16 VERGADERING VAN 15 OCTBER 1918. gens het laatste lid van artikel 22 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad No. 103). Artikel 2. De jaarwedde in het vorig artikel dezer verordening be paald, wordt verhoogd: A. Voor elk hoofd eener school wegens het bezit van elk der akten van bekwaamheid of bevoegdheid tot het geven van huis. en school onderwijs in de beginselen der Fransche taal, der Hoogduitsche taal, der Engelsche taal, der wiskunde, der landbouwkunde, der tuinbouwkunde, der handelskennis en van het handteekenen met vijftig gulden, mits het bezit van deze akten of van de bevoegdheid hem bij artikel 9 dezer verordening niet verplichtend is gesteld. B. Voor elk der onderwijzers en elk der onderwijzeressen, die het hoofd eener school bijstaan: 1®. wegens het bezit der akte van bekwaamheid als hoofd onderwijzer met twee honderd gulden; 2° wegens het bezit der akte van bekwaamheid als hoofd onderwijzer met twee honderd en vijftig gulden, wanneer ter voldoening aan het bepaalde bij artikel 24 sub. 3 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs als eisch voor benoem baarheid bij aanstelling of bevordering het bezit dier akte verplichtend is gesteld; 3° wegens het bezit van elk der akten van bekwaamheid of bevoegdheid voor huis- en schoolonderwijs in de begin selen der Fransche taal, der Hoogduitsche taal, der Engelsche taal, der wiskunde, en der handelskennis met twee honderd gulden, mits bij aanstelling of bevordering als eisch voor be noembaarheid het bezit van een of meer dier akten ver plichtend is gesteld; 4° wegens het onverplicht bezit van elk der akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de beginselen van het handteekenen, de landbouwkunde, de tuinbouwkunde en van elk der akten of bevoegdheden sub 3° van dit artikel genoemd met vijftig gulden; 5". wegens het geven van onderwijs aan eene school voor meer uitgebreid lager onderwijs in een der M.U.L.O. klassen met honderd gulden; 6°. wegens het bezit van elk der akten van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes met honderd en vijftig gulden voor eerstgenoemde en met twee honderd gulden voor laatstge noemde akte, mits als eisch voor benoembaarheid bij aan stelling of bevordering het bezit van elk dier akten verplich tend is gesteld. Artikel 3. Boven en behalve de vaste jaarwedde en verhoogingen in de vorige artikelen dezer verordening genoemd, geniet elk hoofd eener school en elk onderwijzer of elke onder- wijzeies, die het hoofd eener school bijstaat, werkzaam aan eene M.U.L.O. school en belast met het geven van onderwijs in eene M.U.L.O. klasse, eene belooning van één gulden vijf en twintig cent voor elk uur, dat door hem of haar onderwijs wordt gegeven buiten de gewone schooluren en die uren als derde of avondschooltijd in het leerplan der school zijn op genomen. Elk onderwijzer en elke onderwijzeres, die het hoofd eener school bijstaat, buiten vacature tijdelijk belast met het geven van onderwijs in de beginselen der Fransche taal, der Hoog duitsche taal, der Engelsche taal, der wiskunde en der han delskennis geniet eene belooning van een gulden en vijf en twintig cent voor elk uur, dat door hem of haar onderwijs in een dier vakken wordt gegeven, mits dat vak in het leer plan der school is opgenomen Elk hoofd van het herhalingsonderwijs en elk onderwijzer of elke onderwijzeres, belast met het geven van herhalings onderwijs, genoemd in artikel 17 der wet tot regeling van het LagerOnderwijs, gewijzigd bij artikel 31 der Leerplicht wet, geniet eene belooning van een gulden en vijf en twintig cent voor elk uur, dat door hem of haar herhalingsonderwijs wordt gegeven. Elk hoofd van het herhalingsonderwijs geniet als zoodanig bovendien na afloop van eiken door hem gegeven herhalings cursus eene toelage van vijf en twintig gulden. Elk hoofd eener school en elk onderwijzer werkzaam aan een der gemeentescholen, door Burgemeester en Wethouders belast met het geven van een land- of tuinbouwwintercursus ontvangt hiervoor eene belooning van honderd gulden. Artikel 4. Het hoofd eener school geniet, zoolang de Wet tot regeling van het Lager Onderwijs zulks