1E VERGADERING. VERGADERING VAN 8 FEBRUARI 1919. Vergadering van Zaterdag, 8 Februari 1919. Bijeenroepingsuur uur des voormiddags. Onderwerpen ter behandeling: I. Vaststelling van de notulen van vorige vergaderingen. 2. Brief van Gedeputeerde Staten betreffende de op 15 October 1918 vastgestelde jaarwedde-regeling van het onderwijzend personeel aan de openbare scholen voor lager onderwijs. 3. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot toetreding tot de Handels- en Voorlichtings centrale voor gasbedrijven. 4. Voorstel van Burgemees ter en Wethouders tot wijziging van artikel VI der Verordening regelende de gasrantsoeneering. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van blanco crediet voor de Burgerwacht. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouderr tot wijziging en aanvulling van de verordening op de heffing van een hoofdelijken omslag met request van den R. K. Gildenbond. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener verordening op de heffing en invordering van opcenten op de dividend- en tantième-belasting. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring van de rekening 1918 der Kamer van Koophandel en Fabrieken. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanwijzen van een technisch adviseur bij de gemeente-gasfabriek. 10. Voor stel van Burgemeester en Wethouders tot het verhoogen van de borgstelling van den kassier bij het gasbedrijf. II. Brief van Gedeputeerde Staten betreffende het vastge stelde Raadsbesluit d.d. 23 December 1918 tot verkoop en ruiling van grond aan de Driehoekstraat. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verzoeken aan H. M. de Koningin om ontheffing van de verplichting tot het oprichten van een burgerdagschool. 13. Request van de Levensverzekeringmaatschappij „Antverpia", alhier, houdende verzoek om eene subsidie voor de bad- en zwem inrichting. 14. Request van het Bestuur van de R. K. Vereeniging „De Kweekschool voor Vroedvrouwen" te Heerlen, houdende verzoek om eene subsidie. 15. Brie ven van den Roosendaalschen Bestuurdersbond betreffen de: a. de aanvrage tot het toekennen van een subsidie voor dien Bond; b. het uitbrengen van een protest over de op 30 December j.1. vastgestelde gasprijzen; c. het verstrek ken van dekens. 16. Benoeming van stembureaux voor de op 3 April a.s. te houden stemmingen voor de verkie zing van leden der Provinciale Staten. 17. Mededeeling van ingekomen stukken. Voorzitter: de Burgemeester, de heer A. L. G. H. M. Coenen. Tegenwoordig met den Voorzitter de heeren: P. C. M. Ko- nings en K. F. W. M. van Wely, wethouders en üe heeren: A. Heerma van Voss, A. A. Jongeneelen, J. A. Voeten, A. F. Vos, E. H. M. van Wely, Jac. Vos, C. Kerstens, F. M. J. H. Schul, A. J. M. de Bruyn, G. J. Konings en J. A. C. van Gastel, leden. Afwezig de heeren: G. A. van Dorst, A. W. Braat en J. Verheijen. Secretaris: de heer A. A. Rademakers. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ik verklaar deze vergadering voor geopend. Alvorens met de behandeling der punten op de agenda voorkomende een aanvang te maken, heb ik de vergadering mede te deelen, dat ik van den heer Braat een schrijven heb ontvangen, waarin hij den Gemeenteraad ken nis geeft door ongesteldheid verhinderd te zijn om de ver gadering te kunnen bijwonen. Aan de orde is de behandeling der navolgende punten: I. Vaststelling van de nótnlen van vorige vergaderingen. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ik heb aan de orde te stellen de vaststelling en goedkeuring der notulen van de vergade ring op den 15en October j.1. gehouden, welke notulen U in druk zijn toegezonden. Verlangt een der leden alvorens tot stemming over te gaan, het woord? Niemand? Dan stel ik voor bij stemming tot de goedkeuring daarvan te besluiten. In stemming gebracht worden de notulen van het verhan delde in de vergadering van den 15en October 1918, zooals deze in druk zijn verschenen en den leden toegezonden, bij hoofdelijke oproeping met algemeene stemmen goedgekeurd en vastgesteld. II. Brief van Gedeputeerde Staten betreffende de op 15 Oc tober 1918 vastgestelde jaarwedderegeling van het onderwijzend personeel aan de openbare scholen voor lager onderwijs. De Voorzitter: Mijne Heeren! Gedeputeerde Staten dezer provincie verzoeken den Raad onder terugzending der op 15 ■.October jl. vastgestelde jaarwedderegeling van het onderwij zend personeel ter nadere overweging in behandeling te wil len nemen het advies van den districtsschoolopziener te Breda, dat over deze regeling als bijlage bij hun schrijven was gevoegd. Ofschoon dat advies ter inzage heeft gelegen, wensch ik toch den Secretaris voorlezing van dat advies te doen geven, zulks voor de leden, die niet in de gelegenheid waren de stukken te komen inzien. De Secretaris geeft hierna voorlezing van het advies van den Districts-Schoolopziener te Breda en het begeleidend schrijven van Gedeputeerde Staten. Na voorlezing zegt: De Voorzitter: Naar aanleiding van dit schrijven van Ge deputeerde Staten dezer Provincie d.d. 30 December j.1., G. no. 173, heb ik de eer aan de vergadering mede te deelen: lo. dat de bepalingen van artikel 2, sub 3o, en van artikel 9, sub b en c dier verordening woordelijk uit vroegere veror deningen zijn overgenomen; Vaststelling van de notulen van vorige vergaderingen. Nota van opmerkingen van Gedeputeerde Staten op de op 15 October 1918 vastgestelde jaarwedderegeling van het onderwijzend personeel. ij

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 1