4
VERGADERING VAN 17 AUGUSTUS 1916.
llequest van het onderwijzend personeel tot herziening zijner jaarwedderegeling Verzoek van den heer P. J M.
van Lierop om eervol ontslag. Voorstel tot wijziging der gemeentebegrooting 1916. - Voorstel tot het aangaan
van eene overeenkomst, met de gemeente Steenbergen voor de levering van drinkwater.
meester en Wethouders en den Gemeenteraad een gemak
kelijk middel aan de hand wordt gedaan door de salaris-
regeling te herzien. Ik zou er de voorkeur aan blijVenl
geven de salarisregeling te herzien en die passend te
maken niet aan abnormale omstandigheden maar aan
gewone tijdsomstandigheden.
De heer Verheijen: Des Pudels Kern!
De Voorzitter: Dan kan de Raad zich uitspreken of
de salarisregelingen voor de toekomst goed zijn dan wel
of deze eenige 'verbetering moeten ondergaan. Is dat ge
schied en blijkt het den leden van den Raad. dal de voor
stellen die Burgemeester en Wethouders U dan zullen ge
ven niet voldoende r ekening houden met de abnormale om
standigheden,- dan kan nog een voorstel gedaan worden
in den geest zooals door den heer E. van Wely is bedoeld,,
n.1. om daarboven nog een duurtetoeslag toe te kennen.
Ik vind heel goed gezien van de commissie, nu toch
slechts één jaar van het tijdstip der herziening ons scheidt,,
die herziening een jaar te vervroegen. De verhooging daar
door verkregen, kan dienst doen voor de abnormale om-
.standighedem. Ik geloof zelfs, dal dit de voorkeur zou
verdienen. Wanneer die salarisregeling lol stand komt,
zal het voor U en voor ons veel gemakkelijker vallen
om een duurtetoeslag aan te nemen, wanneer die dan
nog noodig mocht blijken. Daarom hebben wij' het voor
stel van de schoolcommissie heel gaarne gezien en Ti ebben
wij het met beide handen overgenomen.
De schoolcommissie heefl duidelijk gezegd, dal zij
wenschte die regeling zoo spoedig mogelijk te- doen in
gaan. Welnu, Burgemeester en Wethouders zullen wan
neer de Gemeenteraad het voorstel kan aannemen zooa'ls
dit nu door mij is toegelicht, zorg dragen een en ander
zoo mogelijk in onze eerstvolgende vergadering ter tafel
te brengen.
Ik weinsch van den heer E. van Wely nu nog te ver
nemen,' of hij een speciaal voorstel weinscht le doen om
alleen een duorletoeslag toe te kennen^ dan wel of hij
na mijne toelichting met het voorstel kan medegaan.
De heer E. van Wely: Ik kan niij daar zeer goed
mede vcreenigen. Ik ben sterk voor een duurtetoeslag
en het zal afhangen van de verhooging der salarissen^
of genoegzaam rekening wordt gehouden met de duurLc.
Wij kunnen dan zien hoe de verhoogingen worden.
De Voorzitter: Die verhoogingen zuilen abstract ge
houden worden van de buitengewone omstandigheden,,
omdat wij rekening houden met het bepalen van een
duurtetoeslag. Dat is de bedoeling geweest,, die bij Bur
gemeester en Wethouders heeft voorgezeten bij het doen
van dit voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop hel voor
stel van Burgemeester en Wethouders om tot herziening
van da jaarwedderegeling van het onderwijzend personeel
over te gaan, aangenomen.
De Voorzitter: MijneheerenIk heb U machtiging te
vragen als punt 4a aan de agenda toe te voegen:
IYa. Brief Tan den heer P. J. M. Tan Lierop, houdende
Terzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking als
plaatsvervangend hoofd en onderwijzer aan school
0 en tevens als leeraar in de Wiskunde aan de
burgeravondschool.
Zijnde deze ontslagaanvrage na het opmaken der agenda
ingekomen.
De gevraagde machtiging wordt verleend.
De Voorzitter: Aangezien de heer tYan Lierop van
gemeentedienst in rijksdienst overgaat,, heb ik de eer
U namens Burgemeester en Wethouders voor te stellen
hem .overeenkomstig zijn verzoek ontslag te verleenen
uit zijne betrekkingen als plaatsvervangend hoofd en ou
derwijzer aan school C. en tevens als leeraar in de
wiskunde aan de burgeravondschool en zulks on de meest
eervolle wijze en met ingang van den lsten November e.k.
