18 VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. drag van f 3000.niet was opgevallen. Daareven .dacht ik er niet aan, maar dat hebben wij door laten gaan piet het iidée, dat het de duurtetoeslag was. De Voorzitter: De Secretaris heeft mij verzekerd, dat hij aan den ambtenaar die de Commissie bijgestaan heeft, gevraagd heeft of hij de Commissie werkelijk heeft in gelicht. Deze heeft toen geantwoord van wel. De heer Heerma van Voss: De Commissie heeft er to taal niets van geweten. De heer Van Gastel: Er zijn nog meer abuizen ge maakt, waarvan de Commissie niets wist. Hoofdstuk X, art. 1. Rapport van de Commissie: Wanneer met toepassing van de bepaliingeln van het provinciaal blad van Noordbrabant no. 57 van 1911 zon der bezwaar voor de financiën der gemeente eene subsidie van de provincie kon worden bekomen voor de aanstel ling van een tweeden gemeente-veearts, stelt de Com missie voor hiertoe over te gaan. 'Zij noodigt Burgemeester en Wethouders uit hiertoe bij Gedeputeerde Staten de noodige stappen te willen doen. Antwoord van Burgemeester en Wethouders: Indien de Raad de aanstelling van een tweeden ge meente-veearts verlangt zullen door ons de noodige stap pen worden gedaan. Wij meenen er reeds hier op te moe ten wijzen, dat door die aanstelling de aan den tegen- woordigen veearts-keurmeester toegekende bezoldiging niet mag worden verminderd. De Voorzitter: De Gemeenteraad zal dus hebben uil te maken, of de aanstelling van een tweeden gemeenfcei- veearts gewenscht is. De heer E. van \VeIy: Mijnheer de Voorzitter! Ik ge voel er wel iets voor,- dat !de inwoners meerdere vrije keuzje hebben en zij niet verplicht zijn hij eanzelfdejn: persoon te komen. De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter! U be grijpt, dat ik met denlandbouwtoestand 'niet voldoende op de hoogte ben en zeker niet met betrekking tot dem veestapel, fwanneer ik het zoo noemen mag. Het verwondert mij kolosaal, dat hier een voorstel ter tafel komt, .om in onze gemeente een tweeden veearte aan te stellen; ik kan de 'noodzakelijkheid daarvan ;npg niet inzien. Wanneer men mij daarvan kan overtuigen en men mij kan bewijzen, dat daar reden voor bestaat, dan wil ;ik mij graag met dat voorstel vereenigen, maar jk, kan op dit oogenblik de noodzakelijkheid daarvan niet inzien, omdat ik nog nooit gehoord heb, dat het yooir den gemeente-veearts zoo kolosaal druk is, dat er hog een tweede veearts moet zijn. Misschien kan een der leden daar 'nadere inlichtin gen over verstrekken, in welk geval 'ik mij daar gaarnfc1 bij neerleg. De heer E. van Wely: Hij heeft de keuring bij de slachters toch ook niet waar. De heer A. F. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Deze zaak heeft in de Commissie een punt van overweging uit gemaakt, om reden, dat er veel 'klachten zijn, dat jde menschen niet direct geholpen worden, wanneer nood- slachtingen plaats hebben. Het doel is om eene vrije keuze van keurmeester te hebben bij noodslachtingen, en wanneer wij bij de aan stelling van een tweeden veearts eene subsidie van de provincie kunnen krijgen, was dat voor de gemeente geen bezwaar. De Voorzitter: Ik geloof niet,- dat de provincie subsidie zal verleenen, zonder dat de gemeente tractement geeft. Wanneer het gerapporteerde alleen ten doel heeft vrije keuze bij noodslachtingen te verkrijgen, dan kan de Raad bij de eerste wijziging der politieverordening een tweeden veearts-keurmeester daartoe de bevoegdheid verleenen. De lieer A. F. Vos: Dat is alleen de, bedoeling; de vee houders moeten vrije keuze hebben en direct geholpen kunnen worden. De heer G .KoningsDan is ook niet absoluut nood zakelijk een tweeden veearts aan te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten te: gele- genertijd de politieverordening op dit punt aan te vullen. Hoofdstuk X, art. 9. Rapport van de Commissie: De Commissie stelt voor de uilgetrokken subsidie vooi» de „Nieuwe Roosend aalsche Harddraverij- en Renver- eeniging" van de begrooting af te voeren en bij een even tueel verzoek van die vereeniging nader te overwegen of tot toekenning eener subsidie voldoende termen,bestaan.. Hoofdstuk XIV, artt. 7 t/m 11. Rapport van de Commissie: De meerderheid der Commissie is er voor om aan den steeds toenemen den stroom van aanvragen om subsidie paal en perk te