VERGADERING VAN 29 DECEMBER 1916. Herziening van de verordening betredende de bezuiniging in bet gasverbruik. opgenomen el at .Burgemeester ten "Wethouders daartoe de bevoegdheid bezitten. Verlangt thans een 'der leden over de verordening in haar geheel het woord? De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het doet mij genoegen, dat U eene zeer uitgebreide toelichting! hebt gegeven op onze verordening waarvan het concept eerst gisterenavond zes iuur ïn mijn bezit was. In onze vorige vergadering js Hoor U uitdrukkelijk gezegd, dat de vastgestelde verordening regelende de oeconomie van het gasbedrijf in deze maand nog aan een revisie zou worden onderworpen en 'dat 'U hoopte, dat de leden welke op ihet nieuwe Concept wijzigingen wenschten voor ts stellen, zij die schriftelijk bij U zouden indienen. Ik geloof, Mijnheer de Voorzitter, dat 'U van die schriftelijke jn- diennig zelf wel 'niet veel hebt verwacht, want dit wasj gezien den korten tijd 'die wij daarvoor hadden absoluut onmogelijk. Maar over de aangelegenheid zelf wensch uc iook nog iets te zeggen en dat is, dat uit de toelichting door iU gegeven 'bij de behandeling van de begrooting der gasfabriek .is gebleken, 'dat de gascommissie van oor deel is, dat ook verhooging van de: gasprijzein moet meden werken volgens het oordeel van den Minister om bezui niging van het gasverbruik te verkrijgen. Nu sta ik op een :ander standpunt era ik meen dat te kunnen motivee- ren door de circulaire zelf. Daarin staat: „verhooging! van den gas- en elactriciteitsprijs, welke verhooging zich met het oog op het doel, n.1. bereiking: van 'bezuiniging; op gebruik en rekening houdend met de finantieele draag kracht der ingezetenen, zich er toe kan bepalen, het verbruik boven een vast 'te stellen minimum zeer aan merkelijk te belasten." Dus de Minister verwacht van een lalgemeerae prijsverhooging heel weinig voordeel ,en eisclit alleen, dat het verbruik boven gen vast te stellen minimum zeer aanzienlijk 'wordt 'belast en dat wil ik heel graag doen Mijnheer Uei 'Voorzitter, maar op mij maujkt het nog steeds den 'indruk alsof ,de: voorgestelde verhoo ging der gasprijzen meer een fiscaal doei heeft dan welj bezuiniging van het verbruik. Dat is .mijn eerste bezwaar. Het tweede .bezwaar is, 'wanneer wij eventueel de .voor gestelde prijsv-erhoogingera zouden accepteeren, wij eigen lijk veel verder gaan dan noodzakelijk js. Wanneer toch, wal misschien .n'iet te verwachten is maar wel zou kun nen met de voorgestelde maatregelen, eene bezuiniging van 30% wordt bereikt, zal daarvan liet gevolg zijn, dat bij de Voorgestelde prijsverhooging hefgeraamde lekort over 1917 van 20.153.50 wordt omgezet ,in een batig saldo van 8363.071/2. :Ik zal U maar niet vermoeien met uit te leggen 'hoe ik aan die berekening kom, maar laat ik zeggen, dat die cijfers zijn geput uit de begroioil|i)n$ zelve. Bij eene bezuiniging van 20% wordt bet resulLaat nog gunstiger, omdat wij dan nog kunnen prof Heeren, van dein toeslag, 'welke 'voor het meerdere verbruik boven 70% wordt geheven. Dan 'zou zelfs het geraamde tekort worden omgezet in 'een 'batig saldo- .van rond ƒ18000., en dat Mijnheer de 'Voorzitter kan nooit de bedoel,i,n;g| dezer verordening zijn! De gas verbruikers welke .regel- malig 'te veel voor hun gas hebben betaald ein dit meerderei regelmatig in de 'gemeentekas 'hebben zien vloeien, zou den toch de 'dupe 'worden van het feit, dat zij zich altijd hebben stilgehouden en niet hebben gevraagd om ver laging dec gasprijzen, terwijl 'die verlaging zeer goed mogelijk .was geweeist. 'Nu 'die verhooging1 zoover door te voeren, ,dat daarvan het gevolg zou zijn eene winst van ƒ20.000.— dus eene 'meierwinst van 40.000.;— ojp de be slaande begrooting, dat 'lijkt mij toch jvel een beetje al :te kras. i Wanneer er werkelijk 'verhoogd 'mocht worden, moet niet .alleen .de 'consument, 'die .toevallig ,een parlicuier persoon of eene particuliere 'vereeniging is daarin Ljj- dragen, maar dan lijkt 'het mij billijker, flat wij begin nen met voor ons 'zeiven geen uitzondering le maken, maar ook de gemeente voor de openbare verlichting en en gemeentegehoiuwen in 'de verhooging te laten bijdragen, om 'daardoor des le eerder te geraken tot het opnieuw' normalis-eeren van den 'gasprijs wanneer het tekort der gasfabriek zal zijn 'gedekt. Nog een enkel bezwaar ïs dit: bezuiniging is wel noodig, maar die bezuiniging moet verkregen kunnen worden. Nu kan .ik mij levendig 'indenken, dat speciaal voor Roosen daal herhaalde malen voorkomt, 'dat door verandering, in 'de inkwartiering 'de vergelijking met eene maand van het vorige jaar 'tot zeer onaangename gevolgen leidt. Ik kan mij h.v. 'denken, dat in de maand December van- het .vorige jaar een zekere Mijnheer X. geen inkwartiering had, inu kan diezelfde 'Mijnheer door toevallige omstan digheden 'misschien een of twee officieren in kwartier hebben, die eene zeer eigenaardige wijziging iin de be- woningverhoudingen van zijn 'huis 'teweegbrengen, waar door men genoodzaakt is 'meer licht te verbranden. Di-c heeren 'gaan roet licht naar bed, er moet licht in den gang branden enz. en alle dergelijke factoren zijn van meer invloed op het gasverbruik. En nu is mij nergens uit gebleken speciaal 'niet uit de toelichting1 weike dooit U is gegeven, :dat 'in dergelijke gevallen Burgemee-ster en; W-etliouders met de 'gewijzigde 'omstandigheden zal wor den rekening gehouden. Wanneer dat het geval is, ga, ik im-et de voorgestelde verordening geheel accjpord. En misschien Zou ik 'in het uiterstei geval met deze prijsver- hoogingen 'kunnen medegaan, wanneer die verhooging niet wordt toegepast op bedrijfsgas en op de tweede plaals -exprissis verbis ook 'de clausule wordt gemaakt, dal de gascommissie maandelijks aan den- "Raad zal over leggen een finantieel verslag waaruit bij raming voor zoo ver het noodzakelijk was het resultaat dezer verhöogin- gen aan den Raad 'wordt medegedeeld, ein ten slotte, dat die verordening 'zoodra 'mogelijk zal worden ingetrok ken wat betreft de 'fiscale verhooging van den gasprijs, wanneer het .blijkt, 'dat 'het 'tekort over 1917 zal zijn: gedekt. De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Indien ik mij niet vergis, dan ineen ik,, dat U gezegd heeft, dat de verbruikers van muntgas niet aan banden zijn gelegd. De .Voorzitter: .Niet laan handen gijn gelegd wil zeggen wanneer zij over eene, maand niet meer gebruiken dan; over dezelfde maand in het vorige jaar, anders >vo-rdl de prijs .ook -voor hen verdubbeld. Als ik het zoo /njet, gezegd heb, heb ik mij in dat opzicht niet juist uitgedrukt of wel heb ik mij vergist. i De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Het is .moei lijk de cijfers, die de heer Verheijen gegeven heeft, op •t .oogenblik na te gaan, maar ik geloof, dat het bijna on-- 7 VERGADERING VAN 29 DECEMBER 1916. Herziening van de verordening bëtreffende de bezuiniging van het gasverbruik. mogelijk is,, dat bij eene bezuiniging! van 20%, zoo-als de heer Verhéijen zégt, ƒ:18000.'wordt gewonnen. De heer Verheijen: Ja, dat is zoo. De heef Braat: De heer. Verheijen heeft zijne bereke ning gebaseerd op eeri prijs va;n 'tien cent per M3 zoci- ais deze op 't oogenblik wordt voorgesteld. Nu heb ik Mijnheer de Voorzitter, nog een staatje, dat ik indérljijdi van den directeur der gasfabriek heb gekregen era daarna is vermeld, dat, wannéér de prijzen voor alle sooritenj gas met 2 cent worden verhoogd, dan het tekort van! ƒ20.000.zal zijn gédekt. Daar is. evenwel geen kwestie van winst. Hoe de heer Verheijen nu aan dies winst komt, is mij een beetje' onduidelijk.' De heer Verheijen: De steenkolen kunnen nog dhur- der worden ook! De lieer De Brüyri: Mijnheer de Voorzitter! Na fle cijfers te hebben gehoord, welke de lieer Verheijen pnsj hééftvoorgelegd, ik vertrouw, dat deze juist zijn vind ik, dat wij1 te vér gaan, vvanneer wij deze verhoo-gin- gën zouden doorvoeren. Daim verlaten wij ook het stand punt, dat door den Voorzitter is ingenomen en door den heer Verheijen nogmaals vastgelegd en waarmede- ik het volkomen ééns ben, dat hét tekort niét gehaald moet worden weer maar in eens uit den zak der consumenten. En dat zullen wij dan toch zekér g'aain doen./ Laat oins daarom dén prijs wat minder zetten en ook eene ver mindering geven voor hel bedrijfsgas waarvoor de prijs ook wordt voorgesteld op 8 cent. De Voorzittel'Dat is de prijs, die ƒ1 et gas aan de ge meente kost. Daarom is' dé prijs voor Jjet bedrijfsgas op 8 cent gebracht. De'heer De Bruyn: Ik vind er wel wat voor te zeggen,, dat de.prijs yan 10 cen;t, welke te betalen is voo-r eeln verbruik tot 70%', iets lager wordtg