen aan hen, die meenden, dat er veel' oppositie tegen zou bestaan, dat de uitkomsten zeer gunstig zijn. Niet allen hebben afstand gedaan, maar die behooren; tot de enkelingen. Ik geloof, d'at er op 't oogenblik nog vier zijn, die geen af stand van hunne stoepen gedaan hebben. Burgemeester en Wethouders zullen echter pog eene poging wagen om die personen; tot afstand te bewegen. Ik hoop alsnog, dat zij met de overige honderd, die er geweest zijn, zullen medegaan ■en zullen toegeven,, dat het algemeen belang een woordje mee mag spreken, dat zij dus een offertje mogen brengen in het belang van het algemeen. Die zaak hopen wij voor elkaar te brengen. Wanneer de Gemeenteraad wenscht te besluiten tot verbetering en veirfr'aaiïng van de Molenstraat, dan hoop ik, dat wij dat alsnog klaar zullen krijgen. Ik stel dus voor over het voorstel, dat het eerst door de Commissie ge daan is, te besluiten. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik ge loof, dat er een klein misverstand heerscht, wanneer U nagaat, wat de reden, is geweest, van de stemming in de vorige vergadering. Mijn voorstel beoogde niet, dat alleen aan de eigenaars van stoepen in de Molenstraat gevraagd zou worden, om afstand daarvan te doen, maar ook aan de eigenaars van particuliere straten. Daareven heeft de Secre taris voorgelezen, dat dit zou gevraagd' worden. Nu was ik van idéé, dat het niet alleen aan de eigenaars van stoepen in de Molenstraat zou gevraagd worden maar ook aan de eigenaars van de andere straten, die ook op het lijstje staan. Dan was het voor den Raad veel gemakkelijker geweest. De Voorzitter: Neem nu eens aan, dat de eigenaars van particuliere straten ook afstand hadden gedaan, dan konden wij de Molenstraat toch niet laten staan! Ik ben. met de Molenstraat begonnen. De heer Heerma van Voss: In de vorige vergadering is over alle straten gesproken. Er gingen, stemmen op, die er voori waren om eerst' de straten in o,rde te maken, die slijk- wegen zijn, waar in den winter niet behoorlijk kan worden geloopen. Anderen weer waren voor verbetering van de Mo lenstraat. Toen heb ik mijn voorstel gedaan, omdat ik het beter vond, dat eerst Burgemeester en. Wethouders zich zouden verstaan met de eigenaars van stoepen, van de ver schillende straten vóór dat wij eene beslissing namen. Dat was mijn voorstel. De Voorzitter: Ik kan U alléén mededeelen, dat na de laatste vergadering alleen tot de eigenaars van stoepen, in de Molenstraat het verzoek is gericht. Wij hebben gemeend, dat de Raad over wenschte te gaan tot verbetering en ver fraaiing van de Molenstraat. Wanneer dit niet aangenomen wordt, wat behoeven, wij dan die menschen lastig te gaan vallen? Ik kan er op 't oogenblik niets verder over zeggen. Er zijn nu nog eigenaars van particuliere straten, zooals U straks uit de ingekomen stukken zal blijken, die vrijwillig afstand doen van hunnen grond in de hoop, dat de Raad er een keiweg door zal leggen natuurlijk. Besluit tot verkoop van gemeentegrond aan J. B. Baeke. Regeling met de Levensverzekering-Maatschappij „Antverpia" alhier omtrent tarief voor baden van on- en minvermogenden. Regeling met de Levensverzekering-Maatschappij „Antverpia" alhier, omtrent tarief voor baden van on- en minvermogenden.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 34