2 VERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 1916. Gunning aanleg klinkerwegen en aanvrage verhoogde subsidie. baan, het Rietgoor, de Tolbergsehe straat, en dc Huls- donksche straat van de gemeente eene hoogere uitgaaf heeft gevorderd dan aanvankelijk was begroot. I weet,- dat met Uw goedvinden de grondwerken dier wegen zijn uitgevoerd in daggeld, ten einde aan de werk- loozen in de winters 1914- 1915 en 1915—1916 werk te verschaffen. Die werkverschaffing heeft meerdere uit gaven, ten gevolge gehad, welke ik reeds verschilleinde malen 'in deze vergadering heb genoemd eau die het cijfer van dertig duizend gulden hebben overschreden. De aanbesteding 'voor het nog onder juist profiel bren gen 'der aardebanen 'en tevens verharden der wegen mat klinkers 'heeft, in het bijzijn van ieeni gedelegeerde van Gedeputeerde Staten, overeenkomstig bestek en teekening plaats gehad. De duurte der materialen in aanmer king genomen, mogen wij aannemen, dat de inschrij vingssom ons niet onvoordeelig is. Evenwel is deze in schrijving aanzienlijk honger dan het bedrag waarop bij de begrooting opgemaakt in 1913 was gerekend. Nadat de aanbesteding had plaats gehad, hebben Burgemeester >en Wethouders ingevolge de voorschriften van Gedeputeerde Staten aan dat College den uitslag van die aanbesteding doen 'kennen. Wij hebben tegelijkertijd Gedeputeerde Staten verzocht ons te helpen in dezen noodstand door te be vorderen,- dat de gemeente van de meerdere gelden, die zij eventueel voor die wegen moet uitgeven, eene ver hoogde subsidie van de provincie zal krijgen. Aangezien Gedeputeerde Staten goedkeuring moeten ge ven op die gunning, hebben wjj die .^allereerst verzocht. Gedeputeerde Staten hebben die goedkeuring gegeven ten het goedkeurend besluit daarvan heeft ons Donderdag^ morgen van deze week bereikt. Wij hebben echter gemeend nu het gedrag van de begrooting met het bedrag der in schrijvingssom zoo beduidend verschilt, ook U in kennis te moeten stellen met den uitslag, alvorens Burgemeester en Wethouders de gunning van bet werk doen. Die uit slag is, dat da inschrijvingssom bedraagt 71600.—de begrooting van 'het geheele werk js 69800.—., Wanneer de Gemeenteraad in deze vergadering besluit heden is het de laatste dag om de gunning te kunnen doen om tot de gunning van die werken te doen over gaan,- dan zullen wij bijl de Provinciale Staten aankloppen om ook van de meerdere kosten subsidie te verkrijgen. Uit een vorig schrijven en later gevoerde correspondentie! met het College van Gedeputeerde Staten mogen wij alles zins verwachten, dat de verhoogde subsidie ons niet zal worden onthouden. Alles wat is geschied, is met voorkan- nis van dat College gebeurd en wij hebben de schriftelijke toezegging van dat College, dat zij bij' hun advies aan de Staten rekening zullen houden met de tijdsomstandigheden waaronder de werken werden uitgevoerd, en met de tegen woordige duurte der materialen. Met die toezegging durf ik U namens Burgemeester en Wethouders verzoeken ons te machtigen aan den laagsten inschrijver het werk te gunnen. Ik zeg U nogmaals: er is geen tijd te verliezen. Wanneer er derhalve in deze vergadering geene stemmen tot niet gunning opgaan,- zullen wij het beschouwen, dat die machtiging is gegeven en zullen wij nog heden avond maatregelen treffen en den aannemer, welke in Baarle- Nassau woonachtig is, telegrafisch met onze gunning in kennis stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de gevraagde machtiging verleend. De Voorzitter: Verder stel ik U voor aan de Staten onzer provincie het volgende adres tot verhooging der subsidie toe te zenden: De Voorzitter verzoekt den Secretaris hiervan voorle zing ie geven. Geeft met eerbied te kennen het Gemeentebestuur van Roosendaal en Nispen, handelende ter uitvoering van het besluit van den Raad dier gemeente, d.d. 30 Septem ber 1916; dat bij besluit Uwer vergadering d.d. 22 Juli 1913 aan onze gemeente eene bijdrage van 80 procent werd verleend in een bedrag van hoogstens 66800.