10
VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916.
Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917.
Tegen stemmen de heeren: Verheijen, Voeten, E. van
Wely en Schul.
De Voorzitter: Thans 'is aan de orde de gewijzigde
salarisregeling voor den concierge-bode, waarvan het
concept voor U 'heeft ter visie gelegen.
Kunnen de leden zich met die verordening vereenigen?
Zijl is geheel in overeenstemming met de in deze ver
gadering voorgestelde en genomen besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de verordening, re
gelende de bezoldiging en den voorloopigen pensioens
grondslag van den concierge-bode van het gemeentehuis,^
zooals zij hieronder 'is afgedrukt, ongewijzigd vastge
steld en goedgekeurd.
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Gelet op artikel 7 der jaarwedderegeling van de amb
tenaren ter secretarie, d.d. 30 Juni; 1916;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING, regelende de bezoldiging en den
voorloopigen pensioensgrondslag van den
concierge-bode van het gemeentehuis.
Artikel 1.
De jaarwedde van den concierge-bode bedraagt zes
honderd vier en twintig gulden.
Artikel 2.
Bij gebleken geschiktheid,- plichtsbetrachting: en goed
gedrag kan de jaarwedde van den concierge-bode door
Burgemeester en Wethouders worden verhoogd met zes
jaarlijksche verhoogingen elk van .zes en twintig gulden.
Deze verhoogingen gaan in op .den eersten dag dar
maand,- waarin de aanspraak daarop is verkregen.
Indien wegens onvoldoende geschiktheid, plichtsbe
trachting en minder goed levensgedrag aenei verhooging
door Burgemeester en Wethouders wordt verminderd, uiL-
gesteld of onthouden, geschiedt dit bij ,eein met redenen
omkleed besluit, waarvan mededeeling aan den concierge-
bode plaats vindt.
Artikel 3.
Boven en behalve de jaarweddei, in de vorige artikelen
dezer verordening bepaald, is aan de betrekking van
concierge-bode verbonden
1°. het genot van vrije woning en tevens van vrij water,
vrij! vuur en vrij licht dier woning;
2°. voor hem en voor de leden van zijn gezin vrije
genees- en heelkundige hulp en vrije medicamen
ten, deze laatste uitsluitend op voorschrift van
een der gemeente-geneesheeren;
3°. vrije uniformkleeding en schoeisel of eens ver
goeding daarvoor; ten bedrage van vijf en 'tachtig
gulden per jaar en daarenboven om de drie jaar
een vrijen uniform over jas en een vrijen uniform-
regenjas; en
4°. het vrije genot van een dienstrijwiel.
Artikel 4.
De jaarwedde, waarop de concierge-bode, krachtens deze
verordening aanspraak heeft, daaronder begrepen de even
tueel aan zijne betrekking verbonden vaste inkomsten,!
bedoeld in artikel 2 ,sub H, der Pensioenwet voor de
gemeente-ambtenaren 1913, geldt als het bedrag, waarop
zijn pensioensgrondslag voorloopig is geregeld.
Artikel 5.
Wanneer ter uitvoering van door Burgemeester en Wet
houders of den Burgemeester gegeven opdrachten, de
concierge-bode zich buiten de gemeente moet begeven,-
worden de door hem te maken reis- en verblijfkost,ejn
door de gemeente vergoed.
Artikel 6.
De jaarwedde benevens dei vergoeding voor uniform
kleeding en schoeisel in deze verordening aan den con-
cierge-bode toegekend,- worden uitbetaald op mandaten
af te geven door Burgemeester en Wethouders, zóó, dat
de uitbetalingen door den gemeente-ontvanger tijdens zijne
kantooruren kunnen geschieden als volgt:
a. de jaarwedde op den eersten kantoordag van ellce
week telkens voor een twee en vijftigste;
b. de vergoeding voor uniformkleeding; en schoeisel
op den eersten kantoordag der maand Juli van,
elk jaar.
Artikel 7.
Biji schorsing, vertrek, ontslag of overlijden van den
concierge-bode regelen Burgemeester en Wethouders de
wijze van afrekening, echter met dien verstande, dat alle
betalingen kunnen geschieden binnen veertien dageii;
nadat de betrekking is opengevallen of da schorsing heeft
opgehouden.
