VERGADERING VAN 31 MAART 1919.
toen de werkzaamheden een aanvang namein, hebben wij het
prudent geacht om al de werkkrachten, die de opzichter noo-
dig had, voorloopig maar als losse werklieden te nemen om
te zien, of zij zich in den dienst naar tevredenheid van den
.opzichter zouden schikken, en juist nu er al eenigen tijd ge
werkt is, durven wij met alle vertrouwen als vaste werklie
den aan te bevelen de twee personen, die wij van den be
ginne af aan bestemd hadden als vaste medewerkers van
den opzichter. De bedoeling is om den een als voorwerker, ik
geloof dat dit de titel is, en den anderen als eersten vaste
knecht te behouden. Voorloopig bestaat het plan niet om
meer vaste werklieden aan te stellen, want wij moeten re
kening houden met den winter. Dan mogen wij natuurlijk
slechts zooveel menschen hebben, als wij aan den gang kun
nen houden. De rest van de werklieden blijft los. De bedoe
ling is alleen om die twee als vast te behouden, omdat wij
den geheelen winter voor die twee werk hebben.
De Voorzitter: U heeft geen antwoord gegeven op de
vraag, die de heer Vierheijen gesteld heeft. De heer Verheijen
;heeft gevraagd, of de verfraaiing onder Openbare Werken
ressorteert, of een aparte tak van dienst is.
De heer Heerma van Voss: De bedoeling is natuurlijk, dat
het een heel aparte tak van dienst is. Dat hebben wij inder
tijd met Burgemeester en Wethouders besproken en dat is
in alle opzichten wenschelijk. Natuurlijk is het voor het werk
van den opzichter der beplantingen noodig, dat hij samen
werkt met den opzichter van Openbare Werken, omdat hij
bij grensscheidingen, sloten enz. diens hulp noodig heeft. Die
samenwerking is tot ons genoegen van den beginne af aan
zoo goed mogelijk geweest. De dienst is evenwel geheel af
zonderlijk.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Nu ik in zoo
verre ben geïnformeerd, dat de bedoeling is een afzonderlijk
bedrijf in het leviem te houden, vraag ik mij af, of dat niet tot
gevolg zal hebben, dat wij vandaag of morgen van de vei-
fraaiïngscommissie het verzoek krijgen tot aanstelling van
<een comptabel ambtenaar, tot het aanstellen van bureel
ambtenaren, of tot het verkrijgen van een administratiege
bouw, waar deze tak van dienst onder dak gebracht moet
worden.
Ik ben er niet huiverig voor, Mijnheer de Voorzitter om
den eersten stap te zetten, als ik maar ongeveer kan over
zien, wat daarvan het gevolg kan zijn, maar nu mij dat niet
erg duidelijk is, houd ik wel een klein beetje mijn hart vast
voor dergelijke slagen in de lucht. De heeren houden het mij
ten goede, dat is geen enkel wantrouwen, dat ik ten opzchte
van de verfraaiïngscommissie koester, maar ik geloof toch
beter te doen met tevoren de zaak goed onder de oogen te
zien iem in goede banen te leiden, dan op een gegeven mo
ment in de wijze van werken eventueele fouten te moeten
herstellen, als die reeds te lang hlebben doorgewerkt.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Op die
vraag van den heer Verheijen kan ik nog antwoorden, dat
het de bedoeling is om dit dienstvak zoo eenvouig mogelijk te
doen zijn. Ik zie niet de noodzakelijkheid in om daarbij comp
tabele ambtenaren aan te stellen. De opzichter moet zelf zijne
administratie voeren en die moet hij natuurlijk doen contro
leeren ten gemieientehuize. Het dienstvak is niet zoo uitge
breid, dat daar nog administratief personeel voor noodig is,
tenminste dan zou het zich al buitengewoon moeten uitbrei
den. Ik voor mij stel mij voor dat bedrijf zoo eenvoudig mo
gelijk te houden. De administratie, die er is, kan de opzichter
zelf bijhouden en wanneer er correspondentie is, geschiedt
die door den secretaris van onze Commissie. De aankoopen
geschieden om zoo te zeggen persoonlijk door de Commissie,
dus ik zie niet in, waarom daarvoor verdere uitbreiding van
de administratie noodig zou zijn, en ik geloof dus op dit punt
den heer Verheijen heelemaal gerust te kunnen stellen.
De Voorzitter: Verlangt nog een der leden het woord?
Niemand? Dan breng ik het voorstel om twee vaste werk
lieden aan te stellen in omvraag. Verlangt iemand stemming?
Niemand? Dan stel ik voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Roosiendaal en Nispen,
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders dier
gemeente met betrekking tot het aanstellen van twee vaste
werklieden bij den dienst van de verfraaiing der gemeente,
HEEFT BESLOTEN:
Burgemeester en Wethouders dier gemeente te machtigen
tot het aanstellen van twee vaste werklieden bij den ver-
fraaiïngsdienst der gemeente, zulks op eene bezoldiging,
welke zal worden geregeld op den voet van de Weddere-
geling van de Ambtenaren, Beambten en Werklieden in ge
meentedienst, vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 15 October
1918, zooals daarin vermeld voor de categorie personeel Ge
meentewerken.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der ge
meente Roosendaal en Nispen, van den 31sten Maart 1919.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit besluit goedgekeurd
en vastgesteld.
