4
VERGADERING VAN 29 JANUARI 1918.
Begrooting gasfabriek dienstjaar 1918.
De Voorzitter: Ik stel U voor de begrooting volgens de ge
nomen besluiten te wijzigen, en ze verder goed te keuren.
De beer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! U hadt
nog een punt n.1. het aanstellen van een fitter, daar wacht ik
eigenlijk op.
De Voorzitter: De Commissie heeft maar twee voorstellen
gedaan.
De heer Heerma van Voss: Drie, heeft U gezegd.
De Voorzitter: Daar 'neb ik niet over gesproken. De Com
missie heeft twee voorstellen gedaan, een over de aanstelling
van een klerk en een over verlaging van den gasprijs. Op
do begrooting komt voor het aanstellen van een derden fitter.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb
in de begrooting gezien, dat wordt voorgesteld over te gaan
tot aanstelling van een derden fitter, die speciaal belast zal
.worden met net in orde houden van de gaslantaarns., en de
verliehtingsobjecten daarvan. Ik verheug mij zeer over dat
voorstel, want wanneer men hier in onze gemeente- de lan
taarns beziet, is dat een allertreurigst verschijnsel! Een lan
taarn, die recht staat, is eene zeldzaamheid, een lantaarn zoo-
als hij gemenied uit de fabriek komt, blijft zeker tien a vijftien
jaar in de menie staan, voor er ooit van zijn leven een ven-
kwastje op geweest is. Ik geloof, dat er meer ruiten in de
lantaarns staan, die stuk zijn, dan heele ruiten, kousjes stuk
enz., en daarom Mijnheer de Voorzitter kan ik mij zeer ver
blijden met dit voorstel in de hoop, dat wij nu eens fatsoen
lijke lantaarns zullen krijgen, lantaarns die rechtop staan met
heele ruiten. Dit wilde ik alleen maar over dit voorstel zeggen.
Verder Mijnheer de Voorzitter, heb ik nog het volgende
omtrent de begroeting te zeggen. Ik heb gezien, dat op de be
grooting voorkomt een bedrag van f 175.voor het herstellen
en nazien van het buizennet. Ik vind Mijnheer de Voorzitter, dat
dit cijfer veel te gering is, want wij weten, dat ons buizennet
pp vele plaatsen slecht is, zoo o.a. aan de Kade en in de
Wouwsche straat is het zoo slecht, dat wanneer niet iederen
dag een fitter komt om de leiding uit te pompen, dan weten
wij zeker, dat de bewoners daar in het duister zitten. Het is
hoog noodig, dat die leiding daar wordt nagezien, en zoo zullen
op andere plaatsen van de gemeente vermoedelijk ook wel
leidingen slecht in orde zijn. Dergelijke toestanden geven niet
anders dan kosten, de men&chen moeten er dagelijks worden
heengestuurd. De begrooting is nu eenmaal gemaakt, maar ik
ZOU' in, overweging willen geven om op de volgende begroe
iing een heel wat bed.uidend.er cijfer te doen voorkomen voor
het herstellen der leidingen.
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik had nog graag
even het woord over volgnummer 21 der begrooting. Daar
staat: „Onder het totaal der arbeidsloonen is verder nog op
genomen een bedrag van f 1.50 wekelijks uit te keeren aan
„den plaatsvervanger welke 's Zondags dienst doet voor een
„der stokers, door welke regeling wordt verkregen, dat ieder
„der vier stokers om de vier weken een geheel vrijen Zondag
„verkrijgt. Als plaatsvervangers doen beurtelings dienst de
„bovengenoemde htilpstokers en vier arbeiders."
