VERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 1916. Instelling levensmiddelenbedrijf en benoeming Commissie van bijstand. samenstelling dier wet gelukkig goed ingezien, want -een-ei tweejarige ondervinding, welke de Regeering heeft gehad, heeft haar doen zien, dat verschillende gemeentebesturen in zake de levensmiddelenvoorziening vrij laks zijn ge weest. En nu de duimschroeven, zijn aangezet, nu wordt soms het hardst geroepen door hen, die het langst hebben gewacht om in de regeling der levensmiddeleinvoorzieniog in te grijpen. Volgens mijne vaste overtuiging kan en mag het niet. Burgemeester en Wethouders hebben die zaak goed overwogen en kunnen niet medegaan met een voor stel,- waarbij een deel van de distributiekosten wordt ver haald ,op de consumenten. De heer Braat: Er is eene vergadering geweest )in den Bosch van de burgemeesters dezer provincie, ik weet echter niet wat daar is besproken. Er zijn ook vergaderingen geweest van burgemeesters uit andere pro vinciën in verschillende deelen van het land. Dat is een. bewijs, dat men nog niet goed weet hoe die taak moet uitgevoerd worden. Is het U ook bekend, wat in die vergadering te 's-Her- togenbosch is besproken? De Voorzitter: Het spijt mij te moeten zeggen, dat uit al hetgeen op die vergadering is verhandeld, gebleken is, dat die vergadering een groot fiasco geweest is. De bur gemeesters, die daar geweest zijn ten getale van bijna honderd zijn eigenlijk zoowat half en half weggezet. Wan neer men eene vergadering oproept en men zijne collega's daarvoor uitnoodigt, moet men zorgen beslgg-en op het ijs te komen, en men heeft daar niets gehoord, dan dat men eene commissie zou willen instellen. Het resultaat van die vergadering is geweest, dat een vijftig burge meesters voor de sluiting zijn heengegaan en da over blij vend cn hebben goedgekeurd eene commissie in het leven te roepen. Men is er even wijs vandaan gekomen als men er heenging. Dat is uit de relazen in de vakbladen duider lijk gebleken. Dat is volstrekt geene vergadering geweest waaraan wij ons kunnen spiegelen. Het gemeentebestuur heeft te mijner vervanging een hoofdambtenaar naar die vergadering gezonden en ook deze heeft gelijke indruk yan die 'vergadering gekregen als .voor geschetst, evenals de meesten welke die vergadering bijwoonden. Zal evenwel die commissie voeling krijgen met de Rei- geering, dan zal het natuurlijk op den weg van de amb tenaren belast met de uitvoering der Distributiewet lig gen 'met die commissie -in overleg te traden, dat spreekt van Izelf. De heer Braat: Uit de stukken deze zaak betref fende len die wij hier voor ons hqbben blijkt, dat de: commissie zal benoemd worden uit leden van den Raad. Er lis 'mij nu een stuk in handen gdko-men dat aan ver schillende (gemeentebesturen in het Bisdom Breda is ge richt vanwege de Hanze. De Hanze zou wenschen, dat in die commissie zouden zitting nemen leden uit den1 handeldrij'venden middenstand. Wat is Uw gevoelen daar omtrent? De Voorzitter: 'Ik kan U daarop antwoorden, dat eene aldus samengestelde 'commissie geene commissie van bij stand is, doch eene commissie van beheer. Burgemeesr ter en Wethouders hebben er de voorkeur aan gegevejn' «ene commissie van bijstand in het leven te roepen. Eene commissie van bijstand moet uit en door den Raad wor den benoemd en daarin kunnen dus alleen leden van den Raad zitting hebben. Leden uit den handeldrijVenden middenstand zijn geen verantwoordelijke personen voor de gemeente. De ver antwoordelijke- personen voor de gemeente zitten hier. Wij raadsleden, zijn voor de behartiging der gemeentebe langen verantwoordelijk. Een handelaar, die geene an dere verplichtingen 'kent dan zijne belangen te dienen, kan het 'allicht weinig schelen of het dei gemeente goed gaat. De 'heer Braat: In zoo'n .commissie moeten toch wel degelijke deskundigen, vakmannen, zitten. De Voorzitter: Ik hoop, dat in den Gemeenteraad voldoende deskundigen 'gevonden worden om in die com missie tö kunnen zitting nemen. Mij dunkt, da,t dit geen, moeilijkheid is, immers de meeste; leden van den Raad zijn of handelslui, of zijn het geweest. Zij zijn dus vak lui, alle 'takken van