6
VERGADERING VAN 8 AUGUSTUS 1917.
het onderwijzerspersoneel vastgesteld dan zelfs de school
opziener heeft kunnen verwachten.
Verlangt nu nog een der leden het woord?
Verlangt een der leden stemming? Niemand? Dan is de sa
larisregeling overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders aangenomen en de bevoegdheid verleend de
door hen noodig geoordeelde redactiewijzigingen alsnog aan
te brengen.
De salarisregeling van het onderwijzend personeel luidt in
haar geheel als volgt:
De Raad der Gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien ide Wet tot regeling van het Lager Onderwijs
van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), waarvan de ge
wijzigde tekst is bekend gemaakt in het Staatsblad no. 219
van het jaar 1905.
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Besluit vast te stellen de volgende verordening
VERORDENING, regelende de jaarwedden
van het onderwijzend personeel, verbon
den aan de openbare scholen voor Lager
Onderwijs in de gemeente Roosendaal
en Nispen.
Artikel 1.
De vaste jaarwedde bedoeld bij artikel 26 der wet tot
regeling van het Lager Onderwijs bedraagt:
1°. Voor het hoofd eener school voor meer uitgebreid
lager, onderwijs, achttien honderd gulden
2°. voor het hoofd eener school voor uitgebreid lager
onderwijs, zestien honderd gulden;
3°. voor het hoofd eener school voor gewoon lager
onderwijs, veertien honderd gulden;
4". voor elk der onderwijzers of der onderwijzeressen,
die het hoofd eener school voor meer uitgebreid, uit
gebreid of gewoon lager onderwijs bijstaan, acht hon
derd gulden.
De hoofden van scholen, de onderwijzers en de onder
wijzeressen die het hoofd eener school bijstaan ontvangen
wegens diensttijd vier gelijüe driejaar!ijksche verhoogingen
op hunne of hare jaarwedden tot een maximum bedrag
van vier honderd gulden.
Als diensttijd komt in aanmerking de tijd voor ,en na
de invoering dezer verordening doorgebracht in dienst
zoowel aan openbare als aan bijzondere lagere schoilan
als hoofd en als ondei wijzer of onderwijzeres tot bijstand van
het hoofd der school, zoomede diensten, bewezen volgens
artikel 33 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad No. 127)
en volgens het laatste lid van artikel 22 der wet van 13 Au
gustus 1857 (Staatsblad No. 103).
Artikel 2.
De jaarwedde in het vorige artikel dezer verordening
voor elk der onderwijzers en der onderwijzeressen, die het
hoofd eener school bijstaan, bepaald, wordt verhoogd
1°. wegens het bezit der akte van bekwaamheid als
hoofdonderwijzer met twee honderd gulden
2°. wegens het bezit der akte van bekwaamheid als
hoofdonderwijzer met twee honderd en vijftig gulden,
wanneer ter voldoening aan het bepaalde bij artikel 24 sub. 3
der wet tot regeling vau het Lager Onderwijs als eisch
voor benoembaarheid bij aanstelling of bevordering het
bezit dier akte verplichtend is gesteld
3°. wegens het bezit van elk der akten van bekwaamheid
of bevoegdheid voor huis- en schoolonderwijs in de begin
selen der Fransche taal, der Hoogduitsche taal, der Engel-
sche taal, der wiskunde, en der handelskennis met twee
honderd gulden, mits bij aanstelling of bevordering als
eisch voor benoembaarheid het bezit van een of meer dier
akten verplichtend is gesteld
4 wegens het onverplicht bezit van elk der akten van
bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in de beginselen
van het handteekenen, de landbouwkunde, de tuinbouwkunde
en van elk der akten of bevoegdheden sub 3° van dit
artikel geno<-md met vijftig gulden
5°. wagens het geven van onderwijs aan eene school
voor meer uitgebreid lager onderwijs in een der M.U.L.O.
klassen met hoüderd gulden
6 wegens het bezit van elk der akten van bekwaam
heid voor huis- en schoolonderwijs in de nuttige of de
fraaie handweiken voor meisjes met honderd en vijftig
gulden voor eerstgenoemde en met twee honderd gulden
voor laatstgenoemde akte, mits als eisch voor benoem
baarheid bij aanstelling of bevordering het bezit van elk
dier akten verplichtend is gesteld.
