VERGADERING VAN 30 MEI 1916.
Verzoek van den heer L. H. de Keijser alhier, houdende aanvraag om eervol ontslag als onderwijzer. Verzoek
van de heeren Ant Segers en M. de Bruyn, beiden alhier, houdende aanvraag tot aankoop gemeentegrond. Jaar-
wedderegelingen van de ambtenaren ter secretarie en van den concierge-bode.
II. Verzoek van den heer L. H. de Keflser, onderwijzer
alhier, houdende aanvraag om eervol ontslag uit
zjjne betrekking van onderwijzer aan school C.
Op verzoek van den Voorzitter 'geeft de Secretaris voor
lezing van het adres door den heer De Keyser ingezonden.
Na lezing zegt:
Da Voorzitter: Overeenkomstig zijn verzoek stel ik
U voor, aan den heer De Keyser 'eervol ontslag te ver-
leenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan school C.
Waar de Gemeenteraad den datum van ontslag bij elke
ontslagaanvrage van een onderwijzer beeft te bepalen,
heeft de heer Die Keyzer correct gehandeld met geen
datum van ontslag in zijn adres te vermelden.
Burgemeester en Wethouders stellen U voor, teneinde
het gezin van den beer De Keyser den kindertoeslag
voor het jaar 1916 niet te doen verliezen, het ontslag op
den 15 Juli e. k. te doen ingaan.
De kindertoeslag, den onderwijzers gegeven, wordt voor
elk jaar door den toestand op 1 Juli beheierscht. Wanneer
dus aan een onderwijzer die kindertoeslag geniet vóór 1 Juli
ontslag uit dein dienst wordt gegeven, heeft dit .tengevolge
dat hij den kindertoeslag voor dat jaar verliest. Teneinde
dit voor het gezin van den onderwijzer Dei Keyzer te
voorkomen, stellen Burgemeester en Wethouders voor,
het ontslag te doen ingaan op 15 Juli e. k.
Hierna gaat de Raad tot stemming ,over.
Na afloop daarvan zegt:
De Voorzitter: Het getal tegenwoordig zijndei leden
bedraagt 15.
In de bus zijn bevonden 15 stembriefjes.
Hiervan zijn als zijnde niet of niet behoorlijk inge
vuld van onwaarde twee.
Van de dertien geldige stemmen is een uitgebracht
met oneervol ontslag terwijl de .overige overeenkomstig
het voorstel, met eervol zijn ingevuld, zoodat het ontslag
aan den heer L. H. de Keyser uit zijn© betrekking van
onderwijzer aan school C eervol is toegekend met ingang
van 15 Juli 1916.
III. Verzoeken van de heeren Ant. Segers en M. de
Bruyn, beiden alhier, houdende aanvraag tot aan
koop van gemeentegrond.
Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van het verzoekschrift door den heer Ant. Segers
ingezonden.
De Voorzitter: Een zelfde verzoek is ingekomen van
dein heer M. de Bruyn, wonende in bet Zand. Aangezien
dit verzoek niet op zegel is geschreven en hij daarop
tijdig is gewezen, kan ik voor dit verzoek niet andeirs
voorstellen, dan het voor kennisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter: Op het verzoek door den heer Se
gers ingediend stel ik U voor heden geene beschik
king tei nemen, aangezien bij Burgemeester en Wet
houders bet verzoek is ingekomen, om, wanneer de
gemeenteraad zou besluiten de aangevraagde perceia-
len te verkoopen, die dan in publieke veiling te
brengen, opdat ook Andere belanghebbenden op die
perceelen zouden kunnen attendeeren. Met het oog
hierop stel ik U voor tof onze volgende vergadeirilngf
dit punt aan te houden. Wij zullen U dan onze meeining
doen kennen of het al dan niet voor de gemeente wen
schelijk is om tot verkoop van die perceelen te besluiten.
Wiel wil ik de vergadering reeds nu mededeelen, dat
Burgemeester en Wethouders besloten hebben voortaan
aan dein Raad niet dan bij hoog© uitzondering te adviseierem
om tot verkoop van gemeentegrond over te rgaan, aan
gezien het voorgekomen is, dat kleine stukjes gro-nd,-
welke in koop waren gevraagd, later van nut bleken voor
da gemeente.
De perceelen in kwestie zijn ons thans niet voldoende
bekend. Burgemeester en Wethouders zullen U in de
volgende vergadering hieromtrent nader kunnen inlich
ten ein U tevens een voorstel doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot her
ziening der jaarwedden van de ambtenaren ter
secretarie en van den concierge-bode, met aanbie
ding van concept-verordeningen.
De Voorzitter: MijneheerenBij ons toelichtend schrij
ven van 25 .Mei,- hebben wij U ©ene comcept-verordeinihg
doen toekomenT regelende de inrichting van de gemeente-
secretarie, de titulatuur, bezoldiging iein den voorloopigeii
pensioensgrondslag van de ambtenaren ter gemeentei-
seicretarie.
