6 VERGADERING VAN 30 MEI 1919. 6o. kwitantiën voor geldsommen en andere stukken, waar bij de ontvangst of overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld. Artikel 5. De invordering der bij deze verordening geregelde rechten geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Artikel 6. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag ier maand volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeu ring daarop is verkregen. Alsdan vervallen de thans geldende door den Raad vast gestelde bepalingen omtrent de heffing van leges ter secretarie Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge meente Roosendaal en Nispen, van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; HEEFT BESLOTEN: vast ta stellen de navolgende verordening: VERORDENING op de invordering van leges ter secretarie in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. De invordering van leges ter secretarie geschiedt door den Secretaris of door de betrokken chefs van de afdeelingen ter secretarie De leges moeten worden voldaan bij de aanvraag der stuk ken en werkzaamheden. Artikel 2. De ambtenaar, die de gelden ontvangt, vermeldt op het stuk het bedrag dier gelden, en stelt op het stuk bewijs van betaling. Kunnen bedrag en kwitantie niet op eenig afgege ven stuk worden gesteld, dan wordt afzonderlijk kwitantie afgegeven. Artikel 3. De Secretaris of de betrokken chefs der secretarie-afdee- lingen storten de door hen in het afgeloopen jaar ontvangen leges in de maaad Januari bij den Gemeente-Ontvanger, on der overlegging van een gespecificeerden en onderteeken den staat. De Gemeente-Ontvanger geeft van elke storting een bewijs, af. Artikel 4. Deze verordening treedt gelijk met die op de heffing van leges ter secretarie in werking. Alsdan vervallen de thans geldende door den Raad vastge stelde bepalingen omtrent die invordering van leges ter se cretarie. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen in zijne openbare vergadering van den 30sten Mei 1919. Da Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. IX. Aanbieding en vaststelling van eene verordening voor de burgerwacht. De Voorzitter: Teneinde de rechtspositie der opgerichte burgerwachten te verzekeren, verlangt de Regeering, dat de Gemeenteraden volgens een gegeven ontwerp eene verorde ning voor de burgerwachten zullen vaststellen. Wij hebben gemeend aan dat verlangen te moeten voldoen en bieden U hierbij ter vaststelling aan eene verordening betreffende de burgerwacht in onze gemeente. Verlangt een der leden over deze verordening in haar geheel het woord? Verlangt een der leden artikelsgewijze behandeling? Verlangt iemand stemming? Niemand? Dan is heit ontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De verordening luidt als volgt: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gezien de circulaire van den Commissaris der Koningin d.d. 12 Mei 1919, Ag. Nr. 360, IVe Afdeeling, betreffende burger wachten; HEEFT BESLOTEN: vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING, betreffende de burgerwachten in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. Er bestaat eene gemeentelijke burgerwacht, welker leden zich vrijwillig verbinden om ter handhaving van de open bare orde hunne hulp te verleenen, wanneer de hulp van de burgerwacht door of vanwege den Burgemeester is gevorderd Artikel 2. Ingeval de hulp van de burgerwacht ter handhaving van de openbare orde door of vanwege den Burgemeester is ge vorderd, zijn de leden der burgerwacht verplicht de bevelen na te komen, welke door of vanwege den Burgemeester wor den gegeven. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking op den dag harer vaststelling. Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge meente Roosendaal en Nispen van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij ziging en aanvulling van de verordening regelende de orde en verkoop van visch op de Vischmarkt en van de verordening regelende de heffing van vischmarktgelden. De Voorzitter: Mijne Heeren! Het is ons gebleken, dat zij, die hun visch hier ter markt zenden, een algemeene klacht uiten, dat de marktgelden, die daarvoor moeten worden be taald, voor hen te hoog zijn, en dan wordt gewezen op an dere naburige gemeenten, waar de marktgelden op andere wijze zijn geregeld en beduidend lager zijn dan in onze ge meente. Overlegging van een tweetal rekeningen uit andere gemeenten heeft Burgemeester en Wethouders duidelijk doen 7 VERGADERING VAN 30 MEI 1919. zien de juistheid van deze opmerking, die ons alreeds bij herhaling was gemaakt. De laatste rekening, die wij inzagen, was van een vischboer uit Ymuiden, die eene bijna gelijke hoeveelheid visch had gezonden naar de markt te Breda en te Roosendaal. Daaruit bleek, dat de kosten hier beduidend hooger zijn dan in de gemeente Breda. Wij wenschen den vischaanvoer in de hand te werken en meenen daarom goed te doen U voor te stellen een vast bedrag van de vischboeren te heffen van de