14 VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. lende de samenstelling, de titulatuur en de bezoldiging van het personeel der gemeente-politie. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roo sendaal en Nispen in zijne openbare vergadering van den 21sten December 1916. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN* Hoofdstuk IV, afd. I, art. 4. Rapport van de Commissie Het heeft de aandacht der Commissie getrokken, dat bij de toelichting tot de begrooting gelden zijn uitgetrok ken voor telefoon, verlichting en verwarming, enz. voor den politiepost op de Veemarkt, terwijl voor zoover dp Commissie bekend is, deze post den laa'tsten tijd nooit bij de politie in gebruik is. Toch komt het de Comfmissi'ei voor; dat het politiepersoneel thans wel zoo talrijk is, dat, met eenig overleg, wel eiene regeling ware te treffen,, tengevolge waarvan deze politiepost, zij het dan ook slechts gedurende een gedeelte van den dag, zou kun nen worden bezet. Antwoord van Burgemeester en Wethouders: Aan het verzoek der Commissie met betrekking tot het bezetten van den politiepost aan dei Kade za.1 worden voldaan. Hoofdstuk V. Rapport van de Commissie: Waar de meerderheid der Commissie zich nagenoeg tegen alle subsidiën heeft verklaard kan zij, hoezeer ook sympatiseerende met het doel, hetwelk door de Vereenï- ging wordt beoogd, geene termen vinden tot het verleenen van eene subsidie aan de vereeniging „Het Wit-Gele Kruis." De minderheid oordeelt het gevraagde bedrag te hoog en zou zich met eene subsidie van ƒ200.a ƒ300.,—- kunnen vereenigen. Antwoord van Burgemeester en Wethouders: Ingevolge het hier gerapporteerde, waaruit blijkt, dat omtrent het toekennen van eene subsidie aan het Wit- Gele Kruis, geene eenstemmigheid in de Commissie heerschte, meenen wij de beslissing daaromtrent aan den Raad te moeten overlaten. De Voorzitter: Ik geloof, dat er nog nader omtrent de subsidies moet gesproken worden. Daarom zou ,ik dezen post gelijktijdig met de andere subsidiepos ten wil len behandelen. Kunnen de leden dat goedvinden? De heer E. van Wely: Kan er aan het .„Wit Gele Kruis" geene subsidie verleend worden? Mij dunkt, dat dit zoo'n nuttige inrichting i's, vooral voor de burgerij.. De Voorzitter: Laat ons alle subsidies jn eens be handelen. Hoofdstuk VI. Rapport der Commissie Bij de memorie van antwoord op de raporten ^ler af- Ideelingen tot onderhoek der gemeente-begrooting 19i6 werd op de vraag of een voorstel tot instelling ,eener com missie van bijstand voor openbare werken kon worden, tegemoet gezien, geantwoord, dat, met het oog op dei eerst onlangs tot stand gekomen nieuwe organisatie van) het dienstvak; Burgemeester en Wethouders meenden, die nieuwe organisatie eerst te moeten laten doorwerken,- alvorens het al of niet wenschelijke van de; instelling! der gevraagde commissie in overweging; te nemen. De Commissie is van oordeel, dat het dienstvak van openbare werken, niettegenstaande op den ijver der be trokken ambtenaren niets valt aan te merken, nog niet geeft, wat daarvan redelijkerwijze kan worden verlangd. Zij blijft de instelling eener Commissie;, diei Burgemeester en Wethouders van dit omvangrijk dienstvak gedeeltelijk kan ontlasten, dringend noodzakeijk achten. Antwoord van Burgemeester en Wethouders Het doet ons genoegen uit het gerapporteerde te le zen, dat de Commissie over de ambtenaren in dezen tak van dienst hare tevredenheid kan betuigen en dat ovre den ijver dier ambtenaren niets valt aan te merken. Ook wij zijn over de werkwijze dier ambtenaren tevreden, vandaar ook ons voorstel tot verhooging hunner jaar wedden. Maar ook juist alleen naar aanleiding daarvan achten wij het doen van e,en voorstel tot instelling van eene Commissie van openbare werken voor alsnog niet noodig. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Daar straks heeft U gezegd, dat het U bevreemdde, dat de Commissie, niettegenstaande zij verklaart over den ijver der betrokken ambtenaren niets dan lof oveir te hebben,i die commissie toch voorstelt eenei commissie van bijstand voor openbare werken inte stellen. Dat U zulks bevreemdt Mijnheer de Voorzitter ,'t is toch 'iets heel gewoons :en ik zal U dat heel gauw met een klein voorbeeld kunnefm uitleggen. Wanneer U drie dienstboden heeft en "U stuurt er een naar 'huis, dan houdt U er twee over, U kunt over die twee 'uitstekend tevreden zijn en .toch kan! geheel Uw huishouding 'ondersteboven gaan, eenvoudig omdat U te 'weinig dienstpersoneel heeft. In den dienst 'van openbare werken heeft mein nu sinds verleden jaar met 'twee ambtenaren moeten werken, waar zij vroeger met drie waren. Dat is tenminste de reden* waarom alles niet 'gaat, zooa-ls het gaan moet. Ik ben tegen afschafing van 'den post van directeur geweest en al doen 'de ambtenaren nog zoo goed hun beistwij; kunnen goed zien, 'dat er 'in het gebeela bedrijf van open bare werken geen 'systeem zit. Dat is misschien 'moeilijk theoretisch uit te leggen; maar ieder, die het resultaat even wil pien, gjaat doodeen voudig maar eens eene wandeling maken, niet per. auto, rijtuig of fiets over alle \straten en.dan zal ieder een toch wel zeggen, dat de toestand van de stratelni en straatwegen, de markt en wat 'er: (dichtbij ligt mis schien uitgezonderd, hier treurig is te noeimen. Ik heb de bedoeling niet met heit instellen .van eene commissie van bijstand, waar ik reeds zoolang pp heb aangestuurd, uit te spreken, dat wij geen ver trouwe uj hebben in de leiding van Burgemeester en Wethouders; of dgt wij de ambtenaren niet kunnen vertrouwen, liet Üs doodeenvoudig omdat 'in alles duidelijk is te zien,: dat Burgemeester en Wethouders te veel met werk zijn pverladen om zich 'zooals het behoort te bemoeien met den tak van openbare werken. Indien men 'b.v. komt aan de Krampenloop waar een jaar of vijf geleden die boomen geplant zijn 'bij wijze van spaarpot pm de ge meente daarvan later een goede opbrengst te kunnen' geven, dan maak 'ik mij sterk, dat er na dip planting! VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. niet meer naar dip boomen gekeken is. Dat zou piel gebeuren wanneer er 'eene vaste commissie van bijstand was. Burgemeester en 'Wethouders hebben heel veel be langrijkere dingen aan 'hun hoofd, het is hun niet kwalijk te nemen, dat zij niet voor lal idie ge|wone kleine dingen! van openbare werken kunnen zorgen, waar eene commis sie van bijstand; welke anders niets te doen heeft jWel voor kan zorgen. U motet volstrekt niet zeggen, ik heb heit beschouwd als eene motie van afkeuring in de leiding .van Burgemeester en Wethouders. Ik verklaar alleen maar, dat Burgemees ter en Wethouders niet genoeg lijd hebben om aan open bare werken hunne volle aandacht te wijden, en daarom blijft onz'e Commissie bij haar besluit ,dat zij den Raad, de wenschelijkheid wil laten uitspreken tot h!et instellen eener commissie van bijstand voor openbare werken. De Voorzitter: Ik kan den heer Heerma van Voss hier alleen op antwoorden, dat ik aan het door mij daar omtrent bij den aanvang dezer vergadering gesprokene niets wensch toe te voegen. Hoofdstuk VI, art 2. Rapport van de Commissie: De Commissie meent, dat sinds e enige jaren de plaat-, sing van een urinoir nabij liet station is toegezegd. Gaarne zou worden vernomen wanneer die plaatsing kan worden tegemoet gezien. Antwoord van Rurgemeester en Wethouders: De plaatsing van een urinoir in de nabijheid van bel slation werd uitgesteld ïn verband met nog loopendei on derhandelingen omtrent de in koop aangeboden terreinen in de nabijheid van het station. Hoofdstuk VI, art. 3a. Rapport der Commissie: Was de Commissie oorspronkelijk van .meening, da,t de voergenomen afschaffing van een tweetal straters niet in het belang van het dienstvak zou zijn, na de moeide! linge toelichting door den hoofdopzichter van gemeente werken kan zij zich mei het voorstel .vereenigen. Verder wordt voorgesteld met het onderhoud der be staande trottoirs, wat is