10 VERGADERING VAN 30 MEI 1919. Besluit tot wijiiging der begrooting 1919 in verband met het besluit tot aangaan eener tijdelijke geldleening groot f 310.000> Besluit tot uitbreiding van den gemeentelijken reinigingsdienst. Mededeelingen omtrent de benoeming van onderwij zend personeel. De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien hett besluit van heden tot het aangaan eener tijde lijke geldleening groot f 310.000.ter voorziening in de be hoefte aan kasgeld; Overwegende, dat in verband met dit besluit de begrooting der gemeente voor het dienstjaar 1919 behoort te worden gewijzigd, HEEFT BESLOTEN: de begrooting der gemeente voor het dienstjaar 1919 te wijzigen als volgt: A. Ontvangsten: Hoofdstuk VII Artikel 4 „Opbrengst van tijdelijke geld- leeningen ter voorziening in kasgeld" wordt verhoogd met ƒ310.000.—. B. Uitgaven: Hoofdstuk XVI Artikel 5 „Aflossing van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen gelden" wordt verhoogd met f 310.000. Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge meente Roosendaal en Nispen van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik hoor U juist voorlezen, dat aan gemeentebelastingen nog ruim f 120.000. te vorderen is. Kan daar niet een beetje meer achtergezeten worden, dat dat geld binnenkomt? De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders zullen na tuurlijk er den meest mogelijken spoed achterzetten. Ik hoop, dat hetgeen hier gesproken is, in de plaatselijke bladen zal worden opgenomen en dat dit als aansporing zal gelden voor de belastingschuldigen om met hunne betaling der belasting niet langer te wachten. Wij zullen de volgende week beginnen met den deurwaarder te zenden naar hen, die dan nog niet zullen hebben voldaan. U weet, dat hiet kohier pas tot stand is gekomen in den loop van dit jaar en dan komt daar de behandeling der reclames nog bij. Wij krijgen straks te behandelen zeker nog een driehonderd reclames, die ae Commissie reeds behandeld heeft. De heer E. van Wely: Ja, er wordt afgeschreven, maar er wordt bij suppletoir kohier ook vermeerderd. De heer De Bruyn: Wanneer ik U goed hleb verstaan, Mijnheer de Voorzitter, dan staat er nog achterstallige be lasting van 1916, 1917 en 1918. Het is juist vooral daarop, dat ik doel. De Voorzitter: Nog niet ontvangen hoofdelijke omslag 1916—1917—1918. De heer De Bruyn: Ik bedoel juist de belasting van vorige belastingjaren. Is die niet te innen? De Voorzitter: Ja zeker, dat zullen wij doen ook. Ik zal er gaarne nota van nemen en naar aanleiding van den drang, die uit de vergadering is gekomen, spoed achter de zaak doen zetten. Meer kan ik er ook niet aan doen, daar zijn de amb tenaren voor. XIY. Voorstel van Burgemeester en Wethouders be treffende het ophalen Tan haardaseh en vuilnis. Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor- lezing van een schrijven van den hoofdopzichter van Open bare Werken betreffende deze aangelegenheid. De Voorzitter: Mijne Heeren! Verlangt nog iemand eenige toelichting naar aanleiding van het ingediende schrijven van den hoofdopzichter? Niemand? Dan hieib ik namens Burge meester en Wethouders voor te stellen den dienst van open. bare werken uit te breiden met twee vaste werklieden, ten einde het ophalen van haardaseh en vuilnis in plaats van tweemaal, driemaal per week te kunnen doen geschieden. Wanneer de Raad meent, dat het ophalen van haardaseh en vuilnis voldoende geregeld is, dan moet hij natuurlijk met dit voorstel niet medegaan. Dat werk moet echter geschie den en ik geloof, dat wij voor bevordering der zindelijkheid in de gemeente wel allen zullen te vinden zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Bur gemeester en Wethouders aangenomen en het volgende besluit vastgesteld: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien het voorstel van Burgermeester en Wethouders; Overwegende, dat het noodzakelijk is geworden asch en vuilnis driemaal per week te doen ophalen; HEEFT BESLOTEN: tot uitbreiding van den dienst der gemeentelijke reiniging met twee vaste werklieden, een en ander overeenkomstig het desbetreffende voorstel van den Hoofdopzichter van Ge meentewerken alhier. Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge meente Roosendaal en Nispen van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. Mededeelingen omtrent onderwijzend personeel. De Voorzitter: Mijne Heeren! Thans heb ik U eerst mede- deeling te doen van benoeming onderwijzend personeel. Door U is vroeger besloten, dat het personeel van de M.U.L.O. school aan de Vughtstraat (hoofd de heer Coumans) met 1 September e.k. zal worden uitgebreid mieit een onder wijzer. Dat is een Raadsbesluit, daaraan dienen Burgemees ter en Wethouders zich te houden, maar aan die school dient ook verbonden te worden een onderwijzer, die met het on derwijs in eene M.U.L.O klasse zal worden belast. Wij moe ten dus niet langer wachten om over te gaan tot oproeping van onderwijskrachten, teneinde te zorgen, dat althans met 1 September de leerlingen, die dan worden aangenomen in die niieiuwe klasse kunnen worden ondergebracht. Nu is het gewenscht, dat Burgemeester en Wethouders bij het doen hunner voordrachten rekening zullen houden met de aanwezige leerkrachten, die aan die M.U.L.O school reeds werkzaam zijn. Burgemeester en Wethouders wenschen U daarom zoo mo gelijk in de eerstvolgende vergadering, voor te stellen als, M.U.L.O. onderwijzer aan school B. aan te wijzen den heier Weyts, thans eerste onderwijzer en plaatsvervangend hoofd aan die school, en verder, wanneer die benoeming is ge schied den heer Weyts zijn ontslag te geven als eerste onder wijzer en in diens plaats aan te wijzen den heer Heynen, eveneens als onderwijzer aan die school verbonden, want het is U bekend, dat wij gaarne zien, dat elk onderwijzer in eene; VERGADERING VAN 30 MEI 1919. Mededeelingen omtrent de benoeming van onderwijzend personeel. Bespreking verbetering en aanleg van straten en wegen. bepaalde categorie komt en niet, dat aan een onderwijzer meer wordt uitbetaald, dan aan een ander, omdat hem wat meer wordt toegedacht. Dat wenschen Burgemeester en Wethouders niet en zij hebben daar in hunne voordrachten steeds rekening mede gehouden. Dus ik stel voor tei besluiten, dat beide onderwijzers met ingang van 1 Juli a.s. voor ge noemde functies zullen worden aangewezen. Ik doe dit met opzet nu nog, omdat, wanneer de Tweede Kamer der Staten Generaal na al het praten, dat zij dei laatste veertien dagen gedaan heeft, zeker omdat er dertien onderwijzers zitting hebben, nog de Onderwijswet klaar zou krijgen, ook de be paling wordt opgenomen, dat de bestaande salarissen door de wiet worden gehonoreerd en U kunt het salaris, dat wij hun geven alleen verzekeren door nog de benoeming te doen, vóór de nieuwe wet in het Staatsblad komt, want staat die eenmaal in het Staatsblad, dan krijgt zij terugwerkende kracht tot 1 Januari 1919. Daarom wenschen Burgemeester en Wethouders in de volgende vergadering die benoeming te laten doen. Ik wensch dit niet in deze vergadering te doen, omdat er leden afwezig zijn en dit punt niet op het convoca tie-biljet voorkomt. De bedoeling is dus, dat eerst de volgende week eene nieu we oproeping zal geschieden voor de school Stadhouders, waarvoor zich eienige sollicitanten hebben aangemeld, maar waarvoor het hoofd adviseert eene herhaalde oproeping te doen, en ook voor de school Coumans eene oproeping te doen voor een gewoon onderwijzer en ook voor de school te Nispen, waarvoor wij maar ieien sollicitant hebben, eene her haalde'oproeping voor een onderwijzer te doen, in de hoop, dat wij dan in de maand Juli voor al die betrekkingen de benoeming zullen kunnen doen. Den onderwijzer Weyts heb ik eerst namens Burgemees ter en Wethouders gevraagd, of hij genegen was eemei benoe ming als M.U.L.0 onderwijzer aan de school