ïk had gaarne Mijnheer de Voorzitter, dat ingevoerd werd,
dat de stokers minstens om de veertien dagen een vrijen
Zondag hadden. Om de vier weken een vrijen Zondag, dat is
toch wel een beetje bar- Maar dat niet alleen Mijnheer de
Voorzitter, ik vind ook eew bedrag van f 1.50 hetwelk uitge
keerd wordt, voor Zondagsdienst te weinig, dat iis. feitelijk nog
tc weinig voor het gewone weekloon en zou dat' dus. voor
Zondag altijd iets meer mogen zijn. Op veie plaatsen wordt
zelfs het dubbele gerekend. Ik vind dat te weinig en zou
voorts willen, dat ingevoerd werd, dat die menschen om- de
twee weken een geheel vrijen Zondag hadden.
De Voorzitter: in tegenstelling met hetgeen de heer Heerma
van Voss heeft aangevoerd omtrent het aanstellen van een
derden fitter, had ik gehoopt dat een dergelijk voorstel niet
zou worden gedaan, doch dat wij zouden krijgen een contro
leur van de gasmeters. Er is terecht in deze vergadering ge
klaagd, dat de meteropname niet op gezette tijden geschiedde
en dat het zoodoende kan gebeuren, dat door die ontijdige
opname afnemers van gas een verhoogden prijs te betalen
hebben. Ik zie in de begrooting hieromtrent niets vermeld.
Wanneer wij in plaats van een fitter een controleur krijgen,
iemand die op vaste dagen, op vaste tijden, de meters zal op
nemen, dan geloof ik, dat wij daar beter mede zullen uitzijn
dan door het bij. aanstellen van een fitter. Op de meeste fa
brieken heeft men meteropnemers. Ik begrijp niet, waarom
hier de fitters als controleurs moeten dienst doen. Ik heb niets
tegen de personen, die nu belast zijn met. de meteropname,
maar ik vind hef wel een beetje ouderwets, dat die fitters in
het plunje, waarin zij op de fabriek werkzaam zijn, en dat
allesbehalve smakelijk is bij de ingezetenen de meters opne
men.
Ik blijf nog eens op de indienstneming van een metempne-
mer in plaats van een derden fitter aandringen. Kan de Com
missie met dien wensch geen rekening houden, dat zij ons dan
aangeeft, waarom aan de aanstelling van een derden fitter de
voorkeur wordt gegeven. In een brief, die door Burgemeester
en Wethouders indertijd aan den directeur is geschreven,, is
hem te kennen gegeven, dat hij rekening heeft te houden met
de wensciien. die hem bekend waren en in onze notulen voor
komen, en eveneens met de verlangens die een ambtenaar
kent, al zijn zij ook niet officieel te zijner kennis gebracht.
Het resultaat, dat Burgemeester en Wethouders met dit
schrijven hebben bereikt is nihil. Ik zou gaarne van den Voor
zitter der Gascommissie vernemen, waarom een post voor
een derden fitter op de begrooting is uitgetrokken, de ge-
heele fitten] brengt nog geen 1000.— op, waar hebben wij
nu een derden fitter voor nootlig? Ik beschouw niet als fitter
iemand, die lantaarns moet poetsen, dat noem ik een lantaarn-
poetser.
Wat het gesprokene door den heer Braat betreft, daarmee^
kan ik ten volle symphatiseeren. Wanneer dit juist door hem is
gezien, kan niet ie spoedig daaromtrent verandering in de
werkwijze aan de gasfabriek plaats vinden. Ik vind het treu
rig, dat die- menschen om de vier weken maar een vrijen Zon
dag ir.ogen hebben, en dat bij de lage loonen, die op de gas
fabriek tot heden werden gegeven. Ik hoop, dat de besprekin
gen, die hier gehouden zijn. ditmaal aanleiding geven om op
de gasfabriek die verbeteringen aan te brengen, die in den
tegemvoardigen tiid in ieder bedrijf worden gevraagd. Ik
hoop' alsnog te zien, dat wij tenminste iemand krijgen, die als
vaste nretercontroleur dienst doet. Mij dunkt, dat dit niets
geen weelde is. Wij hebben helaas maar elfhonderd afnemers,
en in de opname der meters kan die man volop zijn werk
vinden.. Wij zouden daardoor kunnen voorkomen, dat de kwi
tanties over Oetober eerst in de maand Januari worden aan
geboden; rk afthans keb de kwitantie over Oetober eerst deze
maand gekregen. Bij eene bevolking als de onze waarin zoo
veel mutaties plaats vinden geloof ik, dat wanneer drie maan-
5
VERGADERING VAN 29 JANUARI 1918.
