4
VERGADERING VAN 12 FEBRUARI 1916.
Benoeming van «en onderwijzer aan het hoofd van school E te Nispen
V. Benoeming van een onderwijzer aan het hoofd van
school E te Nispen.
Op de voordracht zijn geplaatst:
lste candidaat, J. A. Schellekens, hoofd der open
bare school te Steensel.
3de candidaat, A. J. C. Smenr, onderwijzer aan eene
openbare school te Breda.
3de candidaat, H. M. van der Hart. onderwijzer
aan eene openbare school te Moerdijk.
De Voorzitter: De voordracht tot benoeming van een
onderwijzer aan het hoofd van school E te Nispen staat
op het convocatiebiljet en is U derhalve bekend; (alleen
acht ik het gewenscht U te 1 vermelden, dat deze .{voor
dracht is opgemaakt door Burgemeester en Wethouders
met den districts-schoolpoziener, op Maandag, 7 dezer/
Verlangt een der leden alvorens tot de benoeming pver
te gaan het woord?
De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Ik betreur
het, dat op de voordracht geen enkel onderwijzer voor
komt, die in het bezit is van een iandbouwakte.
Ik vind, dat men een boeren dorp als Nispein geeliy
beteren dienst kon bewijzen dan door het vormen van
een krachtigen boerenstand en dat kan mén bereikan
wanneer aangesteld werd een onderwijzer, een degelijk
onderwijzer, die in het bezit is van eene 1 andbouwacte»
De beer Verlieijen: Mijnheer de Voorzitter! Mag ik
misschien vragen of een van de andere onderwijzers aan
de school te Nispen in het bezit is van eene landbouwacte?
De Voorzitter: Den heer Jac. Vos kan ik alleen ten
antwoord geven: ik betreur met U, dat voor hoofd der
school te Nispen niet iemand is kunnen worden opgeroe
pen, in bet bezit der landbouwacte, maar, waar zulks ini
de verordening niet is voorgeschreven, konden Burge
meester en Wethouders dit niet doen zonder daardoor1
buiten hunne bevoegdheid te gaan. Zij hebben hunne op
roeping moeten bepalen tot hetgeen hieromtrent in de
salarisregeling voorkomt, en waarbij is voorgeschreven
het verplicht bezit der acte voor de Fransche taal en,
van de acte voor vrije en orde-oefeningen der gymnastiek.
Wenscht de Raad dal voor de toekomst aan het hoofd!
der school te Nispen het bezit der acte landbouw verplich
tend wordt gesteld, dan zal mij dit zeer aangenaam zijn}
Nog aangenamer wanneer bij de eerste herziening der
verordening de heer Jac. Vos daartoe het voorstel zal
doen, maar nu waren Burgemeester en Wethouders daar
niet toe bevoegd dit bij de oproeping voor te schrijven.,
Wij mogen in eene oproeping niets anders vorderen jdapj
hetgeen de Raad zelf bij verordening heeft voorgeschreven,
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! De moger
1 ijkheid is niet uitgesloten, dat wanneer het verhandeld^
in deze vergadering ter kennis wordt gebracht van den]
eventueel nieuwbenoemde, deze zijn beste krachten nog
zal inspannen om in het bezit van die acte te geraken. Het
wil mij voorkomen, dat hel bezit daarvan altijd zeer wen-
schelijk zou zijn voor een hoofd van school te Nispen, dal
hij daarmede een onberekenbaar nut zou kunnen stichten
dit in het allerhoogste belang zou kunnen zijn van dein,
boerenstand en daardoor indirect de belangen der gemeente
zouden bevorderd worden. Ik zou dus dei hoop willen uit
spreken, dat de benoemde, wanneer hij zijne functte
zal hebben nanvaard, nog zal trachten in het bezit te ge
raken van de acte landbouw.
De Voorzitter: Voor zoover mij bekend is, heeft een
der candidaten, die op de voordracht staat, ik mag evemt-
wel nu geen namen noemen, reeds voor een groot ge
deelte de studie voor deze acte achter den rug. Mjijj is
gisteren door eein der candidatein medegedeeld, dat hïjj
reeds voor 1/3 gedeelte van fret examen gereed is, maar,
zooals ik U gezegd heb, het is geen eisch geweest., ^Wan
neer het eisch was geweest, zou, de oproeping natuurlijk,
ook zoo gesteld zijn. Burgemeester en Wethouders zijn op
de eerste plaats gehouden zich aan de verordeningen, die
de Raad heeft gemaakt te houden.
