30 VERGADERING VAN 31 MEI 1916. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het bouwen van een watertoren. (Molestverzekering, bepleistering en waterstandsaanwijzer) Daar is niets aan te doen. En nu is het toch van guqolj belang-, wanneer die tijd kojmt, dat wij buiten zullen moeten uitbreiden, niet behoeven te zeggen, nu is de toren ook te klein. Neen, dan kunnen wij nog zeggen, de toren is groot genoeg en daarom ook is heit mijne vaste overtuiging, dat hij voldoende groot is voor eene periode minsteins tot het eindig-en van het pachtcontract. Dan wordt hij bovendien niet waardeloos, maar blijft zijne waarde behouden. Hoe Roosendaal zich dan zal hebben uitgebreid, daar weten wij niets van, maar zooals reeds gezegd het kan zijn, dat het ge wenscht is om dan een tweeden toren aan een ander eind van de stad bij te bouwen. Wij hebben op 't oogenblik in Utrecht behalve leien groot gemetseld reservoir op den Soesterberg wel drie watertorens, waar nu nog een vierde toren bij zal komen. Hoeveel torens over dertig jaren in Roosendaal noodig zullen zijn kunnen wij thans geen van allen zeg gen; zoover kunnen wij niet in de toekomst vooruitzien^ Maar naar mijine vaste overtuiging is bij de capaciteit van dezein nieuwen watertoren voor Roosendaal in vol doende mate op de toekomstige uitbreiding en toename van het waterverbruik gerekend. De Voorzitter: Mijneheeren! Alvorens tharjs tot stem ming over te gaan dienen wij eerst nog eenige bepalingen ta behandelen en wel omtrent molestverzekering, bepleis tering, electrische waterstandsaanwijzer en rioleering. Molestverzekering-. De beer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou den beier Halbertsma willen vragen of de Maatschappij wanneer zij die verzekering voor hare rekening neemt, do gemeente dan ook gegarandeerd is door haar, dat in geval van molest, de werkelijke waarde zal worden vergoed, want er loopen den laatsten lijd in verzekerings kringen in Nederland zeer eigenaardige verhalen over de kwestie der molestverzekering. U weie(, de mole-st- verzekering gaat met groole gevaren gepaard, ein waar in Nederland betrekkelijk weinig maatschappijen zijn, die dat risico op zich kunnen nemen, zijn deze op het buitenland aangewezen e;n worden dergelijke1 verzekerin gen meestal bij Engelscbe Maatschappijen ondergebracht. Wanneer wij eventueel legen Engeland in oorlog zouden geraken, en tengevolge van militaire maatregelen de toren schade zou lijden, betaalt de Maatschappij- daln, afgezien of hare assuradeuren haar zullen vergoeden, toch aan de gemeente Roosendaal de geleden schade'? De beer Halbertsma: Wij zouden goedvinden, dat hel bedrag der verzekeringspremie op het bouwkapitaal wordL gevoerd, doch wij kunnen, wat de schadevergoeding aan de gemeente betreft, niet verder gaan, dan wat de assu radeur zijnerzijds aan ons zal uitkeeren. Wij' hebben voor eene andere gemeente geprobeerd eene molestverzekering in Duitsc.hland te plaatsen, en onze assuradeur heeft geprobeerd dit in Engeland te doen, maar tenslotte zijn wij toen in Holland het beist geslaagd met l,°/o van de waarde. De beer Verheijen: Makelaars worden uitgeschakeld niet waar? De beer Halbertsma: De bedoelde verzekering luidde op beurspolis. Wij zullen, indien U van onze diensten gebruik wilt maken, daaromtrent zoo goed mogelijk met de firma D. Hudig Co. te Rotterdam overeenkomen, maar verder kunnen wij ons niet verbinden. De boer Verheijen: U begrijpt wel, dat een eerste maat regel van de oorlogvoerende landen zou zijn dergelijke overeenkomsten te annuleeren, zooals te doen gebruike lijk is,. Noem aan, dat de watertoren bijl eene En geil schei Maatschappij verzekerd zou zijn en wij komen in oorlog- tegen Engeland, dan zou men daar eenvoudig zeggen, trek U van die verzekering niets aan, die zaak is in orde'. Wij hebben een dergelijk geval aan de hand; een yan onze schepen heeft molest geleden door eene Engelsche daad, do verzekering loopt bij Duitscbe maatschappijen en deze zeggen, wij trekken ons van Engeland niets aan, Engeland moet