stellen en de onder deze posten uitge trokken subsidiën te "schrappen. De minderheid kan zich, met het 'oog op het betrek kelijk klein bedrag, dat voor de uitkeering van deze sub sidiën noodig is, hiermede niet vereenigen. Antwoord van Burgemeester en Wethouders: In verband met het bij d;eze 'artikelen gerapporteerde meenen wij de beslissing omtrent het al of niet toekennen: der subsidiën aan den Raad te moeten overlaten. De AToorzitter: Ik zal beginnen met de subsidie, >velke is gevraagd door de vereeniging „Het Wit-Gele Kruis." De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter! Ik wenschte wel even te w-eten hoe groot -h,et bedrag dei- subsidie is, hetwelk door die vereeniging 'is, aangevraagd. De Voorzitter: Dat staat in het adres. Dat is een echte St. Nicolaas surprise geweest, gedagteekend 5 December. Het bedrag is f 700. De heer Van Gastel: Mijnheer de Voorzitter! Ik geloof wel,- dat die 'zaak wat grootscheeps opgezet wordt. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Ik geloof, wel, dat die instelling gesteund mag worden. Als lid yani de Gezondheidscommissie is het mij bekeind, dat herhaal delijk pogingen in het werk zijd gesteld pm zaken die inJ verband staan met het Wi'LGele Kruis jn Roosendaal anl omgeving ingang te 'doen vinden. Die zaken zijn steeds afgestuit op bezwaren van finantieelen aard en ook dat voldoende krachten ontbraken. Zoo is het mij bekend;: dat men een enquête wilde instellen naar den. toestand onder de zuigelingen waarvoor herhaaldelijk -eene oproe ping was gedaan aan de voornaamste dames .van Roo- sendaal,; doch dat er 'slechts enkelen voor tei vinden waren. Er moest eene enquête ingesteld worden naar den toestand onder de zuigelingen. Het is bekend, dat in Noordi-Brabant het sterftecijfer van de zuigelingen ihet grootste is, In Tilburg is eene dergelijke .enquête ingesteld. 19 VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. ïn deze streek meende men dat ook ,te doen, maar dat was niet doenlijk bij gekrek aan belangstelling. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! In mijne functie van lid van het Burgerlijk Armbestuur is mij her haalde malen gebleken, dat de noodzakelijkheid bestond,, om personen, die ïn de huishouding niet konden wondein gemist, toch ter verpleging in het gasthuis op te nomen,; niettegenstaande de ziektetoestand van j^ie'n aard was,- dat zonder opname ïn 'het gasthuis genezing mogelijk was, maar dat verpleging ten huize van .den patiënt ab soluut onmogelijk moest worden geacht. Het directe ge volg daarvan was, dat in negentig van ,de honderd geval len -niet alleen voor rekening der gemeente de patiënt in: het gasthuis werd verpleegd; maar ook onmiddellijk steun in de huishouding moest worden gegeven, omdat de per soon,- welke de huishouding in orde moest houden, toe zicht moest uitoefenen op de kinderen, aan de huishou ding was onttrokken en door andere krachten moest worden vervangen. En nu is juist het doel van het Wi't- Gele Kruis om de verpleging van niet ernstige zieken,- waarvan de opname in een ziekenhuis niet direct nood zakelijk is, in eigen gezin mogelijk te maken. Daardoor wordt bereikt, dat dergelijke patiënten voior het huisge zin gespaard blijven en dus ook een gedeelte der kosten; welke anders voor rekening van liet Armbestuur ko men dooi* het Wit-Gele Kruis worden overgenomen. Dal dit wel eens noodzakelijk is daaromtrent kan Ik U zeggen, dat de tuberculose ïn Roosendaal zeer veel voorkomt; die ervaring heb ik herhaalde malen opgedaan. En nu is het zeker, wanneer eeine tuberculoselijdster in het 'huisgezin verpleegd wordt, e;n .de toestahd zoodanig wordt gemaakt, dat zij voldoende licht en lucht krijgt,- dat zij de regelmatige controle over harei huis houding kan blijven behouden. Wanneer zij in een zie kenhuis moet worden opgenomen, moet er to'ezicht pp de huishouding worden gesteld e;n zijn de kosten dan natuurlijk veel hooger. Daarom geloof ik, Mijnheer dei Voorztïter, dat .wij eene verstandige economische -daad zouden doen wanneer wij het .Wit-Gelei Kruis zouden steu nen en een bestaan van die vereeniging in Roosendaal mogelijk maken. Ik heb een weinig meer ondervinding op dat gebied,, omdat lijk gepoogd heb in Roosendaal op Je richten ©ene afdeeling van het Groene Kruis, dat hetzelfde doel be oogd als