Stemming over het al of niet invoeren eener straatbelasting. Verordening tot verdeeling der gemeenten in
stemdistricten voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad.
den nadat de meters zijn opgenomen eerst de kwitanties kun
nen worden aangeboden, men kwitanties na moet zenden om
de gelden geind te krijgen. Dat is iets, wat door de aanstelling
van een controleur verholpen kan worden.
De heer K. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Wat betrefi
de aanstelling van een derden fitter, die gegevens krijgen wij
van den directeur. Wij veronderstellen, dat de directeur der
gasfabriek ons geen dingen op de mouw zal spelden of ons
zaken voor zal liegen. Hij heeft ons gezegd, dat hij voor het
nazien der lantaarns en andere zaken een derden fitter noodig
heeft, dat bovendien een der fitters, die eigenlijk meer uit den
ouden tijd is, ook al meer en meer vervangen moet worden.
Wij moeten ons toch natuurlijk neerleggen bij de gegevens,
die men van zoo'n directeur verwacht.
De heer Braat: Mag ik nog even het woord Mijnheer de
Voorzitter als oud lid van de Gascommissie? Ik kan mij best
vereenigen met het voorstel van de Gascommissie om een
derden fitter aan te stellen. Toen ik indertijd lid was van die
commissie, drongen wij juist op het nemen van maatrege
len aan om de niuntgasinstailaties zoo spoedig mogelijk te
kunnen daarstellen. Er werd wel eens gezegd, er is geen tijd
en dat moest wel zijn, want het duurde soms tien maanden
voor die aansluitingen tot stand kwamen. Toen hebben wij
aangedrongen op aanstelling van meer personeel om aan
vragers ten minste een beetje vlugger te kunnen helpen, maar
daar kwam niets van. Nu eindelijk wordt een derde fitter ge
vraagd. Als nu juist het oogenblik niet geschikt is daarvoor, ik
houd het er voor, dat er momenteel geene muntgasinstallaties
kunnen geplaatst worden, vind ik het op 't oogenblik niet zoo
zeer noodig, doch de tijden kunnen ieder oogenblik verande
ren, en dan is het misschien nog niet kwaad dat er een derde
fitter is om vooral de muntgasinstallaties zoo spoedig mogelijk
aan te sluiten, want Mijnheer de Voorzitter, in onze gemeente
zijn nog maar een goede tweehonderd aansluitingen voor
muntgas in tegenstelling met andere plaatsen zooals de onze,
waar er achthonderd zijn en soms nog meer. Die kunnen hier
ook gemakkelijk tot stand gebracht worden, en muntgas is
voor de fabriek eene voordeelige zaak. Dus Mijnheer de Voor
zitter, kan ik mij wel vereenigen met de aanstelling van een
derden fitter alhoewel het oogenblik nu juist niet het meest
geschikt is.
De Voorzitter: Verlangt soms iemand een voorstel te doen
een en ander aan te houden tot wanneer over het hier ge
sprokene aan den Raad mededeeling zal zijn gedaan?
De heer Braat: Zou het niet wenschelijk zijn Mijnheer de
Voorzitter om de begrooting vast te stellen, nadat punt 7 is
afgehandeld?
De Voorzitter: Ik heb het zoo opgenomen en daarom juist
heb ik het gescheiden op de agenda geplaatst. De meerder
heid heeft gezegd, dat de gasprijs met twee cent mag worden
verminderd. Daarom juist heb ik het achter het andere punt
laten plaatsen. Alleen is nu mijne vraag of het niet wenschelijk
zou zijn om de goedkeuring aan te houden tot de volgende
vergadering in de hoop, dat ons misschien andere voorstellen
nog bereiken. Vinden de leden dit goed?