dat betalen. De beer Halbertsma: Dat kunl U voorkomen wanneer de Raad zich wenscht uit te spreken, dat de verzekering betzij direct, hetzij door onze bemiddeling, in Nederland -en bij eene Nederlandsche Maatschappij! zal kunnen wor den gesloten. De heer VerheijenIk zou er veel voor gevoelen, dat de verzekering bij eene Nederlandsche Maatschappij werd afgesloten. Besloten wordt de Maatschappij tot Bouw en Exploi tatie van Gemeentebedrijven in overweging te geven de verzekering zoo mogelijk alleen bij Nederlandsche Maat schappijen af te sluiten. ESepIelstei'iïig-. De beer Halbertsma: Naar onze meening is het vol doende, wanneer de toren in Portland cement wordt af gepleisterd, behalve de portiek van de ingangsdeur en do omlijstingen der parterre-vensters, wat in onzen prijs is begrepen; deze zullen als kunstzandsteen worden be handeld. Nu kan men natuurlijk ook, en dat is altijd mooier, den geheelen toren behandelen met kunstzand- sbeen dat is Portland-cement, waarin gemengd is werke lijk gemalen zandsteen, maar daarover heb ik met de Commissie gesproken, en kwamen wij toen tot de con clusie dat dit altijd later nog kan geschieden, wanneer da toren klaar en, naar wij hopen, weer vrede is. Dan. zijn de materialen wellicht minder duur, zoodat de kosten dan misschien op betzelfde neerkomen, al moet er dan ook opnieuw een steiger voor gemaakt worden. Daarom heb ik van -een bedrijfsstandpunt uit geadviseerd om ons, nu alles toch zoo duur is, thans tevreden te: stellen met de gewone bepleistering, behalve voor dei portiek ien de vensters-omlijstingen. Echter zijn wij ook bereid, als de Raad dit wenscht, den toren in kunstzandsteen te be handelen -ein de meerdere koisten ad f 2300.op het bouw kapitaal te nemen. De beslissing daaromtrent laten wij aan den Raad over. De Voorzitter: Ik geloof, dat de commissie besloten heeft geen kunstzandsteen te nemen. Besloten wordt den toren alleen tei doen bepleisteren op de wijze zooals door de Maatschappij wordt voorgesteld. Watei'staMüIsaanwijzer. Do beier Halbertsma: Daaromtrent hebben wij in de kostenopgave eene notitie gemaakt om later geen mis- VERGADERING VAN 31 MEI 1916. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het bouwen van een watertoren. (Waterstandsaanwijzer en rioleering verstand te hebben, wanneer men zou vragen, een com pleten watertoren behoort daar een waterstandsaanwijzer bij of niet? Er zijn verschillende watertorens in ons land die niet van iaën electrischen waterstandsaanwijzer zijn voorzien, len daarom hebben wij geadviseerd met de aanbrenging daarvan te wachten tot later. Wij kunnen op 't oogenblik die toestellen niet eens krijgen. Op qnzie vraag aan eeipei bekende firma in Utrecht hebben wij eenvoudig teln ant woord gekregen, aangezien wij geene materialen kunnen krijgen, kunnen wij geene offerte, maken. Doch al zouden) wij op 't oogenblik eene offerte kunnen krijgen, dan zou die minstens den dubbelen prijs van anders bedragen. Bo vendien kunnen wij -ons tijdelijk helpen door het be staande toestel van den ouden toren naar den nieuwen toren te verplaatsen. Ilc zou U daarom in overweging willen geven met een nieuwen waterstandsaanwijzer tot betere tijden te wachten. Aldus wordt besloten. Rioleering. De heer Halbertsma: Om de buisleidingen steeds goed te kunnen schoonspuieh hebben wij noodig eene rioleering die heit water naar een of ander openbaar water doet afvloeien. -.Dfee beslaat er op oogepblilj niet' of zee^.. onvoldoende. De kosten zijn door uweriigdmeenteopzichter 'b^groot op ƒ500.Wij hebben daar allqein^aan herinnerd, iet^hebben gedacht, dat dit werkje misschien kon komen op ®e rekening va'n de gemeente-rioleet|ng. Wij zouden willen dat dit werk door uwen hoofdopzichter werd uit gevoerd, doch verklaren ons bereid, om, als liet zijn moet, de zelf-kosten,- daarvoor door de gemeente gemaakt, op bet bouwkapitaal der waterleiding te nemen. De Voorzitter: Er is gisteren nog eene vraag gesteld, n.1. of de toren publiek wordt aanbesteed? Er is toen geantwoord, dat publieke aanbesteding