— der kosten Van aanleg en éénjarig onderhoud van de klinkerwegen van de Warbergsche brug over de gehuchten Brembosch;, Zwanenburg, Rietgoor, Zandberg en Hulsdonk naar den Rijkweg Princenhage—Tholensche veer nabij1 de Kade te Roosendaal met zijtakken van den Brembosch tot de St. Maartensloop te Nispen en van fyet Planken Wambuis onder Hulsdonk door de Tolbergsehe straat tot de brug over de Watermolenbeek te Roosendaal; dat de aanleg der aardebanen van de bovenbedoelde klinkerwegen met voorkennis van liet College van Gede puteerde Staten in de wintermaanden van 1914—1915 en 1915—1916 ter fine van werkverschaffing in eigen beheer heeft plaats gehad, welke aanleg de gemeente in totaal 30800. - kostte, een bedrag zoo hoog boven de in de begroeting voorkomende raming van ƒ9646.85, dat de meening alleszins gerechtvaardigd is te achten,- dat die raming te laag moet zijn gesteld en eveneens verre be- neden de werkelijke kosten zoude gebleven zijn,- indien de aanleg der aardebanen ingevolge openbare aanbester ding had plaats gehad; dat adressant daarom vermeent, dat de kosten yan aan leg der aardebanen in de oorspronkelijke bcgrooting nooit lager dan op de helft der gemaakte kosten nl. ƒ15400.— hadden moeten geraamd zijn; dat de gemeente het gedeelte der Watermolenstrjaat van da Tolbergsehe straat tot de Watermolenbeek in eigen beheer heeft verhard, welk wegvak eiene lengte be zit van 302 meter, en gerekend tegen den prijs, waarvoor thans voor 'de verharding der aardebanen met klinkers werd ingeschreven 'bij de openbare aanbesteding voor een bedrag van ƒ3000.— zou zjjn in rekening gebrast," dat, tengevolge de in het bovenvermelde besluit Uwer vergadering gestelde voorwaarde, de aanbesteding eerst mocht geschieden, nadat de in gebruik te nemen gronden noodig om de wegen volgens het door Gedeputeerde Staten goedgekeurde tracé op een kruinbreedte van 8 M. te kunnen aanleggen; zouden zijn aangebracht; dat met een der grondeigenaren voor het in bezit krijr- gen van den daartoe van hem benoodigden grond her haaldelijk onderhandelingen werden gevoerd,- die evenwel tot geen resultaat leidden, ?oodat van Gedeputeerde Sta ten voor wat de breedte van den weg, langs de perceel cm grond van dien eigenaar betreft, afwijking werd' verzocht, en bij besluit van 4 Juli j.1. G, No., 154 verkregen, van het bepaalde in het eerste lid van artikel 11 van het bet- stuur Uwer vergadering van 13 December 1911 (Provin ciaal blad No. 63); 3 VERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 1916. Gunning aanleg klinkerwegen en aanvrage verhoogde subsidie. Instelling levensmiddelenbedrijf en benoeming Commissie van bijstand. dat een en ander tot gevolg heeft gehad,- dat eerst pp 19 Augustus j.1. de openbare aanbesteding kon plaats hebben van het onder juist profiel brengen ein met klin kers bestraten der aardebanen en dat deze aanbesteding tot resultaat heeft gehad, dat deze werken voor de som van ƒ71600.— zijn gegund; dat met het oog op het hierboven medegedeelde p,ui trent eene juiste raming van de kosten van aanleg den aardebanen en van het hierboven vermelde wegvak yan de Tolbergsehe straat tot de Wa ter m ol e n b eekde aanlegi van de wegen in hun geheel aan de gemeentel zou gekost hebben ƒ15400.j- ƒ71600.j- ƒ3000.— ƒ90000.—. Redenen, waarom adressant Uwe vergadering verzoekt het in 'Uw besluit van 22 Juli 1913 genoemd bedrag van ƒ66800.—, van 'hetwelk eene bijdrage yan 80°/o uit de pro vinciale kas werd toegestaan wel te willen verhoogein tot 90000.—. 't Welk doende, Het Gemeentebestuur van Roosendaal en Nispen, AUG. COENEN, Burgemeester. A. A. RADEMAKERS, Secretaris. Roosendaal en Nispen, 30 September 1916. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad eene ver hoogde subsidie aan de Staten der provincie aan te vrai- gen en stelt daartoe vorenstaand adres ongewijzigd vast. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Nu behoeft toch niet gewacht te worden met den aanvang' van het werk lot de goedkeuring is verkregen? De Voorzitter: De goedkeuring is er. De heer Heerma van Voss: Dus er kan nu begonnen worden. De Voorzitter: Zeker,- de Raad beeft machtiging ge^ geven en de gunning door Burgemeester en Wethouders geschiedt nog heden avond. III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het insteUen van een afzonderlek levensmiddelenbedryf en het benoemen van eene Commissie van bystand in het beheer van dat bedryf met ontwerp-veror- deningen. De Voorzitter: Bij schrijven van 27 dezer hebben Bur gemeester en Wethouders U te kennen gegeven, hetgeen het Gemeentebestuur zich voorstelt te doen in zake del levensmiddelenvoorziening in onze gemeente. In dat schrijven is naar mijne meening een ruim voldoende uit eenzetting der zaak gedaan om U een inzicht te gevein van hetgeen Burgemeester en Wethouders zich voor stellen, en waardoor zij meenen zoo goed mogelijk aan de Distributiewet,- welke in het leven is geroepen, te vol doen. Ik acht mij dan ook van verdere toelichting ont heven, maar ben gaarne bereid, wanneer een der Je den m t algemeen nadere toelichting verlangt die, zoo goed mogelijk te verstrekken. V erlangt een der leden alvorens tot behandeling der verordening op het beheer van het levensmiddelenbedrijf over te gaan, het woord? De heer BraatMijnher de Voorzitter! Hoe stelt zich het Gemeentebestuur voor om dat bureau in te- richten? Is het de bedoeling zelf inkoopen te doen, en te distribp- eeren,, ofwel is het de bedoeling te laten inkoopen door grossiers en dan door bemiddeling van het bureau te laten distribueeren? De VoorzitterVolgens den wensch van den Minister moet de gemeente zelf inkoopen. Do heer Braat: En het verlies? In het verlies, dat het Rijk zal 'lijden, zullen de gemeenten een tiende dragen,- niet waar? Nu heb ik vernomen, dat in sommige ge meenten een en ander zoodanig geschikt wordt, dat het een tiende gedeelte wat zij hebben bij' te betalen niet veel zal bedragen, m. a. w. dat de schade voor die gemeenten: zeer klein zal zijn. Wanneer b.v. bij de inkoopen die de gemeente doet,- ter bestrijding van de distributiekosteM door haar op den inkoopprijs een paar procent wordt opgezet de Secretaris knikt van neen, dat gaat niet dan zou dat een tiende gedeelte hetwelk de gemeeinta heeft bij te dragen te vinden zijn De Voorzitter: Wij bewonderen allen den koopmans geest van ons medelid den heer Braat, die uit het doop hem gesprokene blijkt, maar de wet geeft ons niet da bevoegdheid aldus te kunnen handelen. De wet verplicht ons, een tiende gedeelte in het verlies te dragen, beno vens de kosten van uitvoering'. De heer Braat: Nu, Mijnheer de Voorzitter, ik heb hien eenige gevallen voor mij liggen, in Bergen-op-Zooin en in Delft De Voorzitter: De regelingen van Bergan-op-Zoom en Delft zijn mij niet ontgaan. Ik behoef mij daaraan nieit te spiegelen. Uit de courantenverslagen heb ik gezien, wat in Ber- gen-op-Zoom de bedoeling is, doch tot mijn spijt kan ik niet meegaan met hetgeen daar in dein Gemeenteraad omtrent de levensmiddelendistributie is voorgestaan. Wen- schen wij uit de daar gehouden beschouwingen ons licht te ontsteken, dan geloof ik, dat wij' niet goed uit zullefn zijn. ik voor mij heb de zielsovertuiging, dat wij1 niet anders mogen handelen dan wordt voorgesteld, dat wij geen bedrijf mogen hebben, waarvan de opzet niet totaal strookt imet den geest van de wet. Wanneer wijl een paar procent zouden kunnen heffen,- zie ik niet in waarom b.v. geien tien procent er op te zetten om ons nog beter te kunnetn dekken tegen de duizenden welke de uitvoering der distri butiewet aan onze gemeentel zal kostep. De heer Braat: Drie of tien procent is een, groot verschil. Do Voorzitter: Die wijze van handelen zou voor ons een koopmansbedrijf gaan worden en, dat is de geest van, do wet niet. Nu kan ik mij heel goed voorstellen, dat er gemeentebesturen en gemeenteraden, worden gevon den, die het zeer noode doen «ein' er 'met graag toei oven- gaan een gedeelte in het verlies te dragein, maar in dei eerste plaats hebben wij te zorgen, dat door ons de wet gehandhaafd wordt. En ^wanneer de Gemeenteraad, de koorden der beurs in handen hebbende, daaromtrent te zuinig zou zijn,: moet U goed weten, dat de wet on!S verplicht om als eersten post op de begroeting te zetten eene som noodig om de Distributiewet te kunnen uitvoe ren, en wanneer die som te gering zou zijn, de wet U kan forceeren ze te verhoogen, even goed als de ge meente voor elke andere wettig voorgeschreven uitgaaf verplicht kan worden een post op dei begrooting te bren gen. De Distributiewet verplicht ons een bedrag op de begrooting uit te trekken. Dat beeft de Minister bij de

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 47