industrie zijn in den Raad vertei- genwoordigd; zij 'behoeven toch juist geen leden te zijlui van de middenstandsvereeniging. Ik heb U het gevoelen van Burgemeester en Wethou ders gelgeven en nu wil ik U wel zeggen, dat Burge meester en Wethouders niet zo,o ge-makkelijk met alle voorstellen zijn méde,gegaan. Heit werk, dat hier is ge daan, wil 'ik volstrekt niet voor mijne rekening nemen, dat is nu het werk van den gemeentesecretaris in overleg met een 'ambtenaar, die da geheele distributie tot hierb j£oe behandeld heeft. Wij hebben het na ampele bespref- kingen zoo aan de orde gesteld. De Secretaris heeft ,ons waaromtrent ingelicht, alle brieven zijn van hem .uit gegaan, -alleen 'hebben Burgemeester en Wethouders ie;r hunne sanctie aangegeven. De- verantwoording, die de te benoemen commissie zal dragein is even groot als die van Burgemeester en Wet houders en 'wanneer nu eene commissie wordt benoemd uit niet-leden 'van den Raad, ,is het geene commissie van bijstand, ddch gewoon -eene- commissie van beheer. Tk meen nu een en ander voldoende te hebben to-e'glej- li'cht en zal zoo vrij zijn wanneer niemand nader .het woord verlangt aan te nemen, dat dei gemeenteraad tot in stelling va|n ieielni commissie- van bijstand besluit en tot behandeling der verordening op het beheer van het le vensmiddelenbedrijf overgaan. De 'artikelen 1 tot en m-et 10 dezer co-ncept-ver-orde{- ning gevcin ge-en aanleiding tot bespreking. Aaln de orde is artikel 11 d-er concept-verordening. Naar aanleiding daarvan zegt: De heer 'Braat: Mijnheer de VoorzitterHier staat: De Dinelcteur do-et geein betaling dan op door den vo-orl- zitter va-n dei Commissie van bijstand voor bet bedrijf voor gezien geteekende loonstaten, enz. enz. Zou het niet beter zijn, Mijnheer de Voorzitter, in dien bet zooi werd gelezen: De Directeur doet ge-en be talingen dan op door den voorzitter -en een lid van de Commissie van bijstand voor gezien geteekende loonsta ten, 'enz. De Voorzitter: Wanneer U wilt toelichten waarom U aan die 'redactie de voorkeur geeft, zal ik U daarop ant woorden. Ni-et ik maar U doet hiertoe het voorstel. U moet dus aantoonen waarom die wijziging gewenscht is. De 'heer Braat: Dit is een heel verantwoordelijk ,be- VERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 1916. Instelling levensmiddelenbedrijf en benoeming Commissie van bijstand, drijf, iets geheel nieuw sn ik stel mij voor, dat er kolos sale moeilijkheden zullen voorkomen. Nu was het mis schien niet ondienstig, dat kwitanties en dergelijke gei- teiekelnd werden door den voorzitter en een lid van da commissie. De Voorzitter: 'Maakt U er een voorstel van? De heer Braat: Ja Mijnheer de Voorzitter. Het voorstel wordt ondersteund door de heeren E. van Wely en Voeten. De VoorzitterHetgeen de heer Braat voorstelt pan artikel 11 toe te voegen, .heeft alleen dit tegen, dat bet stagnatie in de werkzaamheden kan veroorzaken. Dat is het eenige bezwaar aan die wijziging verbonden. Wan neer de directeur van een rekenplichtig" bedrijf geend betalingen doet dan die welke gesahetio-neerd zijn door de,n voorzitter van de commissie .van bijstand, achten wij dit voldoende zekerheid, dat de zaken regeilm!ati|g, hun verloop hebben. Wanlneer nu nog een tweede lid moet meeteekenen 'is dit nog ,een grootere zekerheid. Ik geef toe 'hoe meer zekerheid ,hoe beter doch als alle vijf leden-verplicht zijn te teekenen dan geeft bet nog meerdere) zekerheid. All-een vrees ik, dat daardoor stagnatie,- zal veroorzaakt worden. De h-eier Braat: Wij' kunnen ons de zaak nog zofcï moeilijk voorstellen. Wanneer het iets was, dat wij reeds kenden, dan zou ik zeggen het is niet noodig. W,at stagnatie in de werkzaamheden .aangaat, daar is m. i. geen gevaar voor. ,U begrijpt toch wel, dat de voor zitter e|n dat lid der commissie niet elk oogenblik moetenj worden geroepen om te teekenen. Dat zou op bepaalde tijden moeiten gaan niet waar. De Voorzitter: De betalingen, die worden gedaan ge- s'chiedein uitsluitend voor levensmiddelen, welke vooraf met voorkennis van de Commissie zijn aangekocht. Nu is het naar mijne meening beter één persoon te belasten, dan twee personen om die be-talingsstukke-n te; teeken-eln. De heer Braat: Teekenen alleen .is niet voldoende. Wan neer -men die stukken teekent, moet men ze nageizite'n.- hebbein. Dat vindt ik met twee wel zoo- secuur als alleen. De Voorzitter: Ik heb mijn .gevoelen daaromtrent ge zegd en zal thans het genoegzaam ondersteunde; amen dement van den heer Braat in stemming .brengen. In stemming gebracht wordt het .amendement op ar tikel 11 door den heer Braat voorgesteld aangenomen met negen -tegen vijf stemmen. Vóór het voorstel hebben gestemd de heeren: Jongenee len, Heierma van Voss, Voeten, Van Gastel^ Van Dorst,- Backx, Braat, 'E. v. Wely en De Bruyn. Tegen het voorstel hebben gestemd de heeren: G. Ko>- nings, S'chul, P. Konings, K. yan Wely en de Voorzitter.1 Aan de orde is artikel 12. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Nu ik ge hoord heb, dat de gemeente als inkoopster zal optre-delnj nu dunkt mij, dat er to'ch i,n de- verordening ook sprake zou moeten zijn van een inkoo-pboek. Er staat hier ,ean dagboek van ontvang en -een dagboek van uitgaaf, maar er is geen sprake van een inkoopboek. De Voorzitter: U moet mij niet kwalijk nemen, maar dat alles 'kan niet in eene verordening worden opgeno men of 'voorzien. Ik ben geen koopman, de eene zou dit boek wenschen een ander dat. Wanneer de Commissie meent, dat er bij dit artikel niet voldoende boeken voor gesteld zijn, dan kan zij later twee of drie boeken meer doen aanleggen, maar dat allemaal in eene concept-ver ordening opgeven, 'gaat hiel. Zet wat mij betreft: pn verder alle: hoeken, die de Commissie zal aanwijzein.i De heer Braat: Omdat de hoeken met name- genoemd worden, meende ik, dat het misschien niet ondienstig was het inkoopboek er bij te plaatsen. De Voorzitter: In de- verordening pp het gasbedrijf staat eveneens alleen een dagboek van ontvang en een dagboek van uitgaaf voorgeschreven. Mij: is het totaal onverschillig hoeveel boeken er moeten gehouden worden. Mijnbeeren! De Secretaris maakt er mij opmerkzaam op, dat de redactie van dit artikel aldus dient gewijzigd te worden: De. Directeur opent op den dag der instelling voor het levensmiddelenbedrijf voor het loope-nde jaar en voorts op dein eersten Januari, enz. Zonder hoofdelijke stemming wordt het artikel aldus gewijzigd. De artikelen 13 tot en met 16 der concept-verordening gevein geien aanleiding tot bespreking. Naar aanleiding van artikel 17 zegt: De beer Braat: Mijnheer de Voorzitter! De aanhef van dit .artikel luidt: D-e boeken en de kas van den Div- relcteur worden tenminste eenmaal in elk kalenderkwar taal door Burgemeester en Wethouders opgenomen. Drie maanden is dat niet wat lang Mijnheer de Voor zitter? Het zal een kolossale handel worden, en over kolossale sommen loopen. Zo-u h-e-t misschien niet beter zijn dit per maand te doen in plaats van elk ka-lendler- kwairtaal De Voorzitter: Daar kan ik .alleen dit op antwoorden, dat zulks geheel van d-e- .inzichten der Commissie af hangt; er staat immers bij, ,dat Burgemeester en Wet houders de; kasopname kunn-ein opdragen .aan da Com missie of aan een der leden van hun College en ook deze kunnen het zoo dikwijls do-en als zij verkiezen. Aan de orde is artikel 18. Do beer Braat: Mij'nh-e-er de .Voorzitter! Zo-u het niet beter zijln dit artikel aldus ,t-e lezen: Do Directeur zendtl voor elk kwartaal aan de Commissie van bijstand voop hei bedrijf -en jaarlijks op 1 April eten verslag betref fende den toestand van het .bedrijf over het afgclo-oipan jaar? Do Voorzitter: U bedoelt, dat den Dire'cte-ur zal wor den opgedragen -een maandelijks'ch verslag: ,o-ver zijn be heer te geven. Wanneer U dat strikt noo-dig acht, kunt! U trachten deze bepaling in ,de verordening te- doen; opnemen. De heer Braat: Ik spreek yan elk kwartaal, maar hier staat: da Directeur zendt vóór 1 April, enz. Dat is maar eens per jaar. De Voorzitter: Die- gem-eenterekening wordt o-ok maar eens per jaar overgelegd. De h-e-er Braat: Maar, Mijnheer de Voorzitter, dat is toch werkelijk heel wat anders! De gem een ter ek eui ngj is een-e- zaak, die heel gewoon is, maar dit is een heel speciaal iets.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 48