Waar de heer Jacques Vos het bezit eener landbouwacte
voor het hoofd der school te Nispen van zulk een groot
nut acht, had hij goed gedaan dit in de vergadering waarin
aan den heer Smeltzer ontslag werd verleend, ter sprake
te brengen.
Was dit toen geschied, dan ware die zaak wellicht in
die vergadering ineens uitgemaakt en had de oproeping
hiermede in overeenstemming kunnen gedaan zijn.
De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Het is nu
eigenlijk mosterd na den maaltijd, maar wanneer ik ver
moed had, dat bij de oproeping geen rekening zou wor
den gehouden met het bezit der landbouwacte, dan had ik
dit voorgesteld. Er zijn verschillende plaatsen, waar als
eisch wordt gesteld, wanneer een hoofd van jschool of
onderwijzer benoemd wordt, dat deze in het bezit moet
zijn eener landbouwacte.
Er zijn verschillende acten, Mijnheer de Voorzitter,
die hooger staan o.a. voor wiskunde, welke wordt ge
noemd de moeder der wetenschap, maar voor eene platte
landsgemeente acht ik de landbouwacte van veel meer
belang.
De Voorzitter: Ik stel thans voor tot de benoeming
over te gaan, deze te doen geschieden op de bestaande
of nader vast te stellen verordening, regelende de jaarwed
de van het onderwijzend personeel, en op de bestaande of
nader vast te stellen instructie voor dat personeel, en te
bepalen dat de benoeming zal ingaan met den eersten.
Mei 1916.
Tot stemopnemers benoem ik de heeren K. van Wely
en A. F. Vos.
Vervolgens gaat de Raad tot stemming over:
Na afloop daarvan zegt:
De Voorzitter: Het getal tegenwoordig zijnde leden be
draagt vijftien.
In de bus zijn bevonden vijftien stembriefjes.
Hiervan zijn als zijnde niet of rtieï behoorlijk ingevuld
van onwaarde geene.
Het getal geldig uitgebrachte stemmen bedraagt derhalve
vijftien.
Van dit getal hebben verkregen de heer J. A. Schelle
kens zeven stemmen, de heer H. M. van der Hart zevenl
stemmen en de heer A. J. C. Smeur eene steun
Daar niemand bij deze eerste stemming de volstrekte
meerderheid van stemmen heeft verkregen moet tot penei
tweede vrije stemming worden overgegaan.
Hierna gaat de Raad tot deze tweede vrije stemming
over.
5
VERGADERING VAN 12 FEBRUARI 1916.
Benoeming van een onderwijzer aan het hoofd van school E te Nispen - Mededeeling van ingekomen stukken.
Na afloop daarvan zegt:
De Voorzitter: Het getal tegenwoordig zijnde leden be
draagt vijftien.
In de bus zijn bevonden vijftien stembriefjes.
Hiervan zijn als zijnde niet of niet behoorlijk ingevuld
van onwaarde geeine.
Het getal geldig uitgebrachte stemmen bedraagt derhalve
vijftien.
Van dit getal hebben verkregen de heer J. A. Schelle
kens neigen stemmen en de heer H. M,'. van der 'Hart
zes stemmen, zoodat met volstrekte meerderheid van stem
men tot onderwijzer aan hel hoofd van school E te Nispen
is gekozen en mitsdien benoemd de heer Johannes Adria-
nus Schellekens, thans hoofd der openbare lagere school
te Steensel, gemeente Duizel en Steensel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna vastgesteld
het navolgende besluit:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Gezien de door Burgemeester en Wethouders en den
Districts-Schoolopziener opgemaakte voordracht ter benoe
ming van een onderwijzer aan het hoofd der openbare la
gere school E 'te Nispen, d.d. 7 Februari 1916;
Gelet op artikel 29, lste en 2de lid der wet tot regeling
van het lager onderwijs;
BESLUIT:
met ingang van 1 Miei 1916 te benoemen tot onderwijzer
met verplichte akte voor de Fransche taal en voor de vrije-
en ordeoefeningen der gymnastiek aan het hoofd va,n.
school E voor uitgebreid lager onderwijs te Nispen, |den
heer JOHANNES ADRIANUS SCHELLEKENS, geboren
den lsten Mei 1883 te Gestel 'en Blaarthem, thans hoofd
der openbare lagere school te Steensel, gemeente Duizel
en Steensel, op de bepalingen, vervat in de bestaande of
nader vast te stellen jaarwedderegeling voor het personeel,
verbonden aan de openbare scholen voor lager onderwijs
in deze gemeente en op de bestaande of nader vast te stel
len instructie voor dat personeel.