bruto ontvang sten voor de door hen gezonden visch. Tevens zullen de be looningen der verschillende functionarissen aan de visch markt "niet meer moeten worden betaald door de vischboeren maar deze zullen voor rekening der gemeente moeten komen. In verband hiermede hebben Burgemeester en Wethouders U eemge voorstellen te doen, die daarop betrekking hebben. Zij stellen U derhalve voor: le. 5% te heffen van de bruto opbrengst der visch, die ter markt zal worden gebracht, en 2e. de onkosten daarop vallende voor rekening der ge meente te nemen. Daarvan is een gevolg, dat wij eenige wijzigings-bepalingen voorstellen in het thans vigeerende reglement. Bestaat er geen bezwaar om deze wijzigingen in de ver ordening vast te leggen'-' De heer De Bruyu: Mijnheer de Voorzitter! Vvat waren tot nu toe de verplichtingen van de handelaren, die op de markt lieten veilen? De Voorzitter: Zij betaalden 2% van de bruto opbrengst der visch plus de gelden voor het omroepen. Nu wordt voor gesteld S te heffen en de gelden van het omroepen voor rekening der gemeente te nemen. De heer De Bruyn: Dan kan ik er mij mede vereenigen, wanneer blijkt, dat het den vischaanvoer in de hand werkt. De Voorzitter: Dan zullen wij overgaan tot vaststelling van de desbetreffende verordeningen. Ik stel U dus voor de verordening tot heffing van vischmarktgelden in de gemeente Roosendaal en Nispen vast te stellen. Verlangt een der leden daarover het woord? Verlangt iemand stemming? Niemand? Dan is deze verordening aangenomen. De Voorzitter: Verlangt omtrent de verordening op de in vordering een der leden het woord? erlangt .emand aiti- kelsgewijze behandeling? Niemand? Dan stel ik U \ooi de verordening op de invordering, zooals zij U in afdruk is ter hand gesteld, ongewijzigd vast te stellen. Verlangt iemana stemming? Niemand? Dan is ze zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De verordeningen luiden als volgt: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; Gelet op de artikelen 232 en volgende der Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordeningen: A. VERORDENING tot heffing van yisehmarktgelden in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. Voor het gebruik van de vischmarkt in de gemeente Roo sendaal en Nispen wordt onder den naam van vischmarkt gelden eene belasting geheven van vijf percent van de on zuivere opbrengst der aldaar verkochte visch. Artikel 2. De vischmarktgelden zijn verschuldigd door hen, die op de vischmarkt visch verkoopen of doen verkoopen. Artikel 3. De invordering van de vischmarkgelden heeft plaats over eenkomstig de verordening van heden. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag der maand, volgende op die, waarin zij de Koninklijke goed keuring heeft verkregen. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosendaal er. Nispen in zijne openbare vergadering van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. B. VERORDENING op de invordering ran risehmarkt- gelden in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. De vischmarktgelden worden van de opbrengst van de aldaar verkochte visch ingehouden door den Commissaris der vischmarkt, die den verkoopers daarvoor een bewijs van ontvangst zal toezenden uit een register met strooken, inge^ richt op de wijze door Burgemeester en Wethouders te be palen. Artikel 2. De Commissaris stort na het einde van elke maand de over die maand ontvangen vischmarktgelden bij den Ge meente-Ontvanger en legt daarbij telkens over het bij ar tikel 1 voorgeschreven register, dat door den Ontvanger bij in orde bevinding wordt geviseerd. Artikel 3. Uiterlijk op den vijfden dag van elke maand wordt door den Commissaris ter secretarie der gemeente overgebracht de door den Gemeente-Ontvanger afgegeven kwitantie van storting over de vorige maand, waarvoor ter secretarie een bewijs van ontvangst wordt afgegeven. Artikel 4. Deze verordening treedt tegelijk met die op de heffing in werking. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen in zijne openbare vergadering van den 30sten Mei 1919. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. De Voorzitter: Naar aanleiding van de gevallen beslissing dien ik U voor te stellen eene verordening vast te stellen tot wijziging van de verordening regelende de orde en den verkoop van visch op de vischmarkt, overeenkomstig het U toegezonden concept. Verlangt omtrent deze wijzigingen een der leden het woord? Verlangt een der leden artikelsgewijze behandeling? Besluit tot vaststellicg van de verordeningen op de heffing en invordering van leges ter secretarie. Vaststelling van eene verordening voor de burgerwacht. Wijziging en aanvalling van de verordening regelende de orde en verkoop van visch op de vischmarkt en van de verordening regelende de heffing en invordering van vischmarktgelden. Besluit tot vaststelling van de verordeningen tot heffing en invordering van vischmarktgelden.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 22