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
V. Stemming over het al of niet invoeren eener straatbe
lasting.
De Voorzitter: Mijneheeren! In onze vorige vergadering
hebben over het voorstel, thans aan de orde, de stemmen ge
staakt. Ingevolge het bepaalde bij de gemeentewet dient thans
eene nieuwe stemming plaats te hebben. Indien de stemmen,
wederom staken, is daardoor het voorstel tot invoeren eener
straatbelasting verworpen .Het komt mij voor, dat dit punt
voldoende besproken is, waarom ik tot stemming zal doen
overgaan.
De heer Voeten: Mijnheer de Voorzitter! Mag ik nog even
het woord?
De Voorzitter: Feitelijk mag over het voorstel niet gespro
ken worden.
De heer Voeten: Ik ben van gedacht veranderd. De vorige
vergadering ben ik er voor geweest, thans er tegen.
De heer Van Gastel: Dat is goed, het is wijs, dat gij dat
inziet.
SI i il1
Met 10 stemmen tegen 5 stemmen wordt besloten niet tot
invoering eener straatbelasting over te gaan.
Tegen de invoering eener straatbelasting hebben gestemd:
de heeren Voeten, Jongeneelen, Braat, P. Konings, A. F. Vos,
Kerstens, Van Gastel, K. van Wely, Van Dorst en de Voor
zitter.
Vóór de invoering eener straatbelasting hebben gestemd:
de heeren G. Konings, Heerma van Voss, Schul, De Bruyn,
en E. van Wely.
VI. Vaststelling eener verordening tot verdeeling der ge
meente in stemdistricten voor de verkiezing van le
den van den Gemeenteraad.
De Voorzitter:
Wij leven thans in het teeken der verkiezingen en de uit
voering der wijzigingen in de Grondwet en in de Kieswet
aangebracht hebben van de gemeentebesturen reeds heel wat
werk gevorderd, vooral omdat is verzuimd de termijn tot het
opmaken der kiezerslijsten te verruimen. Op de voor deze-
gemeente opgemaakte kiezerslijst, die morgen door Burge
meester en Wethouders wordt vastgesteld, komen voor 4103
kiesgerechtigden, terwijl liet aantal voor de vigeerende kie
zerslijst bedraagt 2706. Het aantal kiesgerechtigden is der
halve voor deze gemeente bijna verdubbeld.
Nu dienen ook de stemdistricten te worden bepaald, want
ofschoon de gemeente sedert 31 December 1916 de 20000 in
woners heeft overschreden en volgens eene voorloopige tel
ling aan de 111e afdeeling der gemeente-secretarie het inwoner
tal thans 20887 bedraagt, dienen wij toch te wachten met de
verdeeling onzer gemeente in kieskringen tot nadat de uit
komsten der eerstvolgende tienjaarlijksche volkstelling zullen
bekend zijn. Dit staat wel niet met evenzooveel woorden in
de wet, doch de regeering huldigt die meening hetgeen ons
na informatie gebleken is.
Bij de eerste periodieke verkiezing voor leden van den Ge
meenteraad stemmen alle kiesbevoegden in één kieskring,
waaruit de gemeente dan weer voor een viertal jaren zal be
staan. Nu dient die kieskring in stemdistricten te worden ver
deeld. Die verdeeling moet geschieden naar vaste gegevens.
Eén daarvan is dat moet worden zorg gedragen, dat elk stem-
district een zooveel mogelijk gelijk aantal inwoners om
vat. Bij de verdeeling, die Burgemeester en Wethouders voor
stellen is hiermede rekening gehouden. Wordt die verdeeling
door U aangenomen, dan heeft zij tot resultaat, dat: