6 VERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 1916. Instelling levensmiddelenbedrijf en benoeming Commissie van bijstand. De Voorzitter: Hoe wenscht U .artikel 18 dan gewij zigd te zien De heer BraatDe Directeur zendt elk kwartaal aan, de Commissie van bijstand voor het bedrijf een verslag) betreffende den toestand van het bedrijf en jaarlijks vóór 1 April rekening en verantwoording van ontvangsten en uitgaven over het afgeloopen jaar. De Voorzitter: Op die manier krijgt U geen jaarverslag' maar een kwartaalsverslag. De heer Braat: Per kwartaal iaën verslag betreffende den toestand en een jaarverslag per 1 April. De Voorzitter: Wenscht een der leden het voorstel van den beer Braat te .ondersteunen? Niemand bet voorstel ondersteunende, kan het verder geen punt van bespreking meer uitmaken. Hierna wordt de concept-verordening in haar geheel met de wijziging door de vergadering daarin aangebracht en zooals zij hieronder is .afgedrukt zonder hoofdelijke) stemming aangenomen. De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen; BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING op het beheer van het levensmid delenbedrijf in de gemeente Roosendaal en Nispen. Artikel 1. Het levensmiddelenbedrijf verstrekt aan de inwoners der gemeente de door Burgemeester tem Wethouders te bepalen levensmiddelen,- grondstoffen van levensmiddelen, brandstoffen en huishoudelijke artikelen. Artikel 2. Het levensmiddelenbedrijf wordt beheerd door Burge meester en Wethouders, daartoe door pene Commissi'el van bijstand voor het levensmiddelenbedrijf bijgestaan. Artikel 3. De inkomsten e,n uitgaven van bet bedrijf worden afzon derlijk beheerd, afgescheiden van de overige inkomsten en uitgaven der gemeente. Artikel 4. De dagelijksche leiding van bet levensmiddelenbedrijf wordt opgedragen aan een Directeur. Artikel 5. De Directeur wordt benoemd en ontslagen door Burge meester en Wethouders. Artikel 6. De Directeur staat onder toezicht van Burgemeester ien Wethouders en de; Commissie van bijstand voor het levensmiddelenbedrijf. Artikel 7. De Directeur geniet uit de kas van het bedrijf eene jaarwedde van minstens zestienhonderd gulden en hoog stens twee duizend gulden. Het nader bepalen van bet juiste bedrag der jaarwedde wordt overgelaten aan Burgemeester en Wethouders, die daarbij den diensttijd dn de geschiktheid van den Directeur in aanmerking nemen. Artikel 8. De Directeur stelt zekerheid ten behoeve van de ge meente tot een bedrag van ten minste tien duizend gulden. Bij grootboekinschrijving wordt eein nominaal bedrag verpand, vertegenwoordigende 110o/0 van genoemd reëel bedrag, naar den laagsten koers op dan eersten beursdag der maand van zekerheidsstelling ter beurze van Am sterdam. Na daling van deri koers, die laatstelijk tot grondslag diende, met meer dan 8 p/owordt de zeker heid onverwijld in de genoemde verhouding aangevuld. Bij hypothecair verband is de overwaarde ten minste 35o/0 wordt de zekerheid onverwijld aangevuld na daling bene den 25»/o en wordt de waarde door of vanwege Burger meester en Wethouders geschat. De kosten van de door den Directeur te stellen zeker heid worden door de gemeente vergoed. Artikel 9. De Directeur is belast met de invordering van alle inkomsten van het bedrijf. Hij! doet alle betalingen voor heit bedrijf. Hij zorgt, dat die invorderingen en die betalingen be hoorlijk geschieden. Artikel 10. Indien gelden, aan het bedrijf verschuldigd,, niet voor pf op den daarvoor bepaalden dag betaald zijn, noodigt de Directeur dein nalatigen betaler onmiddellijk uit alsnog binnejn drie dagen aan zijn verplichting te voldoen" Is het verschuldigde niet binnen dien termijn betaald,, dan geeft de Directeur daarvan onverwijld kennis aan Burgemeester e;n Wethouders en de .Commissie van bij stand voor het bedrijf. Artikel 11. De Directeur doet geien betaling dan Qp door den voor zitter en een lid van de Commissie van bijstand 'voor het bedrijf voor gezien geiteakende loonstaten, betaals- rollen, nota's, facturen of andere dergelijke stukken en niet dan tegen afgifte van kwitantie;; Artikel 12. De Directeur opent op den dag der instelling voor het levensmiddelenbedrijf voor het loopende jaar en voorts op den eersten Januari voor bet dan aanvangend dienst jaar een dagboek van ontvang en een dagboek van uitgaaf, welker bladzijden zijn genummerd ein door den Burge meester zijn gewaarmerkt. Hij schrijft de ontvangsten en betalingen in deze dag boeken onder elkander zonder open vakken naar tijds orde en tot op den dag bij. Wijzigingen in de dagboeken worden door den Directeur gewaarmerkt. Artikel 13. De Directeur opent op den dag der instelling van het levensmiddelenbedrijf voor het loopende jaar en voorts op den eersten Januari voor het dan aanvangend dienst jaar een grootboek. Geen hoofd van het grootboek betreft meer dan één. soort van levensmiddelen. De Directeur werkt het grootboek ten minste eenmaal per week bij. Artikel 14. De Directeur houdt verder alle boeken bij, welke Bur gemeester en Wethouders voor het geldelijk beheer noodig achten. Burgemeester ein Wethouders geven, indien en voor zoover zij dit noodig cordeelen, voorschriften voor de VERGADERING VAN Instelling levensmiddelenbedrijf en 30 SEPTEMBER 1916. benoeming Commissie van bijstand. inrichting van dagboeken.,- grootboek >en overige administra tie van den Directeur. Artikel 15. Zoodra het kasgeld meer dan acht duizend gulden be draagt, zal de Directeur zooveel als hij binnen een tijds verloop van acht dagen niet noodig heeft voor het doenj van betalingen, doch in elk geval het bedrag, waarmede het kasgeld de gestelde zekerheid overtreft, storten in de gemeentekas. Deze storting zal geschieden bij ronde sommen van honderd gulden. Artikel 16. Aan den Directeur wordt uit de gemeentekas zoo noor dig kasgeld verstrekt. Artikel 17. De boeken en de kas van den Directeur worden ten minste eenmaal in elk kalenderkwartaal door Burge meester en Wethouders opgenomen. Burgemeester en Wethouders kunnen dit ook opdragen aan de Commissie van bijstand voor het bedrijf, aan eer» der leden van hun, College of aan, een door hen aangewezen deskundige. Artikel 18. De Directeur zendt vóór één April van ieder jaar. aan de Commissie van bijstand voor het bedrijf een ver slag betreffende den toestand van het bedrijf en een reke ning ein verantwoording van de inkomsten en uitgaven over het afgeloopen jaar. De Commissie zendt verslag, rekening en verantwoor ding,. voorzien van de door haar noodig geachte op- leinl aanmerkingen, vóór één Mei daaraanvolgende' aan Burge meester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders leggen verslag en reken ning en verantwoording over aan den Raad. De Raad stelt de rekening van het bedrijf voorloopigi vast. Bij deze voorloopige vaststelling onthouden Burge meester en Wethouders zich van medestemmen. Het voordeelig slot eener rekening wordt gestort in de gemeentekas. Het nadeelig slot eener rekening wordt uit de gej- meentekas aan het bedrijf terugbetaald. Bij het opzenden van de gemeenterekening aan Gede puteerde Staten worden de voorloopig vastgestelde, re kening en verantwoording met bijlagen daarbij gevoegd. Artikel 19. De Directeur wordt bijgestaan door ambtenaren en be ambten, wier aantal, rang en belooning door Burgemeester en Wethouders worden vastgesteld, en die door Burge meester en Wethouders worden benoemd pn ontslagen. De verdere i'nstructiën van den Directeur en de instruc- tiën van het verder personeel worden door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Bij ontstentenis, ziekte of afwezigheid wordt de Di recteur en het verder personeel „vervangen op de wijzei door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Artikel 20. De aanstelling van den Directeur en van de verdere in het bedrijf werkzame ambtenaren en beambten is van tijde,lijken aard en wel ten hoogste voor den duur van het bedrijf. Artikel 21. Deze verordening treedt in werking op 1 October 1916. Zij' zal ophouden te bestaan bij het vervallen van de Distributiewei 1916 terwijl de overgang tot den normalen toestand zoo noodig bij afzonderlijke verordening zal worden geregeld. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Roosendaal en Nispen, den 30sten Sep tember 1916. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN, De Voorzitter: Mijneheeren! Naar aanleiding der ge vallen beslissing' bieden U Burgemeester ,en Wethouders eene verordening aan, regelende de samenstelling ein den werkkring der Commissie van bijstand van Burgemeester en Wethouders in het beheer van het levensmiddele,nbe|- drijf. Deze, verordening, welke U in concept werd toe gezonden is bijna geheel gelijkluidend aan de „verordening door U vastgesteld voor de commissie van bijstand in het beheer der gemeente-gasfabriek. Wens'cht omtrent deze verordening in haar geheel een der leden het woord? Niemand het woord verzoekende, ga ik over tot artikels,- ge wijze behandeling. De artikelen 1 en 2 der concept-verordening geven geen; aanleiding tot bespreking. Naar aanleiding van arti kel 3 zegt De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! In dit artikel staat: Da op deze of op ©enige andere; wijze opengeval len plaats wordt binnen twee maanden door den Gemeente raad aangevuld. Dat vind ik nog al lang. Dei commissiel zal nog al tamelijk veel werk hebben en dan iemand twee maanderh-te moeiten missen, komt miji te lang voor. Ik zou die opengevallen plaats liever binnen veertien dagen dan twee maanden aanvullen. De Voorzitter: Dan ben ik .ook verplicht den Raad binnen veertien dagen bijeen te roepen. Wanneer een lid van den Raad zijn ontslag neemt, zijn wij slechts gehou den binnen zes maanden eene top roeping te doen en zooi beschouw ik twee maanden voor ,een lid eener commissie toch niet te lang. - De beier Braat: Twee maanden yind ik toch wel wat lang'. Wanneer men iemand twee maanden kan missen, kan men hem wel altijd missen. Het zal zwaar werkemi zijn voor de commissie en dan iemand twee maanden te moeten missen, vind ik schrikkelijk Jarig. Als U zegt,: dan moeten wij' daarvoor eene expresse raadsvergadering houden, dan zou ik daarop kunnen antwoorden, dat hejtj naar mijn idéé beter was .meer raadsvergaderingen te houden dan nu. Ik vind het nu ook wel ©en"beetje lang..' De Voorzitter: Daar heeft U gelukkig niets in te zeggein. De beer Braat: Ik zeg mijn gevoelen maar. Twee maan den vind ik een beetje lang. De Voorzifter: Doet U maar pen concreet voorstel. De heer Braat: Ik doe dan het voorstel om „twee| maanden" in „eein maancR' te .veranderen. De Voorzitter: Ondersteunt een der leden, het voorstel van den heer Braat? Het voorstel wordt door de beer en E. „van Wely icu De Bruyti ondersteund. De Voorzitter: Daar het 'voorsteil .voldoende onder steund is, zal ik het in omvraag brengen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 49