VERGADERING VAN 6 APRIL 1916. Voorstel der gascommissie tot verhooging der gasprijzen, Mededeeling van ingekomen stukken. len verbinden. De voorzitter der gascO'mmissie heeft ge zegd, dat de kolenprijzen nog hooger zullen stijgen. Wan neer dat het geval mocht zijn, dat in het najaar de prijzen belangrijk hooger zullen worden, dan zal .liet misschien noodig zijn andere maatregelen te nemen. Wij zouden dan de verliezen door de gasfabriek laten opeenstapelen en dan is het, zooals in andere gemeenten gebeurt, veej' normaler de gasprijzen wat te verhoogen. Tot in het na jaar wil ik graag mijne stem geven aan Uw voorstel. De Voorzitter: Dan zou ik wenschen dit punt tot de volgende vergadering aan te houden. De voorzitter der gascommissie w-enscht echter om trent het voorstel der oommissie eene beslissing te zien vallen; ik ben dus verplicht dat voorstel in stemming te brengen. Da heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Zou het niet beter zijn wanneer de gascommissie haar voorstel terugnam tot tijd en wijl het noodig zal zijn door hoogere steenkol-enprijzen daarop terug te komen? Dit is geen oppositie tegen het voorstel van de gascoim- missi-e-, maar ik vind het op 't oogenblik niet noodig,.. Da heer P. Konings: Wjij hebben de zaak gewikt en gewogen. Wij hebben den boekhouder verschillende be rekeningen doen opmaken op welke wijzen het tekort zou kunnen gedekt worden.. De commissie had U de keuze kunnen laten met welke berekening de Raad zich kon vereenigen, doch ik vind niets lafhartiger dan met geien bepaald voorstel bij U aan te komen. Ik heb U omtrent ons voorstel mijn gevoelen gezegd, doch ieder kan eene methode kiezen gelijk hij wil. Daar is nietis- tegen dunkt mij. Het voorstel tot het verhoogen der gasprijzen wordt in stemming gebracht en met elf tegen twee stejnmen ver werpen. Tegen hebben gestemd de heeren G. Konings, K. van iWiely, E. van Wely, Van Dorst,; Heerma van Voss, Verj- he-ijen, Voeten, Vos,- Schul, De Bruyn en de Voorzitter, Vóór hebben gestemd de heeren P. Konings en Yan Gastel. De Voorzitter: Nu het voorstel, dat door mij is gedaau. Naar aanleiding liiervani wil ik de gascommissie, welke het bewijs gegeven heeft hare taak .goed ter harte te nemen, zeggen',- dat mijn voorstel volstrekt niet is ge daan uit antipathie tegen! de wijze waarop de gascom missie zich in haar voorstel heeft uitgedrukt. Dit wil ik hier voorop stellen. Ik heb alleen gemeend, toen ik de stukken in mijnje handen kreeg, een voorstel te moeten doen, zooals ik zooieven heb ontvouwd. Ik vraag der halve machtiging om het verlies over 1916, zoo er dil mocht zijn, te kunn'en dekken door eeine geldleening en dat verlies in den kortst mogelijken1 termijn, hij nader raads besluit te bepalen, af te wikkelen. De heeren zullen dus begrijpen, dat dit gedeelte van het yoorstel nog ,nader in den Raad aan de orde zal worden gesteld. 1 In stemming gebracht wordt hierna het voorstel van den voorzitter met algemeene stemmen aangenomen. Die heer Van Dorst verlaat de yergadering. III. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter: Ingekomen is een schrijven d.d. 28 Maart 1916 van de Levensverzekering Maatschappij Ant- verpia verzoekende verbetering van de Badhuisstraat, pit schrijven zal ik in de eerstvolgende vergadering aan de orde stellen. Verlangt in deze zitting nog iemand het woord? De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Wanneer ik thans bet woord vraag, doe ,ik dit niet alleen in mijn|e kwaliteit als lid van den Raad, maar pok als lid van het Burgerlijk Armbestuur. In onze laatste vergadering van het Armbestuur is ter sprake gebracht een schrijven van de Overste van het Gpsticht Charitas, ^waarin het verzoek werd gedaan om wegens de bijzondere tijdsomstandigheden de "vergoeding voor het verplegen van twee zieken, die contractueel voor drie en dertig cents per dag moeten verpleegd worden, te brengen op vijfenzeventig cents, omdat die personen^ namen doen niets ter zake-, eene bijzondere verpleging^- eene bijzondere zorg, vereischen. Het Burgerlijk Arm bestuur was er unaniem voor aan het verlangen van ,de overste te voldoen; wij meenden echter, dat het