14 VERGADERING VAN 31 MAART 1919. daarna begint het werk voor het hoofdstembureau met de lijsten, die inkomen, te onderzoeken. De Burgemeester be hoeft tegenwoordig niets meer te doen dan de lijsten in ont vangst te nemen; daarom hebben wij als lid aan het hoofd stembureau toegevoegd den gemeente-secretaris, omdat die natuurlijk gehouden is in de puntjes op de hoogte van de kies wet te zijn, nog beter dan de leden van alle stembureaux. Daarom hebben wij deze verandering aangebracht; daar heeft vroeger gestaan hij, die nu op één na het laatst op de lijst staat. De leden van het stembureau no. 1 worden dus voor vier jaar benoemd. Na gehouden stemming, deelt de Voorzitter mede, dat met algemeene stemmen zijn benoemd. Stembureau in stemdistrict I (locaal gemeentehuis). Voorzitter ambtshalve de Burgemeester. Lid J. A. C. van Gastel. Lid G. J. Konings. Lid A. A. Rademakers. Plvv. Lid J. L. J. van Benthem. Plvv. Lid J. J. Werz. Plvv. Lid U. J. Heerma van Voss. Stembureau in stemdistrict II (Locaal school Vughtstraat). Voorzitter en Lid K. F. W. M. van Wely. Lid F. M. J. H. Schul. Lid J. Th. Coumans. Lid Th. J. Gieles. Plw. Lid L. H. Heynen. Plw. Lid F. H. Peters. Plw. Lid C. J. Mels. Stembureau in stemdistrict III (locaal gebouw Openbare Werken.) Voorzitter en Lid A. W. Braat Lid Jac. Vos. Lid A. J. M. de Bruyn. Lid P. C. M. van Hees. Plw. Lid A. F. Tiebackx. Plw. Lid W. Hol Jr. Plvv. Lid V. A. W. van der Zande. Stembureau in stemdistrict IV (locaal school Burgerhout- sche straat). Voorzitter en Lid J. Verheijen. Lid E. H. M. van Wely. Lid J. H. H. Grooten. Lid F. L. Vermeulen. Plvv. Lid J. G. P. Horsten. Plw. Lid I. B. de Lange. Plvv. Lid L. F. Broos. Stembureau in stemdistrict V (locaal school Hoogstraat). Voorzitter en Lid P. C. M. Konings. Lid A. A. Jongeneelen. Lid C. J. Vermeeren. Lid A. B. C. Raaijmaakers. Plw. Lid A. C. F. v. d. Abeelen. Plw. Lid A. J. M. Weijnen. Plvv. Lid J. E. H. Ridden. Stembureau in stemdistrict VI (locaal pand Turfberg No. 1). Voorzitter en Lid A. Heerma van Voss. Lid A. F. Vos. Lid J. A. Voeten. Lid Chr. Kerstens. Plvv. Lid J. J. Hentenaar. Plvv. Lid C. W. Bennaars. Plw. Lid M. J. H. van Lieshout. Stembureau in stemdistrict VII (locaal school te Nispen)-.. Voorzitter en Lid G. A. van Dorst. Lid M. Mels. Lid J. A. Schellekens. Lid J. B. Loos, onderwijzer. Plvv. Lid A. J. Verrijt. Plvv. Lid A. J. M. Aerden. Plvv. Lid J. B. Loos. De Voorzitter: Thans stel ik voor de punten 15 en 16, me dedeeling van ingekomen stukken en benoeming Commissie ter onderzoek van bezwaarschriften in zake hoofdelijken om slag, te behandelen vóór punt 14. Die zijn het eerste afge handeld, en met punt 14 zal nog al eenigen tijd gemoeid zijn. Heeft de Raad daar geen bezwaar tegen? Dan stel ik aan de orde: XV. Mededeeling van ingekomen stukken. Ik deel aan de vergadering mede, dat zijn ingekomen: I. Van Gedeputeerde Staten dezer provincie de besluiten respectievelijk d.d. 19 Februari 1919, G Nr. 217, 19 Februari 1919, G Nr. 160, 19 Februari 1919, G Nr. 161 en 26 Februari 1919, G Nr. 10 tot goedkeuring van a. de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1919, b. het door den Raad in zijne vorige vergadering genomen besluit tot ruiling van grond aan de Driehoekstraat, c. de door den Raad in zijne vergadering van 15 October 1918 vastgestelde „Jaarwedderegeling van het onder wijzend personeel." d. het door den Raad in zijne vorige vergadering genomen besluit tot verhooging van de borgstelling van den kassier der gemeente-gasfabriek. Deze brieven worden voor kennisgeving aangenomen. II. Brief van de Rijkskolendistributie d.d. 24 Maart 1919„ Afd. B, No. 513 omtrent de gasrantsoeneering. Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor lezing der circulaire. Na voorlezing zegt: De Voorzitter: Naar aanleiding van dit schrijven stel ik voor, voor het eerstkomende zomerseizoen geene verorde ning op de gasrantsoeneering vast te stellen en derhalve een ieder in het gebruik van gas vrij te laten. De Gascommissie zal natuurlijk mede moeten deelen, wan neer de prijs van het gas kan verlaagd worden. De heer E. van Wely: Wanneer er zoo'n jacht achter ge zet wordt, dan kan de prijs van het gas beduidend lager zijn, want verwarmen doet het niet. Wat hebben wij aan dergelijk gas? De Voorzitter: Daar moet de Commissie voor zorgen. Nu zal de verwarming trouwens wel beter zijn, want nu krijgt U weer gas uit zwarte kolen. VERGADERING VAN 31 MAART 1919. De heer E. van Wely: Ze zetten er zoo'n jacht achter! De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter- Wanneer gaat het zomeresizoen in? De Voorzitter: Ik heb thans niets te doen dan mededeeling te geven van de ingekomen stukken, anders kom ik er nooit door. Ik zal straks bij de rondvraag gelegenheid geven op een en ander terug te komen. Ik kan toch niet anders voorstel len dan het geheele gasverbruik vrij te laten. De Gascommis- ;sie heeft destijds te kennen gegeven, dat zij ons voorstellen .zou doen, zoodra de prijs kan verlaagd worden. De heer Verheijen: Ik weet niet, wat de voorstellen van de Gascommissie kunnen zijn, omdat ik de laatste vergadering tot mijn grooten spijt niet heb kunnen bijwonen, maar wan neer U meent, dat er geen rantsoeneering meer bestaat, dan :is dat niet juist. De Voorzitter: Dat heb ik niet gezegd. De heer Verheijen: De steenkolenrantsoeneering blijft wel terdege bestaan. De Voorzitter: Echter geen verordening op de gasrantsoe neering. De heer Verheijen: De gasfabriek moet met haar quantum steenkolen rondkomen en heeft haar eigen maatregelen te nemen omtrent de distributie. Het feit, dat de Rijkskolendis tributie geen rantsoeneering meer voorschrijft, heeft niet ten gevolge, dat iedere rantsoeneering in de gemeente kan ver vallen. Ik heb op 't oogenblik te weinig cijfers voor mij om te weten, of opheffing van de rantsoeneering al dan niet wen- schelijk is, maar ik meen, dat het ook de Gascommissie niet mogelijk is om zonder nadere gegevens tot opheffing onzer rantsoeneeringsvoorschriften te besluiten. De heer K. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Daar kun- men wij niet toe besluiten, wij moeten eerst afwachten, hoe veel gas er kan gemaakt worden uit de hoeveelheid kolen, die wij krijgen. Inzake kolen worden wij wel degelijk ge rantsoeneerd. De heer Van Gastel: Mijnheer de Voorzitter! Er staat toch in, dat wij bovendien bruinkolen kunnen krijgen niet waar. Daar is de rantsoeneering toch altijd mede te verhoogen. De Voorzitter: Vanaf 1 April met de nieuwe meteropname is er geen rantsoeneering meer, want onze verordening ver valt met 1 April; dan is ze afgeloopen. Dan had de Commissie van Toezicht met een nieuwe ver ordening moeten komen. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Wij zouden het eens eene maand zonder rantsoeneering kunnen probeeren. Als het verbruik trouwens zoo blijft, dan zal er niet veel overgegaan worden.. De Voorzitter: Wij krijgen ook nog een uur later licht en idan zullen wij het best kunnen stellen. De heer E. van Wely: En dan zal de gemeente nog goed profijt doen, want het vliegt er een beetje al te hard door. III. Brief van Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 18 Maart j.1. G Nr. 39, Ille Afdeeling omtrent drankmisbruik bij verkiezingen. Ik deel de vergadering mede, dat ik naar aanleiding van deze circulaire geen voorstel voor Burgemeester en Wet houders heb te doen. Verlangt soms een der leden met het oog op deze circulaire een voorstel te doen? Niemand? Dan stel ik voor de circulaire voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. IV. een brief van Gedeputeerde Staten dezer provincie ten geleide van het Koninklijk besluit van 6 Maart 1919, Nr. 24, waarbij aan deze gemeente tot 1 September 1924 vrijstelling wordt verleend van de verplichting tot het oprichten van eene burgerdagschool en waarbij wordt bepaald, dat het onderwijs aan de burgeravondschool wordt uitgebreid met dat in de beginselen der electrotechniek. Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen. V. Brief van den Raad van Nieuwe Niedorp d.d. 6 Maart 1919 met verzoek de door hem aangenomen motie over de klassificatie der gemeenten in het wetsontwerp betreffende de salarieering der onderwijzers bij het Lager Onderwijs bij de Regeering en de Tweede Kamer der Staten Generaal te steunen. Ik stel de vergadering namens Burgemeester en Wethou ders voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Hiertoe wordt besloten. VI. Brief van den Roosendaalschen Bestuurdersbond d.d. 24 Februari 1910, No. 17 betreffende de exploitatie van het electrisch bedrijf alhier. Dit schrijven is door Burgemeester en Wethouders in han den gesteld van de Electriciteitscommissie ter fine van ad vies, welk advies intusschen nog niet is ingekomen. VII. Request van de Levensverzekering Maatschappij „Antverpia," alhier d.d. 25 Maart 1919 houdende verzoek tot het toestaan van eene vergoeding van f 300.per jaar voor het gebruik maken door on- en minvermogenden van de bad en zweminrichting. Aangezien dit request eerst heden is ingekomen, stel ik voor het in handen te stellen van Burgemeeeter en Wethou ders ter fine van prae-advies. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. De Voorzittet: Nu heb ik nog een drietal punten op dit lijstje staan, waaromtrent ik U voorstel straks in comité- generaal kennis te nemen. Thans stel ik aan de orde: XVI. Benoeming Commissie ter onderzoek van bezwaar schriften in zake hoofdelijken omslag. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ik stel voor Burgemeester en Wethouders te machtigen om evenals verleden jaar eene Commissie bestaande uit drie leden aan te wijzen ter on derzoek van ingekomen bezwaarschriften voor het dienstjaar 1918. Bestaat daartegen geen bezwaar? Dan heb ik de eer bij dezen de drie leden van het vorige jaar in dezelfde kwa liteit te benoemen. Die leden hebben hunne taak zoo goed vervuld, dat ik hen zou beleedigen door anderen te benoemen De heer E. van Wely: Ik heb er niets op tegen, maar wij kunnen soms verandering krijgen, en ik geloof niet, dat bui ten de leden van den Raad iemand in de Commissie mag zit ting hebben. De Voorzitter: Ik hoop zoo weinig mogelijk verandering in de samenstelling van den Raad te zien. Het is iets, wat ook wij overwogen hebben, maar ik meen, dat alle reclamesi zijn ingekomen, en de leden van den Raad, die ik voor mij zie, hoop ik toch zeker allen tot September te mogen zien en dan zullen die zaken over 1918 wel afgehandeld zijn. De heer E. van Wely: Het is al erg genoeg, dat wij zelf ons doodvonnis moeten teekenen! De Voorzitter: Ik heb gezegd, dat ik de heeren allen hoop terug te zien. Ik ga nu over tot punt BeDoeming van de leden der stembureaus voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. Mededeeling van inge komen stukken (Besluit om de gasrantsoeneering met ingang van 1 April 1919 te doen vervallen). Mededeeling van ingekomen stukken (Besluit om de gasrantsoeneering met ingang van 1 April 1919 te doen vervallen) Benoeming commissie ter onderzoek van bezwaarschriften in zake hoofdelijken omslag.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 16