Bij vertrek of ontslag wordt de jaarwedde uitbetaald
tot den dag,- waarop het vertrek of het ontslag .ingaat.
Bij schorsing kan voor den duur daarvan gedeeltelijke
inhouding van jaarwedde geschieden tot ten hoogste vijf
tig procent door Burgemeester en Wethouders te bepalen.
Bij overlijden wordt de jaarwedde aan de naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders daarvoor het
meest in aanmerking komende bloed- of aanverwanten'
van den overleden concierge-bode uitgekeerd tot en met de
zesde week; volgende op die, waarin het overlijden heeft
plaats gehad.
IJ>verga^g-§bepaIIngeii.
Artikel 8.
Voor de toepassing dezer verordening wordt dei jaar
wedde voor den 'thans in dienst zijnden concierge-bode
C. Hack, met ingang van 1 Januari 1917 bepaald p«p
zeshonderd vier en twintig gulden, terwijl hem door Bur
gemeester en Wethouders met ingang van 1 Januari 1918
eene periodieke verhooging van zes en twintig gulden
kan worden toegekend en vervolgens gelijke verhooging
om het jaar tot door hem het maximum-bedrag zijner
jaarwedde, bij deze verordening bepaald, is bereikt.
Bovendien zal hem. naar het bepaalde bij artikel 3
dezer verordening, in de magijd Januari 1917 een vrijen
uniformoverias en een vrijen uniformregenjas worden
verstrekt, en zal dit om de drie jaar worden herhaald.1
Artikel 9.
Deze verordening treedt in werking op den eersten Ja-
VERGADERING VAN 21 DECEMBER 1916.
Vaststelling van de gemeente-begrooting 1917.
nuari 1917,zij kan te allen tijde door den Gemeenteraad',
worden aangevuld en gewijzigd.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roo
sendaal en Nispen in zijne openbare vergadering van
den 21 December 1916.
De Secretaris, De Burgemeester,,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.,
Hoofdstuk II,, afd. I, art. 18.
De Voorzitter: Mijneheeren, thans een nieuw voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
Wij hebben n.1. gemeend eene overeenkomst te moeten
aangaan met den uilgever v|an „De Grondwet" alhier, ter
verkrijging van een vaste plaats in zijn blad voor alle
publicaties, die de Raad, Burgemeester en Wethouders
en de Burgemeester daarin wenschen te doen opnemen.,
Waar het groote nut van eene geregelde publicatie ons,
herhaaldelijk is gebleken, vertrouwen wij, dat de Raad
zich daarmede zal kunnen vereenig'ein en stellen wij voor
het op nevensvermelden post voorkomeinde bedrag daar
toe met ƒ100.te verboogen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot verhooging van boven
vermelden post met 100.^ aangenomen.
Hoofdstuk IV.
Rapport van cle Commissie:
De Commissie uit hare ontevredenheid over da wijze,,
waarop de gemeente-politie tegenwoordig 'hare taak ver
vult. Zij' ,is van oordeel, dat de politie bij 'de uitoefening,
harer functiën te laks optreedt, blijkende o.a. uit heit
onder hoofdstuk IV, afd. II, art. 2 ;der ontvangsten ge
rapporteerde,- de toeneming van straatschenderij en het
feit, dat auto's en motorrijwielen herhaaldelijk met zeer
groote snelheid steeds ongestraft door de straten rennen.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders:
Van het onder dit hoofdstuk gerapporteerde zal door
den Voorzitter van onS College aan den Inspecteur vam
politie mede ter mededeeling aan de hem ondergeschiktei
beambten worden kennisgegeven. Met het daarop van
den Inspecteur ingekomen antwoord zal de Raad wor
den in kennisgesteid.