op de eerste plaats niet op den weg van het Burgerlijk Arm bestuur lag daarin zelf eene beslissing te nemen, omdat de overeenkomst tusschen Charitas en de gemeente was gesloten en niet tusschen Charitas en het Burgerlijk: Armbestuur en op de tweede plaats; ,wij het niet correct vonden in een bestaand contract wijziging te brengen Ter oplossing meende het Armbestuur met het oog pp de tegenwoordige tijdsomstandigheden te moeten voor stellen dit: dat de verpleeggelden voor armlastigen, die in Charitas waren opgenomen, en die .voor rekening der gemeente zooals wij dat noemen ingekocht zijn, in plaats van ©en bedrag van drie en dertig cents, zooals contriac- tueel is vastgesteld, worden bepaald op vijfendertig cents per dag. Wij hebben deze kwestie met het bestuur van Charitas besproken en ik kan de verzekering geven, dat m©n zeer te vreden zal zijn wanneer de Raad daarmede accoord zal kunnen gaan. Ik meen, dat juist met het pog op het dringende jvani dan toestand het wenscbelijk is, wanneer daartegen geen bezwaar bestaat, in deze vergadering daaromtrent ©ene beslissing te nemen. Ik zou willen voorstellen, dat de Raad het Burgerlijkl Armbestuur machtigt Charitas kennis te geven, dat vo-or- loopig voor zes maanden en dan .telkens stilzwijgend te verlengen van drie tot drie maanden tot het tijdstip daar is daarmede te eindigen de verpleeggelden wordeini gebracht van drie en dertig op vijf en dertig cents per dag. De Voorzitter: Bestaat er bij de vergadering bezwaar om dit punt, dat niet aan de orde is', in deze vergaderinjg) te behandelen. Geen der leden heeft daartegen bezwaar. Mag ik den heer Verheijen vragen pf hij ons kan zeggen welke financieel© gevolgen dit voorstel zal kunnen hebben,? De heer Verheijen: Op 't oogenblik worden verpleegd 43 patiënten, die in de termen van verhooging vallen'. Dus dat is bijna een gulden per dag.: VERGADERING VAN 6 APRIL 1916. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter: Wanneer zal die verhooging moeten Ingaan De heer Verheijen: Ik zou dat laten Ingaan met 1 April. De Voorzitter: Daar bij de leden geen bezwaar bestaat, dït punt aan de orde te stellen, zal ik het aa|n de/ go-edr keuring van den Raad onderwerpen. Het voorstel is dus om de verpleeggelden per man en per dag tijdelijk te brengen op 35 cent en dien jtijdeiijkcn maatregel te doen voortduren totdat het gemeentebestuur van,het armbe stuur zal kennis krijgen, dat het tarief op den ouden voet kan worden teruggebracht. Burgemeester en Wethouders stellen derhalve voor om de verpleeggelden voor 1916 met ingang van 1 April voor die patiënten met twee cent per persoon en per dag te verhoogen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan genomen. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Nadat ik in de laatste vergadering het woord gevoerd had oven onze verhouding tot de waterleidingmaatschappij, maakt het op mij den indruk, dat .sindsdien het water een, n-o-g onooglijker aanzien heeft gekregen dan het vroeger had. Nu is liet wel eigenaardig, dat ik voor mjijzelve de over tuiging heb, dat de slechte kleur van het water het jge- volg is van den goeden wil van den directeur der water leiding onf in de door 'nfij geciteerde misstanden verbe tering te brengen. Wanneer ik de zaak goed inzie, Mijnheer de Voorzit ter, dan is de geheel© quaestie deze:: Toen wij onze) waterleiding herbouwd hebben waren wij, als ik het zooi mtag zeggen, aangespannen met de Maatschappij tot Bouw iep Exploitatie van Gemeentebedrijven. Zooals de naam dier maatschappij aangeeft is het eerste do-el de bouw van gemeentebedrijven en het tweede doel is de exploi tatie daarvan. Wanneer men de zaak in dit licht beschouwt, dan is het de Maatschappij tot Bouw en Ex ploitatie van Gemeentebedrijven alleen daarom te do-en, dat zij op d-s eerste plaats d-e waterleiding bouwt ,én daar aan blijft herbouwen gedurende den geheeleln duur van het contract en dan wordt dei toestand deze, dat bij den aanleg de opzet zo-o miniem mogelijk .wordt gemaakt en gedurende eene- lange reeks van jaren de -eerstel opzet wordt herbouwd en vergroot, zoodat regelmatig de in komst-en bij de Maatschappij blijven