In dat schrijven hebben wij U ©enigszins doen kennen
welke motieven Burgemeester en Wethouders er toe heb
bekken geleid, om U deze salarisherziening thans voor
te stellen.
Op de adressen welke op deze zaak betrekking hebben,
heb ik U reeds in onze Februari-vergadering gewezeni
Zij' hebben daarenboven voor de leden ter visie gelegen.
Ik mag derhalve aannemen,- dat zij den leden bekend!
zijn. Alleen verzoek ik den Secretaris, alvorens met de
behandeling der concept-verordening tei beginnen, eerst
voorlezing te geven van het desbetreffend ingekomen
schrijven van bet College van Gedeputeerde Staten d.d.
3 Mei 1916 G no. 226.
De Secretaris geeft hiervan voorlezing.
Da Voorzitter: Aan bet slot van ons schrijven van
25 Mei verzochten wij den leden,- die in de hun toege
zonden concept-verordening wijzigingen wenschen voor
tei stellen,- ons die uiterlijk gisteren namiddag te willen
doen bennen. Aan dat verzoek werd door den heer Ver.-
he-ijen voldaan. Zijne voorstellen werden door Burge
meester en Wethouders in hunne vergadering van gisteren
behandeld en gaven hen aanleiding tot het aanbrengen
van enkele wijzigingen in de artikelen en ook in de
bedragen der salarissen. Daarom hebben wij' het noodig
geacht ten einde het verschil van beide salaris-voorstellen
duidelijk te doen uitkomen,,- die op een afzonderlijke staat
te vermelden en U die door den bode doen ter hand
stellen.
De heer Verheijten zeg jk dank voor de wijze,- waarop
hij zijne voorstellen aan het college van Burgemeestelr
en Wethouders heeft doen kennen. Hij zal bij de artikels-
gewijze behandeling der verordening duidelijk zien, dat
3
VERGADERING VAN 30 MEI 1916.
Jaarwedderegelingen van de ambtenaren ter secretarie en den concierge-bode.
met verschillende zijner .voorstellen is rekening gehouden.
Wat betreft zijn verzoek om «enige artikelen der ver
ordening te verschuiven -en deze achter in de verordening
onder te brengen, vóór de overgangsartikelen, ook hier
tegen hebben Burgemeester ,en Wethouders geen bezwaar,
althans wanneer zijn gevoelen door den Gemeenteraad
wordt gedeeld. Wij zijn daar niet direct toiei overgegaan,
om da behandeling der verordening daardoor niet inge
wikkelder te maken.
Ingevolge het bepaalde bij' het reglement van orde
voor onze vergaderingen -stel ik allereerst ieder lid in de
gelegenheid over de aangeboden verordening, in haar
geheel het woord te voieren.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter!
Zooals U gemerkt hebt, zijn door mij geene principie-ele
bezwaren tegen de conceptverordening ingediend, omdat
ik het niet de moeite waard vond mijne bezwaren in te
brengen, want in het algemeen kan ik mij heel wel met
da nieuwe salarisverordening vereenigen.
Dei cijfers in artikel 8 van dit ontwerp, gingen mij wel
een weinig ver, vooral omdat niet aan allen vergoeding
voor huishuur gegeven ,wordt. Nu ik evenwel uit heit
nader voorstel van -Burgemeester en Wethouders zie-, dat
deze vergoeding voor huishuur doorgetrokken wordt voor
alle rangen, is mijn bezwaar om zoo. te zeggen geheel
ondervangen. Dat de salarissen wat verhoogd moeten wor
den, geef ik gaarne toe; da tijdsomstandigheden zijn er
naar. En wat voor mij -eleln voornaam iets is, is dat een© bei-
paling in deze verordening is opgenomen, waarbij het
den ambtenaren verbod-en is nevenbetrekkingen te ver
vullen. Waar dit wordt verboden, dient men er iets te
genover te stellen. Ovar 't algemeen, Mijnheer de Voor
zitter, kan ik dus met deze verordening heel goed medei-
gaan.
Do heer Verheijen: Mijnheer da Voorzitter! Mijne ver
schillende bezwaren tegien .deze verordening, of beter ge
zegd conceptverordening,- heb ik bij gemotiveerd schrij
ven aan Burgemeester en Wethouders ter kennis gebracht.
Vermoedelijk zal ik bij de behandeling der verschillende
artikelen nog nader de gelegenheid krijgen hier en daar
iets te onderstrepen. Waar in dat schrijven dus mijne
bezwaren zijn vermeld, ,wil ik thans alleen over de ver
ordening in het algemeen, iets zeggen.