Artikel 3.
Boven en behalve de vaste jaarwedde en verboogingen
in de vorige artikelen dezer verordening genoemd,- ge
niet een onderwijzer of eene onderwijzeres die het hoofd
eener school bijstaat, buiten vacature tijdelijk belast met
het geven van onderwijs in de beginselen der Fransche taal,
der Hoogduitsche taal, der Engelsche taal, der wiskunde en
der handelskennis eene belooning van een gulden voor elk
uur, dat door hem of haar onderwijs in een dier vakken wordt
gegeten, mits dat vak in het leerplan der school is opgenomen.
Elk hoofd van het herhalingsonderwijs en elk onder
wijzer of elke onderwijzeres,- belast met het geven van
herhalingsonderwijs, genoemd in artikel '17 der wet tot
regeling van het Lager 'Onderwijs, gewijzigd bij artikel
31 der Leerpichtwet, geniet eene belooning jvan een gul
den voor elk uur, dat door hem of haar herhalingsonder-
wijs wordt gegeven.
Elk hoofd van het 'herhalingsonderwijs geniet als zoo
danig bovendien na afloop 'van eiken door hem1 gegeven
herhalingscursus eene toelage van 'vijf en twintig gulden.
Elk hoofd eener school en elk onderwijzer werkzaam
aan een der gemeentescholen, door Burgemeester en Wet
houders belast met het geven van een land- of tuinbouw-
wintercursus ontvangt hiervoor eene belooning van hon
derd gulden.
Artik,el 4.
Het hoofd eener school geniet behalve zijne jaarwedde
vrije woning zoo mogelijk met eenen tu,in(; ingeval hem
VERGADERING VAN 8 AUGUSTUS 1917.
geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij
eene vergoeding voor huishuur.
Deze vergoeding bedraagt voor het hoofd eener school
te Roosendaal vijf honderd en voor het hoofd der schoo]
te Nispen drie honderd gulden per jaar
Elk der onderwijzers, die het hoofd eener school bij
staan, geniet, indien hij, hetzij gehuwd is,, hetzij als we
duwnaar een of meer minderjarige kinderen heeft eene
tegemoetkoming in de huishuur ten bedrage van een-
honderd-viji-en-twintig gulden per jaar.
Artikel 5.
Bij1 ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van het
hoofd der school, wordt deze vervangen door een der
•onderwijzers zijner school te 'weten:
a. door een onderwijzer van "bijstand, die den rang van
hoofdonderwijzer bezit, den drie en twintigjarigen
leeftijd heeft volbracht en 'ter voldoening aan artikel
24 der wet tot regeling van het Lager Onderwijs Sn
scholen met meer dan vier onderwijzers aanwezig
moet zijn; de oudste 'als zoodanig in dienst zijnde
onderwijzer treedt het eerst op, of, deze ongesteld
of afwezig zijnde, de daaropvolgende onderwijzer van
bijstand, wiens aanwezigheid eveneens krachtens arti
kel 24 verplichtend is gesteld
b. bij afwezigheid van een onderwijzer van bijstand,
sub a genoemd, door den onderwijzer van bij
stand in het bezit der hoofdakte,- die van! 'de aan
wezigen de meeste dienstjaren in de gemeente heeft,-
of, deze ongesteld zijnde, 'door den pnderwijzer, die
na hem de meeste dienstjaren in de gemeente heeft
en eveneens in het bezit der hoofdakte is\,
bij ontstentenis van een titularis, sub a en b genoemd,
door den onderwijzer van bijstand,- die van de aan
wezigen Ile meeste dienstjaren in de gemeente heeft
Burgemeester en Wiethouders kunnen echter in overleg
met den Arrondissements-Schoolopziener de tijdelijke waar
neming /bij b en c van dit artikel genoemd, ook op
dragen aan een der overige onderwijzers der school,- waar
de vacature bestaat.
Artikel 6.
De onderwijzer van bijstand, die bij eene vacature de
betrekking van hoofd eener school waarneemt, geniet ^oor
den duur der waarneming de minimum jaarwedde, welke
volgens artikel 1. en de vergoeding voor huishuur welke
volgens artikel 4 dezer verordening aan de vacante be
trekking zijn verbonden.
Artikel 7.