IV. Verzoek van de Verfraaiïngscommissie betreffende den
bouw van eene opzichterswoning en den aanleg eener
kweekerij.
Op verlangen van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van het verzoek.
De Voorzitter: Verlangt omtrent dit punt aan de orde een
der leden het woord?
De heer E. van Wely: Ja, Mijnheer de Voorzitter! Ik zou
wel eens willen weten, wat het de gemeente zal kosten, ais
wij daar gaan bouwen en eene kweekerij aanleggen. Dat zal,
voor zoover ik het beoordeelen kan, weer wel f 10000.
kosten, met den aanleg der kweekerij en den aankoop van
planten. Voor f 4000.— toch behoeven wij niet veel te bouwen
De Voorzitter: De prijs eener eenvoudige woning is vijf
duizend gulden.
De heier E. van Wely: Dan schiet er nog maar f 5000.
over. Dan nog wat afrastering en planten bijkoopen en het
zijn weer f 10.000.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ter
toelichting van het verzoek door de Commissie gedaan, kan
ik bet volgende mededeelen. De Commissie heeft natuurlijk
het eerste jaar gedaan, zooals ieder zou doen, zij heeft pot
planten en alles, wat zij noodig had, klaar moeten koopen bij
verschillende kweekers. Dat was wel aardig, maar de Com
missie heeft zelf ingezien, dat op dien duur deze wijze van
doen te schadelijk is, dat het voordeeliger is om het plant
soen, dat zij noodig heeft, klein te koopen en dat zelf een
VERGADERING VAN 31 MAART 1919.
jaar of drie voort te kweeken. Dat is de manier, die op de
meeste plaatsen toegepast wordt om allerlei eigen goed voor
handen te hebben en dit niet overal bij elkaar te moeten gaan
zoeken. Men koopt dit betrekkelijk klein, b.v. voor nieuwe
boomen koopen wij driejarige heesters, zetten ze een jaar oï
drie hier in de kweekerij en dan heeft men boomen zoo
mooi, als men maar wil. Men bieihoeft dan niet te vragen, zijn
zij op tijd verplant, men weet dan, wat het zijn.
Wanneer men potplanten wil hebben, moet men ze hier en
daar gaan koopen, men kan dan misschien allerwegen wat
krijgen voor grof geld ien veel vracht en op slot van reke
ning, wanneer er in den loop van den zomer een of twee
planten doodgaan, heeft men niets om te remplaceeren,
want dan moet men alles uit den vreemde laten komen. Wan
neer men die zelf kweekt, scheelt dat enorm veel. Zaaibloe
men kan men zelf in den bak zaaien en wanneer men die
eenmaal zelf heeft, behoeft men ze niet meer per stuk te koo
pen, want dat is verschrikkelijk duur. En juist omdat onze
plantsoenen zich uitbreiden en de inwoners ook graag een
bloemetje zien, dunkt ons, dat het de goedkoopste weg is,
dat wij zelf potplanten kweeken in plaats van ze per stuk te
koopen. Dat gaat een enorm verschil worden.
Wij hebben voor die enkele bloemen, die wij verleden jaar
gekocht hebben, een paar honderd gulden moeten besteden.
Dat vind ik verschrikkelijk, en ik zou dit het volgende jaar
niet graag weer doen. Dat is iets, dat niet noodig is, men kan
ze zelf kweeken. Wanneer men dat wil doen, kan dat even
wel onmogelijk gebeuren op onbeheerd terrein. De Commis
sie heeft al rondgekeken om ergens een woning te kunnen
huren met een stukje grond er achter, maar zij is er nergens
in geslaagd, totdat wij ons oog sloegen op de Wipweide ach
ter de gasfabriek. Daar is een geschikt terrein en daar kan
de gemeente voor de verfraaiing afnemen, wat zij hoog noo
dig heeft. De Commissie wil geen heele groote kweekerij
maken, maar zoo, dat zij ieder jaar heeft, wat zij wil planten.
Zij wil de noodige boomen en planten zelf gaan kweeken. Er
moet een huisje gezet worden, dat is zoo, en daar hoort een
schuurtje bij. Wanneer het slecht weer is, kunnen de vaste
werklieden dan daarin stroo- en rietmatten maken en andere
noodige werkzaamheden verrichten. Natuurlijk zal het bou
wen van een huis geld kosten, maar daar staat tegenover,
dat de opzichter thans ook vergoeding voor woninghuur ge
niet evenals de andere ambtenaren. Die gaat er dus weer af.
De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou nog
wel eens even iets over die pottenkweekerij willen zeggen.