uitgesteld in afwachting van den aanleg van electrische .kabels, niet langer te wachten. Aantwoord van Burgemeester en Wethouders: Wordt het gevoelen van de Commissie omtrent bet niet langer wachten met de verbetering van de bestaainde trottoirs door den Raad gedeeld, dan zal door ons .aar toe in het volgende jaar worden overgegaan. De Voorzitter: Hieromtrent 'wenschen Burgemeester en Wethouders de beslissing van den Raad lei vernemen. De heer E. van Wely: De aanleg1 van di;e pjlectrjlschei kabels zal nog wel lang op zich laten wachten. Da,t kan) vermoedelijk pas over een paar jaar geschieden. De Voorzitter: De Commissie stelt alleen voor piet dé dagelijksche herstellingen der trottoirs niet langer te wachten. Deze post betreft geene nieuwe werken; Rij dient alleen voor het gewone onderhoud 'der trottoirs^ Burgemeester en Wethouders zien er. geen bezwaar Rij en wanneer de Raad zulks wenscht zal *er nipt langer, mede worden gewacht. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens beslo ten met het onderhoud van de bestaande trottoirs ;niet langer te wachten. Hoofdstuk VIj art. 3b. Rapport der Commissie: De Commissie kan zich, gezien de tegenwoordige bui tengewone tijdsomstandigheden, vereenigan met de voor gestelde verhooging van de loonen der werklieden (doch meent,- dat voor dat hoogere loon ook slechts degelijke werklieden moeten worden aangenomen. De aanleg van een met koolasch verhard voetpad i,n den Ouden Aardweg wordt, voor zoover deze bebouwd Is, aan Burgemeester en Wethouders in overweging ge geven. Antwoord van Burgemeester en Wethouders: Wordt tot verhooging van de loonen der werklieden besloten, dan zullen als regel geen werklieden worden aangesteld boven den leeftijd van veertig jaren. Voor het geval de Raad ingevolge het verder gerap porteerde tot den aanleg' van een met koolasch verha,rd voetpad in den Ouden Aardweg: aan de zijdei deir hulzen mocht besluiten, wijzen wij er op, dat bet voetpad iaan de andere zijde zal dienen te vervallen. De lieer Van Gastel: Mijnheer de Voorzitter! De be doeling is alleen maar een goed voetpad te hebben voor d.ie menschen. Wanneer er nu aan dein rechterkant een goed voetpad ligt, dan kan dat toch' blijven liggen. De Voorzitter: Zoo hebben Burgemeester en Wethou ders het niet opgevat, wel dat men wenschtie het voetpad te verleggen langs de zijde der huizien. De lieer Van Gastel: Het ;is alleen maar voor da menschen, die aan dien weg wonen- De Voorzitter: Wij zijn van meening geweest, dat het bestaande voetpad moest verlegd worden naa;r den kant der huizen. Dat is toch de bedoeling? De heer Van Gastel: Dat zou ik niet do'en; dat in pn- noociig werk. Het verliayd voetpad ligt aan den rech terkant. De heer A. F. Vos: Daar ligt ter geen, dat ïs piet de werkverschaffing verdwenen. De Voorzitter: De menschen, die daar wonen, zullen van het voetpad aan den rechterkant van den weg toch wei meer gebruik maken, denk ik, dan dei een of and'ere wandelaar. Daarom hebben wij gezegd, dat, wanneer jer een nieuw voetpad aan den anderen kant ,va:n den weg wordt gelegd; het bestaande voetpad dient te vervallen.. Moeten wij daar nog een uur lang pver praten? D!a,t is toch hetzelfde. De lieer Van Gastel: Dat i's bij mij niet hetzelfde;. Dat andere heeft er misschien driehonderd jaar gelegen. Dat verzakt aanhoudend. De Voorzitter: De heer Van Gastei stelt voor het be staande voetpad te verhoogen. Dan zuilen dei daar wo nende menschen er niet zooveel plezier van hebben als de wandelaars. De heer A. F. Vos: Aan den kant der huizen i's Vetel beter, Mijnheer de Voorzitter; daar is het veel hooge;r| dan aan den anderen kant. De heer Van Gastel: Het andere 'höeft pir driehonderd! jaar gezeten. De Voorzitter: De Commissie heeft voorgesteld een voetpad te verkrijgen in den Ouden Aardweg; yoor. zoo ver deze bebouwd is. Burgemeester en Wethouders stel len nu voor dat voetpad aan te brengen lahgs de huizenrij.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 78