esteld. De 'heer Verhéijëit: IZou hét niet het besté zijn Mijn heer de' Voorzitter dit aan te ho-ud'en, jk geloof, dat en weer verkeerde dingen uit zul'lén voortvloeien en' dat vin'd ik gevaarlijk; De' VoorzitterAls U toelichting geeft op' Uw voor stel tot aanhouding, dan vind ik (dat goed. De heeren, die voorstellen doen, geven hun-ne toelichting. Wanneer er dus contra-voorstellen worden! gedaan, dan moeten ook die voorstellen toegelicht worden; De heer Van Gastel: Ik kan niet vertrouwen op die cijfers, ik zou meer vertrouwen op de cijfers gegeven door dengene', die daar a'ltijd mede te maken heeft. De' he'e'r Verhei jen'Ik hoor stemmen' uit de vergade ring opgaan, waaruit blijkt, dat aan de door mij gegeven cijfers, wordt getwijfeld.Nu is het (heel eenvoudig Ri'e even1 te oontrcleefién1. Walmeer U even de vergadering wilt schorsen, Mijnheer (de Voorzitter, kunnen wij die cijfers even voorleggen' aan1 den comptabelen' ambtenaar der gasfabriek, welke hier niet ver vandaan: is'. Dfli»| kunnen, vVij ©ogenblikkelijk dié controle hebben; De' Voorzitter: Wanneer de vergadering met Uw ge voelen instemt, heb ik er geen bezwaar .tegen de vergader ring een oogenblik, maar liefst niet langer dan pëni kwartiertje, te schorsen'. Runnen de leden zich daarmede vereenïgen? Dan schors ik op verzoek gedurende jeemf kwartier de openbare vergadering. Na heropening der vergadering zegt De'VoorzitterIk begin wederom met hét aan' de ordè stellen van punt 4 onzer agenda. Vinden de leden goed, dat hetgeen omtrent dit punt straks is gezegd, niet wordt genotuleerd? De heer Verheijen: Ik zou hetgeen ik in eerste in stantie heb gezégd gaarne in dei notulen opgenomen zien. De Voorzitter: Verlangt omtrent de verordening in haar geheel een der leden nog het woord? Niemand:? Dan ga ik over tot artikelsgewijze behandeling. De heer Verheijen: Is het Dagelijksch Bestuur hel eens met hetgeen ik omtrent de inkwartiering heb ge sproken? 1 De Voorzitter: Hel Dagelijksch Bestuur moet onllief- fing kunnen verleenen. Wanneer dergelijke zaken hu 11 billijk voorkomen, dan zal het Dagelijksch Bestuur daar mede rekening houden. Gaarne zullen wij hij de desbe treffende besprekingen in onze vergaderingen rekening houden met de mededeelingen, welke ons door dei leden van den Raad zullen worden gegeven. De heer E. van Wely: Dan, kan men wel met alles aankomen. Iemand die een zieke heeft h.v. enz. Naar aanleiding van artikel 1, eerste alinea zegt De heer De (Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Na de besprekingen, welke wij zoo juist hebben gehouden, ge loof ik nog te kunnen voorstellen om den voorgesLef/lo prijs yan 10 cents iets te verlagen. Ik vind dat wij anders het principe loslaten, dat het tekort niet verhaald moei worden op de consumenten, doch door eene tijdelijke geld- leening moet worden gedekt. Wanneer wij deze prijzen vaststellen betalen de gasconsumeraten het tekort en .niet de gelieele gemeenschap. De Voorzitter: Wènscht U daar een bepaald voorstel van te dóen? De heer De Bruyn: Ik zou daarvoor willen bepalen 9 cent.' De Voorzitter: Kan een der leden dit voorstel onder steunen? Hét voorstel wordt, ondersteund door de heeren Voeten en Schul en kan derhalve een pun't van bespreking! uitmaken. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Het zal juist gaan als de vorige keer! Wanneer deze alinea gewijzigd wordt, moeten noodwendig ook alle andere van dit arti kel gewijzigd worden. Als daar maar op gerekend is! Het gaat niet aan alleen den prijs van hef lichtgas te verminderen. Door U is gezegd, den prijs van hel gas over den muntmeter volgens verordening een cent duur der moet zijn dan het lichtgas. Men moet er dus wel om dénken wanneer het eene veranderd wordt ook in het andere nood\Veridig eene wijziging moet gebracht worden.' De heer De Bruyn: Dan komt de prijs van muntgims natuurlijk óp 10 cent. De Voorzitter: Ik zal het voorstel o-m den prijs o-p 10 cents te bepalen, als zijnde van de verste sLrekki.ngi in omvraag brengen. Dit voorstel wordt aangenomen mét 9 tegen 6 stemmen. Vóór stemmen de heeren: K. van Wely, A. E. Vos, Baclcx, Braat, G. Konings, Jac. Vos,- Van Gastel, Jour geneelen en P. Konings. Tegen stemmen de heeren: 'Schul, Voeten, E. van Wely, De Bruyn, Verheijen én de Voorzitter.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 87