Ik verzoek den leden omtrent dit voorstel tot stemming
te willen overgaan.
Met algemeene stemmen wordt den beer P. .1. M. van
Lierop het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze
met Ingang van 1 November e.k. verleend.
V. Voorstel tot wijziging der gemeentebegrooting voor
1916.
De Voorzitter: Mijneheeren! Voor U hebben ter visie
gelegen de concept-raadsbesluiten tot wijziging der ge-
meente-bcgrooting 1916 om daarop te brengen ten eerste
een post groot 25.zijinde het door gevoteerde bedrag
als bijdrage ten behoeve der tentoonstelling op „gemeen
telijk finantieel gebied, en ten tweede eene storting van
20o/o op het aandeel, dat deze gemeente heeft in de Naaml.
Vennootschap Provinciale Noord-Brabantsche Electrici-
teitsmaatschappij
Ik stel U voor een bedrag van 125.in uitgaaf en
eveneens een bedrag van ƒ125.in ontvangst op de
begrooting te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dil voorstel aan
genomen.
VI. Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst
met de gemeente Steenbergen c. a. voor de leve
ring van drinkwater.
De Voorzitter: Mijneheeren! Namens Burgemeester en
Wethouders heb ik de eer aan de vergadering voor Lo
stellen dit punt te behandelen in comité-geineraal aange
zien alle mededeelingen, die U, als ter zake dienende,
moeten worden gedaan, naar het oordeel van Burgemeester
e'n Wethouders en ook naar het oordeel van de Maat
schappij tol Bouw en Exploitatie van Gemeentebedrijven
te Utrecht, welke onze exploitante is, niet voor publici
teit vatbaar zijn. Ik stel derhalve voor in comité-generaal
'over te gaan ter behandeling van de punten 6 en 8 onzer
agenda.
Ü9 beer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb
tegen Uw voorstel geen bezwaar. Ik zou alleen gaarne
VERGADERING VAN 17 AUGUSTUS 1916.
Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst met de gemeente Steenbergen c. a. voor de levering van drink
water. Mededeeling van ingekomen stukken.
in de openbare zitting met een enkel woordl iets zeggen,j
dat met dil onderwerp eigenlijk geen verband houdt,
maar toch gezegd kan worden naar aanleiding van punl 6
der agenda.
De Voorzitter: Ieder lid kan in de openbare vergade
ring vrij zijne meening in deze zeggen. Wij hebben alleen
voorgesteld de zaak zelve in comité-generaal te behandelen.
De heer Verheijen: In de vergadering van 31 Mei
toen ter sprake kwam de vergrooting van de capaciteit van
Rooseindaal's waterleiding heb ik als niet-deskundige aan
den heer Halbertsma de vraag gesteld of het misschien
niet wenschelijk was de capaciteit onzer waterleiding te
vergrootein niet door den bouw van een watertoren, maar
door den bouw ©ener nieuwe pompinrichting met pulten.
De heer Ilalbertsma heeft mij toen in een hoekje geduwd,
ik wil niet zeggen in het slijk geslagen, met mijne objectiei
ver weg te werpen, door te zeggen, dat ©ene uitbreiding
der capaciteit enkel en alteen door de pompinrichting
niet mogelijk was, dan moest ook verdubbeld worden de
ontijzeringsiurichting, d. w. z. de cokestorens en filters.
Ik citeer hier een gedeelte van bladz. 28 der notulen van
die vergadering: Daarbij heb ik de opmerking gemaakt,
dat dit niet precies juist was, dat de filters niet lot dei
dubbele capaciteit behoefden te worden uitgebreid en
dal eene vergrooting van de capaciteit mogelijk was door
uitbreiding van de pompinstallatie. En Uians„ Mijnheer
de Voorzitter, krijg ik hier onder mijne oogen eene ver
klaring van den 20ston October 1914 waarin hij met even
veel woorden zegt, dat ik het grootste gelijk van de we
reld had. Daar wordt opgemaakt eene rentabiliteUsreke-
ning
De Voorzitter: U gelieve dit stuk niet thans, doch in
comité-generaal le bespreken.
De heer Verheijen: Daar mag ik wel uit citeeren, dat
alleen voor de uitbreiding van de capaciteit van de war
terleiding noodig wordt geoordeeld de uitbreiding van de
prise d'eau te Roosendaal met twee putten.