bepaalt, behalve zijne jaar wedde vrije woning zoo mogelijk met eenen tuin; ingeval hem geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij eene vergoeding voor huishuur. Deze vergoeding bedraagt voor het hoofd eener school te Roosendaal vijf honderd en voor het hoofd der school te Nispen drie honderd gulden per jaar. Elk der onderwijzers, die het hoofd eener school bijstaan, geniet, indien hij, hetzij gehuwd is, hetzij als weduwnaar minderjarige kinderen heeft, hetzij als weduwnaar een eigen gezin voert, eene tegemoetkoming in de huishuur ten bedrage van een honderd en vijf en zeventig gulden per jaar, vermin derd met het bedrag der tegemoetkoming, die hem krachtens artikel 1 sub b der wet van 6 Juni 1913 (Staatsblad No. 239) door het Rijk wordt toegekend. Elk hoofd eener school en elk der onderwijzers, die het vhoofd eener school bijstaan, geniet, indien hij gehuwd of we duwnaar is, voor elk tot zijn gezin behoorend kind beneden den leeftijd van achttien jaar eene tegemoetkoming of kinder toelage van vijftig gulden per jaar, verminderd met het be drag der tegemoetkoming, die hem krachtens artikel 1 sub a der wet van 6 Juni 1913 (Staatsblad No. 239) door het Rijk wordt toegekend. Artikel 5. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van het hoofd der school, wordt deze vervangen door een der onder wijzers zijner school te weten: a. door een onderwijzer van bijstand, die den rang van hoofdonderwijzer bezit, den drie en twintigjarigen leef tijd heeft volbracht en ter voldoening aan artikel 24 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs in scholen met meer dan vier onderwijzers aanwezig moet zijn; de oudste als zoodanig in dienst zijnde onderwijzer treedt het eerst op, of, deze ongesteld of afwezig zijnde, de daaropvolgende onderwijzer van bijstand, wiens aanwe zigheid eveneens krachtens artikel 24 verplichtend is ge steld; b. bij afwezigheid van een onderwijzer van bijstand, sub a genoemd, door den onderwijzer van bijstand in het bezit der hoofdakte, die van de aanwezigen de meeste dienst- 17 VERGADERING VAN 15 OCTOBER 1918. jaren in de gemeente heeft, of, deze ongesteld zijnde, door den onderwijzer, die na hem de meeste dienstjaren in de gemeente heeft en eveneens in het bezit der hoofd akte is; c. bij ontstentenis van een titularis, sub a en b genoemd, door den onderwijzer van bijstand, die van de aanwezi gen de meeste dienstjaren in de gemeente heeft. Burgemeester en Wethouders kunnen echter in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener de tijdelijke waar neming bij b en c van dit artikel genoemd, ook opdragen aan een der overige onderwijzers der school, waar de vacature bestaat. Artikel 6. De onderwijzer van bijstand, die bij eene vacature de be trekking van hoofd eener school waarneemt, geniet met stilstand van eigen wedde voor den duur der waarneming de voor die betrekking vastgestelde jaarwedde met vergoe ding voor huishuur en kindertoelage. Artikel 7. De onderwijzers of onderwijzeressen, aan wie tijdelijk de vervulling eener vacante plaats als onderwijzer of onderwij zeres van bijstand aan een der gemeentescholen door Burge meester en Wethouders in overleg met den Arrondissements- Sclooopziener wordt opgedragen, genieten voor den tijd der waarneming gelijke jaarwedde, als voor de onderwijzers of onderwijzeressen van bijstand in deze verordening is bepaald. De onderwijzers of onderwijzeressen van bijstand, aan wie door Burgemeester en Wethouders bij eene vacature het ge ven van onderwijs in een der vakken, vermeld in artikel 2, sub 3° dezer verordening wordt opgedragen, genieten voor den duur der waarneming op hunne of hare jaarwedden de verhoogingen, die voor het verplicht bezit van elk dier akten bij dat artikel zijn vastgesteld. De handwerkonderwijzeressen, in het bezit eener akte voor de nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes, aan wie tijdelijk aan een der gemeentescholen door Burgemeester en Wethouders in overleg met den Arrondissements-School opziener het geven van onderwijs in de nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes wordt opgedragen, genieten voor den tijd der waarneming