VERGADERING VAN ai DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. adjunct-inspecteur, eene verhooging van ƒ300.op dein post der politie komt te drukken. Ik verzoek derhalve aan den Raad machtiging,' om, hetzij een schrijver, hetzij een adjunct-inspecteur te kun nen aanstellen. De heer Heerma van Voss: Vroeger is er een schrij ver geweest, is die er nu niet meer. De Voorzitter: Er is nu een agent van politie, wglke dienst doet als schrijver, maar die laat ik het dan) ooük niet meer doen. Ik zou U derhalve willen voorstellen den Burgemeester machtiging te geven, om, wanneer hij zulks noodig oor deelt, een adjunct-inspecteur aan te stellen. Ik ,zou er voor zijn geen schrijver aan te stellen. Dat scheelt slechts ƒ300.—. Verder stel ik voor de overige voorstellen, welke ge daan zijn goed te keuren,; n.1. de agenten die jaarwedden; toe te kennen, die zijn voorgesteld, eveneens die voor denj inspecteur en adjunct-inspecteur, en voor allen den dienst tijd elders doorgebracht mede te doen tellen. Tenslotte stel ik U voor die veranderingen aan te bren gen, die noodig zijn om de verordening te doen overeen stemmen met de besluiten, die U zijn voorgesteld en door de Commissie zijn overgenomen. De heer Heerma van Voss: Alleen voor zoover de Com missie dat nader heeft goedgekeurd. U heeft toch een nader voorstel gedaan? De Voorzitter: Dat ï's ingetrokken. Er is anders geen ander voorstel gedaan, dat niet op de begrooting voor komt dan een schrijver aan te stellen en de jaarwedde, van den 'inspecteur te brengen van 1100.op 1200.— en van iden adjunct-inspecteur van 850.op 950. terwijl Burgemeester en Wethouders alleien hun voor stel, om den diensttijd elders doorgebracht te doen mede- tëlleij, handhaven. Verlangt een der leden omtrent de gewijzigde veror dening,. waarvan hel concept voor U ter visie heeft gele gen, het woord?Dan stel ik voor deze opnieuw ouder dagteekening van lieden vast te stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt den Burgemeester machtiging gegeven in plaats van een schrijver teen ad junct-inspecteur van politie aan te stellen en wordt de verordening; regelende de samenstelling1, de titulatuur, de bezoldiging en den voorloopigen pensioensgrondslag van het personeel der gemeentet-politie, zooals zij hier onder is afgedrukt, opnieuw onder dagteekening1 van 21 December 1916 vastgesteld. De RAAD der gemeente Roosendaal en Nispeu; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; Gelet op artikel 136 der gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, regelende de samenstelling, de ti tulatuur, de bezoldiging en den voorloopi gen pensioensgrondslag van het personeel der gemeente-politie Artikel 1. Het personeel der gemeente-poliitie bestaat uit: A. Ambtenaren een Inspecteur,- een adjunct-inspecteur,; een schrijver, B. Beambten: hoofdagenten,; agenten der eerste klasse, agenten der tweede klasse,; Artikel 2. De jaarwedde van de in artikel 1 dezer verordening genoemde ambtenaren en beambten bedraagt: voor den inspecteur 1200 gulden,; voor den adjunct-inspecteur 950 gulden; voor den schrijver 650 gulden,. voor een hoofdagent 754 gulden,- voor een agent der le klasse 702 gulden, voor een agent der 2e klasse 650 gulden, De ambtenaren van politie ontvangen wegens diensttijd zes gelijke tweejaarlijksche verhoogingen op hunne jaar wedde tot een maximum bedrag van drie honderd gulden. De beambten van politie ontvangen wegeins diensttijd zes gelijke tweejaarlijksche verhoogingen op hunne jaar wedde tot een maximum bedrag van een honderd zes en vijftig gulden. Als 'diensttijd komt in aanmerking de tijd, voor en' na de invoering dezer verordening in dienst dezer ge meente, benevens