vloeien, en wij op den duur na het -eindigen van het contract met eene wai- terleiding zitten, die dan slechts in de meest dringend,© behoeften voorziet -en waarop zoo weinig js afgeschreven, dat aan het einde der dertigjarige periode, de waterlejin ding voor hetzelfde bedrag o-p d-e balans figureert waar voor zij daarop werd gebracht. Gebleken is, Mijnheer de Voorzitter, dat de leidingca- pacit-eit te klein is, te klein is ook de capaciteit van den toren, van de motoren en vermoedelijk ook van den rein- waterkeld-er; m. a. w. geheel de opzet is te klein. Dat is «en verwijt en -een zeer ernstig verwijt, Mijnheer de Voorzitter, dat ik o-p 't oogenblik wensch te maken aan het adres der maatschappij, dat zij ons advise-erende over, dein aanleg, misschien moedwillig doch in ieder geval door haar verzuim den aanleg te klein gemaakt heeft Het gevolg hiervan is, dat de watertoren, die feitelijk dienst moet doen als drukregulateur der leiding, moet di-einst -doen als reservoir voor hel bedrijf als de afname groot-er is dan de gecalculeerde, en dat, wanneer de af name was begroot en de po-mpe-ncapaciteit was berekend o-p een maximum van 60 M3 per uur en tegenwoordig) regelmatig -op het hoo-gste moment 90 M3 afgeleverd moet worden, U zult begrijpen, dat al het water hetwelk in den watertoren is opgenomen in de behoefte aan water niet voorziet. Da maatschappij wist vooruit, dat dit zou gebeuren -en niettegenstaande dat is de watertoren, waarvan zij wist dat deze res-ervoir voo-r de watervoorziening zou ge bezigd worden, 'toch in haar project opgenomen. Zij heeft niet voldoende rekening gehouden met het te verwachten verbruik van water, zij heeft hare pompen ,..en filteren te klein 'geprojecteerd. Het feit Mijnheer d-e Voorzitter, dat de filter te kleiiin is, is 'oorzaak dat een aanhoudend pompen het moet doen dat het 'water regelmatig zijn loop kan nemen. Wanneer de filter -eene drievoudige capaciteit had, dan kon het wat-er bezinken -en -eene zoodanige kleur verkrijgen, dat niettegenstaande d-e -kleinere capaciteit der pompen de kleur van (het water o-o-k bij gemis aan chemicaliën eene voldoende helderheid kon hebben. D-e Voorzitter: Ik bad niet gedacht, dat de heer Ver heijen nog zoo'n gewichtig punt als dit na afloop dei- agenda ter sprake zo-u brengen. D-e heer Verheijen: Mag ik U misschien even in- terrumpeeren Mijnheer 'de Voorzitter? Ik kan mij Uwe verbazing over 'het feit, dat ik dit onderwerp in deze ver gadering ter 'sprake breng begrijpen. Ik heb deze zaak alleen -en 'uitsluitend in d-eze vergadering ter tafel ge bracht naar aanleiding van een blijkbaar officieus artikel dat 'in leen onzer bladen is opgenomen en dat naar mijne m'-e-ening «en 'geheel verkeerden indruk vestigt over onze verhouding tot 'de waterleiding -en de toestand van de waterleiding. Dat blijkbaar geinspireerd artikel do-et het voor mij 'voorkom-en alsof het de meest eenvoudige zaak van deiwereld was, dat de Raad zou zeggen: Maatschappijn wij vinden U zo-o lief -e-n aardig dat wij' er heeleftnaiatl niet -over denken, bouw alsjeblieft heel gauw een nieuwen watertoren, -en ik vind juist niet, dat d-e ellende verbeterd kan worden met den bouw van een watertoren alleen. D-e Voorzitter: Naar aanleiding van hetgeen U in de vorige vergadering -gesprok-en hebt, hebben Burgemeester en Wethouders zich gew-end tot de waterleidingmaat schappij, -en haar medegedeeld,- dat het o-ns gebleken 'is, dat -een van de laatst voorafgaande Zaterdagen in een, aangesloten kraan -op de bovenverdieping uwer woning ge-en wat-er was te krijgen en het eveneens voorkwiam^ dat de kleur -en smaak van het wat-ér te wenschen ©ver lieten. Wij schreven de maatschappij: Overeenkomstig de door -onzen voorzitter gedane toezegging hebben ,wij de eer -U met deze klacht in kennis te st-ellün. De maat schappij heeft -geen oogenblik gedraald daarop een ant woord te geven. Bij schrijven van 4 April kregen, wij het volgende antwoord: Utrecht, 4 April 1916. EdelAclitbare Heeren, Wij hebben de e-er U de go-ede ontvangst te bevestigejn, van Uw-e geachte missive d.d. 3 dezer No. 10 M, onder-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 18