Afschrift dezer zal gezonden worden aan dein benoemde
tot akte van aanstelling en aan het College van Gedepu
teerde Staten van Noordbrabant en de betrokken school-
autoriteitein ter fine van kennisneming.
Gedaan in de openbare vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 12den Februari 1916.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN.
VI. Mededeeling van ingekomen stukken.
De Voorzitter: Ik heb de eer de vergadering mede te
deelen, dat zijn ingekomen:
1. een schrijven djd. 7 Januari 1916 van den heer F.
Grosveld, hoofdboekhouder der gemeente-gasfabriek hou
dende dankbetuiging voor het in de vergadering van 30
December 1915 genomen besluit om het maximum van
zijn salaris in plaats vau in 1917 reeds bij den] aanvang,
van dit jaar te doen ingaan.
2. het besluit 'van Gedeputeerde Staten d.d. 29 Decem
ber 1915, G, 110. 123, houdende goedkeuring van het in
de vergadering van 22 December 1915 genomen besluit tot
het aangaan eener tijdelijke geldleening groot f 30000
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld.
3. de besluiten van Gedeputeerde Staten d.d. 12 Ja
nuari 1916 G, nas. 35 en 36, houdende goedkeuring ivani
de in de vergadering van 30 December 1915 genomen be
sluiten tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening groot
f 73000. voor den aanleg van klinkerwegen en van een
tijdelijke geldleening groot 50000.— ter bestrijding van
de kosten voor de werkverschaffing.
4. het besluit van Gedeputeerde Staten ;d.d. 26 Januari
1916, G, no. 179, houdende goedkeuring van de in da ver
gadering van 22 December 1915 vastgestelde begrooting van
inkomsten dn uitgaven der gemeente voor het dienstjaar
1916 j
5. een schrijven der afdeeling Noordbrabant van den
N ederlandschen bond van Gemeente-ambtenaren, hou
dende verzoek tot eene herziening van de bezoldiging der
ambtenaren ter secratarie te willen overgaan.
6. een schrijven der Onder-afdeeling Breda van den
N ederlandschen bond van Gemeente-ambtenaren, houden
de mededeeling, dat zij hare volle instemming betuigt met
het bovenvermeld schrijven van de afdeeling Noordbra
bant en waarbij zij er op aandringt de herziening en] ver
betering van de salarissen der secretarie-ambtenaren zoo
spoedig mogelijk ter hand te willen nemen.
De oorzitter Het ligt in het voornemen nog in den
loop van dit jaar eene herziening der salaris-regeling van
het secretarie-personeel ter hand ie nemen.
Mochten Burgemeester en Wethouders voorstellen daar
toe den Raad aanbieden, dan zullen zij bij de indiening
de hieromtrent ingekomen e,n bij deze medegedeelde adres
sen nader voor U ter visie leggen. Ook zal blij die voor
stellen kunnen worden overwogen of eventueele wijzigin
gen nog met 1 Juli van dit jaar kunnen in werkinjg) i tre
den.
7. Een brief van Burgemeester en Wethouders ter aan
bieding der nieuwe ontwerp-verordeningen op de heffing
en invordering van eenen hoofdelijken omslag.
De Voorzitter: I11 onze vergadering van 22 December
j.1. deed ik U namens Burgemeester en Wethouders ]de
toezegging tot spoedige indiening van een tweede ontwerp
verordening op den Hoofdelijken Omslag, ten einde eene
keuze uit die twee ontwerpen te kunnen doen.
Namens Burgemeester en Wethouders bied ik U deze
concept-verordening aan en stel ik mij voor alle belas
ting-verordeningen, die U zijn toegezonden in onze vol
gende vergadering te doen behandelen. Tijdig hoop ik
U ook te kunnen doen toekomen ter gelijktijdige behande
ling onze wijzigingsvoorstellen op de hondenbelasting,
waartoe in diezelfde vergadering werd besloten.
Mijneheeren! Wanneer U de U heden ter hand ge
stelde verordening zult inzien, kan het heel goed mogelijk
zijn, dat U deze heffingsverordening erg uitgebreid zult
vinden, daar zij geheel weergeeft, hetgeen in de
wet op de inkomstenbelasting staat, doch in eene afdee
ling was men er voor die bepalingen er in op te nemeim
en hieraan te voldoen. Dan zal U blijken, dat er in deze:
en de eerste verordening verschil bestaat in de tabel van
heffing. Verder is het belastingjaar anders bepaald; dat
jaar begint in deze verordening met 1 Januari en eindigt