En wanneer dal waar is, Mijnheer de Voorzitter, dan
is niet waar wat de heer Halbertsma toen gezegd heeft,:
dat de vergrooting van de capaciteit van Roosendaal's
waterleiding niet te verkrijgen was door uitbreiding van
het aantal putten alleen* maar, noodzakelijk eischte uit
breiding van de filters en ontijzeringsinrichting, en dat
hetzelfde effect niet te. verkrijgen was op de wijze zoo
als ik mij had voorgesteld, n.1, vergrooting der pompinr
stallatie alleen. Dil is Mijnheer de Voorzitter wat ik even
wenschte op le merken,, dat de heer Halbertsma mij
geen gelijk gaf pp liet moment waarop hij beter wist,
waarop hij wist, dat de uitbreiding van de capaciteit van
Roosendaals waterleiding wel 'te verkrijgen was door ver
grooting der pompinstallatie.
De Voorzitter: Bestaat er bij de leden geen bezwaar
dit punt in comité-generaal te* behandelen'? Dan ga ik
over tot punt
VII. Mededeeling van ingekomen stnkken.
De Voorzitter: Ingekomen zijn,:
Een besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 24 Juli 1916,
G Aê 42 houdende goedkeuring van hel Raadsbesluit van
30 Juni 1916 lot aankoop van grond van den heer M.
Vergouwen, architect alhier, voor den bouw van een
nieuwen watertoren.
Een besluit van Gedeputeerde Staten van 24 Juli 1916,
G Nos. 45 - 48, houdende goedkeuring van de Raadsbe
sluiten
tot wijziging der begrooting voor den bpuw van den
nieuwen watertoren
tot wijziging der begrooting voor de uitbreiding der
school te Nispen;
lol het aangaan eener geldleeming hoogsten groot tien
duizend gulden voor de uitbreiding der school te Nispen;
tol hel aangaan van eene geldleening hoogstens groot
twintig duizend gulden voor reeds uitgevoerde en nog
uil te voeren werken aan de gasfabriek en tot dekkijng
van een eventueel door die fabriek over 1916 te lijden
exploi la tieverlies.
Hel doel mij genoegen Mijneheeren, dat Gedeputeerde
Stalen onzer Provincie geen bezwaar hebben gevonden
om het besluit, waarbij het exploitatieverlies geen aanlei
ding lol verhooging der gasprijzen mocht geven en dit
verlies door eene geldleening ten laste van hel bedrijf
te doen dekken, goed le keuren. Ik geloof, dat dit het
eerste voorbeeld van een dergelijk geval is in onze provincie.
De vrees voor niet goedkeuring, die hier een oogenblik
werd geuil, hebbeu Gedeputeerde Staten blijkbaar niet
gedeeld en ons besluit goedgekeurd.
Verder is nog ingekomen:
Een schrijven van het hoofdbestuur van den Algemeeneu
Nederlandschen Politiebond waarin wordt verzocht aan
de politieambtenaren wegens de dure tijdsomstandighe
den een toeslag op hun loon toe Le kennen.
Ik stel voor Mijneheeren aan het hoofdbestuur van
dien Bond mede te doelen, dal aan zijn verzoek reeds
lang door den Gemeenteraad is yoldaan.
Aldus wordt besloten.
De Voorzitter: MijneheerenThans stel ik voor in
comité-generaal over te gaan lol behandeling van punt
6 onzer agenda. 'Wanneer geen der ledein daartegen
bezwaar heeft, schors ik gedurende die behandeling
de openbare zitting.
Na heropening der vergadering vraagt:
De Voorzitter: Verlangt in deze openbare zitting^pm-
trent punt 6 onzer agenda een der leden alsnog toet
woord?
De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Een enkel
woordje omtrent een onderdeel. In artikel 11 staat: de
gemeente Steenbergen betaalt ten kantore van den daar
voor aan te wijzen persoon. Wordt daarmede bedoeld
dezelfde persoon; die wordt aangewezen voor bet qpnemen
van de meelinrichtingen omdat dgar telkens sprake is
van dein daarvoor aan te wijzen persoon? Er wordt ook
in een der voorgaande artikelen genoemd een persoon*
aan te wijzen voor het opnemen van de meetinriehtingen.
Ik zou U willen voorstellen of het niet beter was in
artikel 11 te lezen: hetgeen de gemeente Steenbergjetof
te betalen heeft bij den gemeente-ontvanger.
De Voorzitter: Voor alle ontvangsten zal de gemeente
niet anders dan den gemeente-ontvanger aanwijzen. De