Coumans te aanvaarden, want die zou anders sollicitant zijn voor die school Stadhouders en hij is natuurlijk even goed tevreden, of misschien nog beter met eene benoeming daar, dan aan de school, waar hij nu is. Verlangt hieromtrent nog iemand het woord? Niemand? Dan beschouw ik, dat de Raad een en ander goedkeurt en zullen wij dienovereenkomstig handelen. XY. Bespreking verbetering en aanleg van straten en wegen. De Voorzitter: Mijne Heeren! Na de beslissing in onze vorige vergadering genomen hebben wij van den Hoofdop zichter van Publieke Werken eene opgaaf gekregen van de straten en wegen, die naar zijn oordeel verbetering behoe ven. Bij brief van 17 Mei schrijft genoemde Hoofdopzichter het 'volgende: „Naar aanleiding van het door den Raad dezer gemeente gevoteerde bedrag voor het verbeteren van straten in de kom der gemeente heb ik de eer U hierbij in te zenden een staat van werken, welke voor een bedrag van honderd dui zend gulden dezen zomer zouden kunnen worden uitgevoerd. Met het oog op den aankoop van de materialen zou ik eene beslissing van UEdelachtbaren hieromtrent gaarne te gemoet zien. STAAT VAN WERKEN UIT TE VOEREN IN 1919. MOLENSTRAATVernieuwing trottoirs in ce- menttegels met waar noodig vernieuwing der trottoirbanden22000 DWARSKADE: Als voren4500. KADE Als voren5200. BADHUISSTRAATGeheel in orde maken met trottoirs in cementtegels en dwarsriolen 17000. WILLEMSTRAAT Geheel in orde maken met trottoirs in cementtegels en rioleering 18670. FORTUINSTRAATGeheel in orde maken trottoirs in cementbanden en -tegels en rioleering16300. BURGERHOUTSCHE STRAATHet aanbren gen van een trottoir aan de Zuidzijde tot den Boulevard, bermbestrating, nieuwe rioleering Burgerhoutscbe loopje14550. ETTINGSTRAATHet aanbrengen van bestra ting en verharding van het voetpad met klinkers6300. Totaal ƒ99520. TOELICHTING: Met de oude bruikbare klinkers van de trottoirs uit de Molenstraat, Kade en Dwarskade zouden kunnen worden verbeterd de Sint Janstraat en de School straat en mogelijk nog de bermen en trottoirs der Damstraat kunnen worden verhard. Door de trottoirbestrating op de Markt uit te breken en deze te vervangen door cementtegels, teneinde daardoor een aaneengeschakeld geheel te krijgen vanaf de Brugstraat tot aan het einde der Kade, zouden deze klinkers, welke nog in zeer goeden staat zijn, gebruikt kunnen worden voor de Fortuinstraat, welke er geheel mede zou kunnen worden bestraat. De kosten zouden elkander dekken. Tegelijkertijd wilde ik dan langs beide trottoirs een fietspad in klinkers aanbrengen om de geheele Markt ongeveer 75 cM. breed. Zoo zijn nog andere combinaties mogelijk, maar ik meen, dat ik door deze manier van werken eene goede volgorde heb gekozen en ook die verbeteringen daarmede bereik, welke de inwoners gaarne zullen vervuld zien." De Hoofdopzichter van Gemeentewerken, (Get.) P. C. M. VAN HEES. De Voorzitter: In de vergadering van Burgemeester en Wethouders is omtrent deze voorstellen geen eenstemmig heid bereikt; wellicht dat in deze vergadering van den Raad deze wel tot stand zal komen. Burgemeester en Wethouders zijn niet tot overeenstem ming gekomen. Niet alle leden van het College waren echter aanwezig. Wanneer de twee aanwezigen van gevoelen verschillen kan de Voorzitter beslissen, maar dat wenscht de Voorzitter niet. Wanneer slechts één wethouder aanwezig is, stel ik de beslissing altijd uit, en dat wensch ik ook in de toekomst te doen, wanneer dergelijke besluiten moeten ge nomen worden. Bij stemming over benoeming van personen is dit natuurlijk anders, dan beslist het lot. Ik zal U zeggen Mijne Heeren, waar het meeningsverschil hoofdzakelijk in bestaat. Eene strooming in het Dagelijksch Bestuur zegt, wij zullen nu eerst helpen de ingeze tenen, die tot nu toe het mieiest van de goede verkeerswe gen verstoken zijn geweest. Eene andere strooming oordeelt; v

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 24