De onderwijzers of onderwijzeressen ?aan wie tijdelijk
de vervulling eener vacante plaats als onderwijzer of
onderwijzeres van bijstand aan gpn der gemeenteschol en
door Burgemeester en Wethouders in overlag met den
Arrondissements-Schoolopziener wordt opgedragen; genie
ten voor den tijd der waarneming gelijke jaarwedde,-
als voor de onderwijzers óf onderwijzeressen van bijstand
in deze verordening is bepaald.
De onderwijzers of onderwijzeressen van bijstand,- aan
wie door Burgemeester en Wethouders bij eene vacature
het geven van onderwijs in een der vakkan, vermeld in
artikel 2, sub 3° dezer verordening wordt opgedragen,-
genieten voor den duur der waarneming op hunne of hare
jaarwedden de verhoogingen die voor het verplicht bezit
van elk dier akten bij dat artikel zijn vastgesteld.
De handwerkonderwijzeressen, in het bezit eianer akte
voor de nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes^-
aan wie tijdelijk aan een der gemeentescholen door Bur
gemeester en Wethouders in overleg met den Arrondis
sements-Schoolopziener het geven van onderwijs j|n de
nuttige of de fraaie handwerken voor meisjes wordt op
gedragen, o-enieten voor den tijd der waarneming gelijkte
belooning, als voor het geven van dat onderwijs voor
de onderwijzeressen van bijstand in deze verordening
is 'bepaald.
De 'handwerkonderwijzeressen,- niet in het bezit eener
akte voor de nuttige 'handwerken voor meisjes, die door
Burgemeester en Wethouders in overleg met den Arron-
dissements- Schoolopziener aan een der gemeentescholen
tijdelijk worden werkzaam gesteld, 'genieten gene beloo
ning,; berekend tegen negentig 'gulden per jaar.
De handwerkonderwijzeressen, woonachtig te Roosen
daal,- belast met het geven van onderwijs in de nuttige
of de fraaie handwerken voor meisjes aan de U.L.O. school
te Nispen, genieten bovendien over de maanden Januari,
Februari, 'Maart, November en December eene tegemoet
koming voor verplaatsingskosten, berekend 'tegen li-en
gulden per maand.
De kweekelingetij die op Voorstel van het hoofd der
school aan een der gemeentescholen door Burgemeester
en Wethouders in overleg 'met den Arrondissements-
Schoolopziener -tijdelijk worden werkzaam 'gesteld, ge
nieten voor elke maand, Welke zij aan eene gemeente
school Werkzaam zijn5 eene belooning van yjjf en twin
tig gulden.
Artikel 8.
Het -onderwijzend personeel, aan de gemeentescholen
iwerkziaam, is verplicht onderwijs te geven in de vakken,
waarvoor -het bevoegdheid bezit, 'indien voor de hoofden,
van scholen het Gemeentebestuur bf de Plaatselijke
Schoolcommissie, en voor het 'verdere personeel fret
Gemeentebestuur, de Plaatselijke Schoolcommissie 'of het
Hoofd der school dit 'noodig oordeelt.
De -Hoofden van scholen en de pnderwijzers en,onder
wijzeressen van bijstand zijn verplicht onderwijs te geven
ïn de dagschool. en1 zoo noodig, avondschool te doen
of herhalingsonderwijs te geven.
Artikel 9.
Verplichtend wordt gesteld:
a 'aan de hoofden Van scholen alle akten of bevoeg|d(-
heden voor de vakken,- die volgens het leerplan aan
hunne 'school moeten onderwezen worden,- met uit
zondering van de vakken voorkomende ander de let
ters k en t van artikel 2 der wet tot regeling van
het Lager Onderwijs;
b. aan ten minste vier der pnderwijzers of onderwijzeres
sen aan eene school voor M.U.L.O. werkzaam een of meer
der akten voor de vakken voorkomer de onder de let
ters 1, m en n van artikel 2 der wet tot regeling van
het Lager Onderwijs hetzij met of zonder de akte van
Verordening, regelende de jaarwedden van het onderwijzend personeel, verbonden aan de openbare scholen voor
Lager Onderwijs in de gemeente Eoosendaal en Nispen.
I
Verordening, regelende de jarwedden van het onderwijzend personeel, verbonden aan de openbare scholen voor
Lager Onderwijs in de gemeente Eoosendaal en Nispen.