In uwe inleiding heeft U gezegd, dat ik heb voorge
steld enkele artikelen naar het 'einde te verschuiven. Ik
heb gemeend dit voorstel te moeten doen, omdat naar
mijne inneming het meest wenscbelijke is, dat die artikelen,
welke logisch bijeenhooren, .ook in de verordening bijeen
worden gezet. Waar jn 't algemeen de indruk wordt gel-
wekt, dat deze verordening in hoofdzaak is ontworpen
om te regelen de salarieering, de titulatuur en den voor-
loiopigein pensioensgrondslag va;n de ambtenaren ter ge
meentesecretarie, daar komt jbet mij wenschelijk voor,-
om slechts aan het slot, in het uiterste geval, ook andere
categoriën van personen, in casu beambten de: bedienden
in dezelfde verordening op te nemen.
Een ander bezwaar -tegen de .verordening, zoo-als deze
door U ontworpen is, ie|n dat door mij in eerste instantie!
over heit hoofd is gezien, is dit: vqjgens mijn© meieming
moet ©ein© verordening regelen de functie van de ambiet-
naren ein mogen daarin niet voorkomen de namen van
de betrokken titularissen^ en terwijl, om ©ene goede regei-
ling te verkrijgen door Burgemeester en Wethouders in
artikel 40 is voorgesteld, dat de hoofdcommies Schoonheyt
wordt gebracht op |ee;n salaris van zooveel enz., ?ou ik
het meer conform de gebruiken achten, wanneer deze
regeling niet in de verordening zelv© werd opgenomen,,
maar bij -een .afzonderlijk raadsbesluit werd vastgesteld.
Het wil mij voorkomen, Mijnheer de Voorzitter, dat
het niet wenschelijk .is namen in de verordening op te
mepi-en.
De Voorzitter: De laatste zienswijze van den heer Ver
heijen kan ik goed deelen. Er bestaan regelingen waarinj
de namen in de salarisverordening zelve zijn opgenomen,-
er zijn daarentegen ook gemeenten, die dit niet doen,,
maar zulks bij .een afzonderlijken staat bepalen.
Het gesprokene door den beer Verheijen biedt mij
tevens de gelegenheid U op te merken, d$t in artikel 40,,
zooals hot is voorgesteld, ttvee foutjes zijn ingeslopen.
Het bedrag voor den commies-afdcielingchef uitgetrokken
moet zijn f 1550.— -en dat voor den jomgsten commies
f 1200.—. Dit zijn twee fouten, welk© ik bij deze verzoek
in het voorstel van Burgemeester en Wethouders zelf te
herstellen.
Ik zal thans eerst voorlezing gevein van het eerste ge
deelte van het -schrijven des heeren Verheijen, dan kun
nen de leden zien, hoe Burgemeester en Wethouders met
dat schrijven hebben rekening gehouden. B,ij de voor
lezing d-e,r artikelen door den Secretaris zult U bemer
ken, welke wijzigingen gijn aangebracht,- wijzigingen uit
sluitend van redactioneelen ,aard die geen invloed hebben
op da finantieele voorstellen welke in de verordening
werden voorgesteld. -Successievelijk zal ik telkens bij de
artikelen van de nadere voorstellen door den lieer Ver
heijen gedaan, voorlezing geven.
De Voorzitter: De (redactie voor do tweed© alinea van
dit artikel, door den heer Verheijen aangegeven,, is grooi-
teindeels door ons overgenomen.
Wij -zouden met de overige door hem voorgestelde wij
zigingen ku;nnen accoord gaan, indien de uitbreiding der
afdeelingen alleen kon geschieden op verzoek van dein!
Secretaris op voorstel van Burgemeester en Wethouders.
D-a Raad heeft -ta bepalen, doordat hij de koorden van-
de beurs in do hand heeft, of de afdeelingen zullen
uitgebreid worden.
Da bee-r Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! De mo
gelijkheid is absoluut biet uitgesloten, dat met het bei-
staande personeel ©ene wijziging in de bestaande afdeed
lingen wordt gebracht. -U zult gezien hebben, dat ik
niet heb vastgehouden ,aan het ontwerp van Burgemeester
ein Wethouders om de gemeente-secretarie tei splitsen i'n
drie afdeelingen. Ik heb 'eenvoudig gezegd d e afdeelingen
daardoor in het midden latende hoeveel afdeelingen -er
zullen zijn. Ik kan mij heel goed den toestand indenken:.,
dat ier twee -afdeelingen bestaan en het door gewijzigde
omstandigheden noodzakelijk en ,ook mogelijk is, met het
zelfde personeel, dat aanwezig is, deze te veranderen
in drie of meer. Dan blijft het budgetrecht van den jgel-
meieinteraad geheel buiten beschouwing en toch wordt
de interne regeling .van de secretarie veranderd. Eene
dergelijke vrijheid zou ik gerust aan den gemeente-secre
taris durven toevertrouwen.
Da Voorzitter: Wanneer U de zaak zoo opneemt,
kan heel gevoeglijk alinea drie van artikel 1 vervallen;