De Voorzitter: Wegens ziekte van den Inspecteur van
politie heb ik geen gelegenheid gehad het gerapporteerde
aan hem over te brengen en Is het antwoord daarop niet
kunnen Inkomen.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Nu in de
Commissie stemmen zijn opgegaan over het beleid der
politie en die stemmen niet zeer aangenaam: klinken, wil
ik mij niet mengen in dat koor. Voor zoover ik de politie)
heb kunnen gadeslaan,- in de uitoefening harer taak, kan
ik niet anders zeggen; dan in de gevallen, waarin ik de
politie in functie heb gezien, zij zeer correct de orde heeft
gehandhaafd en zeer correct is opgetreden. Dat wenschte
ik te zeggen naar aanleiding van den op mij' zeer onaan
genaam aandoenden indruk van het „gerapporteerde.
De heer, E. van WelyMijnheer de Voorzitter! Onge
veer een halfjaar geleden heeft de Inspecteur van,„politie
iemand zes en dertig uren in voorarrest gehouden. Ik
zou gaarne vernemen, of de officier van justitie dat ge
weten heeft.
De Voorzitter: Wanneer iemand in voorarrest gehou
den wordt, blijkt dat uit het verbaal.
De heer E. van ,Wely: Er is geen verbaal van gemaakt.-
Die man werd verzocht bij hem te komen en hij heeft
hem toen zes en dertig uren gehouden. Hij zou het mij;
niet geflikt hebben!
De Voorzitter: Ik ken het geval niet en kan er d,usi
niet over oordeelen; ik zal er evenwel nader naar in-
formeeren.
Hoofdstuk IV, afd. I, art. lb.
Rapport van de Commissi:e
De Commissie kan zich vereenigen met de voorgestelde
verhoogingen van de jaarwedden van het politiepersoneel;
zooals deze bij de memorie van toelichting tot dei be
groeting zijn gedaan. Dit is niet het .geval met de nad-elr,
bij schrijven d.d. 9 December 1916 door Burgemeester en
Wethouders aan Uwe vergadering gedane voorstellen, aan
gezien de jaarwedden door het eerst gedane voorstel
hoog genoeg zullen worden en het politiehpersoneel boven
dien ook duurtetoeslag, geniet.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders:
De wijzigingen, die bij ons schrijiven van 9 December j.1.
omtrent de jaarwedden van het personeel der: gemeente
politie werden voorgesteld, bestonden uitsluitend in het
toekennen van de ancienniteitsverhoogingen in korter ter
mijn en het in zijn geheel doen medetellen, van den
diensttijd elders doorgebracht.
Deze laatste bepaling zagen wij gaarne behouden, ons
voorstel met betrekking tot het toekennen van de ancien
niteitsverhoogingen op korter termijn trekken wij hier
bij in.
De verdere wijzigingen der verordening werden voor
gesteld om deze in overeenstemming lei brengen met de
voorstellen door ons bij de begrooting gedaan, terwijl
het bepaalde bij artikel 6 zoodanig uitgebreid werd voor
gesteld; dat dit ook van toepassing zou zijn voor de
leden van hun gezin, en artikel 15 in hvereensteimmiing
werd gebracht met de bepalingen reiedsl voor ambtenaren
ter slecretarie vastgesteld.
Bij de vaststelling der begrooting gal de verordening
door den Voorzitter aan de orde worden gesteld en in
middels voor de leden worden ter visiei gelegd. Voorzoover
noodig worde er hierbij op gewezen, dat dei jaarwedden
voor, den inspecteur en adjunct-inspecteur gewijzigd wor
den voorgesteld, zonder dat dit op de bezoldiging van,
den in functie zijnden inspecteur van invloed is. Onze
Voorzitter behoudt zich voor de aanstelling van een
adjunct-inspecteur in plaats van een schrijver voor te
stellen.
De Voorzitter: Mijneheeren! 'Aangezien de Commissie
het voorstel heeft overgenomen, heb ik hieraan niets toe
te voegen. Alleen blijf ik in overweging houden of het
niet wenschelijker zal zijn in het belang va!n dein politie
dienst een adjunct-inspecteur in plaats van eiein schrijver
aan te stellen.
Wanneer er een adjunct-,inspecteur wordt aangesteld;
wordt hij ook beiast met de taak van schrijver, d-W-a-,
dat hij' ook dat werk zal hebben te verrichten.
Waar de dienst zooveel drukte aan dei politie veroor
zaakt, vind ik het beter een adjunct-inspecteiur aan te
stellen. Het is natuurlijk, dat, bij aanstelling van een: