VERGADERING VAN 5 DECEMBER 1916. Voorstel met betrekking tot bezuiniging van het gasverbruik. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter In het algemeen ben ik, zooals U weet, tegen verhopging van den gasprijs. In dit bijzonder geval ga ik echter geheel met het voorstel der Gascommissie medei. Ik vind! het niet prettig 'mijn stem te geven aan eanei verhooging van den gasprijs, doe liet geheel tegen mijn zin ^n hoop, dat die verhooging zoo kort mogelijk van kracht zal zijlij [Wanneer Wij' de 'begrooting van de gasfabriek krijgen; dunkt mij, dat het geheel in den geest van den heer Ver- 'heijen noodig, is, gegevens te krijgen om te zien of vleirt- hooiging van den gasprijs werkelijk absoluut noodig is en of het doel niet beter bereikt wordt djqor. meerdere pro ductie van de gasfabriek. Wanneer dat zou blijken, neem ik onmiddellijk mijne stem 'terug ,en wil zelfs ieder voor stel steunen om het gas op den ouden prijis te h'ojpdefci. De heer Verheijen: Ik geloof, Mijnheer de Voorzitter, dat de heer Ileerma Van Voss mijn voorstel verkeerd! begrijpt. De heer Heerma van Voss meent, dat ik degen verhooging van den gasprijs ben. Ik bes alleen tegen verhooging van den standaardprijs op dit oogenblik en wil mijne vrijheid reserveeren, desnoods mijne stem aan eene verhooging te geven wanneer bet blijkt, dat dit nood zakelijk is. De heer Heerma van Voss draait het om. De Minister eischt alleen 'verhooging van den gasprijs boven een vastgesteld minimum. Van eenei algemeenetver hooging van den gasprijs verwacht hij zelf niet veel heil, Hiji laat toe, dat 'wij den gasprijs verhoogen boven 'eeni bepaalde grens. Dat wil ik vandaag doen, ik wil mede werken om het gasdebiet te beperken, maar waaraan jk op 't oogenblik mijne stem niet kan geven, dat is daaraan, en mijl is niet aangetoond, dat dit noodzakelijk is om de begrooting sluitend te toaken, dat wij 'den prijs op 10 cent stellen. De heer P. Konings: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben het volkomen met den 'heer Heerma van Voss eens. Wij: hebben het noodige er aan gedaan. Dat er ,een fcekoirfc zal komen is gebleken het vorige jaar en dat is voor ons de reden geweest 'den 'prijs van 7 op 10 cent te brengeni De heer Verheijen: Dat heeft er niets mede te: maken. Het eenige bezwaar voor mij' is, dat ik mij bojt mes ;niet op de keel laat zetten om ©en besluit te nemen. De Voorzitter: Ik geloof echter dat wanneer gemeend werd dat uw voorstel aangenomen, zou worden, dei Com missie het minimum verbruik van 70% lager zou gesteld hebben. De heer Verheijen: Daar heb ik geen enkel bezwaar tegen. De heer Braat: Daar heb ik wel bezwaar tegen. l. De heer De Bruyn: In Breda is gisteren 50o/0 aange nomen. De Voorzitter: De heer Verheijen heeft voorgesteld den thans geldenden 'prijs 'niet te verhoogen, maar daarin wijziging te brengen bij de aanstaande begroeting, dus met 1 Januari. Dan beschikken Wij! over de noodigie.' gegevens om te 'kunnen beoordeelen of dia prijsverhoo- ging al dan niet noodzakelijk is. De heer G. 'Konings: Wanneer het voorstel van den heer Verheijen eventueel 'wordt 'aangenomen Mijnheer de Voorzitter,- dan is toch de verhooging niet uitgesloten- va'n dat gedeelte wat boven 70«/o verbruikt wordt? De Voorzitter: Neen, de 'bedoeling van den heer Ver heijen is ook om voor dat gedeelte een hoqgjeren prijs tel bepalen. De heer Heerma van Voss: Stel Mijnheer, de Voorzit ter, dat het voorstel va'n den hepr Verheijen wordt aanr genomen en de 'Gascommissie dan, komt met een voorstel tengevolge waarvan het minimum verlaagd moet woftlen van het verbruik 'waarvoor 'het dubbele betaald moet worden, dan heeft dat toch 'invloed op de steimxn'ifnig duhkt mij1. Ik zou graag willen weten wanneer, het voorstel aangenomen wordt, of 'de Commissie het noodig vindt om die 70% te behouden of dat zijl het noodig vindt om dat percentage te Verlagen. De Voorzitter: Voor de maand December moet bet verlaagd worden, dat ligt voor de hand. Ik zal thans het voorstel van den heer Verheijen <in omvraag brengen. Het voorstel van 'den heer Verheijen wordt daarna in stemming gebracht; de stemmen staken. De Voorzitter: Aangezien 'over het voorstel aan de orde de stemmen 'hebben gestaakt, dient dit punt tot eeine nadere vergadering te "worden aangehouden. De prijs blijft derhalve op 7 cents bepaald. Ik stel derhalve .voor in artikel 1 te bepalen, dat de prijs voor het gewone» lichtgas i7 cents 'bedraagt. De iheer Braat: Is dat nu wel in orde in dit geval Mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter: Bij 'staking van stemmen wordt in eene volgende vergadering beslist. De theer Van Gastel: De Minister wil toch, dat ze |Lni werking zal treden. De Voorzitter: Ik weet er geen anderen uitweg pp. De helft van de vergadering heeft gezegd: wiji blijven, voor ide maand December den prijs van 7 cent behouden; en ide andere helft daarentegen: wijl zijn voor verhooging., I)e istemmen 'hebben gestaakt; daaruit volgt, dat de prijs van (7 Cent moet blijven. Daar kan ik niets aan veran-< deren en behoeven 'daar Verder niet oveir terpraten. Geen der beide voorstellen ïs aangenomen. Wat volgt daar uit? Dat hetgeen bestaat'blijft gelden, totdat er een© ander© beslissing voor in de plaats is getreden. Daaruit volgt verder^ dat de prijs van 7 cent voor de maand December blijft gelden. Uitdrukkelijk as door 'den heer Verheijen bij zijn voor stel ,te kennen gegeven, dat wanneer dei Blaad bijl de' begrooting over de 'noodige gegevens zal beschikken, hiji vóór 1 Januari a.s. over de verhooging' van den prijs eene beslissing wil zien nemen. De beer Braat: Als ik mijl niet vergis: Mijnheer de Voorzitter, dan was het een voorstel van Burgclmeesijer, en Wethouders en van de Commissie? De Voorzitter: Het Voorstel van Burgemeester en Wet houders is,- om 'den prijs op tien cent te be/palen. Wan neer Burgemeester en 'Wethouders; ©chter ,een voorstel doen, kunt U zich dan niet voorstellen, dat de leden van dat College niet altijd homogeen zijn? Dan1 is het juist een groote kunst en voor den1 Voorzitter zoo moeilijk, dat niet in de vergadering te laten doorschemeren. En nu imeen ik niet precies te hebben laten merken, wat in deze imijn idéé was. VERGADERING VAN 5 DECEMBER 1916. Voorstel met betrekking tot bezuiniging van het gasverbruik. Wanneer dus de bedoeling 'Uwer yraag was, waarom ik heb (voorgestemd, dan 'heeft U hierbij1 lret antwoord. De beer Van Wely 'heeft daar straks gesproken van een lager cijfer; wenscht hij daar nog verder op in le gaan? De (heer E. Van Wely: Ik zou willen voorstellen het percentage op 60% te brengen. De Voorzitter: Kan een der leden het voorstel van den heer E. van Wely ondersteunen? Niemand? dan kan het geen punt van verdere behandeling uitmaken. Bijl ,art. I laatste lid. i De beer Verheijen: Mijnheer 'dei Voorzitter! Is dat geen afwijking van 'het voorstel van de directie der gas fabriek? De Voorzitter: Het voorstel, 'dat hier gedaan wordt, Is eene afwijking 'van 'bet voorstel van de directie dei- gasfabriek; doch komt overeen met het maximum verbruik voor nieuwe aansluitingen. Nu meen ik ook, dat een yeiv bruilc van 25 'M3 vrij mag gegeven worden. De heer Verheijen: Ik meen bij! mijne algemeen© be schouwingen aangevoerd te hebben, wat ik bij bet voor stel omtrent die maximum-verbrmkcijfers meer ge- wenscht acht. Ik had 'die cijfers liever bepaald gezien als norm voor een vijlflichtsmeter. Wanneer U 'nu een vijflichtsmeter omrekent tot een .drielichtsmeter, komt U aan de 15 'M3,- het cijfer in het oorspronkelijke yoprslel der Gascommissie. Mij dunkt dus,: dat dit maximum kan behouden blijven. De Voorzitter: U wenscht dus bij! deze voor te .stellen het bedrag van 25 M3 op 15 M3 terug te brengen? De heer Verheijen: Ja, Mijnheer 'dei Voorzitter. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voor stel van den heer Verheijen aangenomen. Bij: art. 2. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Zooals daareven gezegd, zou ik die verbruikscijfers liever ba- schouwen als norm voor een vijflichtsmeter en de mini ma voor eene grootere of kleinere aansluiting evenredig verhoogen of verlagen. Nu ben ik leir niet voprom de|z© verhooging ,tot het uiterste door te voeren., De Voorzitter: Welke verandering wenscht U aange bracht te zien, wilt u daar eetje formule van maken? De heer Verheijen: Tot mijn grooten spijt heeft mij den tijd ontbroken mijn voorstel schriftelijk klaar te maken. De Voorzitter: Kunt U er zich dan mede vereenigen deze cijfers voorloopig te behouden om dan, bij de rivisie deze kwestie nader onder de oogen te ziein? De heer Verheijen: Daar heb ik geen bezwaar tegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het artikel .aan genomen. 1 De Voorzitter: Bij 'bet laatste lid van dit artikel wordt aan (Burgemeester en Wethouders ©en heelei macht ge geven. De jheer Verheijen: 'Die macht is absoluut noodzakelijk. Ik kan mij! indenken; dat ziekenhuizen of dergelijke .in richtingen waar eene "doorloope'nde verlichting noodig is, veel meer verbruiik •efedhen dan in deze minima is vastgelegd. Biji het voorgestelde 'art. 3. De heer Verheijen: Mijnheer dei Voorzitter' Op welke wijze denkt het Dagelijksch Bestuur deze bepaling uit te voeren? Ik had hierbij in overweging willen geven,1 om van verbruikers over den muntgasmeter een bepaald deposito te vorderen, dat aan het einde der maand kon gezegd worden, 'U vult Uw deposito aan qf' wij sluiten de levering af. 'Ik kan mij' indenken, dat vvij an:de|r!s! achter het net visschen. Wanneer zijl niet betalen, hebben wiji ,een schadepostje. De heer E. van Wely: Dan worden zijl afgesloten., D;e heer Verheijen: Dan hebben wij de schade te pakk'en. De Voorzitter: Zij 'hebben den verhoogden prijs be taald, dus verliezen Wij alleen dep toeslag'. Dat geeft d© gjemeente er dan 'voor e'en, maand aan tqé. De heer Verheijen: 'De verbruikers hebben alleen be taald djen gasprijs tegen acht cent, maar dien toeslag .piet. D>e heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Het bedrag van 40%, 'is dat geen abuis? Dje Voorzitter: Volgens de berekening, die wij1 gemaakt hebben was bet 37 doch wij hebben dit afgerond tot 40.o/o. De heer De 'Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik vind de verhoqging van 40o/o, 'die ide afnemers van muntgas moe ten -bijbetalen niet hoog genomen tegenover wat de ander© verbruikers moeten betalen. Voior den, tijd dat 'deze ver ordening ;zal gelden, dient dat om denzelfden maatstaf te leggen, ook verlaagd te worden. De Voorzitter: Dan zoudt U b.v. kunnen voorstellen voor 'deze maand 20%' te fdqen bijbetalen. De heer E. van Wely: ,Ik 'zou dat geheele artikel leii uitnemen. Laat die menschen wat meer gebruiken. De heer De Bruyn: Dat is siu niet geregeld. Dp heer E. van Wely: Die 'menschep nemen expres muntgas om zuinig tc zijn en rnu zouden zij nog '20°/oj moeten ibijbetalen. De heer K. van [Wely: 'Bij 'muntmeters is dat voor, 70o/o niet te regelen. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! De prijs voor, giewoon 'lichtgas is "niet verhoogd en daarom ben ik ©r, Legen deze bepaling op te nemen, want veronderstelt, dat verbruikers van 'lichtgas ,over den gewonen meter, bezuinigen tot 70% van hunne vroegere afname, betalen zijl geen, enkele verhooging; terwijl juist da minderei man 20 :tot 40% verhooging zal moeten betalen. Daar beu jk kolossaal ijegen; is me dat een 'regeling! Dje [Voorzitter: Dan moet U het voorstel doen artikel 3 te tlaten vervallen. De heer Verheijen: Mijnheer de 'Voorzitter! Mag ik misschien even den heer Braat antwoorden, dat lang; niet is vasgesteld, dat de gasprijs niet wordt verhoogd. Al- Leen bet moment Waarop de verhoioging; wordt vastge steld; dat is uitgesteld. De heer Braat schijht van ;de yjeronaersteïllng uit te 'gaan, dat de (Raad niet geneigd is om rpel eene eventueel© veirhooging toedei te gaan. ,Die veronderstelling acht ik 'niet juist. Ik 'meen uitdrukkelijk Le hebben gezegd, 'dat ik eventueel 'bereid ben met ver hooging van den gasprijs 'mede te gaan wanneer1 mij wordt aangetoond; dat verhooging 'noodzakelijk is en niij dunkt, wanneer de Gascommissie sterk stond, het baar gemak kelijk zou zijn 'dit even toet 'cijfers aan 'te toopen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 68