12 VERGADERING VAN 31 MAART 1919. De Voorzitter: Er zijn heeren, die beweren, dat het niet noodig is, maar ik ben er voor. Ik zal dus het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming brengen. Met algemeene stemmen wordt den heer Bissels met in gang van 1 Juni eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onder wijs te Nispen en het volgende besluit vastgesteld: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, Beschikkende op het verzoek van Th. A. M. Bissels om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs te Nispen, wegens zijne benoeming als onderwijzer aan eene school voor M. U. L. O. te Utrecht, HEEFT BESLOTEN: aan Th. A. M. Bissels voornoemd met ingang van 1 Juni 1919 eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan de school voor uitgebreid lager onderwijs te Nispen. Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge meente Roosendaal en Nispen van den 31sten Maart 1919. De Secretaris, De Voorzitter. A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. XI. Vaststelling van eene verordening voor het correspon dentschap der arbeidsbemiddeling. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ook van deze verordening is U allen ieder afzonderlijk een afdruk toegezonden. Ik ge loof derhalve, dat geen nadere toelichtingen dezerzijds be hoeven te worden gegeven omtrent deze verordening, die wij ingevolge de wettelijke voorschriften moeten vaststellen. De vaststelling van eene dergelijke verordening is ons verzocht door den Minister van Arbeid. Wij hebben gemeend aan het verzoek te moeten voldoen en bieden U derhalve de vol gende verordening aan, die, zooals ik U reeds zeide, aan U allen werd toegezonden. Verlangt omtrent deze verordening in haar geheel een der leden vooraf het woord? Verlangt iemand artikelsgewijze behandeling? De heer Braat: Ja, Mijnheer de Voorzitter. Ik heb U eten paar vragen te stellen. De artikelen 1 en 2 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij artikel 3. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou U willen vragen, of die vergoeding al vastgesteld is of dat die nog vastgesteld moet worden? De Voorzitter: Op 't oogenblik is correspondent de hoofd opzichter van Openbare Werken en die geniet daarvoor 10.per maand. De heer Heerma van Voss verlaat de vergaderzaal. De heer P. Konings: Dat zal wel verhoogd moeten worden. De Voorzitter: Wij hebben geen aanleiding gevonden om daaromtrent met een voorstel te komen. Artikel drie wordt nu zonder hoofdelijke stemming onge wijzigd vastgesteld. Bij artikel 4. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Is de bedoeling, dat de Commissie van advies zal bestaan uit vijf leden èn de Voorzitter of uit vijf leden in het geheel? Verschillende leden: Vijf in het geheel! De Voorzitter: Uit vijf leden, de Voorzitter is tevens lid. De heer Braat: Maar dan volgt in de volgende alinea, de overige leden moeten voor de helft werkgevers voor de an dere helft werknemers zijn, hoe kan dat dan? Verschillende leden: Twee werkgevers en twee werkne mers. De heer Braat: Ja, het is in orde. De Voorzitter: Verlangt U nog- voorlezing van de overige artikelen Mijnheer Braat? De heer Braat: Neen, Mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter: Verlangt iemand stemming over de ver ordening? Niemand? Dan is ze aangenomen en als volgt vastgesteld: De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, HEEFT BESLOTEN vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING voor het correspondentschap der- arbeidsbemiddeling in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. Het correspondentschap der arbeidsbemiddeling heeft ten- doel werkgevers en werknemers behulpzaam te zijn bij hef zoeken naar werkkrachten en arbeid. Aan het correspondentschap kan mede worden opgedra gen het verzamelen van statistische gegevens betreffende aanbod van en vraag naar arbeid. Artikel 2. De correspondent wordt benoemd, geschorst en ontslagen door Burgemeester en Wethouders. Schorsing en ook ont slag, indien dit anders dan eervol wordt verleend, zijn met redenen omkleed. Artikel 3. De correspondent geniet een vergoeding, waarvan het be drag door den Raad wordt bepaald. Burgemeester en Wethouders wijzen hem een geschikte- localiteit voor zijne werkzaamheden aan; zij stellen voorden correspondent een instructie vast, die aan den Raad wordt medegedeeld. Artikel 4. In de gemeente wordt een Commissie van Toezicht op het correspondentschap der arbeidsbemiddeling ingesteld. Zij bestaat uit vijf leden, ingezetenen van de gemeente, die den leeftijd van drie en twintig jaar bereikt hebben. Als lid-Voorzitter treedt op een lid van het College van Burgemeester en Wethouders, door dat College aan te wijzen De overige leden moeten voor de helft werkgever, voor de helft werknemer zijn. Zij worden benoemd door Burge meester en Wethouders. Alvorens tot, de benoeming van leden-werkgevers en- -werknemers over te gaan, worden de in de gemeente aan- VERGADERING VAN 31 MAART 1919. wezige vereenigingen respectievelijk van werknemers en werkgevers (waaronder ook te begrijpen zijn afdeelingen van nationale organisaties) zooveel mogelijk in de gelegenheid gesteld aanbevelingen voor te benoemen personen bij Burge meester en Wethouders in te dienen. Alle leden worden benoemd voor den tijd van drie jaar, voor de eerste maal tot 1 Januari 1922. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar. Een tusschentijds benoemde treedt tegelijk met de andere leden der Commissie af. Artikel 5. De Commissie vergadert, zoo vaak zulks door den Voor zitter of minstens twee der overige leden wordt noodig ge oordeeld. Zij bevordert, in samenwerking met den correspondent, de belangen en de ontwikkeling der arbeidsbemiddeling in de gemeente. Zij doet jaarlijks in de maand Februari aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk verslag van hare verrichtingen en van den toestand en de werkzaamheden van het correspon dentschap gedurende het afgeloopen kalenderjaar. Artikel 6. Het correspondentschap stelt zijn bemiddeling voor iederen werkgever en iederen werknemer beschikbaar, zonder dat bij de behandeling der ingekomen aanvragen en aanbiedingen ■een voorrang wordt toegekend aan personen van bepaalde godsdienstige of staatkundige richting of aan leden of niet- leden van bepaalde vereenigingen. Aan de ingeschreven werknemers wordt een bewijs van inschrijving uitgereikt. Artikel 7. Aan hen, die van den dienst van het correspondentschap gebruik maken, wordt hiervoor niets in rekening gebracht. Echter kunnen uitgaven wegens frankeering van stukken of telegrammen en dergelijke uitgaven van de aanvragers worden teruggevorderd. Artikel 8. Bij aanwijzing van een door werkstaking opengekomen plaats zal van deze omstandigheid aan den werkman, bij aan wijzing van een door uitsluiting werkloos geworden werk man zal hiervan aan den werkgever mededeeling worden gedaan. Artikel 9. De nadere regeling van de werking en inrichting van het correspondentschap geschiedt zoo noodig door Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders deelen de door hen vastge stelde regeling mede aan den Raad. Artikel 10. Burgemeester en Wethouders doen jaarlijks in de maand Maart aan den Raad schriftelijk verslag over de verrichtin gen van het correspondentschap gedurende het afgeloopen kalenderjaar. Artikel 11. Deze verordening treedt in werking op 1 April 1919. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roosen daal en Nispen in zijne openbare vergadering van den 31sten Maart 1919. De Secretaris, De Voorzitter. A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN. XII. Bespreking of de kermissen voortaan wederom zullen worden gehouden. De Voorzitter: Mijne Heeren! Het is r.iet eene bespreking maar eene beslissing, of de Kermis voortaan weder zal wor den gehouden. Zooals U bekend is, is dei laatste kermis in onze gemeente gehouden in het jaar 1913. Thans bestaat er geen bezwaar meer tegen van de zijde van het militair gezag, dat in de gemeenten, die in staat van beleg zijn verklaard, zooals onze gemeente nog altijd is, kermis wordt gehouden. Wij hebben daaromtrent inlichtingen ingewonnen bij den Com mandant van de Ille Divisie. Bij brief van 12 Maart j.1. heb ben wij gevraagd, of er geen bezwaar bestaat tegen t houden van kermis. Bij schrijven van 19 Maart d.a.v. ontvingen wij daarop antwoord, welk antwoord voor U ter visie heeft ge legen, dat geen bepalingen van het militair gezag meer be staan volgens welke het houden van kermis in onze ge meente verboden is. Van de zijde van Burgemeester en Wethouders bestaat tegen het houden van kermis geen be zwaar. Tenzij uit den boezem van den Raad een ander voor stel wordt gedaan, beschouw ik, dat de Gemeenteraad wenscht, dat de kermissen voortaan zullen plaats hebben. Nu is op de agenda uitdrukkelijk geplaatst kermissen. Wan neer de Gemeenteraad echter meent, dat het wenschelijker is om te spreken van kermis, waarmede dan bedoeld wordt de groote najaarskermis op den eersten Zondag in September, dan zou ik mij daar best mede kunnen vereenigen, want door al die buitenkermissen, die men er hier op na gaat houden, op Kalsdonk, Hulsdonk, Brembosch enz. krijgt men er een heelen hoop. Nispen moet natuurlijk zijn kermis heb ben, wanneer men dat verlangt. Daarom heb ik het zoo op de agenda doen plaatsen. Wanneer dus niemand iets zegt, gaan die kermissen allemaal door, tenzij men meent, dat het voldoende moet zijn om alleien de groote kermis te houden. Is er iemand, die daaromtrent het woord verlangt of een voorstel wenscht te doen? Niemand? Dan gaan alle kermis sen door. Ik hoop, dat wij dit jaar eene nette kermis en eene goede kermis mogen hebben, maar zeker, dat wij eene orde lievende kermis zullen hebben. Ik hoop vooral, dat de tijds omstandigheden zoo mogen zijn, dat wij ons besluit niet be hoeven in te trekken. XIII. Benoeming van stembureaux voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter: Mijne Heeren! Ik wensch de opmerking te maken, dat de stembureaux, die thans door U benoemd wor den, feitelijk benoemd worden voor vier jaar. Nu is dat na tuurlijk niet noodig voor de benoeming der stembureaux twee tot zeven, maar wel voor het stembureau District I, waarin het hoofdstembureau is gelegen. Daarvan is ambts halve Voorzitter de Burgemeester. Dat is het stembureau, dat in het gemeentehuis is gevestigd. Dat stembureau be gint zijne werkzaamheden, zoodra de candidatenlijsten zijn ingeleverd op 8 April e. k. Daags daarna of twee dagen \erleenen van eervol ontslag aan den heer Th. A. M. Biuels als onderwijzer aan de U. L. O. school te Nispen. Vast stelling van eene verordening voor bet correspondentschap der arbeidsbemiddeling. Vaststelling van eene verordening voor het correspondentschap der arbeidsbemiddeling. Beslissing, of de kermissen voortaan wederom «uilen worden gehouden. - Benoeming van de leden der stembureaux voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1919 | | pagina 15