de tijd in dienst van andere gemeenten doorgebracht als ambtenaar of beambte van gemeente politie. De verhoogingen wegens diensttijd gaan in telkens met den eersten dag der maand, waarin voor de ambtena ren en beambten van politie eein tweejarig tijdvak na hunne indiensttreding zal verstrijken. Aan de betrekking van inspecteur van politie is onder de verplichting tot 'bewoning der hem daartoe aangewe zen ambtswoning bovendien verbonden het genot van vrije woning en tevens van vrij water, vrij vuur en vrij licht dier woning, dit laatste 'ter vergoeding voor het, schoonhouden en de zor'g voor 'de verlichting en ver warming van het politiebureau, onder die woning ge^ legen. i Elk ambtenaar of beambte van politie, aan wien dooi den Burgemeester eene woning, waaraan 'eene politiepost met arrestantenlokalen is verbonden, als ambtswoning wordt aangewezen, geniet bovendien vrij water, vrij vuur en vrij licht dier woning, zulks ter vergoeding voor .Helt schoonhouden en de zorg voor de verlichting en ver warming van den aan zijne woning verbonden politie post met arrestantenlokalen. Voor eiken ambtenaar en beambte 'van polijtiei, ,aan wien door den Burgemeester van wege dei gemeente eene ambtswoning ter bewoning wordt verstrekt, 'zal het bei- drag zijner aanvangsjaarwedde vanaf de ingebruikneming der woning worden verminderd met een honderd ein der tig gulden. Artikel 3. De jaarwedde, in het vorig artikel dezer verordening vastgesteld, wordt voor elk ambtenaar of beambte van politie verhoogd: a. bij het bezit van het politie-diploma met vijf git twintig gulden. 13 VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916. Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917. b. bij het bezit van het politie-diploma met aanteeke- ning met vijftig gulden. De verhoogingen der jaarwedden voor heit behalen van een diploma, in dit artikel genoemd, gaan in met |den eersten dag der maand, waarin een diploma is behaald^ Artikel 4. De verhoogingen wegens dienstjaren, bij artikel 2 dezer verordening omschreven, worden afhankelijk gesteld van betoonden dienstijver, volbrachte plicht en stiptei be trouwbaarheid, geheel ter beoordeeling van den Bur gemeester. Artikel 5. De ambtenaren en beambten van politie,- in dit artikel genoemd, genieten vrije bewapening', vrije uniformklee- 'ding en vriji schoeisel. In plaats van vrije uniformkleeding en vrij schoeisel wordt hun hiervoor eene vergoeding uitgekeerd, bedra gende per jaar: a. voor 'den inspecteur honderd vijf en twintig gulden,, b. voor den adjunct-inspecteur honderd gulden, e. voor eiken hoofdagent vijf en tachtig gulden, d. voor elk der overige 'agenten van politici vijf en. zeventig gulden. e. voor elk ambtenaar en 'beambte van politie, in dit artikel genoemd; bij aanstelling de vergoeding: voori uniformkleeding en schoeisel, in dit artikel voor zijn rang bepaald. Beurtelings om de drie jaren zal uit den begrootings- post voor kleeding en wapening van wege de gemeente aan elk ambtenaar of beambte van politie, in dit artikel ge noemd; bovendien een overjas en regenjas worden ver strekt, welke kleedingstukken elk dier 'ambtenaren of be ambten van politie eveneens bij zijne indiensttreding zal verkrijgen. Deze kleedingstukken blijven eigendom der gemeente,- met dien verstande, dat bij het verlaten van den dienlsil,, de laatst verstrekte moeten worden 'ingeleverd en ter beschikking van den Burgemeester geisteld. Artikel '6. Boven en behalve de jaarweidden, kleedinggelden en verdere toelagen,; in 'de vorige 'artikelen dezer verordening bepaald; genieten de. ambtenaren en 'beambten van politie zoo voor zich als voor de leden van hun gezin vrije geuees- en heelkundige hulp, zoomede