is uitgesloten. Ik acht het wenschelijk nog 'eens van U te mogen vernemen) of publieke aanbesteding bij dei pachtovereenkomst ,is uitgesloten. De beer Halbertsma: Het pachtcontract zeigt in ar tikel 6: ,TAlle nieuwe werken voor verbouwing en uit breiding der waterleiding c.a., voor zooverre deze gedu rende den duur dezer overeenkomst noodig mochten blij ken, worden door de Maatschappij voor rekening van de gemeente uitgevoerd." Dat is dus het grondbeginsel. Wij zijn verantwoordelijk voor alles; daarvandaan de overeenkomst, dat wij de .werken zullen makein. Dan volgt de tweede alinea: ,TAlle daarop betrekking hebbende plannen en prijzen, alsmede de te verwerken materialen behoeven vóór de uitvoering de goedkeuring van dein Gemeenteraad." Die hebben wij U voorgelegd; wij' hebben U de teekeniug verstrekt en de kostenopgave gedaan. Verder hebben wij Ui een schrijven gezonden, waaruit de te verwerken ma terialen blijken. Wanneer U dus op grond daarvan van daag besluit tot bouw van een nieuwen watertoren, zoo beschouwen wij dat natuurlijk als de goedkeuring der plannen en prijzen alsmede van de te verwerken ma terialen naar de gegevens, die wij U verstrekt hebben. Wat publieke aanbesteding betreft, zoo wordt men daar door in zijne onderhandelingen te veel beperkt, en daarom geven wij de voorkeur aan eene onderhandsche besteding. Dat hebben wij ook met het eerste projekt, den gemetsei- den toren, gedaanwij hebben de Roosendaalsche aanne mers (oen mede uitgenoodigd, maar waren hunne in schrijvingen zoover bovein onze begroeting, dat er niet aan te denken was om hun dat werk te gunnen. Die Voorzitter: Verlangt nog een der leden het woord? Dan breng ik in omvraag het voorstel to<t het .bouwen van een watertoren overeenkomstig de aanbieding1 van de Maatschappij tot Bouw en Exploitatie van Gemeentebe drijven te Utrecht, voor de som van acht 'en veertig dui zend gulden. In deze som is begrepen het bedrag benoo- digd voor den aankoop van een stuk grond achter deni bestaanden watertoren gelegen, eigendom van den heer Marinus Vergouwen, architect alhier, welk stuk grond door deze in koop is gegeven voor de som van twee gul den de M2. Met twaalf tegen een stem wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen. Voor stemmen de heerenP. C. M. Konings, A. A. Jongeneelen, J. A. C. va'n Gastel, F. M. J. H. Schul, C. Backx, J. Vos,- J. Verheijen, J. A. Voeten,, A. W. Braat, A. ,1. M. dei Bruyn, G. J. Konings en de Voorzitten-, Tegen stemt de heer A. P. Vos. Bij deze stemming was da heer A. Heerma van Voss niet aanwezig. De Voorzitter: Hiermede is dit punt afgedaan. Ik dank U, Mijnheer Halbertsma, voor de uitvoerige toelich tingen, die U de vergadering .heeft gegeven. U ziet, dat onze gemeenschappelijke besprekingen tot het beoogde doel hebben geleid. Het succes van deze vergadering be hoort U en dat neemt U mede naar huis. De beer Halbertsma: Mag ik de boeren danken voor het bewijs van vertrouwen, dat U onze Maatschappij' hebt geschonken en dat wij hopen ons waardig te zullen toonan. De Voorzitter: Wij hebben nu inog «enige punten af te doen, aangezien de vergadering nu reeds vier uren) duurt, mogen wij thans wel kort z'ijh. De beer Verheijen heeft de geheela vergadering ;niet kunnen bijwonen. Er zijh eenige besprekingen gehouden, waaromtrent in de openbare zitting de beslissing moet vallen. Ten eerste verzoek ik de vergadering: machtiging om alsnog aan de agenda toe te voegen: het nemen oen, er beslissing op het aanbod, dat bij de Gemeente is ingeko men, tot aankoop van de 255 canadabooinen, die op de;n Havendijk te wassen staan. Dit aanbod is van de Nederlandsche Lucifersfabrieken te Eindhoven en bedraagt 4650.— gulden. Kan do vergadering besluiten om tot verkoop van die boomen over te gaan? Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Da Voorzitter: Mijneheeren! Verder vraag ik U voor; Burgemeester en Wethouders machtiging, tot aankoop van een nieuwen stoomketel voor de gasfabriek, voor del

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 34