ij :i! 8E VERGADERING. - VERGADERING VAN 8 AUGUSTUS 1917. Vaststelling notulen. Voorstellen van B. en W. tot wijziging der verordening tot bezuiniging van het gasverbruik. Vergadering van Woensdag, 8 Augustus 1917. Bijeenroepingsuur 10uur des voormiddags. Onderwerpen ter behandeling: 1. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der op 9 Juni 1917 vastgestelde verordening tot bezui niging van het gasverbruik. 3. Onderzoek der geloofs brieven van de op 26 Juni en 10 Juli j.1. gekozen raadsleden. 4. Brief van Gedeputeerde Staten d.d. 31 Juli 1917, No. 46, betreffende de ter goedkeuring ingezonden salarisregeling voor het onderwijzend personeel. 5. Mededeeling van in gekomen stukken. 6. Uitloting schuldbrieven. Voorzitter de heer Aug. Coenen, Burgemeester. Tegenwoordig met den Voorzitter de heer P. C. M. Konings, wethouder en de heeren: Jac. Vos, C. Backx, J. A. C. van Gastel, J. Verheijen, E. H. M. van Wely, A. A. Jongeneelen, A. Heerma van Voss, A. F. Vos, A. W. Braat en A. J. M. de Bruyn, leden. Afwezig de heer K. F. W. M. van Wely, wethouder en de heeren: G. A. van Dorst, G. J. Konings, F. M. J. H. Schul, leden. Waarnemend Secretaris de heer H. II. A. Schoonheyt. De Voorzitter: Mijneheeren: ik verklaar deze vergadering voor geopend. Aan de vergadering heb ik mededeeling te doen, dat door Burgemeester en Wethouders aan den gemeente-secretaris een ziekteverlof van een maand is verleend, en wel voor de maand Augustus. Wij vertrouwen, dat de gezondheidstoestand van den Secretaris hem dan zal toelaten zijne werkzaamheden ter secretarie te hervatten. De heer Sshoonheyt woont als waarnemend secretaris deze vergadering bij. Verder heb ik de vergadering mede te deelen, dat de heer K. van Wely heeft bericht, wegens onverwachte uitstedigheid, deze vergadering niet te kunnen bijwonen; de heer G. Konings heeft eveneens kennisgegeven wegens uitstedigheid deze ver gadering niet te kunnen bijwonen. Aan de orde is de behandeling van punt I. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. De Voorzitter: Mijneheeren! Ofschoon dit punt op het con vocatiebiljet voorkomt zijn U de notulen nog niet toegezonden om de eenvoudige reden, dat zij nog niet in gereedheid zijn kunnen gebracht. Dit punt der agenda dient derhalve te wor den aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Ik hoop, dat de notulen der vorige vergadering U nog deze week kun nen worden toegezonden. II. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der op 9 Juni 1917 vastgestelde verordening rot be zuiniging van liet gasverbruik. De Voorzitter: Mijneheeren! Ik vermoed, dat de leden de zer vergadering evenals ik zijn opgeschrikt bij het lezen van al de berichten, omtrent den in ons land heerschenden grooten kolennood, maar vooral de verhouding tusschen ko- lenaanvoer en verbruik, die in de nieuwsbladen maar al te duidelijk door cijfers wordt aangetoond, zal menigeen tot na denken hebben gestemd. In verschillende gemeenten is het te groote gasverbruik oorzaak van deze wanverhouding. Eene circulaire van de Rijkskolendistributie was oorzaak, dat het Dagelijksch Bestuur met de Gascommissie en den Di recteur der gasfabriek in overleg traden en ter behandeling de zer aangelegenheid Zaterdag j.1. eene vergadering hebben ge houden. De besprekingen dier vergadering zijn oorzaak, dat U ter vergadering werd opgeroepen, om deze zaak nader te be handelen. Het resultaat der besprekingen is geweest, dat wij U moeten voorstellen, om zooals de agenda aangeeft, het tweede lid van artikel 9 onzer verordening in te trekken; dit is dat gedeelte van artikel 9, dat op voorstel van Burgemeester en Wethouders aan dat artikel werd toegevoegd, waarbij nl. werd bepaald, dat de afnemers van gas 60°/o van de hoeveelheid gas door hen over dezelfde maand van het vorige jaar afgenomen mochten verbruiken tegen den prijs van tien en elf centen per M3. Burgemeester en Wethouders en de Gascommissie veron derstellen, dat, wanneer deze bepaling met ingang van den eersten dezer maand uit de verordening wordt gelicht, het ko- lenverbruik onder het quantum zal blijven dat voor onze fa briek als limite is gesteld, waardoor het gasbedrijf in werking zal blijven. Ik stel U derhalve namens Burgemeester en Wet houders en de Gascommissie voor om alinea 2 van artikel 9 te doen vervallen. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb mij afge vraagd waarom men bij artikel 2 is blijven staan bij een gezin van veertien personen en waarom voor zestien, achttien en twintig personen niet meer is toegestaan. Het komt mij voor, dat uit hoe meer personen een gezin bestaat des te meer gas in dat gezin noodig is, tenminste zooals men het hier voorstelt, dat het te verbruiken gas hoofdzakelijk moet dienen om te koken. De Voorzitter: Bij de vaststelling der verordening op het gasverbruik in onze vergadering van 9 Juni j.1. is deze zeer uit voerig besproken. Ik kan geen motief vinden om nu te vragen, waarom bij die verordening toen geen grooter verbruik is toegestaan. Op deze vraag kan ik in deze vergadering moeilijk antwoorden; deze aangelegenheid is op het oogenblik niet aan de orde. Alleen wordt aan de orde gesteld het voorstel van Burgemeester en Wethouders om het tweede lid van artikel 9 der verordening in te trekken. I „I. 'l|l I

Raadsnotulen

Roosendaal: 1913-2006 | 1917 | | pagina 49