het Wit-Gele Kruis maar zich op een algemeen standpunt stelt. Hoewel het Wit-Gele Kruis zich stelt op confessioneel standpunt is daarvan natuurlijk niet het gevolg, dat andersdenkende patiënten niet door die .ver eeniging zouden worden geholpen, terwijl van den an deren kant men niet bevreesd behoeft te wezen, dat pro- solistenmakerij het doel kan zij'n. .De zaak is, dat in het katholieke Roosendaal katholieke hulp -te verkiezen is bo ven de hulp, waarvan men .niet weet waarvan zij1 komty Daar juist dit gedeelte, het verplegen in de; huishouding,,; tot de taak der armenverzorging behoort, mogen wjj wel hopen, dat de Raad 'zich .uitspreke, dat het Burgerlijk Armbestuur zich in verbinding -stelt met het Wit-Gela Kruis. Het is mij bekend; dat voor verpleging liet lid maatschap der Vereeniging vereischt 'wordt, en daar zou ik, wanneer wij subsidieere'n, ;eene verandering in .willen brengen en wel in dier voege,- dat b.v, wordt bepaald; ■dat armlastige patiënten in 'Roosendaal ook door de ver eeniging zullen worden gesteund 'eln verpleegd, niette genstaande zij het lidmaatschap 'niet kunnen hebban^ omdat voor dergelijke menschen het betalen van het lidmaatschap der vereeniging te zwaar wordt. Wanneer wij' uitgaan van een bepaald bedrag uit te betalen door het Armbestuur voor het 'lidmaatschap van het jW-it- Gele Kruis, dan kunnen op die manier ook die patiënten! worden geholpen. De heer Heerma van 'V-oss: Mij'nheer de Voorzitter Ik erken gaarne bet nut der vereleniging; welke de aanvrage om subsidie doet, even 'gaarne als ik het nut erken van alle vereenigingen, welke bier 'op de subsidielijst -staan; Hoe nuttig die vereenigingen 'echter zijn,; zooals ik in de Commissie ook al beweerd heb, wij moeten zoo zachtjes aan zien te 'verkrijgen, dat de stroom van sub sidieaanvragen vermindert. Wij weten zelf nog niet hoe wij de begrooting sluitend moeten maken. De Voorzitter: Wij zijn er! De heer Heerma van 'Voss: Goddank, ik feliciteer U Ieder jaar wordt de stroom van subsidieaanvragen grooter. Was het, dat deze vereeniging "ik erken, dat zij zeer nuttig; en noodzakelijk is er -niet Domen konj dan was het nog iets anders. Maar zij is nauwelijks op gericht -of zij vraagt alvast maar om subsidie. Dat ijs het gemakkelijkst van al! Laat zij' eerst trachten zichzelve te bedruipen en laat 'zij dan als laatste redmiddel oni subsidie vragen. Ik heb ook in de Commissie beweerd, dat ïn de eerste plaats die vereeniging zich 'moest welnden tot het Bur gerlijk Armbestuur en trachten daarmede >efe'ne overeen komst aan te gaan, 'maa-r Iaat ons toch niet beginnen met al die subsidies te 'geven. Ik heb zelfs beweerd, 'wanneer al di'e subsidies door gaan het miji zeer aangenaam zal zij'n, ,ik hoop dan hef volgende jaar,- ook met ©enige aanvragen te kunnen .ko men. De heer Braat: Mijnheer 'de Voorzitter! Ik kan vol komen medegaan met liet gesprokene door de. heeren Vos en Verheijen om het Wit-Gele; Kruis te steunen,, en wel tot het volle bedrag, wat gevraagd wordt. De heer Heerma van Voss heeft gezegd, laat ze -eerst .eens beginnen, maar dat is juist de kwestie; Mijnheer dei Voorzitter. Zij kun nen niet beginnen als 'zij niet wieten, dat zij f 700.; subsidie krijgen. Daar gaat 'het juist om. Als die subsidie niet gegeven wordt,- kan zij 'niet opgericht worden. D|e burgerij lieeft zich wel flink gehouden eln een heel bedrag bijgedragen, maar niet voldoende 'om die zaak te kutin'en oprichten. En dan. Mijnheer de Voorzitter, hlet is dunkt mij wel de meest nuttige sociale inrichting welke men zich kan voorstellen. Daarom 'ben ik er sterk voor dei gevraagde subsidie geheel toe 1'e wijzen. Eu wat nu betreft het laatst gesprokene -door dar* beer Verheijen ovier heit lidmaatschap, daaromtrent zul len wij wel geen van allen goed ingelicht zijln: en zal ihet waarschijnlijk wel niet in 'de bedoeling van het Bestuur liggen om Idaarop in te gaan. Om -daar nu de subsidie- tïan afhankelijk te stellen, 'vind .ik wel wat bezwaarlijk.' Ik zou liever willen voorstellen dit punt uit te steller:. Wanneer de subsidie 'niet wordt vertelend anl het zou dan moeten blijken, dat 'de 'veriee|ni|gi'n,g -nilet kon -opgericht worden,- zou dat te betreuren zijn. - De heer G. Konings: Mij dunkt, Mijnheer da Voor-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 80