vrije medicamenten, doch' uitsluitend op voorschrift der gemeente-geneesheeren. Artikel 7. De jaarwedden, waarop de ambtenaren 'en beambten krachtens deze verordening aanspraak hebben, 'daaron der begrepen de eventueel aan 'hunne betrekking ver bonden vaste inkomsten; bedoeld in artikel 2, sub H, der Pensioenwet voor de gemeenteambtenaren 1913,; gel den als de bedragen, waarop hunne pensioensgrondsla gen voorloopig zijn geregeld. Artikel 8. De Burgemeester bezit dei bevoegdheid ook buiten va cature een agent van politie ider tweede klasse tot agent! van politie eerste klasse te bevorderen, mits deze in zijne laatste betrekking minstens vijf jaar werkzaam is en zijn gedrag, geschiktheid en bekwaamheid hem daartoe aan leiding geven. Artikel 9. Het maximum aantal van de 'in artikel 1 dezer ver ordening genoemde ambtenaren en beambten van politie wordt afhankelijk gesteld van de jaarlijks daarvoor bij de begrooting beschikbaar gestelde gelden. Artikel 10. De Burgemeester regelt bij afzonderlijke verordening de voorwaarden van aanstelling der 'ambtenaren en be ambten van politie en stelt 'hunne instructiën vast. Artikel 11. De jaarwedden,- vergoedingen en Verhoogingen, in deze verordening aan het politie-personeel toegekend, worden uitbetaald op mandaten,; af te geven door Burgemeester en Wethouders, zoo, dat de 'uitbetalingen door den ge meente-ontvanger op zijne kantooruren kunnen geschie den als volgt: a. voor de ambtenaren van politie den eersten kan toor-dag van elke maand, telkens voor een twaalfde; b. voor de beambten van politie, 'dien eersten kantoor dag van elke week, telkens voor een twee en- vijftigste e. de vergoeding voor kleeding en schoeisel in twee gelijke termijnen; te weten op den eersten "kantoor- dag der maanden Juli en 'Januari; b. de verhoogingen voor diploma's op den eersten kan toordag der maand Januari van elk jaar. Artikel 12. Wanneer ter uitvoering van door den Burgemeester ge geven opdrachten, ambtenaren of beambten van politie, in deze verordening genoemd, zich buiten de gemeente moeten begeven, worden de; door hen te maken, reis- en verblijfkosten door de gemeente vergoed. De daarvoor in te dienen 'declaratien behoeven echter vooraf de goed keuring van den Burgemeester. Artikel 13. Bij vertrek, ontslag, schorsing: of overlijden van een ambtenaar of beambte van politie regelt dei Burgemeester, de wijze van afrekening, echter mot dien verstande, dat op mandaten, af te geven door1 Burgemeester en Wethou ders,; alle betalingen kunnen geschieden binnen veertien dagen, nadat de betrekking is opengevallen, de schor sing heeft opgehouden of het overlijden heeft plaats gehad. Bij vertrek of ontslag worden de jaarwedden uitbetaald tot den dag, waarop het vertrek of ontslag ingaatj Bij schorsing kan voor den duur daarvan gedeelteijkei inhouding van jaarwedde geschieden tot ten hoogste vijftig procent; bij iedere schorsing door den Burgemeester te bepalen. Bij' overlijden worden de jaarwedden met toelagen aan de naar het oordeel van den Burgemeester daarvoor het meest in aanmerking komende bloed- of aanverwanten1 van den overleden ambtenaar of beambte, uitgekeerd tot en met de zesde weeL, volgende op 'die, waarin het overlijden heeft plaats gehad. Artikel 14. Deze verordening kan worden aangehaald onder den titel van -„Jaarwedderegeling Politiepersoneel." Artikel 15. Deze verordening treedt 'in werking pp den eersten, Januari negentien honderd en zeventien. Zij1 kan te allen; tijde door den Gemeenteraad worden aangevuld en ge wijzigd. Met ingang van dien datum vervalt en wordt buiten werking gesteld de bestaande verordening, rege-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 77