gelijke belooning, als voor het ge ven van dat onderwijs voor de onderwijzeressen van bijstand in deze verordening is bepaald. De handwerkonderwijzeressen, niet in het bezit eener akte voor de nuttige handwerken voor meisjes, die door Burge meester en Wethouders in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener aan een der gemeentescholen tijdelijk worden werkzaam gesteld, genieten eene belooning, berekend tegen honderd gulden per jaar. De handwerkonderwijzeressen, woonachtig te Roosendaal, belast met hel geven van onderwijs in de nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes aan de U.L.O. school te Nispen, genieten bovendien over de maanden Januari, Februari, Maart, November en December eene tegemoetkoming voor verplaatsingskosten, berekend tegen tien gulden per maand. De kweekelingen, die op voorstel van het hoofd der school aan eer, der gemeentescholen door Burgemeester en Wet houders in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener tijdelijk worden werkzaam gesteld, genieten voor elke maand, welke zij aan eene gemeenteschool werkzaam zijn, eene be looning van vijf en twintig gulden. Artikel 8. Het onderwijzend personeel is verplicht onderwijs te ge ven in de vakken, waarvoor het bevoegdheid bezit, indien voor de hoofden van scholen het Gemeentebestuur of de Plaatselijke Schoolcommissie, en voor het verdere personeel het Gemeentebestuur, de Plaatselijke Schoolcommissie of het Hoofd der school dit noodig oordeelt. De hoofden van scholen en de onderwijzers en onderwij zeressen van bijstand zijn verplicht onderwijs te geven in de dagschool, en, zoo noodig, avondschool te doen of herhalings onderwijs te geven. Artikel 9. Verplichtend wordt gesteld: a. aan de hoofden van scholen alle akten of bevoegdheden voor de vakken, die volgens het leerplan aan hunne school moeten onderwezen worden, met uitzondering van de vakken voorkomende onder de letters k en t van artikel 2 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs; b. aan ten minste vier der onderwijzers of onderwijzeressen aan eene school voor M.U.L.O. werkzaam een of meer der akten voor de vakken voorkomende onder de letters I, m en n van artikel 2 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs, hetzij met of zonder de akte van bekwaam heid voor huis- en schoolonderwijs in de beginselen der wiskunde; c. aan ten minste twee der onderwijzers of onderwijzeressen aan eene school voor U.L.O. werkzaam de akte van be kwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de beginse len der Fransche taal en zoo noodig der wiskunde of eene akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonder wijs in de beginselen der Hoogduitsche taal of der En gelsche taal; d. aan de onderwijzers en de onderwijzeressen de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de be ginselen der vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek; e. aan de onderwijzeressen de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes en zoo noodig de akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de fraaie handwerken voor meisjes. Artikel 10. De verhoogingen der jaarwedde wegens dienstjaren, de tegemoetkoming in de huishuur, bepaald bij de artikelen 1 en 4 en de verhooging voor het behalen eener akte bepaald in artikel 2 dezer verordening gaan in met den eersten dag der maand, waarin de aanspraak daarop ontstaat of eene akte is behaald. De kindertoelage gaat in op den eersten dag der maand volgende op die, waarin het kind is geboren; zij houdt op op den laatsten dag der maand, waarin het kind den achttien jarigen leeftijd heeft bereikt, of is overleden. Artikel 11. Aan de hoofden van scholen en de onderwijzers van bij stand, die ingevolge de bepalingen der Militie-, der Landweer- of der Landstormwet verplicht zijn, onder de wapenen of in werkelijken dienst te komen, wordt voor den duur daarvan verlof verleend, met behoud van wedde. Het behoud van wedde kan vervallen, wanneer bij wijze Vaststelling van de „Jaarwedderegeling onderwijzend personeel." Vaststelling van de „Jaarwedderegeling onderwijzend personeel."

Raadsnotulen

Roosendaal: 1913-2006 | 1918 | | pagina 74