Zoodra men daarmede begint, moet men er op rekenen, dat
men ook verwarmingstoestellen noodig heeft. Heeft men die
r-iet en krijgt men een winter met strengen vorst, dan duri
ik wel zeggen, dat alles weg is. En om die planten in een
schuurtje aan te kweeken, dat gaat er bij mij niet in. Ik ben
ook in groote kweekerijen geweest, vooral in de buurt van
Aalsmeer, en daar ziet men wei wat kosten er aan verbon
den zijn, al is het ook maar een kweekerijtje.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Mag
even eene uitdrukking van den vorigen spreker rectificeeren,
want anders zou iedereen denken, dat ik als vakman iets
onzinnigs zou gezegd hebben. Ik heb gezegd, dat het schuurtje
ten doel heeft om het volk werk te geven, wanneer h:et
slecht weer is, niet om planten te kweeken, dat is onzinnig.
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Tegen het be
staande plan om eene volledige kweekerij aan te leggen,
moet ik opkomen. Mij dunkt, dat het heel mooi is en goed
kan werken, als de gemeente ©ene kweekerij aanlegt voor
bloemen en potplanten, maar voor boomen vind ik het over
dreven. Dan komt zij op het terrein der boomkweekers, die
de laatste jaren al zulke buitengewoon slechte tijden hebben
gehad, dat hun waarlijk van de zijde der gemeente geen
concurrentie moet aangedaan worden. Dat zou toch een
beetje overdreven zijn. Met het overige kan ik mij wel vei-
eenigen, maar ik zou niet graag zien, dat de gemeente eene
boomkweekerij ging oprichten.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Toen ik de
stukken kwam inzien, heb ik met heel veel belangstelling
kennis genomen van het voorstel der verfraaiïngscommissie.
?Ik heb ook de bijliggende kaart bestudeerd. Tot mijn spijt vond
ik op die kaart niet, wat ik er eigenlijk op zocht, n.1. waar de
plaats was, waar de woning moest komen, tenzij enkele pot
loodkrabbels de plaats voor de woning aanwijzen. Wan
neer dit het geval is Mijnheer de Voorzitter, zou ik U toch
in overweging willen geven om die woning daar niet te zet
ten. De toestand aan onze Roosendaalsche haven is op 't
oogenblik in een stadium van wording. Wij weten op 't mo
ment niet precies, wat daarmede zal gebeuren, maar de mo
gelijkheid is lang niet uitgesloten, zooals ik de vorige verga
dering reeds gezegd heb, dat binnen afzienbaren tijd onze
haven zoodanig veranderd zal worden, dat de verkeerswegen
in die buurt worden verlegd en andere toestanden worden
gebracht.
Ook als lid der Gascommissie vind ik het altijd onprettig,
dat die weg naar den Westelijken Havendijk feitelijk loopt
'over het terrein van de gasfabriek. Misschien kan bij even
tueele uitbreiding van de gasfabriek, wanneer de toestanden
eenigszins normaal zijn, hetgeen binnen afzienbaren tijd te
wachten is, de weg aan de Oostzijde van de gasfabriek ont
worpen worden aan de Westzijde van de fabriek, waardoor
het los- en laadterrein met de fabriek één wordt en de pas
sage, die thans ons terrein onveilig maakt, wordt opgeheven.
Wanneer dat gebeurt, zou de weg juist moeten komen, waar
het huisje geprojecteerd is, zoodat, wanneer het huisje daar
gezet wordt, vanzelf onmogelijk wordt gemaakt zonder groo
te financiëele offers, de ligging der fabriek te verbeteren.
Dat is een erg bezwaar, dat ik tegen het ontwerp der ver
fraaiïngscommissie heb.
Bovendien Mijnheer de Voorzitter vind ik het op of achter
dat terrein niet de meest geschikte plaats voor eene kwee
kerij, wanneer er althans toe over moet worden gegaan orn
eene kweekerij voor rekening onzer gemeente op te richten.
Als lid van het Burgerlijk Armbestuur heb ik herhaalde malen
klachten vernomen over de bewoners der huisjes ten zuid
zijde van de Wipweide. Ik heb mij persoonlijk met den Voor
zitter van het Burgerlijk Armbestuur, die ook in deze zaal
aanwezig is, meermalen kunnen overtuigen, dat de bewoners
van de huisjes in die buurt niet beiel erg conscentieus zijn bij
het gebruik van verschillende zaken, die aan hun gebruik
worden toevertrouwd- Ik heb herhaalde malen kunnen con-
stateeren, dat de rasteringen en afheiningen eenvoudig wor
den opgeruimd. En nu weet ik niet, of het wel prudent is, m
die omgeving een dergelijk veel gewenscht bezit, als boomen
en planten uit den aard der zaak moeten zijn, aan te bren
gen, terwijl het bovendien bij de gasfabriek misschien ook
niet de meeist geschikte plaats is voor het kweeken van
boomen en planten zelf, maar dat is eene kwestie, die ik als
leek niet kan beoordeelen.
Bovendien heb ik nog een ander bezwaar Mijnheer de
Besluit om Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het aanstellen van twee vaste werklieden bij den verfraaiïngs-
dienst. Verzoek van de verfraaiïngscommissie betreffende den bouw van eene opzichterswoning en den aanleg eener kweekerij.
Verzoek van de verfraaiïngscommissie betreffende den bouw van eene opzichterswoning en den aanleg eener kweekerij.